Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

„Gij moet alleen maar verheugd worden”

„Gij moet alleen maar verheugd worden”

„Gij moet alleen maar verheugd worden”

„Gij [zult] het feest vieren voor Jehovah . . . en gij moet alleen maar verheugd worden.” — DEUTERONOMIUM 16:15.

1. (a) Welke kwesties wierp Satan op? (b) Wat voorzei Jehovah na de opstand van Adam en Eva?

TOEN Satan Adam en Eva tot opstand tegen hun Schepper aanzette, wierp hij twee cruciale kwesties op. Ten eerste trok hij Jehovah’s betrouwbaarheid en de juistheid van Zijn manier van regeren in twijfel. Ten tweede werd door Satan gesuggereerd dat mensen God alleen uit eigenbelang zouden dienen. In de tijd van Job werd die laatste beschuldiging uitdrukkelijk naar voren gebracht (Genesis 3:1-6; Job 1:9, 10; 2:4, 5). Maar Jehovah greep snel in. Adam en Eva waren nog in de Hof van Eden toen Jehovah al voorzei hoe hij die kwesties zou oplossen. Hij kondigde aan dat er een „zaad” zou komen dat eerst zelf een hielwond zou oplopen maar vervolgens Satans kop zou vermorzelen. — Genesis 3:15.

2. Welk licht wierp Jehovah op de manier waarop hij de profetie in Genesis 3:15 zou vervullen?

2 Met het verstrijken der tijd wierp Jehovah steeds meer licht op die profetie en gaf daarmee aan hoe zeker de uiteindelijke vervulling was. God vertelde Abraham bijvoorbeeld dat het „zaad” een van zijn nakomelingen zou zijn (Genesis 22:15-18). Abrahams kleinzoon Jakob werd de vader van de twaalf stammen van Israël. Toen die stammen in 1513 v.G.T. tot een natie werden, gaf Jehovah hun een wetsstelsel dat ook voorzag in verscheidene jaarlijkse feesten. Volgens de apostel Paulus waren die feesten „een schaduw van de toekomende dingen” (Kolossenzen 2:16, 17; Hebreeën 10:1). Ze boden een vooruitblik op de vervulling van Jehovah’s voornemen met betrekking tot het Zaad. Die feesten waren heel vreugdevolle gebeurtenissen in Israël. Een korte beschouwing zal versterkend zijn voor ons geloof in de betrouwbaarheid van Jehovah’s beloften.

Het Zaad verschijnt

3. Wie was het beloofde Zaad, en hoe liep hij een hielwond op?

3 Meer dan vierduizend jaar na Jehovah’s oorspronkelijke profetie verscheen het beloofde Zaad. Het was Jezus (Galaten 3:16). Als volmaakt mens bleef Jezus rechtschapen tot de dood en bewees zo dat Satans beschuldigingen leugens waren. En omdat Jezus zondeloos was, was zijn dood een slachtoffer van grote waarde, waardoor hij voor getrouwe nakomelingen van Adam en Eva verlossing van zonde en dood mogelijk heeft gemaakt. Jezus’ dood aan de martelpaal was de hielwond die het beloofde Zaad zou worden toegebracht. — Hebreeën 9:11-14.

4. Waardoor werd Jezus’ offer afgeschaduwd?

4 Jezus stierf op 14 Nisan * 33 G.T. In Israël was 14 Nisan de vreugdevolle dag van de paschaviering. Elk jaar aten gezinnen op die dag een maaltijd die onder andere bestond uit een gaaf jong lam. Zo herdachten ze de rol die het bloed van een lam op 14 Nisan 1513 v.G.T. had gespeeld in de redding van de Israëlitische eerstgeborenen toen de verderfengel de eerstgeborenen van de Egyptenaren doodde (Exodus 12:1-14). Het paschalam was een voorafschaduwing van Jezus, over wie de apostel Paulus zei: ’Christus, ons Pascha, is geslacht’ (1 Korinthiërs 5:7). Net als het bloed van het paschalam betekent Jezus’ vergoten bloed redding voor velen. — Johannes 3:16, 36.

