Blijf je „door geest wandelen”?
Blijf je „door geest wandelen”?
„Blijft door geest wandelen en gij zult in het geheel geen vleselijke begeerte volvoeren.” — GALATEN 5:16.
1. Hoe kan de angst dat we tegen de geest zullen zondigen, verdreven worden?
ER IS een manier om de angst dat we tegen Jehovah’s heilige geest zullen zondigen, te verdrijven. Dat is door te doen wat de apostel Paulus zei: „Blijft door geest wandelen en gij zult in het geheel geen vleselijke begeerte volvoeren” (Galaten 5:16). Als we ons door Gods geest laten leiden, zullen we niet door onjuiste vleselijke begeerten overwonnen worden. — Romeinen 8:2-10.
2, 3. Welke invloed zal het op ons hebben als we door geest blijven wandelen?
2 Als we ’door geest blijven wandelen’, zal Gods werkzame kracht ons motiveren om hem te gehoorzamen. We zullen in onze bediening, in de gemeente, thuis en elders Gods eigenschappen tentoonspreiden. De vrucht van de geest zal duidelijk zichtbaar zijn in de manier waarop we met onze huwelijkspartner, onze kinderen, onze geloofsgenoten en anderen omgaan.
3 Als we „van Gods standpunt uit bezien naar de geest” leven, zijn we in staat op te houden met zondigen (1 Petrus 4:1-6). Wanneer we onder de invloed van Gods geest staan, zullen we beslist geen onvergeeflijke zonde begaan. Maar in welke andere opzichten zal het een positieve invloed op ons hebben als we door geest blijven wandelen?
Blijf dicht bij God en Christus
4, 5. Welke kijk hebben we op Jezus als we door geest wandelen?
4 Omdat we door heilige geest wandelen, zijn we in staat een hechte band met God en zijn Zoon te behouden. In verband met geestelijke gaven schreef Paulus aan zijn geloofsgenoten in Korinthe: ’Ik wil dat gij [vroegere afgodenaanbidders] weet dat niemand wanneer hij door Gods geest spreekt, zegt: „Jezus is vervloekt!”, en niemand kan zeggen: „Jezus is Heer!”, tenzij door heilige geest’ (1 Korinthiërs 12:1-3). Elke geest die mensen ertoe brengt een vloek over Jezus uit te spreken, moet van Satan de Duivel afkomstig zijn. Maar als christenen die door heilige geest wandelen, zijn we ervan overtuigd dat Jezus door Jehovah uit de dood is opgewekt en boven elke andere schepping is verhoogd (Filippenzen 2:5-11). We stellen geloof in Christus’ loskoopoffer en aanvaarden Jezus als de Heer die God over ons heeft aangesteld.
5 Bepaalde belijdende christenen uit de eerste eeuw G.T. ontkenden dat Jezus in het vlees gekomen was (2 Johannes 7-11). Die verkeerde zienswijze bracht sommigen ertoe de ware leer over Jezus, de Messias, te verwerpen (Markus 1:9-11; Johannes 1:1, 14). Als we door heilige geest wandelen, zullen we niet voor zo’n afvallige zienswijze zwichten. Maar we kunnen ons alleen in Jehovah’s onverdiende goedheid blijven verheugen en ’voortgaan in de waarheid te wandelen’ als we geestelijk waakzaam blijven (3 Johannes 3, 4). Laten we daarom vastbesloten zijn alle vormen van afval te verwerpen, zodat we een sterke band met onze hemelse Vader kunnen behouden.
6. Welke eigenschappen brengt Gods geest voort in hen die door geest wandelen?
6 Paulus rekende afvallige afgoderij en sekten tot „werken van het vlees” zoals hoererij en een losbandig gedrag. Maar hij verklaarde: „Zij die Christus Jezus toebehoren, [hebben] het vlees met zijn hartstochten en begeerten aan de paal gehangen. Indien wij door geest leven, laten wij dan ook door geest ordelijk blijven wandelen” (Galaten 5:19-21, 24, 25). Welke eigenschappen brengt Gods werkzame kracht voort in hen die door geest leven en wandelen? „De vrucht van de geest”, schreef Paulus, „is liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing” (Galaten 5:22, 23). Laten we deze aspecten van de vrucht van de geest eens nader bekijken.
