Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wandel door geloof, niet door aanschouwen!

Wandel door geloof, niet door aanschouwen!

Wandel door geloof, niet door aanschouwen!

„Wij wandelen door geloof, niet door aanschouwen.” — 2 KORINTHIËRS 5:7.

1. Waaruit blijkt dat de apostel Paulus wandelde door geloof en niet door aanschouwen?

HET is het jaar 55 G.T. Er zijn zo’n twintig jaar voorbijgegaan sinds een man die destijds Saul genoemd werd en een christenvervolger was, het christendom aanvaardde. Hoewel er zo veel tijd verstreken is, heeft hij zijn geloof in God niet laten bekoelen. En al heeft hij met zijn letterlijke ogen geen hemelse werkelijkheden gezien, toch staat hij vast in het geloof. In een brief aan gezalfde christenen, die de hemelse hoop hadden, schreef de apostel Paulus daarom: „Wij wandelen door geloof, niet door aanschouwen.” — 2 Korinthiërs 5:7.

2, 3. (a) Hoe tonen we dat we door geloof wandelen? (b) Wat wil het zeggen door aanschouwen te wandelen?

2 Wandelen door geloof vergt een onvoorwaardelijk vertrouwen in Gods vermogen om richting te geven aan ons leven. We moeten er volkomen van overtuigd zijn dat hij echt weet wat het beste voor ons is (Psalm 119:66). Bij het nemen van beslissingen in het leven en het handelen daarnaar houden we rekening met „werkelijkheden die . . . niet worden gezien” (Hebreeën 11:1). Daartoe behoren de beloofde „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde” (2 Petrus 3:13). Wandelen door aanschouwen daarentegen betekent dat onze levenswijze alleen bepaald wordt door wat we met onze letterlijke zintuigen waarnemen. Dat is gevaarlijk, omdat het ertoe kan leiden dat we Gods wil helemaal gaan negeren. — Psalm 81:12; Prediker 11:9.

3 Of we nu behoren tot de „kleine kudde” met de hemelse roeping of tot de „andere schapen” met de aardse hoop, we moeten allemaal gehoor geven aan de vermaning om te wandelen door geloof en niet door aanschouwen (Lukas 12:32; Johannes 10:16). Laten we eens kijken hoe het opvolgen van die geïnspireerde raad ons ervoor behoedt te zwichten voor „de tijdelijke genieting der zonde” en de valstrik van het materialisme en hoe het ons ertegen beschermt het einde van dit samenstel van dingen uit het oog te verliezen. Ook gaan we de gevaren bespreken van wandelen door aanschouwen. — Hebreeën 11:25.

De tijdelijke genieting der zonde” afwijzen

4. Welke keuze maakte Mozes, en waarom?

4 Wat een leven had Mozes, een zoon van Amram, kunnen hebben! Mozes was in het oude Egypte samen met de koninklijke nakomelingen grootgebracht en hij had macht, rijkdom en invloed kunnen verwerven. Mozes had kunnen redeneren: Ik ben goed onderlegd in de hooggeroemde wijsheid van Egypte en ik weet me te laten gelden, in woord en in daad. Als ik met het koningshuis verbonden blijf, kan ik mijn positie gebruiken ten behoeve van mijn onderdrukte Hebreeuwse broeders! (Handelingen 7:22) In plaats daarvan verkoos Mozes „met het volk van God slecht behandeld te worden”. Waarom? Wat bewoog Mozes ertoe alles wat Egypte te bieden had de rug toe te keren? De bijbel antwoordt: „Door geloof verliet [Mozes] Egypte, doch zonder de toorn van de koning te vrezen, want hij bleef standvastig als zag hij de Onzichtbare” (Hebreeën 11:24-27). Mozes’ vaste overtuiging dat Jehovah rechtvaardigheid beloont, hielp hem niet te zwichten voor zonde en weelde en „de tijdelijke genieting” ervan.

