Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Ouderen — Een zegen voor de jongeren

Ouderen — Een zegen voor de jongeren

Ouderen — Een zegen voor de jongeren

„Zelfs tot in de ouderdom en grijsheid, o God, verlaat mij niet, totdat ik over uw arm kan vertellen aan het geslacht, aan allen die nog komen zullen, over uw macht.” — PSALM 71:18.

1, 2. Wat moeten oudere dienstknechten van God beseffen, en wat gaan we nu bespreken?

EEN ouderling in West-Afrika bezocht een bejaarde gezalfde broeder en vroeg hem: „Hoe gaat het ermee?” De broeder antwoordde: „Ik kan rennen, ik kan huppelen, ik kan springen en ik kan hinkelen”, en terwijl hij dat zei, probeerde hij het te demonstreren. „Maar”, zei hij toen, „ik kan niet vliegen.” Zijn bedoeling was duidelijk: ’Wat ik kan, doe ik graag, maar wat ik niet kan, doe ik niet.’ De ouderling die dat bezoekje bracht is nu in de tachtig, en hij heeft dierbare herinneringen aan de humor en de loyaliteit van die broeder.

2 De christelijke eigenschappen van een oudere kunnen een blijvende indruk op anderen maken. Natuurlijk heeft ouderdom op zich niet automatisch wijsheid en goede eigenschappen tot gevolg (Prediker 4:13). De Bijbel zegt: „Grijsheid is een luisterrijke kroon wanneer ze op de weg der rechtvaardigheid wordt gevonden” (Spreuken 16:31). Oudere broeders en zusters, beseffen jullie wat een goede invloed jullie woorden en daden op anderen kunnen hebben? Bekijk eens een paar Bijbelse voorbeelden waaruit blijkt hoe ouderen een grote zegen voor jongeren zijn geweest.

Geloof met een verreikende invloed

3. Hoe is Noachs getrouwheid van invloed geweest op iedereen die nu leeft?

3 Van het geloof en de standvastigheid van Noach ondervinden we zelfs in deze tijd nog de goede gevolgen. Noach was tegen de zeshonderd jaar toen hij de ark bouwde, de dieren bijeenbracht en tot zijn medemensen predikte (Genesis 7:6; 2 Petrus 2:5). Wegens zijn vrees voor God overleefde Noach samen met zijn gezin de grote vloed en werd hij de voorvader van alle mensen die nu op aarde leven. Het is waar dat Noach in een tijd leefde waarin de levensduur over het algemeen langer was. Maar zelfs op zeer hoge leeftijd bleef Noach getrouw, en dat leidde tot bijzondere zegeningen. Hoe dat zo?

4. Hoe hebben Gods dienstknechten in deze tijd profijt van Noachs standvastigheid?

4 Noach was bijna achthonderd jaar toen Nimrod, in strijd met Jehovah’s gebod om ’de aarde te vullen’, de toren van Babel begon te bouwen (Genesis 9:1; 11:1-9). Maar Noach had geen aandeel aan Nimrods opstand. Waarschijnlijk werd zijn taal dus niet veranderd toen de taal van de rebellen werd verward. Noachs geloof en standvastigheid, eigenschappen die hij niet alleen op hoge leeftijd maar gedurende heel zijn lange leven aan de dag legde, zijn beslist een navolgenswaardig voorbeeld voor Gods dienstknechten van alle leeftijden. — Hebreeën 11:7.

Invloed op de familie

5, 6. (a) Wat zei Jehovah tegen Abraham toen deze 75 jaar was? (b) Hoe reageerde Abraham op Gods bevel?

5 Welke invloed ouderen op het geloof van hun familieleden kunnen hebben, blijkt uit het leven van de patriarchen na Noach. Abraham was ongeveer 75 jaar toen God tegen hem zei: „Trek weg uit uw land en van uw bloedverwanten vandaan en uit het huis van uw vader, naar het land dat ik u zal tonen; en ik zal u tot een grote natie maken en u zegenen.” — Genesis 12:1, 2.

