Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Vragen van lezers

Vragen van lezers

Vragen van lezers

Wat is de verzegeling waar in Openbaring 7:3 over wordt gesproken?

Openbaring 7:1-3 luidt: „Hierna zag ik aan de vier hoeken van de aarde vier engelen staan, die de vier winden van de aarde stevig vasthielden, opdat er geen wind zou waaien over de aarde of over de zee of over enige boom. En ik zag een andere engel opstijgen van de opgang der zon, die een zegel van de levende God had; en hij riep met een luide stem tot de vier engelen aan wie het gegeven was schade toe te brengen aan de aarde en de zee, en hij zei: ’Brengt geen schade toe aan de aarde noch aan de zee noch aan de bomen tot nadat wij de slaven van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben.’”

Het loslaten van „de vier winden” leidt tot „de grote verdrukking”: de vernietiging van de valse religie en de rest van deze goddeloze wereld (Openbaring 7:14). „De slaven van onze God” zijn Christus’ gezalfde broeders op aarde (1 Petrus 2:9, 16). Uit deze profetie blijkt dus dat het verzegelen van Christus’ broeders voltooid is wanneer de grote verdrukking losbreekt. Maar uit andere Bijbelverzen blijkt dat er een eerdere verzegeling van gezalfden plaatsvindt. Daarom spreken we soms van een aanvankelijke en een uiteindelijke verzegeling. Wat is het verschil tussen die twee?

Sta eens stil bij de betekenis van het woord „verzegeld”. In de oudheid was een zegel een voorwerp waarmee een afdruk op een document werd aangebracht. Het woord kan ook op de afdruk zelf duiden. In die dagen was het gebruikelijk een zegel aan een document of aan iets anders te bevestigen om de echtheid of het eigendomsrecht te bekrachtigen. — 1 Koningen 21:8; Job 14:17.

De apostel Paulus vergeleek de heilige geest met een zegel toen hij zei: „Hij die waarborgt dat gij en wij Christus toebehoren en hij die ons heeft gezalfd, is God. Hij heeft ook zijn zegel op ons gedrukt en ons in ons hart het onderpand van wat komen zal gegeven, namelijk de geest” (2 Korinthiërs 1:21, 22). Jehovah zalft deze christenen dus met zijn heilige geest om aan te geven dat ze zijn eigendom zijn.

Het verzegelen van de gezalfden geschiedt echter in twee fasen. De aanvankelijke en de uiteindelijke verzegeling verschillen (1) in doel en (2) in tijdstip. De aanvankelijke verzegeling dient ertoe een nieuw lid te selecteren dat aan het aantal van gezalfde christenen wordt toegevoegd. De verzegeling in definitieve zin dient ter bevestiging dat deze gekozen en verzegelde persoon zich volledig loyaal heeft betoond. Pas dan, bij de uiteindelijke verzegeling, wordt het zegel permanent ’op het voorhoofd’ van de gezalfde aangebracht, wat hem definitief identificeert als een beproefde en getrouwe ’slaaf van onze God’. Over die laatste fase van de verzegeling wordt in Openbaring hoofdstuk 7 gesproken. — Openbaring 7:3.

Over het tijdstip van de aanvankelijke verzegeling schreef Paulus aan gezalfde christenen: „Ook gij hebt op hem gehoopt nadat gij het woord der waarheid, het goede nieuws over uw redding, hadt gehoord. Door bemiddeling van hem werdt ook gij, nadat gij hadt geloofd, met de beloofde heilige geest verzegeld” (Efeziërs 1:13, 14). Het Bijbelverslag laat zien dat veel eerste-eeuwse christenen inderdaad kort nadat ze het goede nieuws hadden gehoord en gelovigen in Christus waren geworden, verzegeld werden (Handelingen 8:15-17; 10:44). Zo’n verzegeling toonde dat God hen goedkeurde. Maar het was geen blijk van Gods definitieve goedkeuring. Waarom niet?

Paulus zei dat gezalfde christenen ’verzegeld zijn voor een dag van verlossing door losprijs’ (Efeziërs 4:30). Dat duidt erop dat er na die eerste verzegeling nog heel wat tijd zou verstrijken, meestal vele jaren. Gezalfden moeten getrouw blijven vanaf de dag dat ze met heilige geest verzegeld worden tot op de dag dat ze „verlost worden” van hun vleselijke lichaam, dat wil zeggen tot hun dood (Romeinen 8:23; Filippenzen 1:23; 2 Petrus 1:10). Paulus kon dan ook pas aan het eind van zijn leven zeggen: „Ik heb de loopbaan tot het einde gelopen, ik heb het geloof bewaard. Van nu af is voor mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid” (2 Timotheüs 4:6-8). Bovendien zei Jezus tot een gemeente van gezalfde christenen: „Bewijs dat gij getrouw zijt, zelfs tot de dood, en ik zal u de kroon des levens geven.” — Openbaring 2:10; 17:14.

Ook het woord „kroon” duidt op het verstrijken van tijd tussen de eerste en de definitieve verzegeling. Hoe dat zo? In de oudheid was het de gewoonte de hardloper die een wedstrijd gewonnen had te kronen. Maar daar moest hij meer voor doen dan er alleen maar aan deelnemen. Hij moest de wedstrijd tot aan de finish uitlopen. Zo is het ook met gezalfde christenen: alleen als ze helemaal tot het eind van hun loopbaan volharden, dus van hun aanvankelijke verzegeling tot hun uiteindelijke verzegeling, worden ze met onsterfelijk leven in de hemel bekroond. — Mattheüs 10:22; Jakobus 1:12.

Wanneer zullen de nog overgebleven gezalfde christenen, die hun aanvankelijke verzegeling al hebben ontvangen, definitief verzegeld worden? Degenen die nog op aarde leven, worden vóór het uitbreken van de grote verdrukking „aan hun voorhoofd” verzegeld. Wanneer de vier winden van vernietiging worden losgelaten, zullen alle leden van het geestelijke Israël definitief verzegeld zijn, ook al zullen enkelen van hen nog in leven zijn in het vlees en hun aardse loopbaan nog moeten beëindigen.