Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Vragen van lezers

Vragen van lezers

Vragen van lezers

Waarom staat in de Nieuwe-Wereldvertaling in Deuteronomium 31:2 dat Mozes „niet meer [zou] mogen uit- en ingaan” als leider van Israël, terwijl andere vertalingen te kennen geven dat hij dit niet meer kon?

Hoewel het betreffende Hebreeuwse woord op beide manieren vertaald kan worden, geven heel wat bijbelvertalingen door hun weergave te kennen dat Mozes aan het eind van zijn leven lichamelijk zwak was, niet in staat om het volk te leiden. Zo zegt Mozes volgens De Nieuwe Bijbelvertaling: „Ik ben nu honderdtwintig jaar oud en niet in staat om nog langer leiding te geven.” En de Petrus-Canisiusvertaling luidt: „Ik ben nu honderd twintig jaar oud; ik heb geen kracht meer, om op te trekken en terug te keren.”

Deuteronomium 34:7 maakt echter duidelijk dat hoewel Mozes een hoge leeftijd had, hij niet lichamelijk zwak was. Er staat: „Mozes was honderd twintig jaar oud toen hij stierf. Zijn oog was niet dof geworden en zijn vitaliteit was niet gevloden.” Mozes was dus lichamelijk wel in staat het volk te leiden, maar het was niet Jehovah’s wil dat hij dit zou blijven doen. Dit blijkt uit Mozes’ woorden nadat hij had gezegd dat hij niet meer zou uit- en ingaan: ’Jehovah heeft tot mij gezegd: „Gij zult deze Jordaan niet overtrekken.”’ Blijkbaar had Jehovah herhaald wat hij bij de wateren van Meriba had verordend. — Numeri 20:9-12.

Mozes had een lang en bijzonder leven geleid, een leven dat in drie periodes kan worden verdeeld. Veertig jaar had hij in Egypte geleefd, waar hij „in alle wijsheid der Egyptenaren [was] onderricht”. Hij was toen „krachtig in zijn woorden en daden” (Handelingen 7:20-22). De veertig jaar daarop had hij in Midian gewoond. Daar heeft hij de geestelijke eigenschappen ontwikkeld die nodig waren om Jehovah’s volk te leiden. Uiteindelijk heeft Mozes veertig jaar lang de Israëlieten geleid en bestuurd. Maar nu had Jehovah besloten dat Jozua, en niet Mozes, het volk over de rivier de Jordaan het Beloofde Land binnen zou leiden. — Deuteronomium 31:3.

De Nieuwe-Wereldvertaling geeft dus de juiste betekenis weer van Deuteronomium 31:2. Mozes zou geen leider van Israël meer zijn, niet omdat hij daar lichamelijk niet toe in staat was, maar omdat Jehovah hem dat niet toestond.