Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wijs ’dingen die niets waard zijn’ af

Wijs ’dingen die niets waard zijn’ af

Wijs ’dingen die niets waard zijn’ af

„Wie dingen najaagt die niets waard zijn, ontbreekt het aan hart.” — SPREUKEN 12:11.

1. Wat zijn enkele van onze waardevolle dingen, en hoe kunnen we die het beste gebruiken?

ALS christenen bezitten we allemaal bepaalde waardevolle dingen. Daartoe kunnen een mate van gezondheid en energie, aangeboren mentale capaciteiten en financiële middelen behoren. Omdat we Jehovah liefhebben, gebruiken we die dingen graag in zijn dienst, waarmee we gehoor geven aan de geïnspireerde aanmoediging: „Eer Jehovah met uw waardevolle dingen.” — Spr. 3:9.

2. Welke waarschuwing geeft de Bijbel in verband met dingen die niets waard zijn, en hoe gaat die waarschuwing in letterlijke zin op?

2 Daar staat tegenover dat de Bijbel ook spreekt over dingen die niets waard zijn en waarschuwt voor het verspillen van onze middelen bij het najagen ervan. Sta in dat verband eens stil bij de woorden in Spreuken 12:11: „Wie zijn land bebouwt, zal zelf met brood verzadigd worden, maar wie dingen najaagt die niets waard zijn, ontbreekt het aan hart.” Het is niet moeilijk de letterlijke toepassing van die spreuk te begrijpen. Als een man zijn tijd en energie gebruikt om hard te werken voor zijn gezin, is de kans groot dat hij een betrekkelijke zekerheid bereikt (1 Tim. 5:8). Maar als hij zijn middelen verspilt met het najagen van dingen die niets waard zijn, is het duidelijk dat het hem ’ontbreekt aan hart’, aan een evenwichtig onderscheidingsvermogen en een goede motivatie. Zo iemand zal heel waarschijnlijk in behoeftige omstandigheden raken.

3. Hoe is de waarschuwing in de Bijbel in verband met dingen die niets waard zijn op onze aanbidding van toepassing?

3 We kunnen het beginsel van de spreuk ook op onze aanbidding van toepassing brengen. Een christen die Jehovah ijverig en trouw dient, blijkt ware zekerheid te genieten. Hij kan erop vertrouwen dat hij nu Gods zegen ontvangt en hij heeft een onwankelbare hoop voor de toekomst (Matth. 6:33; 1 Tim. 4:10). Maar een christen die zich laat afleiden door dingen die niets waard zijn, brengt zijn band met Jehovah en zijn vooruitzichten op eeuwig leven in gevaar. Hoe kunnen we dat vermijden? We moeten onderscheiden welke dingen in ons leven „niets waard zijn” en het vaste besluit nemen die af te wijzen. — Lees Titus 2:11, 12.

4. Wat zijn in het algemeen dingen die niets waard zijn?

4 Wat zijn dan dingen die niets waard zijn? Op zich kan het alles zijn wat ons ervan afleidt Jehovah van ganser harte te dienen. We zouden bijvoorbeeld aan diverse vormen van ontspanning kunnen denken. Natuurlijk is ontspanning op zijn plaats. Maar als we te veel tijd besteden aan ’leuke’ dingen ten koste van activiteiten die verband houden met onze aanbidding, wordt ontspanning iets waardeloos, iets wat een nadelige uitwerking op ons geestelijke welzijn heeft (Pred. 2:24; 4:6). Om dat te vermijden ontwikkelt een christen evenwichtigheid; hij let heel goed op hoe hij zijn waardevolle tijd besteedt. (Lees Kolossenzen 4:5.) Er zijn echter waardeloze dingen die veel gevaarlijker zijn dan ontspanning. Daartoe behoren valse goden.

Wijs goden af die niets waard zijn

5. Hoe wordt de uitdrukking „die niets waard zijn” vaak in de Bijbel gebruikt?

5 Het is interessant dat de uitdrukking „die niets waard zijn”, in de Bijbel meestal voor valse goden wordt gebruikt. Zo zei Jehovah tegen Israël: „Gij moogt u geen goden maken die niets waard zijn, en gij moogt u geen gesneden beeld of heilige zuil oprichten, en gij moogt geen steen als pronkstuk in uw land zetten, om u in de richting daarvan neer te buigen” (Lev. 26:1). Koning David schreef: „Jehovah is groot en zeer te loven, en hij is meer te vrezen dan alle andere goden. Want alle goden van de volken zijn goden die niets waard zijn. Wat Jehovah aangaat, hij heeft de hemel gemaakt.” — 1 Kron. 16:25, 26.

