Blijf altijd groeien in waardering
Blijf altijd groeien in waardering
„Hoe kostbaar zijn mij uw gedachten! O God, hoeveel bedraagt de grootse som ervan wel niet!” — PSALM 139:17.
1, 2. Waarom dienen we dankbaar te zijn voor Gods Woord, en hoe bracht de psalmist zijn waardering onder woorden?
HET was een sensationele vondst. Terwijl er herstelwerkzaamheden werden verricht aan Jehovah’s tempel in Jeruzalem vond de hogepriester Hilkia „het boek van Jehovah’s wet van de hand van Mozes”, ongetwijfeld het originele exemplaar, dat zo’n achthonderd jaar eerder voltooid was! Kun je je voorstellen hoe de godvrezende koning Josia zich gevoeld moet hebben toen hem dat boek werd voorgelegd? Hij schatte het inderdaad naar waarde en liet het meteen door Safan, de secretaris, voorlezen. — 2 Kronieken 34:14-18.
2 Vandaag de dag kan Gods Woord, in zijn geheel of gedeeltelijk, door miljarden mensen gelezen worden. Maar maakt dat de Bijbel minder waardevol, minder belangrijk? Natuurlijk niet! De Bijbel bevat immers de gedachten van de Almachtige zelf, die tot ons nut zijn opgetekend (2 Timotheüs 3:16). De psalmist David bracht zijn gevoelens over Gods Woord als volgt onder woorden: „Hoe kostbaar zijn mij uw gedachten! O God, hoeveel bedraagt de grootse som ervan wel niet!” — Psalm 139:17.
3. Waaruit blijkt dat David een man met geestelijke diepgang was?
3 Davids waardering voor Jehovah, zijn Woord en zijn regeling voor ware aanbidding verflauwde nooit. De vele mooie psalmen die David componeerde geven zijn gevoelens weer. In Psalm 27:4 schreef hij bijvoorbeeld: „Eén ding heb ik van Jehovah gevraagd — dat zal ik zoeken: dat ik al de dagen van mijn leven in het huis van Jehovah mag wonen, om de aangenaamheid van Jehovah te aanschouwen en met waardering zijn tempel te bezien.” De uitdrukking ’met waardering bezien’ betekent in het oorspronkelijke Hebreeuws overpeinzen, nauwkeurig onderzoeken, met genoegen, verrukking en bewondering bezien. David was duidelijk een man met geestelijke diepgang: hij had werkelijk waardering voor Jehovah’s geestelijke voorzieningen en verheugde zich over elk beetje geestelijke waarheid dat God onthulde. Zijn waardering is beslist navolgenswaardig. — Psalm 19:7-11.
Dankbaar voor het voorrecht de Bijbelse waarheid te kennen
4. Waardoor werd Jezus „verrukt in de heilige geest”?
4 Inzicht krijgen in Gods Woord is niet afhankelijk van intellectuele vermogens of een hogere opleiding, die vaak trots bevorderen. In plaats daarvan is het afhankelijk van Jehovah’s onverdiende goedheid, die hij bewijst aan nederige, oprechte mensen die zich bewust zijn van hun geestelijke nood (Mattheüs 5:3; 1 Johannes 5:20). Toen Jezus erover nadacht dat de namen van een aantal onvolmaakte mensen in de hemel zouden worden opgeschreven, „werd hij verrukt in de heilige geest en zei: ’Ik loof u in het openbaar, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat gij deze dingen voor wijzen en intellectuelen zorgvuldig hebt verborgen en ze aan kleine kinderen hebt geopenbaard.’” — Lukas 10:17-21.
5. Waarom moesten Jezus’ discipelen de Koninkrijkswaarheden die aan hen werden geopenbaard niet als iets vanzelfsprekends bezien?
5 Na dat innige gebed wendde Jezus zich tot zijn discipelen en zei: „Gelukkig zijn de ogen die de dingen aanschouwen welke gij aanschouwt. Want ik zeg u: Vele profeten en koningen hebben Lukas 10:23, 24.
begeerd de dingen te zien die gij aanschouwt, maar hebben ze niet gezien, en de dingen te horen die gij hoort, maar hebben ze niet gehoord.” Jezus moedigde zijn getrouwe volgelingen dus aan de kostbare Koninkrijkswaarheden die aan hen werden onthuld niet als iets vanzelfsprekends te bezien. Die waarheden waren niet aan Gods dienstknechten uit eerdere generaties onthuld, en ze werden ook beslist niet geopenbaard aan de „wijzen en intellectuelen” in Jezus’ tijd! —6, 7. (a) Welke redenen hebben we om dankbaar te zijn voor goddelijke waarheid? (b) Welk contrast bestaat er tegenwoordig tussen ware en valse religie?
