Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De zegeningen van het wandelen in rechtschapenheid

De zegeningen van het wandelen in rechtschapenheid

De zegeningen van het wandelen in rechtschapenheid

„De zegen van Jehovah — die maakt rijk, en hij voegt er geen smart bij.” — SPREUKEN 10:22.

1, 2. Waarom moeten we oppassen dat we niet al te zeer gefocust zijn op de toekomst?

„TE VEEL over de toekomst dromen, vertroebelt . . . de blik op het heden”, zei een Amerikaanse filosoof. Dat zien we bijvoorbeeld bij kinderen die zo uitzien naar alles wat de volwassenheid te bieden lijkt te hebben dat ze de voordelen van de jeugd pas gaan beseffen als ze de kinderschoenen al lang en breed ontgroeid zijn.

2 Ook aanbidders van Jehovah zijn niet immuun voor dit denkpatroon. Wat kan er namelijk gebeuren? We verlangen ernaar dat de aarde weer een paradijs wordt, zoals God heeft beloofd. We zien vurig uit naar een leven zonder ziekte, ouderdom, pijn en lijden. Naar die dingen uitzien is goed, maar hoe staat het ermee als we zozeer gefocust zijn op toekomstige fysieke en materiële zegeningen dat we geen oog meer hebben voor de geestelijke zegeningen die we nu hebben? Dat zou jammer zijn! We zouden makkelijk ontmoedigd en zelfs gedeprimeerd kunnen raken omdat onze verwachtingen langer worden uitgesteld dan we hadden verwacht (Spreuken 13:12). Als we met problemen en moeilijkheden te maken krijgen, zouden we verstrikt kunnen raken in moedeloosheid of zelfmedelijden. In plaats van het beste te maken van nare situaties zouden we een klagende houding kunnen ontwikkelen. Dat kan allemaal vermeden worden door met waardering over onze huidige zegeningen na te denken.

3. Waar zullen we in dit artikel onze aandacht op richten?

3 „De zegen van Jehovah — die maakt rijk, en hij voegt er geen smart bij”, zegt Spreuken 10:22. De geestelijke voorspoed van de hedendaagse dienstknechten van Jehovah is beslist een zegen waar we ons over kunnen verheugen. Laten we eens enkele aspecten van onze geestelijke voorspoed bekijken en zien wat ze voor ons persoonlijk betekenen. Als we de tijd nemen om erover na te denken wat voor zegeningen Jehovah allemaal heeft uitgestort op ’de rechtvaardige die in zijn rechtschapenheid wandelt’, zullen we inderdaad gesterkt worden in ons besluit onze hemelse Vader met vreugde te blijven dienen. — Spreuken 20:7.

Zegeningen die ons nu al ’rijk maken’

4, 5. Welke bijbelse leerstelling heeft ons persoonlijk sterk aangesproken, en waarom?

4 Een nauwkeurige kennis van bijbelse leerstellingen. De kerken van de christenheid beweren over het algemeen in de bijbel te geloven. Maar ze zijn het niet eens over wat daarin wordt geleerd. Zelfs leden van dezelfde godsdienstige groepering denken vaak verschillend over wat de bijbel werkelijk leert. Hoe anders is het met Jehovah’s dienstknechten gesteld! Ongeacht onze nationale, culturele of etnische achtergrond aanbidden we de God die we bij naam kennen. Hij is niet de een of andere mysterieuze drie-enige god (Deuteronomium 6:4; Psalm 83:18; Markus 12:29). We zijn ons er ook van bewust dat de voornaamste strijdvraag, namelijk die betreffende Gods universele soevereiniteit, op het punt staat beslecht te worden en dat wij allemaal door onze rechtschapenheid tegenover hem te bewaren, persoonlijk bij die strijdvraag betrokken zijn. We kennen de waarheid over de doden en zijn vrij van de ziekelijke vrees voor een God die mensen in een hellevuur zou pijnigen of naar het vagevuur zou zenden. — Prediker 9:5, 10.

5 We zijn bovendien heel gelukkig te weten dat we niet het toevallige product van blinde evolutie zijn. Nee, we zijn door God geschapen, naar zijn eigen beeld (Genesis 1:26; Maleachi 2:10). „Ik zal u prijzen omdat ik op een vrees inboezemende wijze wonderbaar ben gemaakt”, zong de psalmist zijn God toe. „Uw werken zijn wonderbaar, zoals mijn ziel zeer wel weet.” — Psalm 139:14.

6, 7. Welke veranderingen in ons eigen leven of dat van anderen die we kennen, zijn een zegen gebleken?

