Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Welkom op de beste levensweg!

Welkom op de beste levensweg!

Welkom op de beste levensweg!

’Of wij nu leven of sterven, wij behoren Jehovah toe.’ — ROMEINEN 14:8.

1. Wat leerde Jezus zijn volgelingen over de beste levensweg?

JEHOVAH wil dat we de beste levensweg bewandelen. Mensen kunnen allerlei wegen bewandelen, maar slechts één weg is de beste. Het allerbeste wat we met ons leven kunnen doen, is leven naar Gods Woord en leren van zijn Zoon, Jezus Christus. Jezus leerde zijn volgelingen God te aanbidden met geest en waarheid, en hij droeg hun op discipelen te maken (Matth. 28:19, 20; Joh. 4:24). Door in harmonie met Jezus’ instructies te leven, behagen we Jehovah en genieten we Zijn zegen.

2. Hoe reageerden velen in de eerste eeuw op de Koninkrijksboodschap, en wat wilde het zeggen tot „De Weg” te behoren?

2 Wanneer mensen die „de juiste gezindheid voor het eeuwige leven” hebben gelovigen worden en zich laten dopen, hebben we deugdelijke redenen om tegen hen te zeggen: ’Welkom op de beste levensweg!’ (Hand. 13:48) In de eerste eeuw van onze jaartelling aanvaardden duizenden mensen uit verschillende volken de waarheid en maakten ze in het openbaar hun toewijding aan God kenbaar door zich te laten dopen (Hand. 2:41). Die vroege discipelen behoorden tot „De Weg” (Hand. 9:2; 19:23). Die uitdrukking was passend omdat degenen die volgelingen van Christus werden, zich aan een leefwijze hielden die draaide om geloof in hem en om het volgen van zijn voorbeeld (1 Petr. 2:21).

3. Waarom laten Jehovah’s aanbidders zich dopen, en hoeveel zijn er de afgelopen tien jaar gedoopt?

3 Het maken van discipelen vindt in deze laatste dagen in versneld tempo plaats en gebeurt nu in meer dan 230 landen. In de afgelopen tien jaar hebben ruim 2.700.000 personen het besluit genomen Jehovah te dienen en zich als symbool van hun opdracht aan hem te laten dopen. Dat is gemiddeld meer dan vijfduizend personen per week! Het besluit tot de doop is gebaseerd op liefde voor God, kennis van de Bijbel en geloof in wat de Bijbel leert. De doop is een mijlpaal in ons leven die het begin markeert van een innige band met Jehovah en tevens een uiting is van het vertrouwen dat hij ons zal helpen hem getrouw te dienen, net zoals hij zijn aanbidders uit de oudheid heeft geholpen zijn weg te bewandelen (Jes. 30:21).

Waarom je je moet laten dopen

4, 5. Noem enkele van de zegeningen en voordelen als je je laat dopen.

4 Misschien heb je kennis van God vergaard en heb je veranderingen in je leven aangebracht en ben je nu een niet-gedoopte verkondiger. Die vooruitgang is prijzenswaardig. Maar heb je je ook in gebed aan God opgedragen en hoop je gedoopt te worden? Door je studie van de Bijbel weet je nu hoogstwaarschijnlijk dat je leven gericht moet zijn op het loven van Jehovah en niet louter op het behagen van jezelf of het verwerven van materiële bezittingen. (Lees Psalm 148:11-13; Luk. 12:15.) Wat zijn dan enkele van de zegeningen en voordelen als je je laat dopen?

5 Als opgedragen christen zal je leven het hoogste doel hebben. Je zult gelukkig zijn omdat je Gods wil doet (Rom. 12:1, 2). Jehovah’s heilige geest zal christelijke eigenschappen als vrede en geloof in je teweegbrengen (Gal. 5:22, 23). God zal je gebeden verhoren en je inspanningen zegenen om je leven in overeenstemming te brengen met zijn Woord. Je bediening zal vreugdevol zijn, en doordat je leeft op de manier die God goedkeurt, zal je hoop op eeuwig leven krachtiger worden. Bovendien zal uit je opdracht en je doop blijken dat je werkelijk een van Jehovah’s Getuigen wilt zijn (Jes. 43:10-12).