’Heb elkaar lief’
7. Wat is liefde, en wat zijn enkele kenmerken ervan?
7 Liefde, één aspect van de vrucht van de geest, houdt vaak diepe genegenheid en onzelfzuchtige belangstelling voor anderen in, gepaard aan een innige gehechtheid aan hen. De Bijbel zegt dat ’God liefde is’ omdat hij de belichaming van die eigenschap is. Een voorbeeld van de grote liefde die God en zijn Zoon voor de mensheid hebben, is het loskoopoffer van Jezus Christus (1 Johannes 4:8; Johannes 3:16; 15:13; Romeinen 5:8). Als volgelingen van Jezus zijn we te herkennen aan de liefde die we voor elkaar hebben (Johannes 13:34, 35). We krijgen zelfs het gebod ’elkaar lief te hebben’ (1 Johannes 3:23). En Paulus zegt dat de liefde lankmoedig en vriendelijk is. Ze is niet jaloers, snoeft niet, gedraagt zich niet onbetamelijk en zoekt niet haar eigen belang. De liefde wordt niet geërgerd en rekent het kwade niet aan. Ze verheugt zich met de waarheid, niet over onrechtvaardigheid. Ze verdraagt, gelooft, hoopt en verduurt alle dingen. Bovendien faalt de liefde nooit. — 1 Korinthiërs 13:4-8.
8. Waarom moeten we liefde tonen voor medeaanbidders van Jehovah?
8 Als we toelaten dat Gods geest liefde in ons voortbrengt, zal die eigenschap aanwezig zijn in onze verhouding met God en onze naaste (Mattheüs 22:37-39). „Wie niet liefheeft, blijft in de dood”, schreef de apostel Johannes. „Een ieder die zijn broeder haat, is een doodslager, en gij weet dat geen doodslager eeuwig leven blijvend in zich heeft” (1 Johannes 3:14, 15). In Israël mocht een doodslager alleen in een toevluchtsstad blijven als hij degene die hij had gedood, niet haatte (Deuteronomium 19:4, 11-13). Als we ons door heilige geest laten leiden, zullen we liefde tonen voor God, voor medeaanbidders en voor anderen.
„De vreugde van Jehovah is uw vesting”
9, 10. Wat is vreugde, en wat zijn enkele redenen om verheugd te zijn?
9 Vreugde is een toestand van groot geluk. Jehovah is „de gelukkige God” (1 Timotheüs 1:11; Psalm 104:31). De Zoon vindt er vreugde in de wil van zijn Vader te doen (Psalm 40:8; Hebreeën 10:7-9). En „de vreugde van Jehovah is [onze] vesting”. — Nehemia 8:10.
10 Door God geschonken vreugde geeft ons diepe voldoening als we Gods wil doen, zelfs in tijden van tegenspoed, verdriet of vervolging. Wat maakt „de kennis van God” ons gelukkig! (Spreuken 2:1-5) Onze vreugdevolle band met God is gebaseerd op nauwkeurige kennis en op geloof in hem en in Jezus’ loskoopoffer (1 Johannes 2:1, 2). Nog een bron van vreugde is dat we deel uitmaken van de enige ware internationale broederschap (Zefanja 3:9; Haggaï 2:7). Onze Koninkrijkshoop en het geweldige voorrecht het goede nieuws bekend te maken, schenken ons vreugde (Mattheüs 6:9, 10; 24:14). En dat geldt ook voor het vooruitzicht op eeuwig leven (Johannes 17:3). Omdat we zo’n schitterende hoop hebben, moeten we „alleen maar verheugd” zijn. — Deuteronomium 16:15.
