Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Hoop op Jehovah, en wees moedig

Hoop op Jehovah, en wees moedig

Hoop op Jehovah, en wees moedig

„Hoop op Jehovah; wees moedig en laat uw hart sterk zijn. Ja, hoop op Jehovah.” — PSALM 27:14.

1. Hoe belangrijk is hoop, en hoe wordt dit woord in de bijbel gebruikt?

WARE hoop is als een helder licht. Het helpt ons over huidige beproevingen heen te kijken en de toekomst moedig en met vreugde tegemoet te zien. Alleen Jehovah kan ons een betrouwbare hoop geven, en dat doet hij door middel van zijn geïnspireerde Woord (2 Timotheüs 3:16). De woorden „hoop” en „hopen” komen in de bijbel vele malen voor. Ze hebben betrekking op de vurige en zekere verwachting van iets goeds, maar ook op het voorwerp van die verwachting. * Die hoop is meer dan alleen een wens, want een wens is soms ongefundeerd of biedt geen uitzicht op vervulling.

2. Welke rol speelde hoop in Jezus’ leven?

2 Toen Jezus met beproevingen en lijden werd geconfronteerd, keek hij verder dan het heden en hoopte op Jehovah. „Wegens de hem in het vooruitzicht gestelde vreugde heeft hij een martelpaal verduurd, schande verachtend, en is hij aan de rechterhand van de troon van God gaan zitten” (Hebreeën 12:2). Omdat Jezus scherp geconcentreerd was op het vooruitzicht Jehovah’s soevereiniteit te rechtvaardigen en diens naam te heiligen, is hij nooit afgeweken van zijn loopbaan van gehoorzaamheid aan God, ongeacht de consequenties die het voor hem had.

3. Welke rol speelt hoop in het leven van Gods dienstknechten?

3 Koning David wijst op het verband tussen hoop en moed als hij zegt: „Hoop op Jehovah; wees moedig en laat uw hart sterk zijn. Ja, hoop op Jehovah” (Psalm 27:14). Als we willen dat ons hart sterk is, moeten we onze hoop nooit laten vervagen, maar die altijd duidelijk voor ogen houden en als een schat bewaren. Dat zal ons helpen om in navolging van Jezus moed en ijver te tonen als we deelnemen aan het werk dat hij zijn discipelen heeft opgedragen (Mattheüs 24:14; 28:19, 20). De bijbel noemt hoop dan ook in één adem met geloof en liefde als een belangrijke, duurzame eigenschap die het leven van Gods dienstknechten kenmerkt. — 1 Korinthiërs 13:13.

Ben je ’overvloedig in hoop’?

4. Waarnaar zien gezalfde christenen en hun metgezellen, de „andere schapen”, vurig uit?

4 Gods volk heeft een schitterende toekomst voor zich. Gezalfde christenen zien er verlangend naar uit met Christus in de hemel te dienen, terwijl de „andere schapen” hopen „vrijgemaakt [te] worden van de slavernij des verderfs en de glorierijke vrijheid van de [aardse] kinderen Gods [te] hebben” (Johannes 10:16; Romeinen 8:19-21; Filippenzen 3:20). Die „glorierijke vrijheid” omvat onder andere bevrijding van zonde en de afschuwelijke gevolgen ervan. Jehovah, de Gever van „elke goede gave en elk volmaakt geschenk”, wil zijn loyalen alleen het beste geven. — Jakobus 1:17; Jesaja 25:8.

