Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Is de opstanding reëel voor je?

Is de opstanding reëel voor je?

Is de opstanding reëel voor je?

’Er zal een opstanding zijn.’ — HANDELINGEN 24:15.

1. Waarom lijkt de dood zeker?

„NIETS is zeker in deze wereld behalve dood en belastingen.” Die woorden, in 1789 door de Amerikaanse staatsman Benjamin Franklin geschreven, zijn volgens sommigen heel scherpzinnig. Veel oneerlijke mensen ontduiken echter de belastingen. De dood lijkt veel zekerder. Op de lange duur kan niemand van ons er op eigen kracht aan ontkomen. De dood achtervolgt ons allemaal. Met een onverzadigbare honger verslindt Sjeool, waarmee het gemeenschappelijke graf van de mensheid wordt bedoeld, mensen die ons dierbaar zijn (Spreuken 27:20). Maar er is een vertroostende gedachte.

2, 3. (a) Waarom is de dood minder zeker dan velen beseffen? (b) Wat gaan we in dit artikel bespreken?

2 Jehovah’s Woord biedt de onfeilbare hoop op de opstanding, de hoop weer tot leven gebracht te worden. Dat is niet zomaar een droom, en geen enkele kracht in het universum kan Jehovah ervan weerhouden die hoop te verwezenlijken. Maar voor sommigen is de dood minder zeker dan velen in deze tijd beseffen. Waarom? Omdat een ontelbare „grote schare” de binnenkort komende „grote verdrukking” zal overleven (Openbaring 7:9, 10, 14). Ze zullen daarna verder leven, met de eeuwigheid in het vooruitzicht. Voor hen is de dood dus geen zekerheid. Bovendien „wordt de dood tenietgedaan”. — 1 Korinthiërs 15:26.

3 We moeten net zo overtuigd zijn van de opstanding als de apostel Paulus, die zei: ’Er zal een opstanding zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen’ (Handelingen 24:15). Laten we eens drie vragen over de opstanding bekijken. Ten eerste: wat maakt die hoop zo zeker? Ten tweede: hoe kun je persoonlijk troost putten uit de opstandingshoop? Ten derde: hoe kan die hoop van invloed zijn op je levenswijze?

De opstanding — een zekerheid

4. Waarom kunnen we zeggen dat de opstanding centraal staat in Jehovah’s voornemen?

4 Er zijn een aantal factoren die de opstanding tot een zekerheid maken. Allereerst: de opstanding staat centraal in Jehovah’s voornemen. Bedenk dat Satan de mensheid tot zonde bracht, met de dood als onvermijdelijke consequentie. Daarom zei Jezus over Satan: „Die was een doodslager toen hij begon” (Johannes 8:44). Maar Jehovah beloofde dat zijn „vrouw”, zijn met een vrouw te vergelijken organisatie in de hemel, een „zaad” zou voortbrengen dat die „oorspronkelijke slang” in de kop zou vermorzelen door Satan voor altijd uit de weg te ruimen (Genesis 3:1-6, 15; Openbaring 12:9, 10; 20:10). Terwijl Jehovah zijn voornemen in verband met dat Messiaanse Zaad geleidelijk onthulde, werd duidelijk dat het Zaad meer zou doen dan Satan vernietigen. Gods Woord zegt: „Hiertoe werd de Zoon van God openbaar gemaakt, namelijk om de werken van de Duivel te verbreken” (1 Johannes 3:8). De dood die het gevolg is van de zonde die we van Adam hebben geërfd, is een van de voornaamste werken van Satan. Maar Jezus Christus is door Jehovah aangesteld om al die werken te verbreken of ongedaan te maken. In dat verband zijn Jezus’ loskoopoffer en de opstanding van essentieel belang. — Handelingen 2:22-24; Romeinen 6:23.

5. Waarom zal de opstanding Jehovah’s naam verheerlijken?

5 Jehovah is vastbesloten zijn heilige naam te verheerlijken. Satan heeft Gods naam belasterd en leugens verbreid. Hij beweerde dat Adam en Eva ’volstrekt niet zouden sterven’ als ze van de door God verboden vrucht zouden eten (Genesis 2:16, 17; 3:4). Sindsdien heeft Satan nog meer van zulke leugens verteld, zoals de valse leer dat de ziel na de dood van het lichaam voortleeft. Maar door middel van de opstanding zal Jehovah al die leugens ontmaskeren. Hij zal voor altijd bewijzen dat alleen hij de Instandhouder en Hersteller van het leven is.

6, 7. Wat zijn Jehovah’s gevoelens in verband met de opstanding, en hoe weten we dat?