Wees vredelievend en lankmoedig
11, 12. (a) Hoe zou je vrede definiëren? (b) Welke uitwerking heeft de vrede van God op ons?
11 Vrede, nog een aspect van de vrucht van de geest, is een toestand van kalmte en afwezigheid van onrust. Onze hemelse Vader is de God van vrede, en we krijgen de verzekering: „Jehovah zelf zal zijn volk zegenen met vrede” (Psalm 29:11; 1 Korinthiërs 14:33). Jezus zei tegen zijn discipelen: „Vrede laat ik u, mijn vrede geef ik u” (Johannes 14:27). Hoe zou dat zijn volgelingen helpen?
12 De vrede die Jezus zijn discipelen gaf, schonk hun hart en hun geest kalmte en nam hun angsten weg. Ze kregen vooral vrede toen ze de beloofde heilige geest ontvingen (Johannes 14:26). Onder invloed van de geest en in antwoord op onze gebeden genieten we in deze tijd de onvergelijkelijke „vrede van God”, die ons hart en onze geest rust geeft (Filippenzen 4:6, 7). Bovendien helpt Jehovah’s geest ons om kalm en vredelievend te zijn tegenover geloofsgenoten en anderen. — Romeinen 12:18; 1 Thessalonicenzen 5:13.
13, 14. Wat is lankmoedigheid, en waarom moeten we die eigenschap tentoonspreiden?
13 Lankmoedigheid houdt verband met vredelievendheid, want het betekent dat we provocatie of kwaad geduldig verdragen in de hoop dat de situatie zal verbeteren. God is lankmoedig (Romeinen 9:22-24). Ook Jezus legt die eigenschap aan de dag. Wij kunnen daar voordeel van trekken, want Paulus schreef: „De reden waarom mij barmhartigheid werd betoond, [was] dat Christus Jezus door bemiddeling van mij, als het voornaamste geval, al zijn lankmoedigheid zou kunnen bewijzen tot een voorbeeld voor hen die hun geloof op hem zullen gronden, waardoor zij eeuwig leven verkrijgen.” — 1 Timotheüs 1:16.
14 De eigenschap lankmoedigheid helpt ons te volharden wanneer anderen onvriendelijke of onnadenkende dingen zeggen of doen. Paulus gaf zijn medechristenen de dringende raad: „Weest lankmoedig jegens allen” (1 Thessalonicenzen 5:14). Omdat we allemaal onvolmaakt zijn en vergissingen begaan, willen we heel graag dat anderen geduld met ons hebben en dat ze lankmoedig zijn als we fouten maken in onze omgang met hen. Laten we daarom ons best doen om „met vreugde lankmoedig [te] zijn”. — Kolossenzen 1:9-12.
Spreid vriendelijkheid en goedheid tentoon
15. Geef een definitie van vriendelijkheid en haal voorbeelden aan.
15 We geven blijk van vriendelijkheid als we belangstelling voor anderen tonen door in woord en daad welwillend en behulpzaam te zijn. Jehovah is vriendelijk, en zijn Zoon eveneens (Mattheüs 5:45; Lukas 9:11). Van dienstknechten van God en Christus wordt vriendelijkheid verwacht (Spreuken 22:9; 2 Timotheüs 2:24). Zelfs mensen die geen persoonlijke band met God hadden, zijn soms ’buitengewoon menslievend’ geweest (Handelingen 27:3; 28:2). Dan kunnen wij toch zeker vriendelijkheid tentoonspreiden als we ’door geest blijven wandelen’.