5. Hoe worden we ’overvloedig in hoop’?

5 Hoe groot moet de rol zijn die christelijke hoop in ons leven speelt? In Romeinen 15:13 lezen we: „Moge de God die hoop geeft, u vervullen met alle vreugde en vrede doordat gij gelooft, opdat gij overvloedig moogt zijn in hoop met kracht van heilige geest.” Hoop is niet met een kaars in het donker te vergelijken maar met de stralende ochtendzon, want hoop geeft ons vrede, geluk, een doel in het leven en moed. Merk op dat we ’overvloedig zijn in hoop’ als we in Gods geschreven Woord geloven en zijn heilige geest ontvangen. Romeinen 15:4 zegt: „Alle dingen die eertijds werden geschreven, werden tot ons onderricht geschreven, opdat wij door middel van onze volharding en door middel van de vertroosting uit de Schriften hoop zouden hebben.” Vraag je dus af: Houd ik mijn hoop levend door de bijbel goed te bestuderen en er dagelijks in te lezen? Bid ik dikwijls om Gods geest? — Lukas 11:13.

6. Waar moeten we voor oppassen als we onze hoop levend willen houden?

6 Jezus, ons Voorbeeld, putte kracht uit Gods Woord. Door ’nauwkeurig op hem te letten’ zullen we niet ’moe worden en bezwijken in onze ziel’ (Hebreeën 12:3). Het spreekt vanzelf dat als onze van God afkomstige hoop in onze geest en ons hart verflauwt of als we ons op iets anders concentreren — misschien op materiële dingen of op wereldse doelen — we makkelijk door geestelijke moeheid overvallen kunnen worden, wat uiteindelijk tot verlies van morele kracht en moed leidt. In die toestand zouden we zelfs ’schipbreuk kunnen lijden betreffende ons geloof’ (1 Timotheüs 1:19). Ware hoop daarentegen sterkt ons geloof.

Hoop — Een essentieel onderdeel van geloof

7. In welk opzicht is hoop een essentieel onderdeel van geloof?

7 „Geloof is de verzekerde verwachting van dingen waarop wordt gehoopt, de duidelijke demonstratie van werkelijkheden die echter niet worden gezien”, zegt de bijbel (Hebreeën 11:1). Daarom is hoop niet slechts een bijkomstigheid; het is een essentieel onderdeel van geloof. Neem bijvoorbeeld Abraham. Van menselijk standpunt uit bezien waren hij en zijn vrouw, Sara, de vruchtbare leeftijd al voorbij toen Jehovah hun een erfgenaam beloofde (Genesis 17:15-17). Hoe reageerde Abraham? „Ofschoon er geen hoop meer scheen te zijn, had hij toch op grond van hoop geloof, opdat hij de vader van vele natiën zou worden” (Romeinen 4:18). Abrahams van God afkomstige hoop gaf zijn geloof dat hij nageslacht zou krijgen, een stevig fundament. En vervolgens maakte zijn geloof zijn hoop levend en sterk. Abraham en Sara hadden zelfs de moed om hun huis en hun verwanten te verlaten en hun verdere leven in tenten te gaan wonen in een vreemd land!

8. Hoe wordt onze hoop sterker als we in geloof volharden?

8 Abraham hield zijn hoop levend door Jehovah onvoorwaardelijk te gehoorzamen, ook als dat moeilijk was (Genesis 22:2, 12). Ook wij kunnen zeker zijn van onze beloning als we gehoorzaam zijn en volharden in Jehovah’s dienst. „Volharding”, schreef Paulus, leidt tot „een goedgekeurde toestand, de goedgekeurde toestand vervolgens [tot] hoop, en de hoop leidt niet tot teleurstelling” (Romeinen 5:4, 5). Daarom schreef Paulus ook: „Wij begeren dat een ieder van u dezelfde naarstigheid aan de dag legt om tot het einde toe de volle verzekerdheid van de hoop te hebben” (Hebreeën 6:11). Zo’n positieve kijk, die gebaseerd is op een hechte band met Jehovah, kan ons helpen elk probleem moedig en zelfs met vreugde onder ogen te zien.

