Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wie was Jezus Christus?

Wie was Jezus Christus?

Wie was Jezus Christus?

Welke taak vervult hij in Gods voornemen met de mensheid?

OOK al mag het voor veel mensen wellicht interessant zijn hoe Jezus eruitzag, het is veel belangrijker vast te stellen wat hij nu is en waar hij is.

De wereldlijke geschiedenis kan ons de antwoorden niet geven. Die zijn alleen te vinden in het document dat God ten behoeve van waarheidszoekers heeft laten opstellen. En dat is de Bijbel, de Heilige Schrift, het meest verspreide boekwerk in de geschiedenis van de wereld.

Wat de Bijbel zegt

Gods Woord ontzenuwt de eindeloze theorieën en speculaties over Jezus. Let eens op enkele van de details die het ons over hem geeft:

• Jezus was de eerste en enige rechtstreekse schepping van God in de hemel talloze eeuwen geleden, vóór de engelen en het stoffelijke universum. Daarom wordt hij Gods „eniggeboren Zoon” genoemd. Alle andere scheppingen kwamen tot stand via deze Zoon, Gods „meesterwerker”, in zijn voormenselijk bestaan. — Johannes 3:16; 6:38; 8:58; Spreuken 8:30; Kolossenzen 1:16.

• Ongeveer tweeduizend jaar geleden bracht God het leven van Jezus over naar de baarmoeder van een Joodse maagd, om als mens geboren te worden. Mensen kunnen nu zelfs, via kunstmatige inseminatie, iets doen wat in sommige opzichten vergelijkbaar is. — Mattheüs 1:18; Johannes 1:14.

• Jezus was veel meer dan slechts een goed mens. Als volwassene weerspiegelde hij volmaakt de liefdevolle, meedogende, rechtvaardige persoonlijkheid van zijn hemelse Vader, Jehovah God. — Johannes 14:9, 10; Hebreeën 1:3; 1 Johannes 4:7-11, 20, 21.

• Als Gods vertegenwoordiger op aarde voorzag Jezus in de behoeften van de armen en verdrukten, terwijl hij de rijken niet discrimineerde. Met de steun van Gods machtige heilige geest genas Jezus op wonderbare wijze de zieken en wekte hij zelfs de doden op. Door het doen van zulke schitterende werken liet hij op kleine schaal zien wat hij wereldwijd zou doen nadat hij uit de doden tot hemels leven was opgewekt en Koning van Gods hemelse koninkrijk was geworden. — Mattheüs 11:4-6; Lukas 7:11-17; Johannes 11:5-45.

• Jezus leerde zijn volgelingen om dat hemelse koninkrijk Gods te bidden en het de eerste plaats in hun leven toe te kennen. Als het volledig in werking is getreden, zal het „al deze [nu bestaande] koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan”. Dan zal het Koninkrijk de enige regering op aarde zijn. Het is de enige hoop voor de noodlijdende mensheid. — Daniël 2:44; Mattheüs 6:9, 10.

• God was Jezus’ Vader, en Jezus was trouw aan God. Toen Jezus gedood werd, was hij dus een volmaakt mens. Gewillig bood hij zijn volmaakte leven als een loskoopoffer aan God aan om te herwinnen wat Adam verloor toen hij tegen God in opstand kwam. Daarmee opende Jezus de weg tot eeuwig leven voor allen die geloof in hem oefenen. — Johannes 3:16; Romeinen 3:23, 24; 1 Johannes 2:2.

De Bijbel vertelt ons dus duidelijk dat Jezus de centrale figuur is in Gods voornemen een nieuwe wereld van rechtvaardigheid hier op aarde tot stand te brengen. Wegens de uiterst belangrijke rol die Jezus speelt, kon hij terecht zeggen: „Ik ben de weg en de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door bemiddeling van mij.” — Johannes 14:6; 2 Petrus 3:13.