5. Welke aanmoediging bevat Mozes’ voorbeeld voor ons?

5 Ook wij zien ons vaak genoodzaakt moeilijke beslissingen te nemen in kwesties als: Moet ik bepaalde gebruiken of gewoonten opgeven die niet helemaal stroken met bijbelse beginselen? Moet ik een baan aannemen waarmee ik er financieel op vooruit lijk te gaan maar die mijn geestelijke vooruitgang in de weg zou staan? Mozes’ voorbeeld moedigt ons aan geen keuzes te maken die de kortzichtigheid van deze wereld weerspiegelen; het is beter geloof te oefenen in de ver vooruitziende wijsheid van „de Onzichtbare”, Jehovah God. Laten we net als Mozes Jehovah’s vriendschap kostbaarder achten dan alles wat deze wereld te bieden heeft.

6, 7. (a) Hoe toonde Esau dat hij ervoor koos door aanschouwen te wandelen? (b) Welk waarschuwende voorbeeld hebben we in Esau?

6 Stel Mozes nu eens tegenover Esau, een zoon van de patriarch Isaäk. Esau gaf de voorkeur aan onmiddellijke behoeftebevrediging (Genesis 25:30-34). Omdat Esau ’geen waardering had voor heilige dingen’, gaf hij zijn rechten als eerstgeborene weg „in ruil voor één maaltijd” (Hebreeën 12:16). Hij stond er niet bij stil hoe zijn besluit om zijn eerstgeboorterecht te verkopen van invloed zou zijn op zijn band met Jehovah of wat zijn daad voor zijn nakomelingen zou betekenen. Het ontbrak hem aan geestelijke visie. Esau sloot zijn ogen voor Gods kostbare beloften; hij hechtte er weinig waarde aan. Hij wandelde door aanschouwen, niet door geloof.

7 Esau is een waarschuwend voorbeeld voor ons in deze tijd (1 Korinthiërs 10:11). Als we voor beslissingen staan, grote of kleine, moeten we ons niet laten misleiden door de propaganda van Satans wereld, die zegt dat je verlangens onmiddellijk bevredigd moeten worden. We doen er goed aan ons af te vragen: Verraden de beslissingen die ik neem dat ik dezelfde neigingen heb als Esau? Zouden er geestelijke belangen in het gedrang komen als ik mijn wensen nu zou willen verwezenlijken? Brengen mijn keuzes mijn vriendschap met God en mijn toekomstige beloning in gevaar? Wat voor voorbeeld geef ik anderen? Als onze keuzes getuigen van waardering voor heilige dingen zal Jehovah ons zegenen. — Spreuken 10:22.

De strik van het materialisme vermijden

8. Welke waarschuwing kregen de christenen in Laodicea, en waarom is dat voor ons van belang?

8 Tegen het einde van de eerste eeuw stuurde de verheerlijkte Jezus Christus in een openbaring aan de apostel Johannes een boodschap aan de gemeente in Laodicea, in Klein-Azië. In die boodschap werd ze gewaarschuwd voor het materialisme. Hoewel de christenen in Laodicea het materieel rijk hadden, waren ze in geestelijk opzicht failliet. In plaats dat ze door geloof bleven wandelen, lieten ze hun geestelijke visie verblinden door materiële bezittingen (Openbaring 3:14-18). Het materialisme heeft in deze tijd een soortgelijk effect. Het verzwakt ons geloof en leidt ertoe dat we niet langer ’met volharding de wedloop om het leven lopen’ (Hebreeën 12:1). Als we niet oppassen, kunnen onze geestelijke activiteiten zo in het gedrang komen door de „genoegens van dit leven” dat ze ’volledig verstikt’ raken. — Lukas 8:14.