6. Waarom zijn valse goden niets waard?

6 Zoals David te kennen gaf, zijn we omringd met bewijzen van Jehovah’s grootheid (Ps. 139:14; 148:1-10). Wat een voorrecht was het voor de Israëlieten dat ze in een verbondsverhouding met Jehovah stonden! Wat was het dwaas om zich van hem af te keren en zich neer te buigen voor gesneden beelden en heilige zuilen! In crisissituaties bleken hun valse goden echt niets waard te zijn, niet bij machte zichzelf te redden, laat staan hun aanbidders. — Recht. 10:14, 15; Jes. 46:5-7.

7, 8. Hoe kan „de Rijkdom” als het ware een god worden?

7 In veel landen buigen mensen zich nog steeds voor beelden neer, en zulke goden zijn nu net zo nutteloos als in het verleden (1 Joh. 5:21). In de Bijbel worden echter naast beelden nog andere dingen goden genoemd. Neem bijvoorbeeld deze woorden van Jezus: „Niemand kan twee meesters als slaaf dienen, want hij zal óf de een haten en de ander liefhebben, óf zich aan de een hechten en de ander verachten. Gij kunt niet God en de Rijkdom als slaaf dienen.” — Matth. 6:24.

8 Hoe kan „de Rijkdom” als het ware een god worden? Denk als voorbeeld eens aan een steen die in het oude Israël in een veld lag. Zo’n steen kon gebruikt worden voor de bouw van een huis of een muur. Maar als hij werd neergezet als een „heilige zuil” of als een „pronkstuk”, dan werd hij een struikelblok voor Jehovah’s volk (Lev. 26:1). Zo is ook geld nuttig. Alleen al om in leven te blijven hebben we het nodig, en we kunnen het goed gebruiken in Jehovah’s dienst (Pred. 7:12; Luk. 16:9). Maar als we het najagen van geld vóór onze christelijke dienst laten gaan, dan wordt geld in feite een god voor ons. (Lees 1 Timotheüs 6:9, 10.) In een wereld waar mensen het najagen van rijkdom zo belangrijk vinden, moeten we ervoor zorgen dat we er een evenwichtige kijk op houden. — 1 Tim. 6:17-19.

9, 10. (a) Hoe staat een christen tegenover onderwijs? (b) Wat is een gevaar van hoger onderwijs?

9 Nog een voorbeeld van iets nuttigs dat iets waardeloos kan worden, is werelds onderwijs. We willen dat onze kinderen goed onderwijs genieten, zodat ze in hun onderhoud kunnen voorzien. Nog belangrijker is dat een goed onderlegde christen beter in staat is de Bijbel met begrip te lezen, problemen te beredeneren en tot deugdelijke conclusies te komen, en op een duidelijke en overtuigende manier Bijbelse waarheden te onderwijzen. Een goede opleiding kost tijd, maar die tijd is welbesteed.

10 Maar wat te denken van hoger, universitair onderwijs? Dat wordt algemeen bezien als onmisbaar voor succes. Helaas raakt het hoofd van velen die dat onderwijs volgen, uiteindelijk gevuld met schadelijke propaganda. Door dat onderwijs worden waardevolle jonge jaren verspild die het beste in Jehovah’s dienst gebruikt kunnen worden (Pred. 12:1). Misschien is het niet verwonderlijk dat in landen waar velen zulk onderwijs hebben genoten, het geloof in God een ongekend dieptepunt heeft bereikt. In plaats van zekerheid te verwachten van de hogere onderwijsstelsels van de wereld, vertrouwt een christen op Jehovah. — Spr. 3:5.

Laat vleselijke verlangens geen god worden

11, 12. Waarom zei Paulus over sommigen: „Hun god is hun buik”?

11 In zijn brief aan de Filippenzen wijst de apostel Paulus op iets anders dat een god kan worden. Hij spreekt over sommigen die eens medeaanbidders waren en zegt: „Er zijn er velen, ik heb al dikwijls over hen gesproken, maar nu spreek ik ook wenend over hen, die als vijanden van de martelpaal van de Christus wandelen, en hun einde is vernietiging en hun god is hun buik . . . en hun zinnen hebben zij gericht op dingen op de aarde” (Fil. 3:18, 19). Hoe kan iemands maag of buik een god zijn?