6 Jehovah verlangt er vurig naar de opstanding ten uitvoer te brengen. De Bijbel maakt Jehovah’s gevoelens in dit verband duidelijk. Kijk bijvoorbeeld eens naar de geïnspireerde woorden van de getrouwe man Job: „Kan een fysiek sterke man als hij sterft opnieuw leven? Al de dagen van mijn dwangarbeid zal ik wachten, totdat mijn aflossing komt. Gij zult roepen, en ikzelf zal u antwoorden. Naar het werk van uw handen zult gij een vurig verlangen hebben” (Job 14:14, 15). Wat betekenen die woorden?

7 Job wist dat er na zijn dood een tijd van wachten in de doodsslaap voor hem lag. Hij bezag die tijd als „dwangarbeid”, een gedwongen periode van wachten op bevrijding. Voor hem was die bevrijding een zekerheid. Job wist dat zijn aflossing zou komen. Waarom? Omdat hij Jehovah’s gevoelens kende. Jehovah zou „een vurig verlangen hebben” zijn getrouwe dienstknecht terug te zien. Ja, God verlangt ernaar alle rechtvaardige personen weer tot leven te brengen. Jehovah zal ook anderen de gelegenheid geven voor eeuwig in het Paradijs op aarde te leven (Lukas 23:43; Johannes 5:28, 29). Het is Gods wil dat voornemen ten uitvoer te brengen, dus wie kan hem tegenhouden?

8. Hoe heeft Jehovah „een waarborg verschaft” voor onze toekomsthoop?

8 Onze hoop voor de toekomst is gewaarborgd door Jezus’ opstanding. Toen Paulus een toespraak hield in Athene, zei hij: „[God] heeft een dag vastgesteld waarop hij voornemens is de bewoonde aarde in rechtvaardigheid te oordelen door een man die hij heeft aangesteld, en hij heeft alle mensen een waarborg verschaft doordat hij hem uit de doden heeft opgewekt” (Handelingen 17:31). Sommigen van Paulus’ toehoorders begonnen te spotten toen ze over een opstanding hoorden. Maar enkelen werden gelovigen. Misschien werd hun aandacht getrokken door de gedachte dat deze hoop gewaarborgd is. Toen Jehovah Jezus opwekte, verrichtte hij een buitengewoon groot wonder. Hij bracht zijn Zoon vanuit de dood tot leven als een machtige geest (1 Petrus 3:18). De opgestane Jezus was zelfs machtiger dan hij tijdens zijn voormenselijke bestaan was geweest. Jezus is onsterfelijk en heeft niemand boven zich dan alleen Jehovah. Daarom is hij nu in staat schitterende taken op zich te nemen die zijn Vader hem toewijst. Jezus is degene door bemiddeling van wie Jehovah alle andere opstandingen verricht: tot leven in de hemel of tot leven op aarde. Jezus zelf zei: „Ik ben de opstanding en het leven” (Johannes 5:25; 11:25). Door zijn Zoon op te wekken, waarborgde Jehovah die hoop voor alle getrouwen.

9. Hoe bevestigt het Bijbelverslag de realiteit van de opstanding?

9 Er zijn opstandingen verricht in het bijzijn van ooggetuigen en ze zijn opgetekend in Gods Woord. De Bijbel bevat gedetailleerde beschrijvingen van acht opstandingen van mensen die tot leven op aarde werden teruggebracht. Die wonderen werden niet in het geheim verricht maar openlijk, vaak in het bijzijn van ooggetuigen. Lazarus, die al vier dagen dood was, werd door Jezus opgewekt in het bijzijn van een grote groep treurenden — onder wie zich ongetwijfeld familie, vrienden en buren van de man bevonden. Dit bewijs dat Jezus door God was gezonden, was zo krachtig dat Jezus’ religieuze vijanden het nooit hebben ontkend. In plaats daarvan beraamden ze plannen om niet alleen Jezus maar ook Lazarus te doden! (Johannes 11:17-44, 53; 12:9-11) Ja, we kunnen erop vertrouwen dat de opstanding een zekerheid is. God heeft ons een verslag over vroegere opstandingen gegeven om ons te troosten en ons geloof op te bouwen.