De eersteling van hen die ontslapen zijn”

5, 6. (a) Wanneer werd Jezus uit de dood opgewekt, en hoe werd dat in de Wet afgeschaduwd? (b) Hoe maakte de opstanding van Jezus de vervulling van Genesis 3:15 mogelijk?

5 Op de derde dag werd Jezus weer tot leven gewekt om de waarde van zijn slachtoffer aan zijn Vader aan te bieden (Hebreeën 9:24). Zijn opstanding werd afgeschaduwd tijdens een ander feest. De dag na 14 Nisan begon het feest der ongezuurde broden. De volgende dag (16 Nisan) brachten de Israëlieten een schoof van de eerstelingen van de gerstoogst, de vroegste oogst in Israël, naar de priester, die de schoof „voor het aangezicht van Jehovah” heen en weer bewoog (Leviticus 23:6-14). Wat passend dat Jehovah precies op die dag in het jaar 33 Satans wrede pogingen verijdelde om zijn „getrouwe en waarachtige getuige” voor eeuwig tot zwijgen te brengen! Op 16 Nisan wekte Jehovah Jezus uit de dood op tot onsterfelijk geestelijk leven. — Openbaring 3:14; 1 Petrus 3:18.

6 Jezus werd „de eersteling van hen die ontslapen zijn” (1 Korinthiërs 15:20). In tegenstelling tot personen die voordien waren opgewekt, stierf Jezus niet opnieuw. Integendeel, hij ging naar de hemel, waar hij aan Jehovah’s rechterhand wachtte totdat hij als Koning van Jehovah’s hemelse koninkrijk geïnstalleerd zou worden (Psalm 110:1; Handelingen 2:32, 33; Hebreeën 10:12, 13). Nu Jezus als Koning is geïnstalleerd, is hij in staat om de grote vijand, Satan, permanent ’in de kop te vermorzelen’ en zijn zaad te vernietigen. — Openbaring 11:15, 18; 20:1-3, 10.

Meer leden van Abrahams zaad

7. Wat was het Wekenfeest?

7 Jezus was het Zaad dat in Eden beloofd was, door bemiddeling van wie Jehovah ’de werken van de Duivel zou verbreken’ (1 Johannes 3:8). Maar Jehovah’s woorden tot Abraham duidden erop dat Abrahams „zaad” uit meer dan één persoon zou bestaan. Het zou zijn „als de sterren aan de hemel en als de zandkorrels die aan de zeeoever zijn” (Genesis 22:17). Het verschijnen van andere leden van het „zaad” werd door weer een ander feest afgeschaduwd. Vijftig dagen gerekend vanaf 16 Nisan vierde Israël het Wekenfeest. De Wet zei daarover: „Tot de dag na de zevende sabbat dient gij te tellen, vijftig dagen, en gij moet een nieuw graanoffer aan Jehovah aanbieden. Uit uw woonplaatsen dient gij twee broden als beweegoffer te brengen. Ze dienen uit twee tiende efa meelbloem te bestaan. Ze dienen gezuurd gebakken te worden, als eerste rijpe vruchten voor Jehovah.” — Leviticus 23:16, 17, 20. *

8. Welke bijzondere gebeurtenis vond plaats met Pinksteren in het jaar 33?

8 Toen Jezus op aarde was, stond het Wekenfeest bekend als Pinksteren (van het Griekse woord voor vijftigste). Met Pinksteren in het jaar 33 stortte de grotere Hogepriester, de opgestane Jezus Christus, heilige geest uit op het kleine groepje van 120 discipelen dat in Jeruzalem bijeenwas. Zo werden die discipelen gezalfde zonen van God en broeders van Jezus Christus (Romeinen 8:15-17). Ze werden een nieuwe natie, „het Israël Gods” (Galaten 6:16). Ondanks dat kleine begin zou die natie uiteindelijk uit 144.000 personen bestaan. — Openbaring 7:1-4.

9, 10. Hoe werd met Pinksteren de gemeente van gezalfde christenen afgeschaduwd?