12 Blijkbaar was voor die bekenden van Paulus de wens zich over te geven aan vleselijke verlangens belangrijker geworden dan samen met Paulus Jehovah te dienen. Het kan zijn dat sommigen zich letterlijk te buiten zijn gegaan aan voedsel of drank, zodat er sprake was van vraatzucht of dronkenschap (Spr. 23:20, 21; vergelijk Deuteronomium 21:18-21). Anderen hadden er misschien voor gekozen hun kansen in de eerste-eeuwse wereld ten volle te benutten, waardoor ze afgeleid werden van het dienen van Jehovah. We mogen ons er nooit door het verlangen naar een zogenaamd goed leven toe laten bewegen het langzamer aan te gaan doen in onze met hart en ziel verrichte dienst voor Jehovah. — Kol. 3:23, 24.

13. (a) Wat is begerigheid, en hoe beschreef Paulus het? (b) Hoe kunnen we begerigheid vermijden?

13 Paulus sprak ook in een andere context over valse aanbidding. Hij schreef: „Doodt daarom uw lichaamsleden die op de aarde zijn ten aanzien van hoererij, onreinheid, seksuele begeerte, schadelijke verlangens en begerigheid, welke afgoderij is” (Kol. 3:5). Begerigheid is een sterk verlangen naar iets wat niet van ons is. Het kan daarbij om materiële dingen gaan. Zelfs ongeoorloofde seksuele verlangens kunnen eronder vallen (Ex. 20:17). Is het geen ernstig stemmende gedachte dat zulke verlangens neerkomen op afgoderij, de aanbidding van een valse god? Jezus maakte met een treffende beschrijving duidelijk hoe belangrijk het is om zulke verkeerde verlangens tot elke prijs te beheersen. — Lees Markus 9:47; 1 Joh. 2:16.

Pas op voor woorden die niets waard zijn

14, 15. (a) Wat werd velen in Jeremia’s tijd noodlottig? (b) Waarom waren Mozes’ woorden waardevol?

14 Tot de dingen die niets waard zijn kunnen ook woorden behoren. Jehovah zei bijvoorbeeld tegen Jeremia: „Leugen profeteren de profeten in mijn naam. Ik heb hen niet gezonden, noch heb ik hun bevel gegeven of tot hen gesproken. Een leugenvisioen en waarzeggerij en iets van nul en gener waarde en de bedriegerij van hun hart spreken zij profetisch tot ulieden” (Jer. 14:14). Die valse profeten beweerden in Jehovah’s naam te spreken, maar ze propageerden hun eigen denkbeelden, hun eigen wijsheid. Hun woorden waren dan ook „iets van nul en gener waarde”. Ze waren waardeloos en vormden een reële geestelijke bedreiging. In 607 v.G.T. vonden velen die acht hadden geslagen op die waardeloze woorden een vroegtijdige dood door de hand van Babylonische soldaten.

15 In tegenstelling daarmee zei Mozes tegen de Israëlieten: „Neemt al de woorden die ik heden als waarschuwing tot u spreek, ter harte . . . Want het is geen woord zonder waarde voor u, maar het betekent uw leven, en door dit woord kunt gij uw dagen verlengen op de bodem die gij aan de overzijde van de Jordaan in bezit gaat nemen” (Deut. 32:46, 47). Mozes’ woorden waren door God geïnspireerd. Ze waren dus waardevol, onmisbaar zelfs, voor het welzijn van de natie. Degenen die zich eraan hielden, hadden een lang leven en voorspoed. Laten we woorden die niets waard zijn altijd afwijzen en ons vastklampen aan waardevolle waarheidswoorden.

16. Hoe bezien we uitspraken van wetenschappers die in tegenspraak zijn met Gods Woord?

16 Horen we in onze tijd dingen zeggen die niets waard zijn? Ja. Er zijn bijvoorbeeld wetenschappers die zeggen dat de evolutietheorie en wetenschappelijke ontdekkingen op andere terreinen bewijzen dat het niet langer nodig is in God te geloven, dat alles te verklaren is met natuurlijke processen. Moeten zulke arrogante uitspraken ons zorgen baren? Natuurlijk niet! Er is verschil tussen menselijke wijsheid en Gods wijsheid (1 Kor. 2:6, 7). We weten echter dat wanneer menselijke leringen in tegenspraak zijn met wat God heeft geopenbaard, het altijd de menselijke leringen zijn die niet kloppen. (Lees Romeinen 3:4.) Ondanks de vooruitgang die de wetenschap op allerlei terreinen heeft geboekt, is het oordeel van de Bijbel over menselijke wijsheid onveranderd: „De wijsheid van deze wereld is dwaasheid bij God.” Vergeleken bij de oneindige wijsheid van God zijn de redeneringen van mensen waardeloos. — 1 Kor. 3:18-20.