Troost putten uit de opstandingshoop

10. Wat zal ons helpen troost te putten uit de Bijbelse opstandingsverslagen?

10 Verlang je naar troost als je met de dood wordt geconfronteerd? Een betrouwbare bron van troost is te vinden in de Bijbelse opstandingsverslagen. Als je die verslagen leest, erover mediteert en je een beeld vormt van de gebeurtenissen, kan de opstandingshoop reëler voor je worden (Romeinen 15:4). Het zijn geen verzinsels maar waargebeurde verhalen over echte mensen zoals wij, die in een bepaalde tijd en op een bepaalde plaats leefden. Laten we eens kort één voorbeeld bekijken: de eerste opstanding die in de Bijbel wordt genoemd.

11, 12. (a) Welke tragedie trof de weduwe van Sarfath, en hoe reageerde ze in eerste instantie? (b) Beschrijf wat de profeet Elia met Jehovah’s kracht voor de weduwe mocht doen.

11 Stel je het tafereel eens voor. De profeet Elia is al een paar weken te gast bij de weduwe van Sarfath. Hij woont in een vertrek op haar dak. Het is een moeilijke tijd, want het gebied wordt door droogte en hongersnood geteisterd. Er zijn veel sterfgevallen. Jehovah heeft Elia al gebruikt om, als beloning voor het geloof van deze nederige weduwe, een wonder van lange duur te verrichten. Zij en haar zoontje stonden op de rand van de hongerdood, ze hadden nog maar één maaltijd, toen Elia met Gods kracht een wonder verrichtte waardoor haar voorraad meel en olie niet uitgeput raakte. Maar nu wordt ze door een tragedie getroffen. Het kind wordt plotseling ziek, en al gauw ademt het niet meer. De weduwe is ten einde raad! Het is al erg genoeg om zonder een echtgenoot als steun en toeverlaat te moeten leven, maar nu heeft ze ook nog haar enige kind verloren. In haar verdriet geeft ze zelfs Elia en zijn God, Jehovah, de schuld! Wat zal de profeet doen?

12 Elia wijst de weduwe niet terecht om haar valse beschuldiging. In plaats daarvan zegt hij: „Geef mij uw zoon.” Nadat hij het dode kind naar het dakvertrek heeft gedragen, bidt hij herhaaldelijk of het kind weer tot leven mag komen. Ten slotte luistert Jehovah naar zijn gebed! Stel je de vreugde op Elia’s gezicht eens voor als hij de borst van de jongen omhoog ziet gaan: hij ademt weer! Het kind doet zijn ogen open, en die stralen leven uit. Elia brengt hem naar beneden, geeft hem aan zijn moeder en zegt: „Zie, uw zoon leeft.” Haar vreugde is niet te beschrijven. Ze zegt: „Nu weet ik werkelijk dat gij een man Gods zijt en dat Jehovah’s woord in uw mond waar is” (1 Koningen 17:8-24). Haar geloof in Jehovah en zijn vertegenwoordiger is sterker dan ooit.

13. Waarom geeft het verslag over Elia die de zoon van een weduwe opwekte, ons in deze tijd troost?

13 Het geeft je vast en zeker veel troost over zo’n verslag te mediteren. Het is overduidelijk dat Jehovah in staat is onze vijand, de dood, te verslaan! Stel je de dag eens voor waarop de vreugde van die weduwe duizenden keren opnieuw beleefd zal worden in de algemene opstanding van de doden! Ook in de hemel zal de vreugde groot zijn, want Jehovah schept er veel behagen in zijn Zoon opdracht te geven om op wereldomvattende schaal opstandingen te verrichten (Johannes 5:28, 29). Heeft de dood je iemand ontnomen van wie je heel veel hield? Wat is het geweldig te weten dat Jehovah de doden weer tot leven kan en zal brengen!

Je hoop en je levenswijze

14. Hoe kan de opstandingshoop van invloed zijn op je leven?

14 Hoe kan de opstandingshoop van invloed zijn op je levenswijze? Je kunt kracht putten uit deze hoop als je met tegenslagen, problemen, vervolging of gevaar te maken krijgt. Satan wil dat je zo bang bent voor de dood dat je bereid zult zijn je integriteit te verkwanselen voor een lege belofte van veiligheid. Vergeet niet dat Satan tegen Jehovah zei: „Al wat een mens heeft, zal hij geven voor zijn ziel” (Job 2:4). Met die uitspraak belasterde Satan ons allemaal, ook jou. Is het waar dat je ermee zult stoppen God te dienen als je met gevaar wordt geconfronteerd? Door over de opstandingshoop na te denken, kun je je vastberadenheid om de wil van je hemelse Vader te blijven doen, sterker maken.