6. Wat maken we met onze doop kenbaar?

6 Door ons aan God op te dragen en ons te laten dopen, maken we kenbaar dat we Jehovah toebehoren. „Niemand van ons leeft in feite alleen met betrekking tot zichzelf, en niemand sterft alleen met betrekking tot zichzelf”, schreef Paulus, „want indien wij leven, dan leven wij voor Jehovah, en ook indien wij sterven, dan sterven wij voor Jehovah. Derhalve behoren wij of wij nu leven of sterven, Jehovah toe” (Rom. 14:7, 8). God heeft ons vereerd met een vrije wil. Als we het vaste besluit nemen deze levensweg te volgen omdat we God liefhebben, verheugen we zijn hart (Spr. 27:11). Onze doop is zowel een symbool van onze opdracht aan God als een openbare bekendmaking dat hij onze Soeverein is. Onze doop laat zien dat we ons aan zijn kant van de strijdvraag inzake de universele soevereiniteit hebben geschaard (Hand. 5:29, 32). Jehovah op zijn beurt staat aan onze kant. (Lees Psalm 118:6.) De doop ontsluit voor ons ook de weg om nu en in de toekomst nog heel wat meer geestelijke zegeningen te ontvangen.

Gezegend met een liefdevolle broederschap

7-9. (a) Welke verzekering gaf Jezus aan degenen die alle dingen verlaten hadden en hem volgden? (b) Hoe gaat Jezus’ in Markus 10:29, 30 opgetekende belofte in vervulling?

7 De apostel Petrus zei tegen Jezus: „Zie! Wij hebben alles verlaten en zijn u gevolgd; wat zal ons eigenlijk ten deel vallen?” (Matth. 19:27) Petrus wilde weten wat de toekomst hem en Jezus’ andere discipelen zou brengen. Om zich geheel en al aan de Koninkrijksprediking te wijden, hadden ze grote offers gebracht (Matth. 4:18-22). Welke verzekering gaf Jezus hun?

8 Volgens Markus’ parallelle verslag gaf Jezus te kennen dat zijn discipelen deel zouden uitmaken van een geestelijke broederschap. Hij zei: „Niemand heeft huis of broers of zusters of moeder of vader of kinderen of velden ter wille van mij en ter wille van het goede nieuws verlaten, die niet nu, in deze tijdsperiode, honderdvoudig zal ontvangen, huizen en broers en zusters en moeders en kinderen en velden, mét vervolgingen, en in het komende samenstel van dingen eeuwig leven” (Mark. 10:29, 30). Eerste-eeuwse christenen, onder wie Lydia, Aquila, Priskilla en Gajus, behoorden tot degenen die geloofsgenoten van „huizen” voorzagen en „broers en zusters en moeders” voor hen werden, zoals Jezus had beloofd (Hand. 16:14, 15; 18:2-4; 3 Joh. 1, 5-8).

9 Wat Jezus zei, heeft nu een grotere vervulling. De „velden” die zijn volgelingen achterlaten, slaan op de middelen van bestaan die velen, onder wie zendelingen, leden van de Bethelfamilie, internationale dienaren en anderen, gewillig opgeven om de Koninkrijksbelangen in allerlei landen te bevorderen. Veel broeders en zusters hebben hun huis verlaten om hun leven te vereenvoudigen, en het is een genot hun ervaringen te horen waaruit blijkt hoe Jehovah voor hen heeft gezorgd en hoe hun dienst voor hem hen gelukkig heeft gemaakt (Hand. 20:35). Bovendien kunnen alle gedoopte aanbidders van Jehovah als deel van de wereldwijde christelijke broederschap ervaren wat een zegen het is ’eerst het koninkrijk en Gods rechtvaardigheid te zoeken’ (Matth. 6:33).

Veilig in „de schuilplaats”

10, 11. Wat is „de schuilplaats van de Allerhoogste”, en hoe kunnen we er toegang toe krijgen?

10 De opdracht en de doop leiden tot nog een rijke zegen: het voorrecht in „de schuilplaats van de Allerhoogste” te wonen. (Lees Psalm 91:1.) Dat is een figuurlijke plaats van veiligheid en zekerheid, een toestand van bescherming tegen geestelijke schade. Het is een geheime plaats omdat mensen die het aan een geestelijke kijk ontbreekt en die niet op God vertrouwen, die plaats niet kennen. Door in overeenstemming met onze opdracht te leven en ten volle op Jehovah te vertrouwen, zeggen we in feite tegen hem: „Gij zijt mijn toevlucht en mijn vesting, mijn God, op wie ik wil vertrouwen” (Ps. 91:2). Jehovah God wordt onze veilige woning (Ps. 91:9). Wie zou zich meer kunnen wensen?