6 In onze tijd hebben we nog meer redenen om dankbaar te zijn voor goddelijke waarheid, aangezien Jehovah zijn volk via „de getrouwe en beleidvolle slaaf” zelfs nog meer inzicht in zijn Woord gegeven heeft (Mattheüs 24:45; Daniël 12:10). Over de tijd van het einde schreef de profeet Daniël: „Velen zullen her- en derwaarts gaan, en de ware kennis zal overvloedig worden” (Daniël 12:4). Vind je ook niet dat de kennis van God in deze tijd overvloedig geworden is en dat Jehovah’s dienstknechten geestelijk goed gevoed zijn?
7 Wat een contrast bestaat er tussen de geestelijke voorspoed van Gods volk en de religieuze verwarring in Babylon de Grote! Als gevolg hiervan keren velen die teleurgesteld zijn in de valse religie of ervan walgen zich tot de ware aanbidding. Het zijn met schapen te vergelijken personen die ’niet met [Babylon de Grote] in haar zonden willen delen’ en ’geen deel van haar plagen willen ontvangen’. Jehovah en zijn dienstknechten nodigen al zulke personen uit deel te gaan uitmaken van de ware christelijke gemeente. — Openbaring 18:2-4; 22:17.
Dankbare mensen stromen naar Gods huis
8, 9. Hoe gaan de woorden van Haggaï 2:7 in deze tijd in vervulling?
8 Jehovah voorzei over zijn geestelijke huis van aanbidding: „Ik wil alle natiën schudden, en de begeerlijke dingen van alle natiën moeten binnenkomen; en ik wil dit huis met heerlijkheid vervullen” (Haggaï 2:7). Deze verbazingwekkende profetie ging in vervulling in de tijd van Haggaï, toen een teruggekeerd overblijfsel van Gods volk de tempel in Jeruzalem herbouwde. De woorden van Haggaï hebben in onze tijd een verdere vervulling ten aanzien van Jehovah’s grote geestelijke tempel.
9 Miljoenen mensen zijn al naar de figuurlijke tempel gestroomd om God „met geest en waarheid” te aanbidden, en elk jaar komen er honderdduizenden „begeerlijke dingen van alle natiën” bij (Johannes 4:23, 24). Het wereldbericht over het dienstjaar 2006 laat bijvoorbeeld zien dat 248.327 personen als symbool van hun opdracht aan Jehovah werden gedoopt. Dat zijn gemiddeld 680 nieuwelingen per dag! Hun liefde voor de waarheid en hun verlangen om Jehovah als Koninkrijksverkondigers te dienen, bewijzen dat ze echt door God werden getrokken. — Johannes 6:44, 65.
10, 11. Vertel een ervaring die laat uitkomen hoe mensen waardering voor de Bijbelse waarheid hebben gekregen.
10 Veel van die oprechte mensen voelen zich tot de waarheid aangetrokken omdat ze „het onderscheid zien tussen een rechtvaardige en Maleachi 3:18). Neem bijvoorbeeld de ervaring van Wayne en Virginia, een echtpaar dat bij een protestantse kerk was aangesloten maar veel onbeantwoorde vragen had. Oorlog vonden ze iets verschrikkelijks en ze voelden zich verward en ook verontrust toen ze de geestelijken soldaten en wapens zagen zegenen. Toen het echtpaar ouder werd, voelden ze zich door anderen in de kerk verwaarloosd, en dat terwijl Virginia een aantal jaren les had gegeven op de zondagsschool. „Niemand kwam bij ons op bezoek of toonde belangstelling voor ons geestelijk welzijn”, vertelden ze. „De kerk was alleen geïnteresseerd in ons geld. We voelden ons verlaten.” Ze raakten nog meer teleurgesteld toen hun kerk een toegeeflijke houding aannam ten aanzien van homoseksualiteit.
een goddeloze, tussen iemand die God dient en iemand die hem niet heeft gediend” (11 Ondertussen werden eerst de kleindochter en later de dochter van Wayne en Virginia Getuigen van Jehovah. Hoewel Wayne en Virginia hierover in eerste instantie ontdaan waren, veranderden ze later van gedachten en aanvaardden ze een Bijbelstudie. „In slechts drie maanden”, zei Wayne, „kwamen we meer over de Bijbel te weten dan in de voorgaande zeventig jaar! We hadden nooit geweten dat Gods naam Jehovah is en we wisten niets over het Koninkrijk en het Paradijs op aarde.” Al snel begon dit oprechte echtpaar de vergaderingen te bezoeken en deel te nemen aan de prediking. „We willen iedereen over de waarheid vertellen”, zei Virginia. Ze zijn allebei in de tachtig, en in 2005 werden ze gedoopt. „We hebben een waar christelijk thuis gevonden”, zeiden ze.