„Verheugt u in de hoop”

9. Wat moeten we geregeld doen om ons te kunnen ’verheugen in de hoop’?

9 De hoop die God geeft, is oneindig veel beter dan alles wat de wereld ons te bieden heeft. Psalm 37:34 zegt: „Hoop op Jehovah en houd zijn weg, en hij zal u verhogen om de aarde in bezit te nemen. Wanneer de goddelozen worden afgesneden, zult gij het zien.” Ja, we hebben alle reden om ons te ’verheugen in de hoop’ (Romeinen 12:12). Maar om dat te kunnen, moeten we onze hoop levend houden. Denk je geregeld na over je van God afkomstige hoop? Zie je jezelf in het Paradijs, blakend van gezondheid, zonder zorgen, met mensen om je heen van wie je houdt, terwijl je werk doet dat echt voldoening geeft? Mediteer je over de plaatjes van het Paradijs in onze publicaties? Zo’n geregelde overdenking zou vergeleken kunnen worden met het lappen van een raam dat een schitterend uitzicht biedt. Als we de ruit niet schoonhouden, zal het niet lang duren of het uitzicht wordt minder helder en minder mooi door het vuil op de ruit. Dan gaan andere dingen misschien onze aandacht trekken. Laat dat nooit gebeuren!

10. Waarom heeft het een goede uitwerking op onze band met Jehovah als we naar de beloning uitzien?

10 De belangrijkste reden waarom we Jehovah dienen, is natuurlijk onze liefde voor hem (Markus 12:30). Toch doen we er goed aan vol verlangen naar de beloning uit te zien. Jehovah verwacht dat zelfs van ons! Hebreeën 11:6 zegt: „Zonder geloof [is het] onmogelijk hem welgevallig te zijn, want wie tot God nadert, moet geloven dat hij bestaat en dat hij de beloner wordt van wie hem ernstig zoeken.” Waarom wil Jehovah dat we hem als de Beloner zien? Omdat we dan tonen dat we onze hemelse Vader goed kennen. Hij is vrijgevig en hij houdt van zijn kinderen. Bedenk hoe ongelukkig en makkelijk te ontmoedigen we zouden zijn als we niet „een toekomst en een hoop” hadden. — Jeremia 29:11.

11. Hoe werd Mozes door zijn van God afkomstige hoop geholpen verstandige beslissingen te nemen?

11 Een opmerkelijk voorbeeld van iemand die zich bleef concentreren op de hoop die God hem gaf, was Mozes. Als „de zoon van de dochter van Farao” had Mozes macht en aanzien en kon hij over de rijkdom van Egypte beschikken. Zou hij die dingen najagen, of zou hij Jehovah dienen? Mozes koos moedig voor het laatste. Waarom? Omdat hij „het oog oplettend gericht [hield] op de beloning” (Hebreeën 11:24-26). Mozes stond zeker niet onverschillig tegenover de hoop die Jehovah hem voor ogen had gesteld.

12. Waarom is christelijke hoop met een helm te vergelijken?

12 De apostel Paulus vergeleek hoop met een helm. Onze figuurlijke helm beschermt ons denkvermogen, zodat we in staat zijn verstandige beslissingen te nemen, goede prioriteiten te stellen en onze integriteit te bewaren (1 Thessalonicenzen 5:8). Heb jij je figuurlijke helm altijd op? Als dat zo is, dan zul je net als Mozes en Paulus je hoop „niet op onzekere rijkdom . . . vestigen, maar op God, die ons alle dingen rijkelijk verschaft om ervan te genieten”. Zeker, het vergt moed om tegen de algemene tendens in te gaan door zelfzuchtige belangen de rug toe te keren, maar het is de moeite dubbel en dwars waard! Waarom zouden we per slot van rekening genoegen nemen met ook maar iets minder dan „het werkelijke leven”, dat is weggelegd voor degenen die op Jehovah hopen en hem liefhebben? — 1 Timotheüs 6:17, 19.