16. Wat zijn enkele omstandigheden die ons ertoe moeten bewegen vriendelijkheid te tonen?
16 Zelfs als we terecht boos zijn om iemands kwetsende woorden of onnadenkende daden, kunnen we vriendelijkheid tonen. „Weest toornig en zondigt toch niet”, zei Paulus. „Laat de zon niet ondergaan terwijl gij in een geërgerde stemming verkeert, en staat ook de Duivel geen plaats toe. . . . Wordt vriendelijk jegens elkaar, teder meedogend, elkaar vrijelijk vergevend, zoals ook God door Christus u vrijelijk vergeven heeft” (Efeziërs 4:26, 27, 32). Het is vooral goed om vriendelijk te zijn tegenover degenen die beproevingen ondergaan. Uiteraard zou het van een ouderling niet vriendelijk zijn als hij iemand die duidelijk gevaar loopt het pad van „goedheid en rechtvaardigheid en waarheid” te verlaten, geen Bijbelse raad zou geven alleen om de gevoelens van die persoon niet te kwetsen. — Efeziërs 5:9.
17, 18. Hoe wordt goedheid gedefinieerd, en welke rol moet die eigenschap in ons leven spelen?
17 Goedheid is deugd, morele uitnemendheid of het goed-zijn. God is goed in de absolute zin van het woord (Psalm 25:8; Zacharia 9:17). Jezus bezit deugd en morele uitnemendheid. Toch wilde hij zich niet het predicaat ’Goed’ laten aanmeten toen hij „Goede Leraar” werd genoemd (Markus 10:17, 18). De reden daarvoor was blijkbaar dat hij God als het summum van goedheid erkende.
18 Ons vermogen om het goede te doen wordt belemmerd door de erfzonde (Romeinen 5:12). Toch kunnen we die eigenschap aan de dag leggen als we God in gebed vragen ’ons goedheid te leren’ (Psalm 119:66). Paulus zei tegen zijn geloofsgenoten in Rome: „Ook ik voor mij [ben] er met betrekking tot u, mijn broeders, van overtuigd dat gij ook zelf vol goedheid zijt, daar gij vervuld zijt met alle kennis” (Romeinen 15:14). Een opziener moet ’het goede liefhebben’ (Titus 1:7, 8). Als we ons door Gods geest laten leiden, zullen we bekend komen te staan om onze goedheid, en Jehovah zal ’ons gedenken wegens het goede dat we doen’. — Nehemia 5:19; 13:31.
„Geloof zonder huichelarij”
19. Geef een definitie van geloof, in overeenstemming met Hebreeën 11:1.
19 Geloof — eveneens een onderdeel van de vrucht van de geest — „is de verzekerde verwachting van dingen waarop wordt gehoopt, de duidelijke demonstratie van werkelijkheden die echter niet worden gezien” (Hebreeën 11:1). Als we geloof hebben, zijn we ervan overtuigd dat alles wat Jehovah belooft, zo goed als vervuld is. Het overtuigende bewijs van ongeziene werkelijkheden is zo krachtig dat geloof gelijkgesteld wordt met dat bewijsmateriaal. De schepping overtuigt ons er bijvoorbeeld van dat er een Schepper is. Dat is het soort geloof dat we aan de dag zullen leggen als we door geest blijven wandelen.
20. Wat is „de zonde die ons gemakkelijk verstrikt”, en hoe kunnen we die zonde en de werken van het vlees vermijden?
20 Gebrek aan geloof is „de zonde die ons gemakkelijk Hebreeën 12:1). We moeten ons op Gods geest verlaten om werken van het vlees, materialisme en valse leringen die ons geloof kunnen verwoesten, te vermijden (Kolossenzen 2:8; 1 Timotheüs 6:9, 10; 2 Timotheüs 4:3-5). Gods geest brengt in Jehovah’s hedendaagse dienstknechten een geloof voort als dat van voorchristelijke Getuigen en anderen in het Bijbelverslag (Hebreeën 11:2-40). En ons „geloof zonder huichelarij” zou heel goed tot opbouw kunnen dienen van het geloof van anderen. — 1 Timotheüs 1:5; Hebreeën 13:7.
verstrikt” (Toon zachtaardigheid en zelfbeheersing
21, 22. Hoe wordt zachtaardigheid gedefinieerd, en waarom moeten we die eigenschap tentoonspreiden?