9. Hoe worden we beschermd door tevredenheid en waardering voor geestelijk voedsel?

9 Voor onze geestelijke bescherming is het belangrijk dat we tevreden zijn en niet ten volle gebruik maken van de wereld en ons materieel verrijken (1 Korinthiërs 7:31; 1 Timotheüs 6:6-8). Als we wandelen door geloof en niet door aanschouwen, verheugen we ons over het huidige geestelijke paradijs. Voelen we ons er niet toe bewogen ’een vreugdegeroep aan te heffen wegens de goede hartentoestand’ als we ons te goed doen aan voedzaam geestelijk voedsel? (Jesaja 65:13, 14) Bovendien genieten we van onze omgang met personen die de vrucht van Gods geest tentoonspreiden (Galaten 5:22, 23). Het is van essentieel belang dat we onze voldoening putten uit wat Jehovah op geestelijk gebied verschaft en ons erdoor laten verkwikken!

10. Welke vragen moeten we onszelf stellen?

10 Enkele vragen die we onszelf moeten stellen, zijn: Welke plaats nemen materiële dingen in mijn leven in? Gebruik ik de materiële bezittingen die ik heb om een genotzuchtig leven te leiden of om de ware aanbidding te bevorderen? Wat schenkt me de grootste voldoening: bijbelstudie en omgang op christelijke vergaderingen, of weekends weg zonder christelijke verantwoordelijkheden? Reserveer ik veel weekends voor ontspanning in plaats dat ik die tijd gebruik voor de velddienst en andere activiteiten in verband met de zuivere aanbidding? Wandelen door geloof betekent dat we druk bezig blijven met het Koninkrijkswerk, vol vertrouwen in Jehovah’s beloften. — 1 Korinthiërs 15:58.

Het einde voor ogen houden

11. Hoe worden we geholpen het einde voor ogen te houden als we wandelen door geloof?

11 Door te wandelen door geloof kunnen we ons hoeden voor de menselijke zienswijzen dat het einde nog ver weg is of helemaal niet komt. In tegenstelling tot sceptici die de spot drijven met bijbelprofetieën, zien wij in dat de wereldgebeurtenissen overeenkomen met wat Gods Woord voor onze tijd heeft voorzegd (2 Petrus 3:3, 4). Bewijzen bijvoorbeeld de instelling en het gedrag van mensen in het algemeen niet dat we in „de laatste dagen” leven? (2 Timotheüs 3:1-5) Met de ogen des geloofs zien we dat de huidige wereldgebeurtenissen niet slechts een herhaling van de geschiedenis zijn maar juist ’het teken vormen van Christus’ tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen’. — Mattheüs 24:1-14.

12. Hoe zijn Jezus’ woorden in Lukas 21:20, 21 in de eerste eeuw in vervulling gegaan?

12 Sta eens stil bij een gebeurtenis in de eerste eeuw van onze jaartelling die een parallel heeft in onze tijd. Toen Jezus Christus op aarde was, waarschuwde hij zijn volgelingen: „Wanneer gij . . . Jeruzalem door legerkampen ingesloten ziet, weet dan dat haar verwoesting nabij gekomen is. Laten dan zij die in Judea zijn, naar de bergen vluchten, en laten zij die in haar midden zijn, eruit trekken” (Lukas 21:20, 21). Als vervulling van deze profetie sloegen Romeinse legers onder bevel van Cestius Gallus in 66 van onze jaartelling het beleg voor Jeruzalem. Maar de legers trokken zich plotseling terug, wat voor de christenen daar het signaal en de gelegenheid was om ’naar de bergen te vluchten’. In het jaar 70 kwamen de Romeinse legers terug, vielen de stad Jeruzalem aan en verwoestten haar tempel. Josephus schrijft dat er ruim een miljoen joden omkwamen en er 97.000 joden gevangen werden genomen. Gods oordeel werd aan dat joodse samenstel van dingen voltrokken. Degenen die wandelden door geloof en acht hadden geslagen op Jezus’ waarschuwing ontkwamen aan de ramp.

13, 14. (a) Welke gebeurtenissen liggen er in het verschiet? (b) Waarom moeten we alert blijven op de vervulling van bijbelprofetieën?

