Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Vragen van lezers

Vragen van lezers

Vragen van lezers

Biedt Spreuken 22:6 de garantie dat als christelijke kinderen goed opgevoed worden, ze de weg van Jehovah niet zullen verlaten?

Dat vers luidt: „Leid een knaap op overeenkomstig de weg voor hem; ook als hij oud wordt, zal hij er niet van afwijken.” Net zoals het buigen van een jonge loot van invloed is op de groei ervan tot boom, zijn kinderen die goed opgevoed worden meer geneigd Jehovah te blijven dienen als ze opgroeien. Zoals elke ouder weet, kost zo’n opvoeding heel wat tijd en moeite. Om christelijke discipelen van hun kinderen te maken, moeten ouders hen zorgvuldig onderwijzen, vermanen, aanmoedigen en streng onderrichten en hun ook het goede voorbeeld geven. Ze moeten dat jarenlang consequent en liefdevol doen.

Maar wil dat zeggen dat het aan de opvoeding van de ouders ligt als een kind er toch mee ophoudt Jehovah te dienen? In sommige gevallen zijn ouders misschien tekortgeschoten in hun inspanningen om hun kinderen in het strenge onderricht en de ernstige vermaning van Jehovah groot te brengen (Efeziërs 6:4). Daar staat tegenover dat de spreuk geen garantie is dat een goede opvoeding kinderen zal opleveren die God trouw zijn. Ouders kunnen hun kinderen niet vormen tot wat ze maar willen. Kinderen hebben net als volwassenen een vrije wil en moeten uiteindelijk zelf hun weg in het leven kiezen (Deuteronomium 30:15, 16, 19). Ondanks alle oprechte moeite die ouders doen, worden sommige kinderen ontrouw, net als Salomo, die het vers dat we bespreken heeft geschreven. Zelfs Jehovah had zonen die ontrouw bleken.

Deze Bijbeltekst betekent dan ook niet dat een kind er in geen geval ’van zal afwijken’, maar dat dit over het algemeen het resultaat zal zijn. Wat een aanmoediging voor ouders! Ouders dienen moed te putten uit de wetenschap dat hun oprechte pogingen om hun kinderen in de weg van Jehovah op te leiden, goede resultaten zullen afwerpen. Omdat de rol van ouders belangrijk en hun invloed groot is, worden ze aangemoedigd hun rol serieus op te vatten. — Deuteronomium 6:6, 7.

Zelfs als kinderen ophouden met het dienen van Jehovah, kunnen ouders die hun kinderen gewetensvol opgevoed hebben de hoop koesteren dat hun kinderen tot bezinning zullen komen. De Bijbelse waarheid is krachtig en het onderricht van ouders wordt niet snel vergeten. — Psalm 19:7.