Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Het goede nieuws prediken in het kleurrijke Haïti

Het goede nieuws prediken in het kleurrijke Haïti

Het goede nieuws prediken in het kleurrijke Haïti

HAÏTI en de Dominicaanse Republiek vormen samen het tropische eiland Hispaniola, dat aanspraak kan maken op de hoogste bergen in het Caribisch gebied. Meerdere toppen komen ver boven de 2500 meter uit. Tijdens de ’koude’ maanden kan er op meertjes in het hoogland een dun laagje ijs ontstaan.

De bergen en dalen in het zuiden van Haïti zijn bedekt met weelderige tropische wouden. In de rest van het land zijn de bergen overwegend kaal met vaak spitse toppen — een gevolg van ontbossing. Of u nu naar het noorden of naar het zuiden reist, u zult heel Haïti pittoresk vinden. Op sommige van de smalle, kronkelende bergweggetjes zult u adembenemende, altijd veranderende panorama’s van het land en de zee te zien krijgen. En overal zult u een grote verscheidenheid aan felgekleurde bloemen tegenkomen.

De 8,3 miljoen mensen in dit kleurrijke land zijn voornamelijk plattelandsbewoners van Afrikaanse afkomst. Hoewel de meesten het niet breed hebben, is iedereen vriendelijk en gastvrij. Jehovah’s Getuigen prediken er al zo’n zestig jaar met plezier het goede nieuws van Gods koninkrijk en worden hartelijk door de bewoners ontvangen. — Mattheüs 24:14.

Prediken in landelijk gebied

Een zendelinge vertelde een typerende ervaring over haar eerste bezoek aan een plaatsje op het platteland. Ze schreef:

„Op een dag in maart 2003 gingen we prediken in Casale, een plaatsje op ongeveer een half uur van Cabaret, waar ons huidige zendelingenhuis is, dertig kilometer ten noorden van Port-au-Prince, de hoofdstad. In 1999 was er voor het laatst in Casale gepredikt. We hadden dan ook grote verwachtingen toen we om zeven uur ’s ochtends vertrokken. Met z’n tweeëntwintigen — bijna de hele gemeente — propten we ons in twee busjes met vierwielaandrijving. Iedereen praatte en lachte opgewonden terwijl we over steile, onverharde wegen reden. Uiteindelijk kwamen we aan in een dal met veel hoge bomen. Door dat dal stroomt een rivier, en Casale ligt aan beide zijden ervan.

De geschiedenis van dit vredige plaatsje gaat terug tot het begin van de negentiende eeuw, toen Poolse soldaten die naar Haïti waren gekomen om voormalige slaven te helpen onafhankelijkheid te verkrijgen, zich met hun Haïtiaanse vrouwen in dit vruchtbare dal vestigden. Daaruit kwam een prachtige gemengde bevolking voort. Het is fascinerend dorpelingen te zien met een blanke huid, getinte huid, bruine huid, groene ogen, donkerbruine ogen, enzovoorts.

Bij de eerste deur waar we aanklopten, deed iemand open die niet geïnteresseerd was. Terwijl we van de deur wegliepen, kwam een man ons tegemoet. Hij wilde weten of wij geloven dat er een verschil is tussen Jezus en God. We vroegen hem zijn bijbel te halen, en het bijbelse gesprek dat volgde overtuigde hem ervan dat Jezus Gods Zoon is en dat Jehovah ’de enige ware God’ is (Johannes 17:3). Veel mensen nodigden ons uit te gaan zitten om met hen te praten. Sommigen vroegen: ’Wanneer komen jullie terug om de bijbel met ons te bestuderen?’

Om twaalf uur ’s middags zochten we een aangename plek in de schaduw op om te lunchen. Twee zusters hadden een grote pan vis klaargemaakt. Het was heerlijk! Terwijl we daar zaten te eten en met elkaar praatten, predikten we ook tot voorbijgangers. Vervolgens staken we de rivier over naar de andere kant van het dorp. We genoten ervan te praten met de vriendelijke mensen die onder de bomen naast hun bescheiden woning zaten. Het was heerlijk de geluiden te horen van kinderen die speelden, vrouwen die hun kleding in de rivier wasten en oma’s die koffiebonen maalden!

Het was al gauw vier uur, en onze groep keerde blij naar de busjes terug om naar huis te gaan. Mijn man en ik hebben echt genoten van ons eerste bezoek aan Casale, met zijn gastvrije, vriendelijke mensen.”

Sinds de eerste Getuige-zendelingen in 1945 in Haïti aankwamen, is het aantal Koninkrijksverkondigers in dit land gestaag toegenomen. Er zijn nu zo’n 14.000 predikers, die ruim 22.000 huisbijbelstudies leiden. Ze hebben het goede nieuws van Gods koninkrijk beslist in de openbaarheid gebracht en het leven van heel wat mensen geraakt, want in maart 2005 woonden 59.372 personen de Gedachtenisviering bij. Sta eens stil bij de diverse manieren waarop het werk van Jehovah’s Getuigen mensen heeft beïnvloed.