6 Denk je eens in dat er tegen je wordt gezegd dat je je huis, je vrienden, je geboorteland en de geborgenheid van je familie moet verlaten en naar een land moet gaan dat je niet kent. Dat kreeg Abraham te horen. Hij ging „juist zoals Jehovah tot hem gesproken had”, en zijn verdere leven woonde hij in tenten als een vreemdeling en een rondtrekkende inwoner in het land Kanaän (Genesis 12:4; Hebreeën 11:8, 9). Hoewel Jehovah had gezegd dat hij „een grote natie” zou worden, stierf hij lang voordat zijn nakomelingen talrijk werden. Sara, zijn vrouw, baarde hem maar één zoon, Isaäk, en dat gebeurde pas toen ze al 25 jaar in het beloofde land verbleven (Genesis 21:2, 5). Toch werd Abraham het niet moe en keerde hij niet terug naar de stad waar hij vandaan was gekomen. Wat een voorbeeld van geloof en volharding!

7. Welke invloed had Abrahams volharding op zijn zoon Isaäk, en met welk resultaat voor de mensheid?

7 Abrahams volharding had een krachtige invloed op zijn zoon Isaäk, die zijn hele leven — 180 jaar — als een inwonende vreemdeling in het land Kanaän doorbracht. Isaäks volharding was gebaseerd op geloof in Gods belofte, een geloof dat hem was bijgebracht door zijn bejaarde ouders en dat later versterkt werd door wat Jehovah persoonlijk tegen hem zei (Genesis 26:2-5). Isaäks standvastigheid speelde een belangrijke rol in de vervulling van Jehovah’s belofte dat er via Abrahams familie een „zaad” zou komen dat tot zegen van de hele mensheid zou zijn. Honderden jaren later maakte Jezus Christus, het primaire deel van dat „zaad”, het voor allen die geloof in hem oefenen mogelijk met God verzoend te worden en eeuwig leven te krijgen. — Galaten 3:16; Johannes 3:16.

8. Hoe toonde Jakob een sterk geloof, en met welk gevolg?

8 Isaäk op zijn beurt hielp zijn zoon Jakob een sterk geloof te ontwikkelen dat hem tot op hoge leeftijd staande hield. Jakob was 97 toen hij een hele nacht met een engel worstelde om een zegen te krijgen (Genesis 32:24-28). Voordat hij op 147-jarige leeftijd stierf, kon hij nog genoeg kracht verzamelen om elk van zijn twaalf zonen te zegenen (Genesis 47:28). De profetische woorden die hij sprak, en die nu opgetekend staan in Genesis 49:1-28, kwamen uit en gaan nog steeds in vervulling.

9. Wat kan er worden gezegd over de invloed die geestelijk rijpe ouderen op hun familie hebben?

9 Het is duidelijk dat bejaarde, loyale dienstknechten van God een goede invloed op hun familieleden kunnen hebben. Bijbels onderricht, vergezeld van levenservaring en een voorbeeld van volharding, kan voor een jongere een grote hulp zijn om een vast geloof te ontwikkelen (Spreuken 22:6). Ouderen mogen nooit onderschatten wat een krachtige, positieve invloed ze op hun familie kunnen hebben.

Invloed op medeaanbidders

10. Wat was Jozefs ’bevel betreffende zijn gebeente’, en wat was de uitwerking ervan?

10 Ouderen kunnen ook een goede invloed op geloofsgenoten hebben. Jakobs zoon Jozef verrichtte op hoge leeftijd een eenvoudige geloofsdaad die een diepgaande uitwerking had op miljoenen ware aanbidders na hem. Hij was 110 jaar toen hij ’bevel gaf betreffende zijn gebeente’. Hij zei namelijk dat de Israëlieten zijn beenderen moesten meenemen als ze uiteindelijk Egypte verlieten (Hebreeën 11:22; Genesis 50:25). Dat bevel vormde een extra sprankje hoop voor Israël in de vele jaren van harde slavenarbeid die op Jozefs dood volgden, want het gaf de verzekering dat hun bevrijding zou komen.

11. Welke invloed had de bejaarde Mozes waarschijnlijk op Jozua?

11 Een van degenen die gesterkt werden door Jozefs uiting van geloof was Mozes. Op tachtigjarige leeftijd kreeg Mozes het voorrecht Jozefs beenderen uit het land Egypte op te voeren (Exodus 13:19). Rond die tijd kwam hij in contact met Jozua, die veel jonger was. De eerstvolgende veertig jaar was Jozua de persoonlijke bediende van Mozes (Numeri 11:28). Hij vergezelde Mozes de berg Sinaï op en bleef daar op hem wachten totdat hij met de tafelen der Getuigenis van de berg afdaalde (Exodus 24:12-18; 32:15-17). Wat een bron van doordachte raad en wijsheid moet de bejaarde Mozes voor Jozua geweest zijn!

