Help anderen te doen wat de Bijbel leert

„[Het zaad] dat op de voortreffelijke aarde [valt], zijn zij die het woord, na het met een edel en goed hart te hebben gehoord, vasthouden en met volharding vrucht dragen.” — LUKAS 8:15.

1, 2. (a) Wat is het doel van het boek Wat leert de bijbel echt? (b) Hoe heeft Jehovah de afgelopen jaren de inspanningen van zijn volk om discipelen te maken gezegend?

„HET boek is gewoon geweldig. Mijn studies vinden het fantastisch en ik ook. Met dit boek kun je gelijk al aan de deur een Bijbelstudie met mensen beginnen.” Dat zei een pionierster over het boek Wat leert de bijbel echt? * Een oudere verkondiger zei over hetzelfde boek: „Ik heb in de vijftig jaar dat ik actief ben in de prediking heel wat mensen mogen helpen Jehovah te leren kennen. Maar ik moet zeggen dat dit studieboek alle voorgaande overtreft. De pakkende illustraties en de sprekende afbeeldingen zijn echt een genot.” Denk jij ook zo over het Leert de bijbel-​boek? Dit Bijbelstudiehulpmiddel is bedoeld om je te helpen Jezus’ opdracht uit te voeren: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, . . . en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb.” — Mattheüs 28:19, 20.

² Ongetwijfeld verheugt het Jehovah’s hart te zien dat zo’n 6,6 miljoen van zijn Getuigen gewillig Jezus’ instructies opvolgen om discipelen te maken (Spreuken 27:11). Het is duidelijk dat Jehovah hun inspanningen zegent. In 2005 bijvoorbeeld werd het goede nieuws in 235 landen gepredikt en werden er gemiddeld ruim 6.061.500 Bijbelstudies geleid. Het gevolg was dat veel mensen ’Gods woord hoorden’ en het ’niet als het woord van mensen aannamen, maar, wat het ook inderdaad is, als het woord van God’ (1 Thessalonicenzen 2:13). In de afgelopen twee jaar hebben ruim een half miljoen nieuwe discipelen hun leven in overeenstemming gebracht met Jehovah’s maatstaven en zich aan God opgedragen.

3. Op welke vragen over het gebruik van het Leert de bijbel-​boek zullen we in dit artikel ingaan?

³ Heb jij de laatste tijd de vreugde ervaren een Bijbelstudie bij iemand te leiden? Over de hele wereld zijn er nog steeds mensen met „een edel en goed hart” die het woord van God, na het gehoord te hebben, „vasthouden en met volharding vrucht dragen” (Lukas 8:11-15). Laten we eens zien hoe je het Leert de bijbel-​boek kunt gebruiken om discipelen te maken. We zullen ingaan op drie vragen: (1) Hoe kun je een Bijbelstudie beginnen? (2) Welke onderwijsmethoden werken het best? (3) Hoe kun je iemand met wie je de Bijbel bestudeert helpen zelf ook een onderwijzer van Gods Woord te worden?

 Hoe je een Bijbelstudie kunt beginnen

4. Waarom aarzelen sommigen misschien om de Bijbel te bestuderen, en hoe kun je hen helpen hun aanvankelijke terughoudendheid te overwinnen?

⁴ Als iemand je zou vragen met één sprong over een tamelijk brede beek te springen, zou je je waarschijnlijk tweemaal bedenken. Maar lagen er op regelmatige afstanden stapstenen in het water, dan zou je misschien eerder de oversteek wagen. Zo kan iemand die het druk heeft, aarzelen om de Bijbel te gaan bestuderen omdat hij bang is dat het hem te veel tijd en energie gaat kosten. Hoe kun je hem helpen zijn aanvankelijke terughoudendheid te overwinnen? Door een reeks korte, leerzame gesprekken aan de hand van het Leert de bijbel-​boek kun je bij zo iemand een regelmatige studie van Gods Woord introduceren. Als je je goed voorbereidt, zal elk nabezoek bij de persoon als een stapsteen zijn op weg naar vriendschap met Jehovah.

5. Waarom moet je het Leert de bijbel-​boek lezen?

⁵ Maar voordat je iemand anders voordeel kunt laten trekken van het Leert de bijbel-​boek, moet je je er zelf grondig vertrouwd mee maken. Heb je het boek helemaal gelezen? Een echtpaar nam het boek mee op vakantie en begon erin te lezen toen ze op het strand lagen. Toen een vrouw die souvenirs verkocht aan toeristen hen aansprak, zag ze de titel Wat leert de bijbel echt? Ze vertelde het echtpaar dat ze een paar uur daarvoor in gebed diezelfde vraag had gesteld en God om een antwoord had gebeden. Het echtpaar gaf de vrouw maar al te graag een boek. Heb jij ’tijd uitgekocht’ door deze publicatie te lezen, of misschien wel te herlezen, terwijl je in de wachtkamer zat of tijdens de pauzes op school of op het werk? (Efeziërs 5:15, 16) Je raakt daardoor met dit Bijbelstudiehulpmiddel vertrouwd en creëert misschien zelfs mogelijkheden om er met anderen over te praten.