Het goede nieuws verwerkt in kleurrijke kunst

De meeste Haïtianen houden van kleur. Dat blijkt uit hun kleding, hun geschilderde huizen, de verscheidenheid van bloemen in hun tuin, en hun kunst. In heel Port-au-Prince worden schilderijen in de levendige, plaatselijke stijl die bekendstaat als l’art haïtien, op straat tentoongesteld. Er komen kopers uit veel delen van de wereld op af.

De levendige kleuren komen niet alleen op schilderijen voor. In de straten van Port-au-Prince zie je overal personenbusjes rijden, die camionettes of tap-taps worden genoemd en die uitvoerig beschilderd zijn met fantasierijke tekeningen. In die tekeningen zijn vaak taferelen te herkennen die gebaseerd zijn op de bijbel.

Als je op straat loopt, zie je misschien ineens een bekend tafereel, zoals dat van Adam en Eva in de hof van Eden. En inderdaad, het was geschilderd op de achterruit van de camionette die net voorbijreed. Ook zie je vaak bijbelteksten of slogans met de naam Jehovah op deze busjes geschilderd of verwerkt in de naam van commerciële ondernemingen.

Op school het goede nieuws met anderen delen

Jonge Getuigen in Haïti krijgen vaak de gelegenheid om klasgenoten te helpen meer over de bijbel te weten te komen. De volgende ervaring van een zeventienjarig meisje is daar een voorbeeld van.

„Op een dag kwam een klasgenoot naar me toe en vroeg wat er met ’hoererij’ bedoeld werd. Omdat ik dacht dat hij met me wilde flirten, negeerde ik hem. Maar toen hij dezelfde vraag aan een jongen in de klas stelde, raakte de hele klas geïnteresseerd. Dus gaf ik de week daarop, na wat over het onderwerp te hebben nagezocht, een presentatie voor de klas waarin ik uitlegde waarom Jehovah’s Getuigen proberen moreel, geestelijk en lichamelijk rein te blijven.

De leerlingen stelden veel vragen en waren het eens met de antwoorden die ik uit de bijbel gaf. Zelfs de directeur, die eerst niet zo enthousiast was, stelde veel vragen en regelde dat ik ook andere klassen zou toespreken. Ik liet hun het boek Wat jonge mensen vragen — Praktische antwoorden * zien, en velen toonden er belangstelling voor. De volgende dag kon ik 45 leerlingen een boek geven. Velen van hen hadden hun boek al snel uit, en sommigen bestuderen nu de bijbel met Getuigen bij hen in de buurt. Eén leerling die bij mij in de buurt woont, bezoekt nu alle vergaderingen.”

Lectuur in het creools

De mensen en het land zijn kleurrijk en interessant, en dat geldt ook voor het Haïtiaans Creools, een taal die Franse woorden met West-Afrikaanse grammatica combineert. Dit is de Haïtiaanse moedertaal, de taal van hun hart. Jehovah’s Getuigen prediken voornamelijk in deze taal, en er zijn regelingen getroffen om meer bijbelse publicaties in het Haïtiaans Creools te publiceren.

In 1987 werd de brochure Geniet voor eeuwig van het leven op aarde! in deze taal vertaald, gevolgd door het boek Kennis die tot eeuwig leven leidt en de brochure Wat verlangt God van ons? Deze publicaties zijn een grote hulp voor nieuwe bijbelstudenten die een fundamenteel begrip van Gods Woord willen krijgen. Sinds 1 september 2002 wordt ook De Wachttoren in het Haïtiaans Creools gepubliceerd. Er wordt nog steeds gebruik gemaakt van Franstalige lectuur, maar heel wat mensen lezen de publicaties liever in hun eigen taal.

Het goede nieuws brengen naar gevangenen

Onlangs zijn Jehovah’s Getuigen ermee begonnen het goede nieuws te brengen naar mannen en vrouwen in gevangenissen. De Getuigen die dit doen zijn blij dat ze een boodschap van troost kunnen brengen naar mensen in zo’n ongelukkige situatie. Een broeder vertelt:

„Bij ons eerste bezoek aan een van de gevangenissen werden de gedetineerden naar een grote ruimte gebracht waar we hen zouden ontmoeten. We vroegen ons af hoe ze zouden reageren. Toen we uitlegden dat we waren gekomen om hen te helpen de bijbel beter te begrijpen, reageerden ze alle vijftig positief. We boden de creoolse uitgaven aan van de brochures ’Leg u toe op lezen en schrijven’ en Geniet voor eeuwig van het leven op aarde! en richtten bij 26 van hen een bijbelstudie op. Tien aanwezigen waren analfabeet, maar ze toonden belangstelling toen we lieten zien hoe ze de plaatjes in de brochures konden gebruiken om de woorden te begrijpen.”