12. Hoe bleek Jozua zolang hij leefde een positieve invloed op de natie Israël te hebben?

12 Jozua was op zijn beurt zolang hij leefde een aanmoediging voor de natie Israël. Rechters 2:7 vertelt ons: „Het volk bleef Jehovah dienen gedurende al de dagen van Jozua en gedurende al de dagen van de oudere mannen wier dagen zich uitstrekten tot na Jozua en die heel het grote werk van Jehovah dat hij voor Israël had gedaan, hadden gezien.” Met de dood van Jozua en de andere oudere mannen begon er echter een periode van driehonderd jaar waarin Israël heen en weer schommelde tussen ware en valse aanbidding, tot aan de tijd van de profeet Samuël.

Samuël ’bewerkte rechtvaardigheid’

13. Wat deed Samuël om ’rechtvaardigheid te bewerken’?

13 De Bijbel zegt niet hoe oud Samuël was toen hij stierf, maar de gebeurtenissen in het boek Eén Samuël beslaan ongeveer 102 jaar, en Samuël is van de meeste daarvan getuige geweest. In Hebreeën 11:32, 33 lezen we dat oprechte rechters en profeten „rechtvaardigheid bewerkten”. Ja, Samuël bewoog sommigen van zijn tijdgenoten ertoe kwaaddoen te mijden of ermee op te houden (1 Samuël 7:2-4). Hoe deed hij dat? Hij was zijn hele leven loyaal aan Jehovah (1 Samuël 12:2-5). Hij was niet bang om zelfs de koning krachtige raad te geven (1 Samuël 15:16-29). Bovendien gaf Samuël toen hij „oud en grijs [was] geworden” een goed voorbeeld door voor anderen te bidden. Hij vond het ’ondenkbaar dat hij tegen Jehovah zou zondigen door op te houden te bidden’ voor zijn mede-Israëlieten. — 1 Samuël 12:2, 23.

14, 15. Hoe kunnen ouderen in deze tijd Samuël navolgen als het om gebeden gaat?

14 Dit alles beklemtoont een belangrijke manier waarop ouderen een positieve invloed op andere dienstknechten van Jehovah kunnen hebben. Ondanks beperkingen door een slechte gezondheid of andere omstandigheden kunnen degenen die op leeftijd zijn voor anderen bidden. Oudere broeders en zusters, beseffen jullie wel hoeveel goeds jullie gebeden voor de gemeente tot stand brengen? Wegens jullie geloof in Christus’ vergoten bloed genieten jullie een goedgekeurde positie bij Jehovah, en wegens jullie volharding heeft jullie geloof een „beproefde hoedanigheid” gekregen (Jakobus 1:3; 1 Petrus 1:7). Vergeet dit nooit: „De smeking van een rechtvaardige heeft, als ze in werking is, veel kracht.” — Jakobus 5:16.

15 Je gebeden voor Jehovah’s Koninkrijkswerk zijn nodig. Sommigen van onze broeders zitten in de gevangenis wegens hun christelijke neutraliteit. Anderen zijn het slachtoffer van natuurrampen, oorlogen of burgerconflicten. Weer anderen, zelfs in onze eigen gemeente, hebben met verleidingen of tegenstand te maken (Mattheüs 10:35, 36). Zij die de leiding nemen in de prediking en in het opzicht over de gemeenten hebben ook je geregelde gebeden nodig (Efeziërs 6:18, 19; Kolossenzen 4:2, 3). Het is heel goed om geloofsgenoten in je gebeden te noemen, zoals ook Epafras dat deed! — Kolossenzen 4:12.

De komende generatie onderwijzen

16, 17. Wat is in Psalm 71:18 voorzegd, en hoe gaat dat in vervulling?

16 De „andere schapen”, die de hoop hebben eeuwig op aarde te leven, krijgen door hun omgang met getrouwen van de „kleine kudde”, die een hemelse roeping hebben, een onmisbare opleiding (Lukas 12:32; Johannes 10:16). Dat was voorzegd in Psalm 71:18, waar staat: „Zelfs tot in de ouderdom en grijsheid, o God, verlaat mij niet, totdat ik over uw arm kan vertellen aan het geslacht, aan allen die nog komen zullen, over uw macht.” De met de geest gezalfden leiden hun metgezellen, de andere schapen, graag op voor meer verantwoordelijkheden voordat ze hen verlaten om met Jezus Christus verheerlijkt te worden.