Dankbaar dat we zijn „toegerust voor ieder goed werk”
12. Wat verschaft Jehovah zijn dienstknechten altijd, en wat moeten we doen om er voordeel van te trekken?
12 Jehovah helpt zijn dienstknechten altijd om zijn wil te doen. Noach ontving bijvoorbeeld duidelijke, specifieke instructies voor het bouwen van de ark, een project dat gelijk goed moest gaan! En het ging goed. Hoe kwam dat? Omdat Noach alles deed „wat God hem geboden had. Juist zo deed hij” (Genesis 6:14-22). Ook nu rust Jehovah zijn dienstknechten volledig toe om zijn wil te doen. Ons voornaamste werk is natuurlijk het goede nieuws van Gods opgerichte koninkrijk te prediken en rechtgeaarde mensen te helpen discipelen van Jezus Christus te worden. En net als in het geval van Noach is ons succes afhankelijk van gehoorzaamheid. We moeten gehoorzaam de leiding volgen die Jehovah ons via zijn Woord en zijn organisatie geeft. — Mattheüs 24:14; 28:19, 20.
13. Op welke manieren voorziet Jehovah in opleiding?
13 Om ons werk te kunnen volbrengen, moeten we leren ons voornaamste werktuig, Gods Woord, ’juist te hanteren’. De Bijbel is „nuttig om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid, opdat de mens Gods volkomen bekwaam zij, volledig toegerust voor ieder goed werk” (2 Timotheüs 2:15; 3:16, 17). Net als in de eerste eeuw voorziet Jehovah ook in deze tijd in waardevolle opleiding via de christelijke gemeente. In de 99.770 gemeenten die er wereldwijd zijn, worden nu wekelijks de theocratische bedieningsschool en de dienstvergadering gehouden om ons in de bediening te helpen. Toon jij je waardering voor deze belangrijke vergaderingen door ze geregeld bij te wonen en de dingen die je leert toe te passen? — Hebreeën 10:24, 25.
14. Hoe tonen Jehovah’s dienstknechten hun waardering voor het voorrecht God te mogen dienen? (Verwerk punten uit de tabel op blz. 27-30.)
14 Miljoenen aanbidders van God over de hele wereld tonen hun waardering voor de opleiding die ze ontvangen door zich in te spannen in de dienst. In het dienstjaar 2006 bijvoorbeeld besteedden 6.741.444 Koninkrijksverkondigers in totaal 1.333.966.199 uur aan alle aspecten van het werk; ze leidden onder andere 6.286.618 Bijbelstudies bij mensen thuis. Dat zijn slechts enkele aanmoedigende details uit het wereldbericht. Bekijk het bericht alsjeblieft eens nauwkeurig en laat je erdoor aanmoedigen, zoals ook onze broeders in de eerste eeuw ongetwijfeld Handelingen 1:15; 2:5-11, 41, 47; 4:4; 6:7.
veel aanmoediging zullen hebben geput uit berichten over de uitbreiding van het predikingswerk in hun tijd. —15. Waarom dient niemand zich ontmoedigd te voelen over de dienst die hij met heel zijn ziel voor Jehovah verricht?
15 De geweldige lofzang die elk jaar naar God opstijgt, weerspiegelt de diepe waardering die Jehovah’s dienstknechten hebben voor het voorrecht Jehovah te kennen en getuigenis over hem te geven (Jesaja 43:10). Het is waar dat het slachtoffer van lof dat sommigen van onze oudere en zieke broeders en zusters brengen, vergeleken kan worden met het penningske van de weduwe. Maar laten we niet vergeten dat Jehovah en zijn Zoon oprechte waardering hebben voor iedereen die God met heel zijn ziel dient en daarbij doet wat hij kan. — Lukas 21:1-4; Galaten 6:4.
16. Welke onderwijshulpmiddelen heeft God in recente tijden verschaft?
16 Behalve in een opleiding voor de dienst voorziet Jehovah ons via zijn organisatie ook van voortreffelijke onderwijshulpmiddelen. Daartoe behoorden in de afgelopen decennia de boeken De waarheid die tot eeuwig leven leidt, U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven, Kennis die tot eeuwig leven leidt en tegenwoordig Wat leert de bijbel echt? Degenen die deze voorzieningen echt waarderen, maken er in de dienst een goed gebruik van.
Maak een goed gebruik van het Leert de bijbel-boek
17, 18. (a) Welke gedeelten van het Leert de bijbel-boek gebruik jij graag in de dienst? (b) Wat merkte een kringopziener op over het Leert de bijbel-boek?
17 Met zijn negentien hoofdstukken, uitvoerige appendix en duidelijke, eenvoudige taal blijkt het boek Wat leert de bijbel echt? een zegen te zijn voor de velddienst. In hoofdstuk 12 wordt bijvoorbeeld het onderwerp „Een manier van leven die God goedkeurt” besproken en wordt aan de leerling uitgelegd hoe hij een vriend van God kan worden. Dat is iets waar velen nooit bij hebben stilgestaan of wat ze niet voor mogelijk hadden gehouden (Jakobus 2:23). Hoe reageren mensen op dit Bijbelstudiehulpmiddel?