6 Bevrijding van schadelijke gewoonten en praktijken. Er wordt in de media vaak gewaarschuwd voor de gevaren van roken, overmatig drinken en vrije seks. Meestal worden deze waarschuwingen genegeerd. Maar wat gebeurt er als een oprecht persoon te weten komt dat de ware God die dingen veroordeelt en bedroefd is als iemand ze doet? Dan zal die persoon ertoe bewogen worden zulke praktijken uit zijn leven te bannen! (Jesaja 63:10; 1 Korinthiërs 6:9, 10; 2 Korinthiërs 7:1; Efeziërs 4:30) Hoewel hij dit voornamelijk doet om Jehovah God te behagen, vaart hij er ook op andere terreinen wel bij — het komt zijn gezondheid ten goede en hij krijgt meer innerlijke rust.

7 Voor velen is breken met slechte gewoonten heel moeilijk. Toch lukt het elk jaar tienduizenden personen. Ze dragen zich aan Jehovah op en laten zich dopen, waardoor ze in het openbaar bekendmaken dat ze de praktijken die God afkeurt, uit hun leven hebben gebannen. Wat een aanmoediging is dat voor ons allemaal! Het sterkt ons in ons besluit vrij te blijven van slavernij aan zondig en schadelijk gedrag.

8. Welke bijbelse raad kan gezinnen gelukkiger maken?

8 Een gelukkig gezinsleven. In veel landen gaat het gezinsleven achteruit. Heel wat huwelijken stranden, waardoor eventuele kinderen vaak met pijnlijke emotionele littekens blijven zitten. In sommige Europese landen is bijna één op de vijf huishoudens een eenoudergezin. Hoe heeft Jehovah ons in dit opzicht geholpen in rechtschapenheid te wandelen? Lees Efeziërs 5:22–6:4 eens en merk op wat voor schitterende raad Gods Woord aan gehuwde mannen en vrouwen en aan kinderen geeft. Het toepassen van wat hier en in andere bijbelteksten staat, versterkt beslist de huwelijksband, helpt ouders bij het fatsoenlijk grootbrengen van kinderen en draagt bij tot een gelukkig gezinsleven. Is dat geen zegen om blij over te zijn?

9, 10. Hoe verschilt onze kijk op de toekomst van die van de wereld?

9 De verzekering dat wereldproblemen spoedig opgelost zullen zijn. Ondanks de wetenschappelijke en technologische kennis die er is en de oprechte inspanningen van bepaalde leiders, zijn de ernstige problemen van deze tijd nog steeds niet opgelost. Klaus Schwab, oprichter van het Wereld Economisch Forum, merkte onlangs op dat „de lijst van problemen waar de wereld mee kampt steeds langer wordt en de tijd om ze aan te pakken steeds korter”. Hij sprak over „gevaren die nationale grenzen overstijgen, zoals terrorisme, milieuvervuiling en financiële instabiliteit”. Schwab concludeerde: „Meer dan ooit wordt de wereld nu geconfronteerd met problemen die samenwerking en besluitvaardigheid vereisen.” Terwijl de 21ste eeuw voortschrijdt, zijn de algemene toekomstvooruitzichten voor de mensheid onverminderd somber gebleven.

10 Wat is het fijn te weten dat Jehovah een regeling in het leven heeft geroepen die alle problemen van de mensheid kan oplossen: Gods Messiaanse koninkrijk! Door middel van dat koninkrijk zal de ware God ’oorlogen doen ophouden’ en ’overvloedige vrede’ tot stand brengen (Psalm 46:9; 72:7). De gezalfde Koning, Jezus Christus, ’zal de arme, de ellendige en de geringe bevrijden van onderdrukking en van geweld’ (Psalm 72:12-14). Onder de Koninkrijksheerschappij zal er geen gebrek aan voedsel zijn (Psalm 72:16). Jehovah „zal elke traan uit [onze] ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan” (Openbaring 21:4). Het Koninkrijk is reeds in de hemel opgericht en zal binnenkort de nodige maatregelen nemen om zijn invloed op elke aangelegenheid hier op aarde te doen gelden. — Daniël 2:44; Openbaring 11:15.

11, 12. (a) Maakt leven voor pleziertjes iemand blijvend gelukkig? Leg dit uit. (b) Wat leidt tot echt geluk?