6, 7. Hoe kun je met behulp van het Leert de bijbel-​boek een Bijbelstudie beginnen?

⁶ Als je het boek in de velddienst aanbiedt, maak dan een goed gebruik van de illustraties, vragen en Bijbelteksten op de bladzijden 4, 5 en 6. Je zou bijvoorbeeld een gesprek kunnen beginnen door te vragen: „Wat is volgens u een betrouwbare bron van leiding nu de mensheid met zo veel problemen wordt geconfronteerd?” Luister aandachtig naar het antwoord dat gegeven wordt, en lees dan 2 Timotheüs 3:16, 17 voor. Leg uit dat de Bijbel een echte oplossing biedt voor de problemen van de mensheid. Wijs de huisbewoner vervolgens op bladzijde 4 en 5, en vraag: „Over welk van de problemen die op deze bladzijden worden afgebeeld maakt u zich het meest zorgen?” Als de huisbewoner er een aanwijst, laat hem dan het boek vasthouden terwijl je de tekst die erbij staat uit je bijbel voorleest. Lees daarna bladzijde 6 en vraag aan de huisbewoner: „Op welke van de zes vragen die aan het eind van deze bladzijde worden gesteld zou u graag een antwoord krijgen?” Als hij er een heeft uitgekozen, laat hem dan het hoofdstuk zien waarin die vraag wordt beantwoord, laat het boek bij hem achter en spreek een tijd  af om terug te komen en die vraag te bespreken.

⁷ De hier besproken presentatie neemt ongeveer vijf minuten in beslag. Maar in die paar minuten ben je erachter gekomen wat de huisbewoner bezighoudt, heb je twee Bijbelteksten gelezen en de toepassing ervan laten zien, en heb je de basis gelegd voor een nabezoek. Je korte gesprekje met de huisbewoner zou weleens het meest aanmoedigende en vertroostende kunnen zijn dat hij in lange tijd heeft meegemaakt. Het gevolg is dat zelfs iemand die het druk heeft er waarschijnlijk naar uitkijkt nog eens een paar minuten met je te praten terwijl je hem helpt de volgende stap te zetten op „de weg die naar het leven voert” (Mattheüs 7:14). Naarmate de belangstelling van de huisbewoner groeit, is het goed de studieperiode te verlengen. Je kunt voorstellen om er voortaan bij te gaan zitten en dan een — in overleg afgesproken — langere periode te studeren.

De beste onderwijsmethoden

8, 9. (a) Hoe kun je je leerling helpen bestand te zijn tegen de obstakels en beproevingen waarmee hij waarschijnlijk te maken zal krijgen? (b) Waar zijn de vuurbestendige materialen te vinden die nodig zijn om een sterk geloof te ontwikkelen?

⁸ Als iemand eenmaal gaat doen wat de Bijbel leert, krijgt hij waarschijnlijk te maken met dingen die zijn groei kunnen belemmeren. De apostel Paulus zei: „Allen die met godvruchtige toewijding in vereniging met Christus Jezus wensen te leven, zullen ook vervolgd worden” (2 Timotheüs 3:12). Paulus vergeleek deze beproevingen met een vuur dat inferieure bouwmaterialen zou verwoesten maar materialen als goud, zilver en kostbare steensoorten niet zou aantasten (1 Korinthiërs 3:10-13; 1 Petrus 1:6, 7). Om je leerling te helpen de eigenschappen aan te kweken die hij nodig heeft om bestand te zijn tegen de beproevingen die hij misschien zal meemaken, moet je hem helpen door met vuurbestendige materialen te bouwen.

⁹ De psalmist vergelijkt „de woorden van Jehovah” met „zilver, gelouterd in een aarden smeltoven, zevenmaal gezuiverd” (Psalm 12:6). De Bijbel bevat inderdaad alle kostbare materialen die nodig zijn om te bouwen aan een sterk geloof (Psalm 19:7-11; Spreuken 2:1-6). En het Leert de bijbel-​boek laat je zien hoe je de Bijbel doeltreffend kunt gebruiken.

