Vragen van lezers

Hoe moeten we de informatie in het jaarbericht opvatten?

We kijken elk jaar weer uit naar het dienstbericht in het Jaarboek. Het is geweldig te zien wat we wereldwijd bereikt hebben in de prediking. Maar het is goed om te weten waar de cijfers precies voor staan en hoe we er een evenwichtige kijk op kunnen hebben. Hier volgen een paar voorbeelden.

Dienstjaar. Dit loopt van september tot en met augustus. Het Jaarboek bevat het bericht van het voorafgaande dienstjaar. Het Jaarboek 2011 bevat dus het bericht over het dienstjaar 2010, dat begon op 1 september 2009 en eindigde op 31 augustus 2010.

Hoogtepunt verkondigers en Gemiddelde verkondigers. Hieronder vallen zowel gedoopte als ongedoopte verkondigers. ’Hoogtepunt verkondigers’ is het aantal verkondigers in de maand waarin het grootste aantal berichten werd ingeleverd. Dat omvat ook berichten van een voorgaande maand die te laat waren ingeleverd, waardoor sommige verkondigers dus dubbel worden geteld. Maar verkondigers die in die maand vergeten zijn hun bericht in te leveren, worden niet meegerekend. Dat laat zien hoe belangrijk het is elke maand op tijd je bericht in te leveren. ’Gemiddelde verkondigers’ is het gemiddelde van het aantal verschillende verkondigers die maandelijks bericht inleveren.

Totaal uren. We hebben volgens het Jaarboek 2011 meer dan 1,6 miljard uur in de velddienst gestaan. Maar we besteden natuurlijk nog veel meer tijd aan onze aanbidding, bijvoorbeeld voor herderlijk werk, vergaderingsbezoek, persoonlijke studie en meditatie.

Uitgegeven geld. In het dienstjaar 2010 is ruim $155 miljoen uitgegeven om speciale pioniers, zendelingen en reizende opzieners in hun velddiensttoewijzingen te ondersteunen. Maar in dit bedrag zitten niet de kosten voor het drukken van onze lectuur en de zorg voor de ruim 20.000 leden van de wereldwijde Bethelfamilie.

Avondmaaldeelnemers. Dit is het aantal gedoopte personen wereldwijd die tijdens de Gedachtenisviering van de symbolen gebruiken. Is dat getal gelijk aan het aantal gezalfden op aarde? Niet per se. Iemand kan onterecht denken de hemelse hoop te hebben, bijvoorbeeld door zijn vroegere geloofsovertuiging of zijn psychische of emotionele gesteldheid. We kunnen dus niet exact nagaan hoeveel gezalfden er op aarde zijn, maar dat hoeft ook niet. Het Besturende Lichaam houdt geen lijst bij van alle deelnemers, want het onderhoudt geen wereldwijd netwerk van gezalfden. *

Wat we wel weten, is dat er nog enkele gezalfde „slaven van onze God” op aarde zullen zijn als de vernietigende winden van de grote verdrukking losgelaten worden (Openb. 7:1-3). Tot die tijd zullen de gezalfden de leiding nemen in het werk dat in ons jaarbericht goed is vastgelegd: de grootste predikingscampagne ooit.

[Voetnoot]