11 Wij weten wat tot echt geluk leidt. Waaruit spruit echt geluk voort? Een psycholoog zei dat er voor geluk drie dingen nodig zijn: plezier, betrokkenheid (bijvoorbeeld bij het werk en het gezin) en een zinvol doel (het nastreven van iets hogers dan eigenbelang). Hij noemde plezier de minst belangrijke van die drie en zei: „Dat is vermeldenswaard omdat zo veel mensen voor pleziertjes leven.” Wat zegt de bijbel over geluk?

12 Koning Salomo van het oude Israël zei: „Ik, ja ik, zei in mijn hart: ’Kom nu toch, laat ik u op de proef stellen met verheuging. Zie ook het goede.’ En zie! ook dat was ijdelheid. Ik zei tot het lachen: ’Waanzin!’, en tot de verheuging: ’Wat doet deze?’” (Prediker 2:1, 2) Volgens de bijbel geeft plezier hooguit een tijdelijk gevoel van geluk. Hoe staat het met betrokkenheid bij iemands werk? Wij kunnen een aandeel hebben aan het zinvolste werk dat iemand maar kan doen — de Koninkrijksprediking en het maken van discipelen (Mattheüs 24:14; 28:19, 20). Door de bijbelse boodschap van redding met anderen te delen, verrichten we een werk dat niet alleen tot onze eigen redding kan leiden, maar ook tot de redding van hen die naar ons luisteren (1 Timotheüs 4:16). Als „Gods medewerkers” ervaren we dat ’het gelukkiger is te geven dan te ontvangen’ (1 Korinthiërs 3:9; Handelingen 20:35). Door dat werk wordt ons leven zinvoller en kan de Schepper een antwoord geven aan degene die hem hoont, Satan de Duivel (Spreuken 27:11). Jehovah heeft ons beslist laten zien dat godvruchtige toewijding tot echt en blijvend geluk leidt. — 1 Timotheüs 4:8.

13. (a) In welk opzicht is de theocratische bedieningsschool een zegen waar we ons over kunnen verheugen? (b) Hoe hebben wij persoonlijk voordeel getrokken van de theocratische bedieningsschool?

13 Een belangrijk en doeltreffend opleidingsprogramma. Gerhard dient als ouderling in een gemeente van Jehovah’s Getuigen. Over zijn jeugd zegt hij: „Als kind had ik een spraakprobleem. Als ik gestrest was, kon ik bijna niet uit mijn woorden komen en ging ik stotteren. Ik kreeg er een minderwaardigheidscomplex door. Mijn ouders lieten me spraaklessen volgen, maar wat ze ook probeerden, het haalde niets uit. Mijn probleem was psychisch van aard, niet lichamelijk. Jehovah had echter in iets prachtigs voorzien — de theocratische bedieningsschool. Toen ik me ervoor opgaf, kreeg ik weer moed. Ik deed heel erg mijn best om in praktijk te brengen wat ik leerde. En het werkte! Ik werd steeds vrijer, raakte mijn minderwaardigheidsgevoel kwijt en werd moediger in de velddienst. Nu houd ik zelfs openbare lezingen. Ik ben Jehovah heel dankbaar dat hij me door middel van deze school een totaal ander leven heeft gegeven.” Is de manier waarop Jehovah ons opleidt om zijn werk te doen niet een reden tot vreugde?

14, 15. Welke hulp is in tijden van nood voorhanden? Licht dit toe.

14 Een persoonlijke band met Jehovah en steun van de verenigde internationale broederschap. Katrin, die in Duitsland woont, was ontzet toen ze hoorde dat Zuidoost-Azië door een tsoenami was getroffen. Haar dochter was in Thailand toen de ramp plaatsvond. Tweeëndertig uur lang wist deze moeder niet of haar dochter nog leefde of dat ze tot het alsmaar stijgende aantal slachtoffers behoorde. Wat was Katrin opgelucht toen ze eindelijk het verlossende telefoontje kreeg dat haar dochter in veiligheid was!

15 Wat hielp Katrin die angstige uren door te komen? Ze schrijft: „Ik bad bijna de hele tijd tot Jehovah. Steeds weer bemerkte ik hoeveel kracht en innerlijke vrede dit me gaf. Ook kwamen liefdevolle broeders en zusters om me te steunen” (Filippenzen 4:6, 7). Wat zou ze slechter af zijn geweest als ze het die vreselijke uren zonder de hulp van het gebed tot Jehovah en de troost van een liefdevolle geestelijke broederschap had moeten stellen! Dat we zo’n hechte band met Jehovah en zijn Zoon hebben en zo nauw met de christelijke broederschap kunnen omgaan is een unieke zegen, die te kostbaar is om als vanzelfsprekend te worden bezien.

