Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Als je partner je vertrouwen heeft beschaamd

Als je partner je vertrouwen heeft beschaamd

Als je partner je vertrouwen heeft beschaamd

MARGARITA * en haar man, Raúl, hadden Jehovah samen heel wat jaren als volletijdpredikers gediend. Maar kort na de geboorte van hun eerste kind begon Raúl zich van Jehovah af te keren. Uiteindelijk ging hij een immoreel leven leiden en werd uitgesloten. Margarita zegt: „Toen dat allemaal gebeurde, dacht ik dat ik doodging. Ik was er kapot van, en ik wist niet wat ik moest beginnen.”

Jane’s vertrouwen en genegenheid werden kort na haar huwelijk op een andere manier beschaamd. Haar man begon haar te mishandelen. Ze zegt: „De eerste keer dat hij me sloeg, was ik stomverbaasd en voelde ik me verward en vernederd. Het werd een gewoonte van hem me te mishandelen en daarna om vergeving te smeken. Ik dacht dat het mijn christelijke plicht was altijd te vergeven en te vergeten. Ik dacht ook dat het deloyaal zou zijn met iemand — zelfs met de ouderlingen in onze gemeente — over ons probleem te praten. Dit patroon van mishandelen en vergeven ging jarenlang door. Al die tijd dacht ik dat ik er toch op de een of andere manier voor moest kunnen zorgen dat mijn man van me ging houden. Toen hij mij en onze dochter uiteindelijk verliet, vond ik dat ik gefaald had, dat ik meer had moeten doen of zeggen om het huwelijk intact te houden.”

Misschien heb je net als Margarita en Jane emotionele, financiële en geestelijke problemen omdat je man je vertrouwen heeft beschaamd. Of misschien ben je een man die intens veel verdriet en pijn heeft omdat je vrouw overspel heeft gepleegd. We leven ontegenzeglijk in ’kritieke tijden, die moeilijk zijn door te komen,’ zoals de Bijbel heeft voorzegd. Die profetie maakt duidelijk dat de gezinsband tijdens „de laatste dagen” onder vuur zou komen te liggen, en dat er in veel gevallen totaal geen natuurlijke genegenheid zou zijn. Sommigen zouden beweren God te dienen, maar zouden daar niet naar leven (2 Tim. 3:1-5). Ware christenen zijn niet immuun voor die problemen. De vraag is dan ook: wat kan je helpen te volharden als je vertrouwen is beschaamd?

Zie jezelf zoals Jehovah je ziet

In het begin vind je het misschien moeilijk te geloven dat iemand van wie je houdt, je zo veel pijn heeft kunnen doen. Je zou zelfs jezelf de schuld kunnen gaan geven van zijn of haar zondige gedrag.

Bedenk echter dat zelfs de volmaakte Jezus bedrogen en verraden werd door iemand die hij vertrouwde en liefhad. Jezus had zijn naaste vrienden, zijn apostelen, uitgekozen na er zorgvuldig en onder gebed over nagedacht te hebben. Het waren alle twaalf betrouwbare aanbidders van Jehovah. Jezus zal dus ongetwijfeld veel verdriet hebben gehad toen Judas „een verrader werd” (Luk. 6:12-16). Maar Jehovah stelde Jezus niet verantwoordelijk voor Judas’ daden.

Het is waar dat momenteel geen enkele huwelijkspartner volmaakt is. Beide partners maken fouten. Een geïnspireerde psalmist schreef realistisch: „Indien gij op dwalingen zoudt letten, o Jah, o Jehovah, wie zou stand kunnen houden?” (Ps. 130:3) In navolging van Jehovah moeten beide partners geneigd zijn elkaars onvolmaaktheden door de vingers te zien (1 Petr. 4:8).

Maar „een ieder van ons [zal] voor zichzelf rekenschap afleggen aan God” (Rom. 14:12). Als een huwelijkspartner er een gewoonte van maakt de ander uit te schelden of te mishandelen, dan is het de schuldige die verantwoording moet afleggen aan Jehovah. Jehovah veroordeelt geweld en schimpend gepraat, dus er is nooit een geldige reden om je partner zo uitgesproken liefdeloos en respectloos te behandelen (Ps. 11:5; Ef. 5:33; Kol. 3:6-8). Een christen die herhaaldelijk en zonder berouw toegeeft aan woede-uitbarstingen, moet uitgesloten worden (Gal. 5:19-21; 2 Joh. 9, 10). Als een huwelijkspartner zulk onchristelijk gedrag aan de ouderlingen meldt, hoeft hij of zij zich niet schuldig te voelen. Jehovah heeft juist medegevoel met de slachtoffers van zo’n slechte behandeling.