13 Iets soortgelijks staat in onze tijd te gebeuren. Elementen binnen de Verenigde Naties zullen betrokken zijn bij de voltrekking van Gods oordeel. Net zoals het in de eerste eeuw de bedoeling was dat de Romeinse legers de Pax Romana handhaafden, is het nu de bedoeling dat de Verenigde Naties een instrument tot behoud van de vrede zijn. Hoewel de Romeinse legers in de hele toen bekende wereld voor betrekkelijke veiligheid probeerden te zorgen, hebben ze Jeruzalem verwoest. Een bijbelprofetie geeft te kennen dat het in deze tijd net zo zal gaan: gemilitariseerde mogendheden binnen de Verenigde Naties zullen de godsdienst als een storend element zien en ertoe overgaan het hedendaagse Jeruzalem, de christenheid, en ook de rest van Babylon de Grote te vernietigen (Openbaring 17:12-17). Ja, de verwoesting van het hele wereldrijk van valse religie is nabij.

14 De verwoesting van de valse religie zal het begin betekenen van de grote verdrukking. In het laatste deel van de grote verdrukking zullen de resterende elementen van dit goddeloze samenstel van dingen vernietigd worden (Mattheüs 24:29, 30; Openbaring 16:14, 16). Wandelen door geloof houdt ons alert op de vervulling van bijbelprofetieën. We laten ons niet wijsmaken dat enige organisatie van menselijke makelij zoals de Verenigde Naties Gods instrument is om ware vrede en zekerheid te brengen. Moet uit onze manier van leven dan niet de overtuiging spreken dat ’de grote dag van Jehovah nabij is’? — Zefanja 1:14.

Hoe gevaarlijk is het door aanschouwen te wandelen?

15. In welke strik raakte de natie Israël ondanks het feit dat ze Gods zegen had ervaren?

15 De ervaringen van het oude Israël illustreren hoe gevaarlijk het is ons geloof te laten verzwakken door te wandelen door aanschouwen. Hoewel de Israëlieten getuige waren geweest van de tien plagen waardoor de valse goden van Egypte werden vernederd, en ze vervolgens een spectaculaire bevrijding via de Rode Zee hadden meegemaakt, begingen ze de fout een gouden kalf te maken en dat te gaan aanbidden. Ze werden ongeduldig en kregen er genoeg van op Mozes te moeten wachten, die „lang wegbleef eer hij van de berg afdaalde” (Exodus 32:1-4). Hun ongeduld bracht hen ertoe een afgod te aanbidden die ze konden zien. Dat ze door aanschouwen wandelden, was kwetsend voor Jehovah en leidde tot de terechtstelling van „ongeveer drieduizend man” (Exodus 32:25-29). Wat triest als een aanbidder van Jehovah in deze tijd beslissingen neemt waaruit blijkt dat hij geen vertrouwen heeft in Jehovah en in zijn vermogen om zijn beloften gestand te doen!

16. Hoe lieten de Israëlieten zich beïnvloeden door de uiterlijke schijn?

16 Ook in andere opzichten lieten de Israëlieten zich negatief beïnvloeden door de uiterlijke schijn. Doordat ze wandelden door aanschouwen beefden ze vol angst voor hun vijanden (Numeri 13:28, 32; Deuteronomium 1:28). Het bracht hen ertoe Mozes’ van God ontvangen gezag in twijfel te trekken en te klagen over hun levenslot. Hun gebrek aan geloof had tot gevolg dat ze het door demonen beheerste Egypte verkozen boven het Beloofde Land (Numeri 14:1-4; Psalm 106:24). Wat moet Jehovah zich gekwetst hebben gevoeld toen hij getuige was van hun totale gebrek aan respect voor hun onzichtbare Koning!