16. Vertel een ervaring die de waarde van de opstandingshoop illustreert.

16 De hoop gestorven geliefden terug te zien (Johannes 5:28, 29). Een jonge man, Matthias genaamd, was als een van Jehovah’s Getuigen grootgebracht. Maar omdat hij zijn zegeningen niet zag, dreef hij in zijn tienerjaren af van de christelijke gemeente. Nu schrijft hij: „Ik had nooit echt diepgaande gesprekken met mijn vader. Door de jaren heen hadden we vaak ruzie. Toch had mijn vader altijd het beste met me voor. Hij hield heel veel van me, maar dat besefte ik toen niet. In 1996 zat ik aan de rand van zijn bed. Ik hield zijn hand vast en huilde bittere tranen. Ik zei hem dat ik zo’n spijt had van alles wat ik had gedaan en dat ik zo veel van hem hield. Maar hij kon me niet meer horen. Na maar een kort ziekbed gehad te hebben, stierf hij. Als ik in leven mag blijven om mijn vader in de opstanding terug te zien, zullen we alles wat we in het verleden aan omgang met elkaar gemist hebben, inhalen. En hij zal vast en zeker blij zijn te horen dat ik nu als ouderling dien en dat mijn vrouw en ik het voorrecht hebben te pionieren.” Wat een zegen is de opstandingshoop voor ons!

„Hij voegt er geen smart bij”

17. Wat zal mediteren over Jehovah’s zegeningen voor ons doen?

17 Jezus Christus zei over zijn hemelse Vader: „Hij laat zijn zon opgaan over goddelozen en goeden en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen” (Mattheüs 5:45). Als Jehovah God zelfs aan de onrechtvaardigen en de goddelozen zegeningen schenkt, hoeveel te meer zal hij dat dan doen aan hen die in rechtschapenheid wandelen! „Jehovah zelf zal niets goeds onthouden aan hen die in onberispelijkheid wandelen”, zegt Psalm 84:11. Wanneer we stilstaan bij de speciale zorg en aandacht die hij voor degenen heeft die hem liefhebben, voelen we ons dan niet heel dankbaar en blij?

18. (a) Hoe kan er gezegd worden dat Jehovah geen smart bij zijn zegen voegt? (b) Waarom ondergaan veel loyale dienstknechten van God lijden?

18 „De zegen van Jehovah” zorgt ervoor dat zijn volk geestelijke voorspoed geniet. En we krijgen de verzekering dat ’hij er geen smart bij voegt’ (Spreuken 10:22). Waarom ondervinden heel wat loyale dienstknechten van God dan problemen en beproevingen, waardoor ze veel pijn en leed te verduren hebben? Er zijn drie belangrijke oorzaken van de moeilijkheden en ellende die over ons komen: (1) onze eigen zondige neigingen (Genesis 6:5; 8:21; Jakobus 1:14, 15), (2) Satan en zijn demonen (Efeziërs 6:11, 12) en (3) de goddeloze wereld (Johannes 15:19). Hoewel Jehovah toelaat dat ons erge dingen overkomen, is hij niet de veroorzaker ervan. In feite komt „elke goede gave en elk volmaakt geschenk . . . van boven, want het daalt neer van de Vader der hemelse lichten” (Jakobus 1:17). Jehovah’s zegeningen brengen geen smart met zich mee.

19. Wat kunnen degenen die in rechtschapenheid blijven wandelen, tegemoet zien?

19 Iemand kan alleen maar geestelijk voorspoedig zijn als hij tot God nadert. Als we een hechte band met hem ontwikkelen, ’leggen we voor onszelf een voortreffelijk fundament voor de toekomst veilig als een schat weg, opdat we het werkelijke leven’ — eeuwig leven — ’stevig mogen vastgrijpen’ (1 Timotheüs 6:12, 17-19). In de nieuwe wereld die God straks zal verwezenlijken, zullen onze geestelijke rijkdommen gepaard gaan met fysieke en materiële zegeningen. Dan zal het werkelijke leven allen ten deel vallen die ’naar de stem van Jehovah blijven luisteren’ (Deuteronomium 28:2). Laten we daarom, nog vastbeslotener dan ooit, vol vreugde in rechtschapenheid blijven wandelen.

Overzichtsvragen

• Waarom is het niet verstandig te veel op de toekomst gefocust te zijn?

• Welke zegeningen genieten we nu al?

• Waarom ondergaan Gods getrouwe dienstknechten lijden?

[Studievragen]