Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Geeft het je vreugde te kunnen geven?

Geeft het je vreugde te kunnen geven?

Geeft het je vreugde te kunnen geven?

DE CHRISTENEN in Filippi stonden bekend om hun gulle ondersteuning van de ware aanbidding. Onder inspiratie schreef Paulus aan hen: „Telkens wanneer ik aan u denk, dank ik mijn God altijd in al mijn smekingen voor u allen, terwijl ik mijn smeking met vreugde opzend, wegens de bijdrage die gij van de eerste dag af tot dit ogenblik toe aan het goede nieuws hebt geschonken” (Fil. 1:3-5). Paulus kon zich nog goed herinneren dat Lydia en haar huisgezin gedoopt werden. Ze was heel gastvrij en stond erop dat hij en zijn predikingspartners in haar huis verbleven (Hand. 16:14, 15).

Kort daarna stuurde de pas opgerichte gemeente in Filippi twee keer iets ter ondersteuning naar Paulus toen hij een paar weken bij geloofsgenoten in Thessalonika verbleef, bijna 160 kilometer daarvandaan (Fil. 4:15, 16). Een paar jaar later hoorden de broeders en zusters in Filippi en de rest van Macedonië, die zelf „diepe armoede” hadden, dat de christenen in Jeruzalem vervolgd werden en hulp nodig hadden. Ze wilden hen helpen. Paulus zei dat dit eigenlijk „boven hun werkelijke vermogen” was. Maar hij schreef dat ze „met grote aandrang bleven smeken om het voorrecht op weldadige wijze te geven” (2 Kor. 8:1-4).

Zo’n tien jaar nadat de Filippenzen christenen waren geworden, waren ze nog steeds even vrijgevig. Toen ze hoorden dat Paulus in Rome gevangenzat, stuurden ze Epafroditus met allerlei dingen naar hem toe. Dat was een reis van 1287 kilometer over land en zee. Blijkbaar wilden ze in zijn onderhoud voorzien zodat hij kon blijven prediken en de broeders kon blijven aanmoedigen, ook al zat hij gevangen (Fil. 1:12-14; 2:25-30; 4:18).

In deze tijd vinden broeders en zusters het een voorrecht het predikings- en onderwijzingswerk te ondersteunen (Matth. 28:19, 20). Ze bevorderen de Koninkrijksbelangen door van hun tijd, energie en middelen te geven. Het kader laat zien op welke manieren je dat kunt doen.

[Kader op blz. 22]

MANIEREN WAAROP SOMMIGEN HET WERK WILLEN ONDERSTEUNEN

Bijdragen voor het wereldomvattende werk: Velen zetten een bedrag opzij dat ze deponeren in de bijdragenbussen met het opschrift: „Wereldomvattende werk”.

Elke maand verrekenen de gemeenten deze bijdragen met het plaatselijke bijkantoor. Vrijwillige bijdragen kunnen ook rechtstreeks overgemaakt worden naar het plaatselijke bijkantoor. (Vrijwillige bijdragen zoals hieronder gespecificeerd, kunnen eveneens aan het plaatselijke bijkantoor worden overgedragen.)

Renteloze lening: Geld kan in bewaring worden gegeven met de bepaling dat het aan de gever wordt geretourneerd als hij erom vraagt.

Aandelen en obligaties: Aandelen en obligaties kunnen als gift worden overgedragen.

Testamenten: Bezittingen en geldmiddelen kunnen worden vermaakt door middel van een rechtsgeldig testament.

Periodieke giften met een notariële akte: Voor deze giften gelden geen beperkingen aan het via de belastingaangifte in aftrek te brengen bedrag, zoals wel het geval is bij de andere giften.

Schrijf voor nadere inlichtingen betreffende deze kwesties naar het plaatselijke bijkantoor van Jehovah’s Getuigen.