11 De toegang tot „de schuilplaats” van Jehovah impliceert ook dat we gezegend zijn met het voorrecht een persoonlijke band met hem ontwikkeld te hebben. Dat begint met de opdracht en de doop. Daarna bouwen we verder aan onze band met God door dicht tot hem te naderen door Bijbelstudie, innige gebeden en volkomen gehoorzaamheid (Jak. 4:8). Niemand heeft Jehovah ooit nader gestaan dan Jezus, wiens vertrouwen in de Schepper nooit gewankeld heeft (Joh. 8:29). Laten we daarom nooit twijfelen aan Jehovah of aan zijn verlangen en vermogen om ons te helpen ons aan onze opdrachtsgelofte te houden (Pred. 5:4). De geestelijke voorzieningen die God voor zijn volk heeft getroffen, zijn het onmiskenbare bewijs dat hij echt van ons houdt en wil dat we erin slagen hem te dienen.

Heb waardering voor ons geestelijke paradijs

12, 13. (a) Wat is het geestelijke paradijs? (b) Hoe zullen we nieuwelingen kunnen helpen?

12 De opdracht en de doop ontsluiten ook de weg voor ons om in het gezegende geestelijke paradijs te wonen. Het is een uniek geestelijk milieu dat we delen met geloofsgenoten, die in vrede met Jehovah God en met elkaar leven (Ps. 29:11; Jes. 54:13). De wereld heeft niets wat met ons geestelijke paradijs te vergelijken is. Dat blijkt vooral op internationale congressen, waar onze broeders en zusters uit heel wat landen, talen en etnische groepen bijeenkomen in een sfeer van vrede, eenheid en broederlijke liefde.

13 Het geestelijke paradijs waarin we ons verheugen, steekt sterk af bij de huidige jammerlijke toestanden in de wereld. (Lees Jesaja 65:13, 14.) Door de Koninkrijksboodschap te verkondigen, hebben we het voorrecht anderen uit te nodigen het geestelijke paradijs binnen te gaan. Het is ook een zegen anderen te helpen die zich onlangs bij de gemeente hebben aangesloten en gebaat zouden zijn bij opleiding in de velddienst. Op aanwijzing van de ouderlingen kunnen we gezegend worden met het voorrecht bepaalde nieuwelingen te helpen, zoals Aquila en Priskilla ’de weg van God juister uitlegden’ aan Apollos (Hand. 18:24-26).

Blijf van Jezus leren

14, 15. Welke deugdelijke redenen hebben we om van Jezus te blijven leren?

14 We hebben deugdelijke redenen om van Jezus te blijven leren. In zijn voormenselijk bestaan heeft Jezus talloze millennia met zijn Vader samengewerkt (Spr. 8:22, 30). Hij wist dat de beste levensweg draaide om het dienen van God en getuigenis afleggen van de waarheid (Joh. 18:37). Het was Jezus duidelijk dat elke andere levensweg zelfzuchtig en kortzichtig zou zijn. Hij wist dat hij zwaar op de proef gesteld en ter dood gebracht zou worden (Matth. 20:18, 19; Hebr. 4:15). Als ons Voorbeeld heeft hij ons geleerd hoe onze rechtschapenheid te bewaren.

15 Kort nadat Jezus was gedoopt, probeerde Satan hem ertoe te verleiden de beste levensweg te verlaten, maar tevergeefs (Matth. 4:1-11). Dat leert ons dat ongeacht wat Satan doet, we onze rechtschapenheid kunnen bewaren. Het ligt voor de hand dat hij zijn aandacht richt op degenen die in de richting van de doop gaan en op pasgedoopten (1 Petr. 5:8). Er kan tegenstand komen van goedbedoelende maar slecht geïnformeerde familieleden. Zulke beproevingen bieden ons echter wel gelegenheden om van goede christelijke eigenschappen als respect en tact blijk te geven bij het beantwoorden van vragen en het geven van getuigenis (1 Petr. 3:15). Die ervaringen kunnen daarom een positieve uitwerking hebben op degenen die naar ons luisteren (1 Tim. 4:16).

Blijf op de beste levensweg!