Toen de Getuigen terugkwamen, zei een man: „Ik heb de brochure vaak opnieuw gelezen. Ik moet constant denken aan wat erin staat, en ik heb naar jullie bezoek uitgekeken.” Een man die gearresteerd was wegens een gewapende overval zei dat hij wilde veranderen, en hij vroeg of iemand de bijbel met zijn vrouw wilde bestuderen. Een vader van twee kinderen die gevangenzat, deed hetzelfde verzoek zodat zijn vrouw het verschil kon zien tussen ware en valse religie. Een dominee die zijn kerkleden een grote som geld afhandig had gemaakt, zei dat hij nu de waarheid had gevonden en dat hij na zijn gevangenisstraf leden van zijn kerk zou helpen Getuigen te worden.

Een andere gevangene, die zelf geen exemplaar van de Verlangt-brochure had, schreef de hele brochure van een celgenoot over en leerde die uit het hoofd. Een vrouwelijke gevangene begon negen andere gevangenen te vertellen wat ze leerde, en ze ging zelfs met hen studeren. Een mannelijke gevangene studeerde de brochure helemaal uit, en toen hij met het Kennis-boek begon, ging hij tot andere gevangenen prediken. Het duurde niet lang of hij gaf bijbelstudie aan vier anderen.

Mercony * had ooit de bijbel bestudeerd en heeft familieleden die Getuigen zijn. Hij moedigde andere gevangenen aan de bijbelse publicaties te lezen die zijn familie voor hem had meegenomen. Hij vertelt: „Als ik de lectuur aan de gevangenen geef, noemen ze me Getuige van Jehovah. Ik zeg hun dan dat ik er geen ben omdat ik weet wat het zeggen wil een Getuige te zijn. Ik wil het nu serieus nemen, de bijbel bestuderen en gedoopt worden. Als ik toen ik jonger was het pad van mijn broers had gevolgd, zou ik hier nu niet zitten.”

Een van de gevangenen die lectuur van Mercony had gekregen, zei tegen de Getuige die hem bezocht: „Voordat u afgelopen maandag kwam, was ik depressief en wilde ik zelfmoord plegen. Maar toen ik de tijdschriften gelezen had, bad ik tot God of hij de slechte dingen die ik gedaan had, wilde vergeven en of hij iemand wilde sturen om me het juiste pad te tonen. Ik was zo blij toen u de volgende dag kwam om de bijbel met de gevangenen te bestuderen! Ik wil graag dat u me leert hoe ik Jehovah moet dienen.”

Ontwaakt! brengt het goede nieuws naar velen

De Ontwaakt! van 8 november 2000 ging over verpleegkundigen. Een vrouw vroeg tweeduizend exemplaren daarvan en deelde ze uit aan verpleegkundigen die een seminar in Port-au-Prince bijwoonden. De uitgave van 8 juli 2002 met artikelen over de politie en hun werk werd op grote schaal verspreid onder politieagenten in Port-au-Prince. Ze waren heel blij met dat tijdschrift, en zelfs nu nog spreken sommige agenten Getuigen op straat aan omdat ze graag meer exemplaren van die uitgave willen.

Onlangs organiseerde een functionaris van de Wereldgezondheidsorganisatie een programma om mensen voor te lichten over aids. Ze werd uitgenodigd op het bijkantoor van Jehovah’s Getuigen, waar haar informatie over dat onderwerp uit de Ontwaakt! werd getoond. Ze was onder de indruk van de artikelen waarin aan de hand van de bijbel besproken werd hoe aids het best te voorkomen is en hoe besmette personen geholpen kunnen worden met hun situatie om te gaan. Ze merkte op dat Ontwaakt! vooroploopt door zulke informatie over dit onderwerp te publiceren.

Jehovah’s Getuigen verbreiden het goede nieuws inderdaad op veel manieren in het kleurrijke Haïti, net zoals ze dat in 234 andere landen over de hele aarde doen. Heel wat mensen reageren positief op deze boodschap van hoop en worden geholpen verder te kijken dan de huidige problemen van het leven, namelijk naar een nieuwe wereld, waarin iedereen die de ware God, Jehovah, aanbidt, uitbundig zal genieten van volmaakt leven. — Openbaring 21:4.

[Voetnoten]

^ ¶20 De publicaties die in dit artikel met titel genoemd worden, zijn uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.

^ ¶29 De naam is veranderd.

[Illustratieverantwoording op blz. 9]

Background: ©Adalberto Rios Szalay/photodisc/age fotostock