17. Hoe kwam het dat de Israëlieten in Samuëls tijd Jehovah’s leiding verwierpen?

17 In de tijd van de profeet Samuël verviel de bevoorrechte natie Israël opnieuw in de fout te wandelen door aanschouwen. Het volk ging naar een koning verlangen die ze konden zien. Jehovah had dan wel bewezen dat hij hun Koning was, maar dat was niet voldoende om hen door geloof te laten wandelen (1 Samuël 8:4-9). Ze waren zo dwaas Jehovah’s feilloze leiding te verwerpen en gaven er de voorkeur aan als de omringende volken te zijn, tot schade van zichzelf. — 1 Samuël 8:19, 20.

18. Welke lessen kunnen we leren over de gevaren van wandelen door aanschouwen?

18 Voor ons als hedendaagse dienstknechten van Jehovah is onze goede band met God iets zeer kostbaars. We willen heel graag de waardevolle lessen uit het verleden ter harte nemen en in ons leven toepassen (Romeinen 15:4). Toen de Israëlieten door aanschouwen wandelden, vergaten ze dat God hen via Mozes leidde. Als wij niet oppassen, kunnen we vergeten dat Jehovah God en de Grotere Mozes, Jezus Christus, nu de christelijke gemeente leiden (Openbaring 1:12-16). We moeten op onze hoede zijn dat we het aardse deel van Jehovah’s organisatie niet menselijk gaan bezien. Dat zou kunnen leiden tot een klagende geest en tot verlies van waardering voor Jehovah’s vertegenwoordigers en voor het geestelijk voedsel dat „de getrouwe en beleidvolle slaaf” verschaft. — Mattheüs 24:45.

Wees vastbesloten door geloof te wandelen

19, 20. Waartoe zijn we vastbesloten, en waarom?

19 „Onze strijd”, zo lezen we in de bijbel, „is niet tegen bloed en vlees, maar tegen de regeringen, tegen de autoriteiten, tegen de wereldheersers van deze duisternis, tegen de goddeloze geestenkrachten in de hemelse gewesten” (Efeziërs 6:12). Onze voornaamste vijand is Satan de Duivel. Het is zijn bedoeling ons geloof in Jehovah te verwoesten. Hij zal geen enkele vorm van overreding die ons van ons besluit om God te dienen af zou kunnen brengen, over het hoofd zien (1 Petrus 5:8). Wat zal ons ertegen beschermen door de uiterlijke schijn van Satans stelsel misleid te worden? Wandelen door geloof, niet door aanschouwen! Een vast vertrouwen in Jehovah’s beloften zal ons ervoor behoeden ’schipbreuk te lijden betreffende ons geloof’ (1 Timotheüs 1:19). Laten we daarom vastbesloten zijn door geloof te blijven wandelen, vol vertrouwen in Jehovah’s zegen. En laten we blijven bidden dat we mogen ontkomen aan alle dingen die in de nabije toekomst beslist gaan gebeuren. — Lukas 21:36.

20 Bij het wandelen door geloof en niet door aanschouwen hebben we een uitmuntend Voorbeeld. „Christus heeft voor u geleden,” zegt de bijbel, „u een model nalatend opdat gij nauwkeurig in zijn voetstappen zoudt treden” (1 Petrus 2:21). In het volgende artikel wordt besproken hoe we kunnen blijven wandelen zoals hij gewandeld heeft.

Overzichtsvragen

• Wat hebben we van de voorbeelden van Mozes en Esau geleerd over wandelen door geloof en niet door aanschouwen?

• Wat is een sleutel tot het vermijden van materialisme?

• Hoe kunnen we ons doordat we door geloof wandelen, hoeden voor de zienswijze dat het einde nog ver weg is?

• Waarom is het gevaarlijk door aanschouwen te wandelen?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 17]

Mozes wandelde door geloof

[Illustratie op blz. 18]

Weerhoudt ontspanning ons vaak van theocratische activiteiten?

[Illustratie op blz. 20]

Hoe worden we beschermd als we aandacht besteden aan Gods Woord?