16, 17. (a) Welke drie basisvereisten voor leven staan in Deuteronomium 30:19, 20? (b) Hoe hebben Jezus, Johannes en Paulus Mozes’ woorden onderschreven?

16 Zo’n 1500 jaar voordat Jezus op aarde was, spoorde Mozes de Israëlieten aan de beste levensweg te kiezen die toen mogelijk was. Hij zei: „Ik neem heden de hemel en de aarde tegen u tot getuigen, dat ik u het leven en de dood heb voorgelegd, de zegen en de vervloeking; en gij moet het leven kiezen, opdat gij moogt blijven leven, gij en uw nageslacht, door Jehovah, uw God, lief te hebben, door naar zijn stem te luisteren en door hem aan te hangen” (Deut. 30:19, 20). Israël was God ontrouw, maar de drie basisvereisten voor leven die Mozes opnoemde, zijn niet veranderd. Ze werden opnieuw vermeld door Jezus en anderen.

17 Ten eerste ’moeten we Jehovah, onze God, liefhebben’. We laten zien dat we God liefhebben door in overeenstemming met zijn rechtvaardige wegen te handelen (Matth. 22:37). Ten tweede moeten we ’naar Jehovah’s stem luisteren’ door zijn Woord te bestuderen en zijn geboden te gehoorzamen (1 Joh. 5:3). Dat betekent dat we geregeld aanwezig moeten zijn op de vergaderingen, waar de Bijbel wordt besproken (Hebr. 10:23-25). Ten derde moeten we ’Jehovah aanhangen’, dat wil zeggen, volharden in het doen van zijn wil. Laten we, ongeacht waar we voor komen te staan, altijd geloof oefenen in God en zijn Zoon navolgen (2 Kor. 4:16-18).

18. (a) Hoe beschreef The Watch Tower de waarheid in 1914? (b) Hoe moeten we nu over het waarheidslicht denken?

18 Wat is het een zegen in overeenstemming met de Bijbelse waarheid te leven! In 1914 stond in The Watch Tower deze veelzeggende uitspraak te lezen: „Zijn wij niet een gezegend, gelukkig volk? Is niet onze God getrouw? Als iemand iets beters kent, laat hij daar dan voor kiezen. Als iemand van jullie ooit iets beters vindt, hopen we dat van jullie te horen. Wij kennen niets beters, niet eens iets wat half zo goed is als wat we in het Woord van God hebben gevonden. (...) Geen tong of pen kan de vrede, de vreugde en de zegen beschrijven die een duidelijke kennis van de ware God in ons hart en ons leven heeft gebracht. Door het Verhaal van Gods Wijsheid, Gerechtigheid, Macht en Liefde worden de begeerten van zowel ons hoofd als ons hart volledig bevredigd. Wij zoeken niet verder. Er is niets wat wenselijker is dan dit prachtige Verhaal duidelijker voor onze geest te krijgen” (The Watch Tower, 15 december 1914, blz. 377, 378). We zijn nog net zo dankbaar voor het geestelijke licht en de waarheid. We hebben nu zelfs nog meer reden om blij te zijn dat we „in het licht van Jehovah wandelen” (Jes. 2:5; Ps. 43:3; Spr. 4:18).

19. Waarom moeten degenen die voor de doop in aanmerking komen die stap onverwijld nemen?

19 Als jij ’in het licht van Jehovah wilt wandelen’ maar nog geen opgedragen, gedoopte christen bent, wacht dan niet langer. Doe wat er nodig is om te voldoen aan de Bijbelse vereisten voor de doop, de unieke manier om dankbaarheid te tonen voor wat God en Christus voor ons hebben gedaan. Geef Jehovah je waardevolste fysieke bezit: je leven. Laat zien dat je van plan bent Gods wil te doen door zijn Zoon na te volgen (2 Kor. 5:14, 15). Dat is zonder enige twijfel de beste levensweg!

Wat zou je antwoorden?

• Wat wordt door onze doop gesymboliseerd?

• Tot welke zegeningen leiden de opdracht aan God en de doop?

• Waarom is van Jezus leren zo belangrijk?

• Wat zal ons helpen op de beste levensweg te blijven?

[Studievragen]

[Illustratie op blz. 25]

Je doop laat zien dat je de beste levensweg hebt gekozen

[Illustraties op blz. 26]

Ben je veilig in „de schuilplaats”?