17 In principe kunnen de woorden in Psalm 71:18 over het onderrichten van de komende generatie ook toegepast worden op de andere schapen, die door Gods gezalfden zijn onderricht. Jehovah heeft ouderen het voorrecht verleend getuigenis van hem af te leggen aan degenen die nu de ware aanbidding aanvaarden (Joël 1:2, 3). De andere schapen voelen zich gezegend door wat ze van de gezalfden hebben geleerd en worden aangemoedigd om die Bijbelkennis door te geven aan anderen die Jehovah willen dienen. — Openbaring 7:9, 10.

18, 19. (a) Welke belangrijke informatie kunnen veel oudere dienstknechten van Jehovah doorgeven? (b) Waar kunnen oudere christenen van overtuigd zijn?

18 Oudere dienstknechten van Jehovah, zowel gezalfden als andere schapen, vormen een levende schakel met belangrijke historische gebeurtenissen. Enkelen die nog leven, hebben de oorspronkelijke vertoningen van het „Photo-Drama der Schepping” bijgewoond. Sommigen hebben de leidinggevende broeders die in 1918 werden gevangengezet, persoonlijk gekend. Anderen hebben meegewerkt aan uitzendingen van de WBBR, het radiostation van het Wachttorengenootschap. Velen kunnen vertellen over de tijd dat er voor de hoogste gerechtshoven rechtszaken werden gevoerd in verband met de religieuze vrijheid van Jehovah’s Getuigen. Weer anderen hebben onder dictatoriale regimes hun standpunt voor de ware aanbidding ingenomen. Ouderen kunnen ook vertellen hoe het begrip van de waarheid geleidelijk groter is geworden. De Bijbel moedigt ons aan om voordeel te trekken van die rijkdom aan ervaring. — Deuteronomium 32:7.

19 Oudere christenen worden ertoe aangespoord een goed voorbeeld voor jongere christenen te zijn (Titus 2:2-4). Misschien zie je op dit moment niet welke uitwerking je volharding, gebeden en raad op anderen hebben. Ook Noach, Abraham, Jozef, Mozes en anderen konden onmogelijk weten welke krachtige invloed hun getrouwheid op de komende generaties zou hebben. Maar ze hebben een erfenis van geloof en integriteit nagelaten die van groot belang was, en zo’n erfenis kun jij ook doorgeven.

20. Welke zegeningen wachten degenen die hun hoop tot het einde toe stevig vasthouden?

20 Of je nu de „grote verdrukking” overleeft of door een opstanding wordt teruggebracht, het zal heerlijk zijn „het werkelijke leven” te ervaren! (Mattheüs 24:21; 1 Timotheüs 6:19) Verplaats je in gedachten eens naar de tijd dat Jehovah tijdens Christus’ duizendjarige regering de gevolgen van ouderdom ongedaan zal maken. In plaats dat we ons lichaam voortdurend zien aftakelen, zal er elke dag bij het wakker worden vooruitgang merkbaar zijn: meer energie, een beter gezichtsvermogen, een scherper gehoor, een mooier uiterlijk! (Job 33:25; Jesaja 35:5, 6) Zij die gezegend worden met leven in Gods nieuwe wereld zullen altijd jong zijn vergeleken bij de eeuwigheid die nog voor hen ligt (Jesaja 65:22). Laten we daarom allemaal onze hoop tot het einde toe stevig vasthouden en Jehovah onverdeeld blijven dienen. We kunnen ervan overtuigd zijn dat Jehovah alles wat hij heeft beloofd, zal nakomen en dat het al onze verwachtingen ver zal overtreffen. — Psalm 37:4; 145:16.

Overzichtsvragen

• Hoe heeft de standvastigheid van de bejaarde Noach tot zegeningen voor de hele mensheid geleid?

• Welke uitwerking had het geloof van de patriarchen op hun nakomelingen?

• Hoe hebben Jozef, Mozes, Jozua en Samuël op hoge leeftijd medeaanbidders gesterkt?

• Wat voor erfenis kunnen ouderen doorgeven?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 26]

Abrahams volharding had een krachtige invloed op Isaäk

[Illustratie op blz. 28]

Mozes’ doordachte raad was een aanmoediging voor Jozua

[Illustratie op blz. 29]

Jouw gebeden voor anderen kunnen veel goeds tot stand brengen

[Illustratie op blz. 30]

Jonge mensen hebben er profijt van naar getrouwe ouderen te luisteren