9 De gemeente van gezalfde christenen werd afgeschaduwd door de twee gezuurde broden die met Pinksteren „voor het aangezicht van Jehovah” heen en weer bewogen werden. Het zuurdeeg in de broden duidde erop dat gezalfde christenen nog steeds het zuurdeeg van de erfzonde in zich hadden. Toch konden ze tot Jehovah naderen op grond van Jezus’ loskoopoffer (Romeinen 5:1, 2). Vanwaar de twee broden? Dat duidde mogelijk op het feit dat de gezalfde zonen van God uiteindelijk uit twee groepen afkomstig zouden zijn: eerst uit de Joden en later uit de heidenen. — Galaten 3:26-29; Efeziërs 2:13-18.

10 Voor de twee broden die met Pinksteren aangeboden werden, waren eerstelingen van de tarweoogst gebruikt. Die gezalfde christenen worden dan ook „eerstelingen van zijn schepselen” genoemd (Jakobus 1:18). Zij zijn de eersten van wie de zonden vergeven worden op grond van Jezus’ vergoten bloed, en daardoor kunnen ze onsterfelijk leven ontvangen in de hemel, waar ze met Jezus in zijn koninkrijk regeren (1 Korinthiërs 15:53; Filippenzen 3:20, 21; Openbaring 20:6). In die positie zullen ze binnenkort de volken „weiden met een ijzeren staf” en er getuige van zijn dat Satan ’onder hun voeten wordt verbrijzeld’ (Openbaring 2:26, 27; Romeinen 16:20). De apostel Johannes zei: „Dezen zijn het die het Lam blijven volgen waarheen hij ook gaat. Dezen werden uit het midden van de mensen gekocht als eerstelingen voor God en voor het Lam.” — Openbaring 14:4.

Een dag die bevrijding benadrukte

11, 12. (a) Wat gebeurde er op de Verzoendag? (b) Hoe strekte het offeren van de stier en de bokken Israël tot voordeel?

11 Op de tiende dag van Ethanim * (later Tisjri genoemd) vierde Israël een feest waardoor werd afgeschaduwd hoe de mens voordeel zal trekken van Jezus’ loskoopoffer. Op die dag kwam het hele volk bijeen voor de Verzoendag om offers te laten brengen ter bedekking van hun zonden. — Leviticus 16:29, 30.

12 Op de Verzoendag slachtte de hogepriester een jonge stier en spatte hij wat van het bloed zeven keer vóór het deksel van de Ark in het Allerheiligste, waarmee hij het bloed symbolisch ten overstaan van Jehovah aanbood. Dat offer was voor de zonden van de hogepriester en „zijn huis”, de onderpriesters en de levieten. Vervolgens nam de hogepriester twee bokken. Eén slachtte hij als zondeoffer „voor het volk”. Ook daarvan werd wat bloed vóór het deksel van de Ark in het Allerheiligste gespat. Daarna legde de hogepriester zijn handen op de kop van de tweede bok en beleed hij de dwalingen van de zonen van Israël. Vervolgens liet hij de bok wegvoeren, de wildernis in, om zo symbolisch de zonden van het volk weg te dragen. — Leviticus 16:3-16, 21, 22.

13. Hoe waren de gebeurtenissen op de Verzoendag een voorafschaduwing van de rol die Jezus vervult?

13 Zoals afgeschaduwd door die handelingen gebruikt de grote Hogepriester, Jezus, de waarde van zijn eigen levensbloed om vergeving van zonden te schenken. Eerst wordt de waarde van zijn bloed aangewend ten behoeve van het ’geestelijke huis’ van 144.000 gezalfde christenen, waardoor ze rechtvaardig verklaard kunnen worden en een reine positie voor Jehovah kunnen innemen (1 Petrus 2:5; 1 Korinthiërs 6:11). Dat werd afgeschaduwd door het offeren van de stier. Zo wordt voor hen de weg geopend om hun hemelse erfenis te ontvangen. Ten tweede wordt de waarde van Jezus’ bloed aangewend ten behoeve van miljoenen anderen die geloof stellen in Christus, wat werd afgebeeld door het offeren van de bok. Deze mensen zullen worden beloond met eeuwig leven op aarde, de erfenis die Adam en Eva verloren lieten gaan (Psalm 37:10, 11). Op grond van zijn vergoten bloed draagt Jezus de zonden van de mensheid weg, net zoals de levende bok op symbolische manier de zonden van Israël wegdroeg, de wildernis in. — Jesaja 53:4, 5.