21 Een zachtaardig iemand is goedhartig en mild. Zachtaardigheid is een van Gods eigenschappen. We weten dat omdat Jezus, die een zachtaardig man was, Jehovah’s persoonlijkheid volmaakt weerspiegelde (Mattheüs 11:28-30; Johannes 1:18; 5:19). Wat wordt er dus van ons als Gods dienstknechten verwacht?
22 Als christenen moeten we ’zachtaardigheid jegens alle mensen aan de dag leggen’ (Titus 3:2). We zijn zachtaardig in onze bediening. Zij die geestelijke hoedanigheden hebben, krijgen de raad om een christen die een misstap doet „in een geest van zachtaardigheid” weer terecht te brengen (Galaten 6:1). Wij allemaal kunnen tot christelijke eenheid en vrede bijdragen door „ootmoedigheid des geestes en zachtaardigheid” tentoon te spreiden (Efeziërs 4:1-3). We kunnen zachtaardigheid aan de dag leggen als we voortdurend door geest wandelen en zelfbeheersing oefenen.
23, 24. Wat is zelfbeheersing, en hoe helpt die eigenschap ons?
23 Zelfbeheersing stelt ons in staat onze gedachten, spraak en daden onder controle te houden. Jehovah „bleef zelfbeheersing oefenen” tegenover de Babyloniërs die Jeruzalem verwoestten (Jesaja 42:14). Zijn Zoon heeft ons ’een model nagelaten’ door zelfbeheersing te oefenen tijdens het lijden dat hij onderging. En de apostel Petrus gaf zijn medechristenen de raad ’bij hun kennis zelfbeheersing te voegen’. — 1 Petrus 2:21-23; 2 Petrus 1:5-8.
24 Van ouderlingen wordt verwacht dat ze zelfbeheersing oefenen (Titus 1:7, 8). Feitelijk kan iedereen die zich door de heilige geest laat leiden, zelfbeheersing oefenen en zo immoraliteit, vulgaire spraak of iets anders dat Jehovah’s afkeuring tot gevolg kan hebben, vermijden. Als we toelaten dat Gods geest zelfbeheersing in ons voortbrengt, zal dat voor anderen duidelijk zichtbaar zijn in onze spraak en ons gedrag.
Blijf door geest wandelen
25, 26. Welke invloed heeft het op onze huidige relaties en onze toekomstvooruitzichten als we door geest wandelen?
25 Als we door geest wandelen, zullen we ijverige Koninkrijksverkondigers zijn (Handelingen 18:24-26). We zullen prettig in de omgang zijn, en vooral mensen met godvruchtige toewijding zullen graag met ons omgaan. Als personen die zich door de heilige geest laten leiden, zullen we ook een bron van aanmoediging voor medeaanbidders van Jehovah zijn (Filippenzen 2:1-4). Is dat niet wat alle christenen willen?
26 In deze wereld die door Satan wordt beheerst is het niet makkelijk door geest te wandelen (1 Johannes 5:19). Toch doen miljoenen dat. Als we met heel ons hart op Jehovah vertrouwen, zullen we niet alleen nu van het leven genieten maar zullen we voor eeuwig de rechtvaardige wegen van de liefdevolle Gever van heilige geest kunnen bewandelen. — Psalm 128:1; Spreuken 3:5, 6.
Overzichtsvragen
• Welke invloed heeft het op onze verhouding met God en zijn Zoon als we „door geest wandelen”?
• Uit welke eigenschappen bestaat de vrucht van de heilige geest?
• Wat zijn enkele manieren waarop we de vrucht van de geest tentoon kunnen spreiden?
• Welke invloed heeft het op ons huidige leven en onze toekomstvooruitzichten als we door geest wandelen?
[Studievragen]
[Illustratie op blz. 23]
Jehovah’s heilige geest bevordert de liefde voor onze geloofsgenoten
[Illustratie op blz. 24]
Toon vriendelijkheid door in woord en daad behulpzaam te zijn