„Ik wil u geenszins in de steek laten”

13. Welke verzekering geeft Jehovah zijn loyale dienstknechten?

13 Mensen die hun hoop op het huidige samenstel van dingen vestigen, moeten wel een heel onheilspellend voorgevoel hebben als ze aan morgen denken, want de wereld wordt door steeds toenemende „weeën der benauwdheid” gekweld (Mattheüs 24:8). Maar degenen die op Jehovah hopen, hebben die angstgevoelens niet. Zij zullen steeds „in zekerheid verblijven en niet worden verstoord door angst voor rampspoed” (Spreuken 1:33). Omdat ze hun hoop niet op het huidige samenstel hebben gevestigd, volgen ze vreugdevol Paulus’ raad op: „Laat uw levenswijze vrij zijn van de liefde voor geld, en weest tevreden met de tegenwoordige dingen. Want hij heeft gezegd: ’Ik wil u geenszins in de steek laten noch u ooit verlaten.’” — Hebreeën 13:5.

14. Waarom hoeven christenen niet al te bezorgd te zijn over hun stoffelijke behoeften?

14 „Geenszins” — die krachtige uitdrukking laat er geen twijfel over bestaan dat God voor ons zal zorgen. Ook Jezus verzekerde ons van Gods liefdevolle zorg. Hij zei: „Blijft dan eerst het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken, en al deze andere dingen [de stoffelijke levensbehoeften] zullen u worden toegevoegd. Weest dus nooit bezorgd voor de volgende dag, want de volgende dag zal zijn eigen zorgen hebben” (Mattheüs 6:33, 34). Jehovah weet dat het moeilijk voor ons is ijverig bezig te zijn voor zijn koninkrijk en tegelijkertijd de volle verantwoordelijkheid te dragen om voor onze materiële behoeften te zorgen. Laten we er daarom volledig op vertrouwen dat hij in onze behoeften kan en wil voorzien. — Mattheüs 6:25-32; 11:28-30.

15. Hoe houden christenen hun oog „zuiver”?

15 We tonen dat we ons op Jehovah verlaten door ons oog „zuiver” te houden (Mattheüs 6:22, 23). Een zuiver oog is oprecht, heeft eerlijke motieven en is vrij van hebzucht en zelfzuchtige ambities. Een zuiver oog hebben wil niet zeggen dat we in troosteloze armoede leven of ons niet van onze christelijke verantwoordelijkheden kwijten. Nee, het betekent dat we van „gezond verstand” blijk geven terwijl we Jehovah’s dienst voortdurend op de eerste plaats stellen. — 2 Timotheüs 1:7.

16. Waarom hebben we geloof en moed nodig om ons oog zuiver te houden?

16 Ons oog zuiver houden vraagt om geloof en moed. Als je werkgever er bijvoorbeeld op staat dat je geregeld op vergadertijden werkt, zul je dan moedig aan je geestelijke prioriteiten vasthouden? Als iemand eraan twijfelt of Jehovah zijn belofte om voor zijn dienstknechten te zorgen wel zal nakomen, hoeft Satan alleen maar de druk op te voeren om zo iemand misschien helemaal te laten stoppen met het bezoeken van vergaderingen. Als het ons aan geloof ontbreekt, kan Satan vat op ons krijgen zodat hij, en niet Jehovah, onze prioriteiten bepaalt. Wat zou dat tragisch zijn! — 2 Korinthiërs 13:5.

„Hoop op Jehovah”

17. Hoe worden degenen die op Jehovah vertrouwen nu al gezegend?

17 De bijbel laat herhaaldelijk zien dat zij die op Jehovah hopen en vertrouwen, altijd beter af zijn (Spreuken 3:5, 6; Jeremia 17:7). Het is waar dat ze misschien af en toe met minder tevreden moeten zijn, maar ze beschouwen dat als een klein offer vergeleken bij de zegeningen die hun wachten. Op die manier tonen ze dat ze ’op Jehovah hopen’ en ervan overtuigd zijn dat hij uiteindelijk alle gerechtvaardigde verlangens van zijn loyalen zal inwilligen (Psalm 37:4, 34). Daarom zijn ze nu al echt gelukkig. „De verwachting van de rechtvaardigen is een verheuging, maar de hoop van de goddelozen — die zal vergaan.” — Spreuken 10:28.