Verheuging „voor het aangezicht van Jehovah”

14, 15. Wat deden de Israëlieten tijdens het Loofhuttenfeest, en waaraan herinnerde dit hen?

14 Na de Verzoendag vierden de Israëlieten het Loofhuttenfeest, het meest vreugdevolle feest van het joodse jaar (Leviticus 23:34-43). Dat feest vond plaats van 15-21 Ethanim en werd afgesloten met een plechtige vergadering op de 22ste van die maand. Het markeerde het eind van de oogsttijd en was een gelegenheid om God te danken voor zijn overvloedige goedheid. Om die reden gebood Jehovah de feestvierders: „Jehovah, uw God, zal u zegenen in al uw opbrengst en in al het werk van uw hand, en gij moet alleen maar verheugd worden” (Deuteronomium 16:15). Wat een feestelijke stemming moet er hebben geheerst!

15 Tijdens dat feest verbleven de Israëlieten zeven dagen lang in loofhutten. Zo werden ze herinnerd aan de tijd dat ze in tenten in de wildernis hadden gewoond. Het feest gaf hun volop de gelegenheid om stil te staan bij Jehovah’s vaderlijke zorg (Deuteronomium 8:15, 16). En omdat de Israëlieten, rijk en arm, allemaal in zulke hutjes zaten, werden ze eraan herinnerd dat wat deze viering betrof, iedereen gelijk was. — Nehemia 8:14-16.

16. Wat werd door het Loofhuttenfeest afgeschaduwd?

16 Het Loofhuttenfeest was een oogstfeest, een vrolijke viering van wat er binnengehaald was, en het was een voorafschaduwing van het vreugdevolle bijeenbrengen van degenen die geloof stellen in Jezus Christus. Dat begon met Pinksteren in het jaar 33, toen 120 discipelen van Jezus werden gezalfd om deel te gaan uitmaken van „een heilige priesterschap”. Net zoals de Israëlieten maar enkele dagen in loofhutten verbleven, zo weten de gezalfden dat ze slechts „tijdelijke inwoners” zijn in deze goddeloze wereld. Ze koesteren de hoop naar de hemel te gaan (1 Petrus 2:5, 11). Dat bijeenbrengen van gezalfde christenen wordt afgerond tijdens deze „laatste dagen”, waarin de laatsten van de 144.000 worden bijeengebracht. — 2 Timotheüs 3:1.

17, 18. (a) Waaruit valt op te maken dat niet alleen gezalfde christenen voordeel trekken van Jezus’ slachtoffer? (b) Wie trekken in deze tijd voordeel van het tegenbeeldige Loofhuttenfeest, en wanneer zal die vreugdevolle viering haar hoogtepunt bereiken?

17 Opmerkenswaard is dat er in de oudheid tijdens dit feest zeventig stieren werden geofferd (Numeri 29:12-34). Zeventig is gelijk aan 7 keer 10, getallen die in de Bijbel voor hemelse en aardse volmaaktheid staan. Jezus’ slachtoffer strekt dus getrouwe personen tot voordeel die afkomstig zijn uit al de zeventig menselijke families die van Noach afstamden (Genesis 10:1-29). In overeenstemming daarmee is het inzamelen in onze tijd uitgebreid tot personen uit alle naties die geloof stellen in Jezus en de hoop hebben in een paradijs op aarde te leven.

18 De apostel Johannes zag die hedendaagse inzameling in een visioen. Eerst hoorde hij de aankondiging van het verzegelen van de laatsten van de 144.000. Daarna zag hij „een grote schare, die niemand tellen kon,” voor Jehovah en Jezus staan met „palmtakken in hun handen”. Dat zijn personen die „uit de grote verdrukking komen” en de nieuwe wereld binnengaan. Ook zij zijn nu slechts tijdelijke inwoners in dit oude samenstel en zien vol vertrouwen uit naar de tijd dat het Lam hen zal „weiden en hen naar bronnen van wateren des levens zal leiden”. Dan zal God „elke traan uit hun ogen wegwissen” (Openbaring 7:1-10, 14-17). Het tegenbeeldige Loofhuttenfeest zal zijn hoogtepunt bereiken wanneer zij, nadat Christus’ duizendjarige regering is geëindigd, samen met degenen die zijn opgewekt en zich getrouw hebben betoond, eeuwig leven ontvangen. — Openbaring 20:5.