10. Hoe kun je de aandacht van de leerling op de Bijbel richten?

¹⁰ Vestig de aandacht van de leerling tijdens de studie telkens op de Bijbelteksten in het hoofdstuk dat je bespreekt. Gebruik vragen om hem te helpen sleutelteksten te begrijpen en op zichzelf van toepassing te brengen, maar vertel hem niet wat hij moet doen. Volg in plaats daarvan het voorbeeld van Jezus. Toen een man die goed onderlegd was in de Wet hem een vraag stelde, antwoordde Jezus: „Wat staat er in de Wet geschreven? Hoe leest gij?” De man baseerde zijn antwoord op de Schrift, en Jezus liet hem zien hoe hij het beginsel op zichzelf kon toepassen. Door middel van een illustratie liet Jezus hem ook zien welke uitwerking de leerstelling op hem diende te hebben (Lukas 10:25-37). Het Leert de bijbel-​boek staat vol met eenvoudige illustraties die je kunt gebruiken om een leerling te helpen Bijbelse beginselen op zichzelf toe te passen.

11. Hoeveel studiemateriaal moet je per keer behandelen?

¹¹ Het boek gebruikt eenvoudige, ongecompliceerde taal om Gods Woord te verklaren, net zoals Jezus moeilijke gedachten overbracht in simpele bewoordingen (Mattheüs 7:28, 29). Volg Jezus’ voorbeeld na. Breng de informatie eenvoudig, duidelijk en nauwkeurig over. Vlieg niet door de stof heen. Laat het van de omstandigheden en het bevattingsvermogen van de leerling afhangen hoeveel paragrafen je per keer bespreekt. Jezus kende de beperkingen van zijn discipelen en overlaadde hen niet met informatie die ze op dat moment nog niet nodig hadden. — Johannes 16:12.

12. Hoe moeten we de appendix gebruiken?

¹² Het Leert de bijbel-​boek heeft een appendix waarin veertien onderwerpen worden behandeld. Jij als leraar dient naargelang van de  behoeften van de leerling te bepalen hoe je dit materiaal het best kunt gebruiken. Als een leerling bijvoorbeeld moeite heeft een onderwerp te begrijpen of vragen heeft over een specifieke kwestie vanwege zijn vroegere geloofsovertuiging, kan het afdoende zijn hem op het betreffende gedeelte van de appendix te wijzen; hij kan het onderwerp dan zelf bekijken. Het kan ook zijn dat het voor de leerling beter is het materiaal samen door te nemen. De appendix behandelt belangrijke Bijbelse onderwerpen als „Ziel en geest — Wat houden deze begrippen in?” en „Wie of wat is ’Babylon de Grote’?” Je wilt deze onderwerpen misschien met je leerling bespreken. Omdat er in de appendix geen studievragen staan, moet je vertrouwd zijn met de informatie om zinnige vragen te kunnen stellen.

13. Welke rol speelt gebed als het erom gaat een krachtig geloof op te bouwen?

¹³ „Als Jehovah zelf het huis niet bouwt, is het tevergeefs dat de bouwers ervan er hard aan hebben gewerkt”, zegt Psalm 127:1. Bid Jehovah daarom om hulp als je je op een Bijbelstudie voorbereidt. Uit de gebeden die je aan het begin en het eind van elke studie opzendt, moet je innige verhouding met Jehovah spreken. Moedig de leerling aan Jehovah in gebed te vragen om de wijsheid om Zijn Woord te begrijpen en de kracht om de raad ervan toe te passen (Jakobus 1:5). De leerling zal daardoor gesterkt worden om beproevingen te verduren en zijn geloof zal steeds krachtiger worden.

Help je leerlingen om zelf Bijbelleraren te worden

14. Welke groei moeten leerlingen doormaken?

¹⁴ Als onze leerlingen „alles” moeten onderhouden wat Jezus zijn discipelen geboden heeft, dan moeten ze doorgroeien tot ze zelf leraren van Gods Woord zijn (Mattheüs 28:19, 20; Handelingen 1:6-8). Hoe kun je een leerling helpen zo’n geestelijke groei door te maken?

15. Waarom moet je je leerling aanmoedigen de vergaderingen te bezoeken?

¹⁵ Nodig de leerling vanaf de allereerste studie uit met je mee te gaan naar de gemeentevergaderingen. Leg hem uit dat je op de vergaderingen opgeleid wordt als onderwijzer van Gods Woord. Besteed er gedurende een aantal weken aan het eind van de Bijbelstudie een paar minuten aan om het programma van geestelijk onderwijs te beschrijven dat je op de gemeentevergaderingen en de grotere vergaderingen krijgt. Vertel enthousiast over de voordelen die je zelf ervaart (Hebreeën 10:24, 25). Als een leerling eenmaal regelmatig de vergaderingen gaat bezoeken, is de kans groot dat hij een onderwijzer van Gods Woord wordt.

