Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

’Onze God kan ons verlossen’

’Onze God kan ons verlossen’

„Wij moeten God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen”

’Onze God kan ons verlossen’

HET moest een imponerende gebeurtenis worden. In de vlakte van Dura, blijkbaar niet ver van de stad Babylon, was een reusachtig gouden beeld opgericht. Het beeld zou worden ingewijd tijdens een speciale ceremonie. Van de hoge beambten die daarvoor waren bijeengeroepen, werd verwacht dat ze zich op het geluid van een rijke schakering aan muziekinstrumenten voor het beeld neerbogen. De Babylonische koning Nebukadnezar had verordend dat iedereen die het beeld niet aanbad de dood zou vinden in een gloeiendhete oven. Wie zou het wagen zijn bevel te negeren?

Tot verbazing van de toeschouwers weigerden drie godvrezende aanbidders van Jehovah — Sadrach, Mesach en Abednego — om zich voor het beeld neer te buigen. Ze wisten dat ze dat niet konden rijmen met hun exclusieve toewijding aan Jehovah God (Deuteronomium 5:8-10). Toen hun gevraagd werd hun onwrikbare standpunt uiteen te zetten, zeiden ze onbevreesd tegen Nebukadnezar: „Als het moet, kan onze God die wij dienen, ons verlossen. Uit de brandende vuuroven en uit uw hand, o koning, zal hij ons verlossen. Maar zo niet, het worde u bekend, o koning, dat wij úw goden niet dienen, en het gouden beeld dat gij hebt opgericht, zullen wij stellig niet aanbidden.” — Daniël 3:17, 18.

Toen de drie Hebreeën in de brandende vuuroven werden geworpen, kon alleen een wonder hun leven nog redden. God zond een engel om zijn trouwe aanbidders te beschermen. Maar ze hadden vóór die tijd al besloten dat ze liever het risico liepen te sterven dan Jehovah ongehoorzaam te zijn. * Hun standpunt kwam overeen met dat van de apostelen van Jezus Christus, die ruim zes eeuwen later voor het joodse hooggerechtshof verklaarden: „Wij moeten God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen.” — Handelingen 5:29.

Belangrijke lessen voor ons

Sadrach, Mesach en Abednego zijn schitterende voorbeelden van geloof, gehoorzaamheid en loyaliteit. De drie Hebreeën oefenden geloof in Jehovah. Hun door de Schriften gevormde geweten stond hun niet toe enige daad van valse aanbidding of nationalistische toewijding te verrichten. Hedendaagse christenen stellen eveneens onvoorwaardelijk vertrouwen in de ware God. Ze laten zich door hun door de bijbel gevormde geweten leiden en weigeren deel te nemen aan valse aanbidding of ceremonies die in strijd zijn met Gods wetten en beginselen.

De drie getrouwe Hebreeën vertrouwden op Jehovah en weigerden hun gehoorzaamheid aan hem in te ruilen voor wat maar ook dat het Babylonische Rijk aan erkenning, status en roem te bieden had. Die jonge mannen zouden nog liever lijden en sterven dan iets te doen waardoor ze hun band met Jehovah zouden ruïneren. Ze bleven, net als Mozes vóór hen, ’standvastig als zagen ze de Onzichtbare’ (Hebreeën 11:27). Of Jehovah hen nu van de dood zou redden of niet, de drie waren vastbesloten hun integriteit tegenover hem te bewaren en geen compromissen aan te gaan in de hoop hun leven te redden. Kennelijk zinspeelde de apostel Paulus op hun voorbeeld toen hij melding maakte van getrouwen die „de kracht van het vuur stuitten” (Hebreeën 11:34). Zo’n geloof en gehoorzaamheid worden ook in deze tijd door Jehovah’s aanbidders aan de dag gelegd als ze voor beproevingen op hun integriteit staan.

Uit het voorbeeld van Sadrach, Mesach en Abednego kunnen we ook leren dat God loyaliteit aan hem beloont. De psalmist zong: „Jehovah . . . zal zijn loyalen niet verlaten” (Psalm 37:28). We kunnen in deze tijd niet verwachten dat God ons door een wonder zal redden, zoals hij dat bij de drie Hebreeën heeft gedaan. Maar we kunnen het vertrouwen hebben dat ongeacht met wat voor tegenslag we te kampen hebben, onze hemelse Vader ons zal bijstaan. God kan het probleem wegnemen, ons de kracht geven om het te verduren of ons een opstanding geven als we tot in de dood getrouw blijven (Psalm 37:10, 11, 29; Johannes 5:28, 29). Geloof, gehoorzaamheid en loyaliteit zegevieren elke keer dat onze integriteit op de proef wordt gesteld en we besluiten God meer te gehoorzamen dan mensen.

[Voetnoot]

^ ¶5 Zie de Kalender van Jehovah’s Getuigen 2006, juli/augustus.

[Kader/Illustratie op blz. 9]

WIST U DAT?

• De drie Hebreeën waren achter in de twintig toen ze deze beproeving op hun integriteit ondergingen.

• De oven werd blijkbaar zo heet mogelijk gemaakt. — Daniël 3:19.