17. Hoe moeten de woorden van de leiders der christenheid en van afvalligen worden beschouwd?

17 Nog een voorbeeld van woorden die niets waard zijn, komen we tegen bij de religieuze leiders van de christenheid. Ze beweren in Gods naam te spreken, maar de meeste van hun uitspraken zijn niet op de Bijbel gebaseerd, en wat ze zeggen is fundamenteel waardeloos. Ook afvalligen spreken woorden die niets waard zijn en beweren meer wijsheid te hebben dan de aangestelde „getrouwe en beleidvolle slaaf” (Matth. 24:45-47). Afvalligen brengen echter hun eigen wijsheid te berde, en hun woorden zijn niets waard, een struikelblok voor wie ernaar wil luisteren (Luk. 17:1, 2). Hoe kunnen we het vermijden door hen misleid te worden?

Hoe woorden die niets waard zijn af te wijzen

18. Op welke manieren kunnen we de raad in 1 Johannes 4:1 toepassen?

18 De bejaarde apostel Johannes gaf op dat punt voortreffelijke raad. (Lees 1 Johannes 4:1.) In overeenstemming met Johannes’ raad moedigen we personen die we bij de prediking ontmoeten altijd aan om dat wat hun geleerd is te beproeven door het met de Bijbel te vergelijken. Dat is ook voor ons een goede gewoonte. Als ons uitspraken ter ore komen die kritiek op de waarheid behelzen of neerkomen op lasterlijke opmerkingen over de gemeente, de ouderlingen of iemand van onze broeders of zusters, dan hechten we daar niet automatisch geloof aan. In plaats daarvan vragen we ons af: Handelt degene die dit verhaal rondstrooit in harmonie met wat de Bijbel zegt? Komen deze verhalen of beweringen Jehovah’s voornemen ten goede? Bevorderen ze de vrede van de gemeente? Alles wat we horen dat de broederschap afbreekt in plaats van opbouwt, is iets waardeloos. — 2 Kor. 13:10, 11.

19. Hoe zorgen ouderlingen ervoor dat hun woorden niet waardeloos zijn?

19 Op het punt van woorden die niets waard zijn, kunnen ook ouderlingen iets belangrijks leren. Als er van hen verlangd wordt dat ze raad geven, houden ze hun eigen beperkingen in gedachte en matigen ze zich niet aan raad te geven die uitsluitend op hun eigen kennis gebaseerd is. Ze moeten altijd naar de Bijbel verwijzen. Een deugdelijke maatstaf vinden we in Paulus’ woorden: „Gaat niet buiten de dingen die geschreven staan” (1 Kor. 4:6). Ouderlingen gaan niet buiten de dingen die in de Bijbel staan. En bij uitbreiding gaan ze niet buiten de op de Bijbel gebaseerde raad in de publicaties van de getrouwe en beleidvolle slaaf.

20. Op welke manieren worden we geholpen dingen die niets waard zijn af te wijzen?

20 Dingen die niets waard zijn — of het nu om „goden”, woorden of iets anders gaat — zijn zeer schadelijk. Daarom bidden we altijd om Jehovah’s hulp om ze als zodanig te herkennen, en we zoeken zijn leiding bij het afwijzen ervan. Als we dat doen, stemmen we in feite in met de woorden van de psalmist: „Wend mijn ogen af, opdat ze dat wat waardeloos is niet zien; houd mij op úw weg in het leven” (Ps. 119:37). In het volgende artikel gaan we verder bespreken hoe waardevol het is Jehovah’s leiding te aanvaarden.

Kun je dit uitleggen?

• Wat zijn in het algemeen dingen die we moeten afwijzen omdat ze „niets waard zijn”?

• Hoe kunnen we voorkomen dat geld als het ware een god wordt?

• Hoe kunnen vleselijke verlangens afgoderij worden?

• Hoe kunnen we waardeloze woorden afwijzen?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 3]

De Israëlieten werden aangemoedigd ’hun land te bebouwen’ en geen dingen na te jagen die niets waard zijn

[Illustratie op blz. 5]

Laat nooit toe dat je het door het verlangen naar materiële dingen langzamer aan gaat doen in Jehovah’s dienst

[Illustratie op blz. 6]

De woorden van ouderlingen kunnen van grote waarde zijn