16, 17. Wat zijn enkele haalbare doelen die een leerling zich kan stellen?

¹⁶ Help de leerling om zich haalbare doelen te stellen. Moedig hem bijvoorbeeld aan om met vrienden of familieleden te praten over wat hij leert. Raad hem ook aan zich ten doel te stellen de hele Bijbel te lezen. Als je hem helpt een routine van Bijbellezen te ontwikkelen en in stand te houden, zal hij daar nog lang na zijn doop profijt van hebben. Waarom zou je je leerling bovendien niet de suggestie aan de hand doen om uit elk hoofdstuk van het Leert de bijbel-​boek op zijn minst één Bijbeltekst te onthouden die een sleutelvraag beantwoordt? Dat zal van hem een werkman maken  „die zich nergens over behoeft te schamen, die het woord der waarheid juist hanteert”. — 2 Timotheüs 2:15.

¹⁷ Leer degene met wie je studeert niet eenvoudig Schriftplaatsen te herhalen of de inhoud ervan kort samen te vatten, maar moedig hem aan toepasselijke Bijbelteksten ook echt te verklaren als hij een antwoord geeft aan iemand die van hem wil weten waarom hij iets gelooft. Het kan nuttig zijn korte oefenperiodes te houden waarbij jij de rol speelt van een familielid of collega die hem vraagt uit te leggen wat hij gelooft. Laat de leerling tegelijkertijd zien hoe hij „met zachtaardigheid en diepe achting” kan antwoorden. — 1 Petrus 3:15.

18. Welke verdere hulp kun je je leerling geven als hij eenmaal aan de vereisten voor een niet-gedoopte verkondiger voldoet?

¹⁸ Na een tijdje kan de leerling ervoor in aanmerking komen mee te gaan in de prediking. Benadruk dat het een voorrecht is aan dit werk te mogen deelnemen (2 Korinthiërs 4:1, 7). Als de ouderlingen eenmaal hebben vastgesteld dat de leerling aan de vereisten voor een niet-gedoopte verkondiger voldoet, kun je hem helpen een eenvoudige presentatie voor te bereiden en hem vervolgens in de velddienst begeleiden. Blijf regelmatig in verschillende takken van de dienst met hem samenwerken en leer hem hoe hij doeltreffende nabezoeken kan brengen en zich daarop kan voorbereiden. Je eigen goede voorbeeld zal een positieve uitwerking op hem hebben. — Lukas 6:40.

’Red zowel jezelf als hen die naar je luisteren’

19, 20. Wat moet ons doel zijn, en waarom?

¹⁹ Er komt ongetwijfeld heel wat bij kijken om iemand „nauwkeurige kennis van de waarheid” bij te brengen (1 Timotheüs 2:4). Toch zijn er maar weinig dingen in het leven die zo veel vreugde geven als iemand te helpen gehoorzaam te zijn aan wat de Bijbel leert (1 Thessalonicenzen 2:19, 20). Het is dan ook een geweldig voorrecht dat we „Gods medewerkers” mogen zijn in dit wereldomvattende onderwijzingswerk! — 1 Korinthiërs 3:9.

²⁰ Door bemiddeling van Jezus Christus en zijn machtige engelen zal Jehovah binnenkort rekenschap vragen van „hen die God niet kennen en . . . hen die het goede nieuws omtrent onze Heer Jezus niet gehoorzamen” (2 Thessalonicenzen 1:6-8). Er staan levens op het spel. Kun jij je ten doel stellen ten minste één Bijbelstudie te leiden aan de hand van het boek Wat leert de bijbel echt? Als je een aandeel hebt aan dat werk, ben je in de gelegenheid ’zowel jezelf te redden als hen die naar je luisteren’ (1 Timotheüs 4:16). Het is nu dringender dan ooit dat we anderen helpen te doen wat de Bijbel leert.

[Voetnoot]

Overzichtsvragen

• Wat is het doel van het Leert de bijbel-​boek?

• Hoe kun je Bijbelstudies beginnen met het Leert de bijbel-​boek?

• Welke onderwijsmethoden werken het best?

• Hoe kun je een leerling helpen een onderwijzer van Gods Woord te worden?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 26]

Maak jij een goed gebruik van dit boek?

[Illustratie op blz. 27]

Een kort gesprek kan iemands verlangen naar Bijbelkennis stimuleren

[Illustratie op blz. 29]

Wat kun je doen om de aandacht van de leerling op de Bijbel te vestigen?

[Illustratie op blz. 30]

Help de leerling vorderingen te maken