19. Wat hebben we aan deze bespreking van feesten in het oude Israël gehad?

19 Ook wij kunnen „alleen maar verheugd worden” als we mediteren over de betekenis van de oude joodse feesten. Het is opwindend te beschouwen dat Jehovah er dus al een voorproefje van heeft gegeven hoe zijn in Eden geuite profetie vervuld zou worden en het is heel bijzonder om te zien hoe die vervulling stap voor stap daadwerkelijk plaatsvindt. Wij weten nu dat het Zaad verschenen is en dat hij aan zijn hiel verwond werd. Maar inmiddels is hij een hemelse Koning geworden. Bovendien hebben de meeste leden van de 144.000 hun getrouwheid al tot de dood toe bewezen. Wat moet er dan nog gebeuren? Hoe lang duurt het nog voordat de profetie volledig is vervuld? Dat wordt in het volgende artikel besproken.

[Voetnoten]

^ ¶4 Nisan komt op onze huidige kalender overeen met maart/april.

^ ¶7 Bij dit beweegoffer van de twee gezuurde broden nam de priester vaak de broden in zijn handen, hief zijn armen omhoog en bewoog de broden heen en weer. Die beweging symboliseerde het aanbieden van de offergaven aan Jehovah. — Zie Inzicht in de Schrift, Deel 2, blz. 458, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.

^ ¶11 Ethanim (Tisjri) komt op onze huidige kalender overeen met september/oktober.

Overzichtsvragen

• Waarvan was het paschalam een voorafschaduwing?

• Welke bijeenbrenging werd door het pinksterfeest afgeschaduwd?

• Welke aspecten van de Verzoendag wezen vooruit naar de manier waarop Jezus’ loskoopoffer wordt aangewend?

• Hoe werd het bijeenbrengen van christenen afgeschaduwd door het Loofhuttenfeest?

[Studievragen]

[Tabel op blz. 22, 23]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

Pascha

14 Nisan

Gebeurtenis:

Paschalam geslacht

Voorafschaduwing van:

Jezus geofferd

Feest der ongezuurde broden (15-21 Nisan)

15 Nisan

Gebeurtenis:

Sabbat

16 Nisan

Gebeurtenis:

Gerst aangeboden

Voorafschaduwing van:

Jezus opgewekt

50 dagen

Wekenfeest (Pinksteren)

6 Sivan

Gebeurtenis:

Twee broden aangeboden

Voorafschaduwing van:

Jezus bood zijn gezalfde broeders aan Jehovah aan

Verzoendag

10 Tisjri

Gebeurtenis:

Een stier en twee bokken geofferd

Voorafschaduwing van:

Jezus bood de waarde van zijn bloed ten behoeve van de hele mensheid aan

Loofhuttenfeest (Feest der inzameling)

15-21 Tisjri

Gebeurtenis:

Israëlieten verbleven vreugdevol in loofhutten en verheugden zich over de oogst, 70 stieren geofferd

Voorafschaduwing van:

Bijeenbrenging van gezalfden en „grote schare”

[Illustraties op blz. 21]

Net als het bloed van het paschalam brengt Jezus’ vergoten bloed redding voor velen

[Illustraties op blz. 22]

De eerstelingen van de gerstoogst die op 16 Nisan aangeboden werden, waren een voorafschaduwing van Jezus’ opstanding

[Illustraties op blz. 23]

De twee broden die met Pinksteren aangeboden werden, waren een voorafschaduwing van de gemeente van gezalfde christenen

[Illustraties op blz. 24]

Het Loofhuttenfeest was een voorafschaduwing van het vreugdevolle bijeenbrengen van gezalfden en „een grote schare” uit alle naties