Een huwelijkspartner die overspel pleegt, zondigt niet alleen tegen de onschuldige partner maar ook tegen Jehovah (Matth. 19:4-9; Hebr. 13:4). Als de onschuldige partner alles heeft gedaan om volgens Bijbelse beginselen te leven, is er geen reden voor schuldgevoelens wegens de zondige, trouweloze daad van de overspelige partner.

Bedenk dat Jehovah weet hoe je je voelt. Hij beschrijft zichzelf als de echtgenoot-eigenaar van de natie Israël, en in zijn Woord staan veel ontroerende passages die duidelijk maken hoeveel verdriet hij had van de geestelijk overspelige daden van die natie (Jes. 54:5, 6; Jer. 3:1, 6-10). Wees ervan verzekerd dat Jehovah zich heel goed bewust is van de tranen die je vergiet als je partner op een of andere manier je vertrouwen heeft beschaamd (Mal. 2:13, 14). Hij weet dat je behoefte hebt aan troost en aanmoediging.

Hoe Jehovah troost geeft

Een van de manieren waarop Jehovah troost geeft, is via de christelijke gemeente. Jane heeft dat ondervonden. „Het bezoek van de kringopziener kwam op een moment dat ik het emotioneel heel moeilijk had”, vertelt ze. „Hij wist hoe ellendig ik me voelde omdat mijn man echtscheiding had aangevraagd. Hij nam de tijd om met me te redeneren over Schriftplaatsen als 1 Korinthiërs 7:15. De Bijbelteksten en zijn vriendelijke woorden hielpen me mijn schuldgevoel kwijt te raken en gaven me wat innerlijke vrede.” *

De eerder genoemde Margarita heeft eveneens ondervonden dat Jehovah via de gemeente praktische hulp geeft. Ze zegt: „Toen duidelijk werd dat mijn man geen berouw had, vertrok ik met mijn kinderen naar een andere stad. Daar aangekomen kon ik ergens twee kamers huren. De volgende dag was ik, overmand door verdriet, onze spullen aan het uitpakken toen er op de deur werd geklopt. Ik dacht dat het de hospita was, die naast ons woonde. Tot mijn verbazing was het de zuster van wie mijn moeder Bijbelstudie had gekregen en die ons had geholpen de waarheid te leren kennen. Ze had niet verwacht mij te ontmoeten, maar ze was hierheen gekomen omdat ze de Bijbel bestudeerde met mijn hospita. Het was zo’n verademing haar te zien dat ik mijn emoties niet kon bedwingen. Ik legde uit wat er aan de hand was, en we huilden samen. Ze regelde onmiddellijk dat we die dag de vergadering konden bijwonen. De gemeente verwelkomde ons hartelijk, en de ouderlingen troffen praktische regelingen om me te helpen voor de geestelijke behoeften van mijn gezin te zorgen.”

Hoe anderen kunnen helpen

De gemeenteleden kunnen inderdaad op veel manieren praktische steun geven. Margarita bijvoorbeeld moest nu werk zoeken. Een gezin in de gemeente bood aan om de kinderen na schooltijd op te vangen als dat nodig was.

„Wat ik echt waardeer,” zegt Margarita, „is als broeders en zusters aanbieden om met mij en mijn kinderen in de velddienst te gaan.” Door zulke praktische steun dragen de gemeenteleden „elkaars lasten” en vervullen zo „de wet van de Christus” (Gal. 6:2).

Degenen die te lijden hebben van de zonden van anderen stellen dit soort praktische hulp echt op prijs. Monique werd door haar man in de steek gelaten, bleef achter met 10.000 euro schuld en moest vier kinderen grootbrengen. Ze zegt: „Mijn broeders en zusters waren heel lief voor me. Ik kan me niet indenken hoe ik het zonder hun steun gered zou hebben. Ik heb het gevoel dat Jehovah in geweldige broeders heeft voorzien. Ze hebben zich echt voor mijn kinderen ingespannen. Ik heb de vreugde gesmaakt mijn kinderen met die hulp tot geestelijke rijpheid te zien opgroeien. Als ik raad nodig had, hielpen de ouderlingen me. Als ik behoefte had om met iemand te praten, luisterden ze” (Mark. 10:29, 30).

