Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Kun je je dit herinneren?

Kun je je dit herinneren?

Kun je je dit herinneren?

Heb je genoten van de recente uitgaven van De Wachttoren? Kijk dan eens of je de volgende vragen kunt beantwoorden:

• Op welke vier manieren wordt het woord „gemeente” in de christelijke Griekse Geschriften toegepast?

De voornaamste betekenis is de samengestelde groep gezalfde christenen (in sommige teksten wordt Christus hierbij gerekend). Andere keren is „de gemeente Gods” van toepassing op alle christenen die in een bepaalde tijd leven. Ten derde wordt het woord toegepast op alle christenen in een geografisch gebied. En als laatste kan de term betrekking hebben op christenen die één enkele plaatselijke gemeente vormen. — 15/4, blz. 21-23.

• Wanneer worden er geen christenen meer geroepen tot een hemelse hoop?

De Bijbel geeft hier geen precies antwoord op. Die roeping begon in 33 G.T. en duurde voort tot in deze tijd. Na 1935 werd het zwaartepunt van het maken van discipelen verlegd naar de bijeenbrenging van de grote schare. Sommigen die na 1935 gedoopt zijn, hebben het getuigenis van de heilige geest gekregen dat ze de hemelse hoop bezitten, dus kunnen we niet specifiek vaststellen wanneer precies er geen christenen meer worden geroepen. Het is niet zo dat echte gezalfden meer heilige geest hebben, en ze verwachten ook geen speciale behandeling. Christenen moeten, ongeacht welke hoop ze hebben, getrouw zijn en Gods wil blijven doen. — 1/5, blz. 30, 31.

• Was Jefta bereid zijn dochter letterlijk aan God te offeren toen hij zijn gelofte deed?

Nee. Jefta bedoelde dat hij degene die hem tegemoet zou komen, exclusief aan de dienst voor God zou wijden. Onder de mozaïsche wet was hiervoor een regeling getroffen (1 Samuël 2:22). Om de belofte te vervullen, bleef Jefta’s dochter in de tabernakel dienen. Dat was een groot offer, want het betekende dat ze nooit zou trouwen. — 15/5, blz. 9, 10.

• Welke rol heeft de codex in het vroege christendom gespeeld?

Blijkbaar hebben christenen tot omstreeks het einde van de eerste eeuw voornamelijk de boekrol gebruikt. Tijdens de tweede eeuw lagen de voorstanders van de codex en die van de boekrol met elkaar in de clinch. Deskundigen geloven dat het feit dat de christenen de codex gebruikten, een belangrijke rol heeft gespeeld bij de wijdverbreide aanvaarding ervan. — 1/6, blz. 14, 15.

• Wat is de Gezerkalender?

Het is een klein kalkstenen tablet, dat in 1908 werd ontdekt op de plaats waar de stad Gezer heeft gelegen. Velen denken dat een schooljongen het als oefening geschreven heeft. Op het tablet staat een vereenvoudigde versie van een agrarisch jaar (een landbouwkundige cyclus), dat begon met de inzameling in de maand die overeenkomt met september/oktober. Het maakt melding van verschillende oogsten en agrarische activiteiten. — 15/6, blz. 8.

• Wat betekent het tegen de heilige geest te zondigen?

Het is mogelijk tegen Jehovah’s heilige geest te zondigen, een zonde die niet vergeven zal worden (Mattheüs 12:31). God bepaalt of we een onvergeeflijke zonde hebben begaan, en hij kan zijn geest van ons wegnemen (Psalm 51:11). Als we diepbedroefd zijn over een zonde, is het heel waarschijnlijk dat we oprecht berouw hebben en dus niet tegen de geest gezondigd hebben. — 15/7, blz. 16, 17.

• Waarom vroeg Saul aan David wiens zoon hij was, hoewel hij David al kende? (1 Samuël 16:22; 17:58)

Het ging er Saul niet alleen om de naam van Davids vader te weten te komen. Nu hij David had gezien als een heel moedig mens met een groot geloof die zojuist Goliath had verslagen, wilde hij weten door wat voor man zo’n jongen was grootgebracht. Saul kan overwogen hebben Isaï of andere gezinsleden bij het leger in te lijven. — 1/8, blz. 31.