18, 19. (a) Welke liefdevolle verzekering geeft Jehovah ons? (b) Hoe zorgen we ervoor dat Jehovah aan onze „rechterhand” blijft?

18 Een kleine jongen voelt zich veilig als hij aan de hand van zijn vader loopt. Hetzelfde geldt voor ons als we met onze hemelse Vader wandelen. „Wees niet bevreesd,” zei Jehovah tegen Israël, „want ik ben met u. . . . Ik wil u werkelijk helpen. . . . Want ik, Jehovah uw God, grijp uw rechterhand vast, die tot u zegt: ’Wees niet bevreesd. Ikzelf wil u helpen.’” — Jesaja 41:10, 13.

19 Wat een hartverwarmende gedachte: Jehovah die onze hand vastgrijpt! „Ik heb mij Jehovah voortdurend voor ogen gesteld”, schreef David. „Omdat hij aan mijn rechterhand is, zal ik niet aan het wankelen worden gebracht” (Psalm 16:8). Hoe zorgen we ervoor dat Jehovah aan onze „rechterhand” blijft? Op minstens twee manieren. Ten eerste laten we ons in elk aspect van ons leven door zijn Woord leiden, en ten tweede kijken we uit naar de schitterende prijs die Jehovah ons voor ogen heeft gesteld. De psalmist Asaf zong: „Ik ben voortdurend bij u; gij hebt mijn rechterhand gevat. Met uw raad zult gij mij leiden, en daarna zult gij mij zelfs tot heerlijkheid voeren” (Psalm 73:23, 24). Met die verzekering kunnen we de toekomst beslist met vertrouwen tegemoet zien.

’Uw bevrijding komt nabij’

20, 21. Wat voor toekomst wacht degenen die op Jehovah hopen?

20 Het wordt elke dag dringender Jehovah aan onze rechterhand te hebben. Binnenkort zal Satans wereld een verdrukking meemaken zoals ze nog nooit heeft meegemaakt, te beginnen met de vernietiging van valse religie (Mattheüs 24:21). De ongelovige mensheid zal door vrees aangegrepen worden. Maar in die chaotische tijd zullen Jehovah’s moedige dienstknechten zich verheugen in hun hoop! „Als nu deze dingen beginnen te geschieden,” zei Jezus, „richt u dan rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabij komt.” — Lukas 21:28.

21 Laten we ons daarom verheugen in de hoop die God ons geeft en ons niet door Satans slimme afleidingsmanoeuvres laten bedriegen of verleiden. En laten we er tegelijkertijd hard aan werken geloof, liefde en godvruchtige vrees aan te kweken. Dan zullen we de moed hebben om Jehovah onder alle omstandigheden te gehoorzamen en de Duivel te weerstaan (Jakobus 4:7, 8). Ja, „weest moedig, en moge uw hart sterk zijn, gij allen die op Jehovah wacht”. — Psalm 31:24.

[Voetnoot]

^ ¶1 Hoewel het woord „hoop” in de christelijke Griekse Geschriften vaak van toepassing is op de hemelse beloning van gezalfde christenen, wordt in dit artikel gesproken over hoop in de algemene betekenis.

Overzichtsvragen

• In welk opzicht hielp Jezus’ hoop hem moedig te zijn?

• Hoe houden geloof en hoop verband met elkaar?

• Hoe kan hoop, samen met geloof, een christen de moed geven om goede prioriteiten te stellen?

• Waarom kunnen degenen die ’op Jehovah hopen’ de toekomst met vertrouwen tegemoet zien?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 28]

Of je nu jong bent of oud, zie je jezelf in het Paradijs?