Natuurlijk zal een liefdevolle vriend of vriendin aanvoelen wanneer het beter is iemands droevige ervaring niet ter sprake te brengen (Pred. 3:7). Margarita zegt: „Meestal praatte ik met de zusters in mijn nieuwe gemeente over de prediking, onze Bijbelstudies, onze kinderen — over alles behalve mijn problemen. Ik was blij dat ze me het verleden lieten vergeten en me hielpen opnieuw te beginnen.”

Weersta de neiging om wraak te nemen

In plaats van je op de een of andere manier verantwoordelijk te voelen voor de zonden van je partner, kun je er soms juist kwaad over zijn dat jij het zo moeilijk hebt door zijn of haar fouten. Als je die wrokgevoelens laat voortwoekeren, kunnen ze je besluit om Jehovah trouw te blijven, ondermijnen. Je kunt bijvoorbeeld geneigd zijn naar manieren te zoeken om wraak te nemen op je ontrouwe partner.

Als je beseft dat je met zulke opgekropte gevoelens zit, zou je over het voorbeeld van Jozua en Kaleb kunnen nadenken. Deze gelovige mannen waagden hun leven om het beloofde land te verkennen. De andere verkenners hadden geen geloof en keerden het volk van het gehoorzamen van Jehovah af. Sommige Israëlieten wilden Jozua en Kaleb zelfs stenigen toen ze het volk probeerden aan te moedigen om geloof te blijven oefenen (Num. 13:25–14:10). Als gevolg van Israëls handelwijze waren Jozua en Kaleb gedwongen veertig jaar in de woestijn rond te zwerven, niet door hun eigen schuld maar door die van anderen.

Hoewel Jozua en Kaleb zich waarschijnlijk teleurgesteld gevoeld zullen hebben, raakten ze niet verbitterd door de zonden van hun broeders. Ze concentreerden zich op het bewaren van hun geestelijke evenwicht. Aan het eind van de veertig jaar in de woestijn werden ze, samen met de levieten, beloond doordat ze die generatie overleefden en het beloofde land mochten binnengaan (Num. 14:28-30; Joz. 14:6-12).

Je kunt nog heel lang last hebben van wat je ontrouwe partner heeft gedaan. Er komt misschien een eind aan je huwelijk, maar daarna kun je het emotioneel en financieel heel moeilijk hebben. Laat je niet door sombere gedachten overweldigen, maar bedenk dat Jehovah het beste weet hoe hij mensen die opzettelijk zijn maatstaven negeren moet aanpakken, zoals de ontrouwe Israëlieten in de woestijn hebben gemerkt (Hebr. 10:30, 31; 13:4).

Je kunt het aan!

Laat je niet door negatieve gedachten ontmoedigen, maar vul je geest met Jehovah’s gedachten. „Ik heb gemerkt dat naar bandopnamen van De Wachttoren en Ontwaakt! luisteren me hielp om de situatie aan te kunnen”, zegt Jane. „Ook de vergaderingen gaven me veel kracht. Door er een actief aandeel aan te hebben, werd ik geholpen niet aan mijn problemen te denken. De prediking droeg daar ook toe bij. Door anderen te helpen geloof in Jehovah te ontwikkelen, sterkte ik mijn eigen geloof. En de zorg voor Bijbelstudenten hielp me mijn gedachten op de belangrijker dingen te concentreren.”

De eerder genoemde Monique zegt: „Door geregeld de vergaderingen te bezoeken en zo vaak mogelijk in de velddienst te gaan, heb ik kunnen volharden. Als gezin hebben we een hechtere band met elkaar en met de gemeente gekregen. Mijn pijnlijke ervaring heeft me geholpen mijn eigen zwakheden in te zien. Ik ben op de proef gesteld, maar met Jehovah’s hulp kan ik het aan.”

Ook jij bent in staat zulke beproevingen het hoofd te bieden. Probeer ondanks je verdriet Paulus’ geïnspireerde raad op te volgen: ’Laten wij het niet opgeven te doen wat voortreffelijk is, want te zijner tijd zullen wij oogsten indien wij het niet moe worden’ (Gal. 6:9).

[Voetnoten]

^ ¶2 Sommige namen zijn veranderd.

^ ¶13 Zie voor een uitvoerige bespreking van de Bijbelse kijk op echtscheiding en uiteengaan Blijf in Gods liefde, blz. 125-130, 219-221.

[Illustratie op blz. 31]

Iemand die door de partner in de steek is gelaten, is blij met wat hulp in de velddienst