15. Hoe kunnen Jezus’ woorden in Mattheüs 10:28 ons troost geven als we met gevaar worden geconfronteerd?

15 Jezus zei: „Wordt niet bevreesd voor hen die het lichaam doden maar de ziel niet kunnen doden; doch vreest veeleer hem die én ziel én lichaam kan vernietigen in Gehenna” (Mattheüs 10:28). We hoeven niet bang te zijn voor Satan of voor zijn menselijke werktuigen. Het is waar dat sommigen van hen de macht hebben om ons kwaad te doen, ons te doden zelfs. Maar het ergste wat ze kunnen doen is nog steeds slechts tijdelijk. Jehovah kan en zal alle schade die zijn getrouwe dienstknechten is toegebracht ongedaan maken; hij zal hen zelfs weer tot leven brengen. Alleen Jehovah is onze vrees, ons diepe ontzag en respect waard. Alleen hij heeft de macht om het leven en alle vooruitzichten op leven weg te nemen door én ziel én lichaam te vernietigen in Gehenna. Gelukkig wil Jehovah niet dat dat je overkomt (2 Petrus 3:9). Door de opstandingshoop kunnen wij als Gods dienstknechten altijd zeker zijn van een goede toekomst. Het eeuwige leven ligt voor ons zolang we getrouw zijn, en daar kunnen Satan of zijn handlangers niets aan veranderen. — Psalm 118:6; Hebreeën 13:6.

16. Hoe is onze kijk op de opstanding van invloed op de prioriteiten die we stellen?

16 Als de opstandingshoop reëel voor ons is, kan dat onze houding tegenover het leven veranderen. We weten dat we, ’of we nu leven of sterven, Jehovah toebehoren’ (Romeinen 14:7, 8). Daarom volgen we bij het stellen van prioriteiten Paulus’ raad op: „Wordt niet langer naar dit samenstel van dingen gevormd, maar wordt veranderd door uw geest te hervormen, opdat gij u ervan kunt vergewissen wat de goede en welgevallige en volmaakte wil van God is” (Romeinen 12:2). Veel mensen zijn koortsachtig bezig om elk verlangen, elke ambitie, elke impuls te bevredigen. Omdat ze het leven als kort bezien, lijken ze bijna wanhopig op jacht naar genoegens, en als ze een vorm van aanbidding hebben, dan is die zeker niet in overeenstemming met de „volmaakte wil van God”.

17, 18. (a) Hoe erkent Jehovah’s Woord de kortheid van het menselijk leven, maar wat is Gods wil voor ons? (b) Waarom willen we Jehovah elke dag loven?

17 Het leven is inderdaad kort. „Het zal stellig snel voorbijgaan, en wij vliegen heen”, misschien in zo’n zeventig of tachtig jaar (Psalm 90:10). Mensen komen en gaan als groen gras, als een voorbijglijdende schaduw, als een ademtocht (Psalm 103:15; 144:3, 4). Maar het was niet Gods voornemen dat we enkele tientallen jaren opgroeien en wat wijsheid en ervaring opdoen, alleen om de daaropvolgende jaren af te takelen, ziek te worden en te sterven. Jehovah heeft de mensen geschapen met het verlangen eeuwig te leven. „Onbepaalde tijd heeft hij in hun hart gelegd”, zegt de Bijbel (Prediker 3:11). Is God wreed, zodat hij ons dat verlangen geeft en het dan onmogelijk maakt het te vervullen? Beslist niet, want „God is liefde” (1 Johannes 4:8). Hij zal de opstanding gebruiken om eeuwig leven mogelijk te maken voor mensen die gestorven zijn.

18 Dankzij de opstandingshoop kunnen we een toekomst hebben die zeker is. We hoeven niet wanhopig bezig te zijn om ons nu, in dit leven, volledig te ontplooien. We hoeven niet „ten volle” gebruik te maken van deze stervende wereld (1 Korinthiërs 7:29-31; 1 Johannes 2:17). In tegenstelling tot mensen zonder echte hoop hebben wij deze schitterende gave: we weten dat we, als we Jehovah God trouw blijven, de eeuwigheid voor ons hebben om hem te loven en van het leven te genieten. Laten we dus vooral elke dag lof brengen aan Jehovah, die de opstandingshoop tot een zekerheid maakt!

Overzichtsvragen

• Welke kijk moeten we op de opstanding hebben?

• Welke factoren maken de opstandingshoop tot een zekerheid?

• Hoe kun je troost putten uit de opstandingshoop?

• Welke invloed kan de opstandingshoop op je levenswijze hebben?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 28]

Job wist dat Jehovah er vurig naar verlangt de rechtvaardigen weer tot leven te brengen

[Illustratie op blz. 29]

„Zie, uw zoon leeft”