18 Een kringopziener in Australië bericht dat het Leert de bijbel-boek een „onmiddellijke aantrekkingskracht uitoefent die het makkelijk maakt huisbewoners in een gesprek te betrekken”. Hij voegt eraan toe dat het boek zo eenvoudig te gebruiken is dat het „veel Koninkrijksverkondigers hernieuwd vertrouwen en vreugde in de dienst heeft gegeven. Geen wonder dat sommigen het boek het Goudklompje noemen!”
19-21. Vertel enkele ervaringen die de waarde van het Leert de bijbel-boek laten uitkomen.
19 „God moet u gestuurd hebben”, zei een vrouw in Guyana tegen de pionier die bij haar aan de deur stond. De partner van deze vrouw had haar en haar twee kleine kinderen pas verlaten. De pionier sloeg het Leert de bijbel-boek open bij hoofdstuk 1 en las paragraaf 11 voor onder het kopje „Wat vindt God van het onrecht dat ons overkomt?” „Wat ze hoorde, greep haar heel erg aan”, vertelt de pionier. „Ze stond zelfs op, liep haar winkel in en huilde eens goed uit.” De vrouw nam het aanbod van een geregelde Bijbelstudie met een plaatselijke zuster aan en maakt nog steeds vorderingen.
20 José, die in Spanje woont, verloor zijn vrouw bij een verkeersongeluk. Hij zocht troost in drugs en kreeg ook professionele hulp. Maar de psychologen konden geen antwoord geven op de vraag waar José het meest mee zat: „Waarom heeft God toegelaten dat mijn vrouw stierf?” Op een dag ontmoette José Francesc, die voor hetzelfde bedrijf werkte. Francesc stelde voor om hoofdstuk 11 van het Leert de bijbel-boek te bespreken, „Waarom laat God lijden toe?” De Bijbelse uitleg en de illustratie van een leraar en een leerling maakten diepe indruk op José. Hij begon serieus te studeren, woonde een kringvergadering bij en bezoekt nu de vergaderingen in de plaatselijke Koninkrijkszaal.
21 Roman, een zakenman van veertig uit Polen, had altijd al respect gehad voor het Woord van God. Maar omdat hij helemaal opging in zijn werk, kwam hij maar niet verder met zijn Bijbelstudie. Desondanks woonde hij een districtscongres bij en kreeg daar een Leert de bijbel-boek. Vanaf dat moment ging hij duidelijk vooruit. „Het lijkt wel”, zei hij, „of door dit boek alle basisleerstellingen van de Bijbel tot een compleet beeld worden samengevoegd, als de stukjes van een puzzel.” Roman bestudeert de Bijbel nu geregeld en maakt goede vorderingen.
Blijf groeien in waardering
22, 23. Hoe kunnen we onze waardering blijven tonen voor de hoop die ons in het vooruitzicht is gesteld?
22 Zoals op de opwindende „Bevrijding nabij!”-districtscongressen werd uiteengezet, verlangen ware christenen naar de door God beloofde „eeuwige bevrijding”, die mogelijk is gemaakt door het vergoten bloed van Jezus Christus. Er is geen betere manier om onze oprechte waardering voor die kostbare hoop te tonen dan door ons voortdurend te laten „reinigen van dode werken, opdat wij heilige dienst voor de levende God kunnen verrichten”. — Hebreeën 9:12, 14.
23 Het is echt een wonder dat meer dan zes miljoen Koninkrijksverkondigers getrouw volharden in Gods dienst terwijl de druk om het eigen ik te dienen groter is dan ooit. Het bewijst ook dat Jehovah’s dienstknechten diepe waardering hebben voor het voorrecht God te dienen, in het besef dat hun „arbeid niet tevergeefs is in verband met de Heer”. Laten we altijd blijven groeien in die waardering! — 1 Korinthiërs 15:58; Psalm 110:3.
Overzichtsvragen
• Wat leert de psalmist ons over waardering voor God en zijn geestelijke voorzieningen?
• Hoe gaan de woorden uit Haggaï 2:7 in deze tijd in vervulling?
• Hoe heeft Jehovah zijn dienstknechten toegerust om hem doeltreffend te kunnen dienen?
• Wat kun jij doen om je waardering voor Jehovah’s goedheid te tonen?
[Studievragen]
[Tabel op blz. 27-30]
BERICHT OVER HET DIENSTJAAR 2006 VAN JEHOVAH’S GETUIGEN OVER DE HELE WERELD
(Zie ingebonden jaargang)
[Illustraties op blz. 25]
Jehovah rust ons volledig toe om zijn wil te doen