„Mijn droom is uitgekomen”

Vijftien jaar geleden moest Emilia stoppen met de gewone pioniersdienst. De laatste jaren heeft ze er vaak over nagedacht hoe gelukkig ze als pionier was, en ze wilde weer meer gaan doen in de dienst.

Maar Emilia’s baan nam te veel tijd in beslag, en dat maakte haar ongelukkig. Op een keer verzuchtte ze tegen haar collega’s: „Ik wou dat ik wat minder kon werken!” Haar cheffin hoorde hiervan en vroeg haar of ze dat echt wilde. Emilia bevestigde dat. Maar dan had ze de goedkeuring van de directeur nodig, want het bedrijf eiste een volledige inzet van alle werknemers. Onze zuster bereidde zich voor op het gesprek met de directeur en bad om kalmte en moed.

Tijdens het gesprek vroeg Emilia tactvol maar vrijmoedig of ze minder mocht werken. Ze legde uit dat ze haar vrije tijd gebruikt om anderen te helpen: „Ik ben een van Jehovah’s Getuigen, en ik help mensen op geestelijk gebied. Tegenwoordig is het morele besef van velen achteruitgegaan. Mensen hebben behoefte aan duidelijke normen en waarden, en ik praat met ze over de wijsheid uit de Bijbel, die van onschatbare waarde is. Ik wil niet dat de kwaliteit van mijn werk achteruitgaat door wat ik na werktijd doe, maar ik zou graag meer tijd hebben om mensen te helpen. Daarom zou ik wat minder willen werken.”

De directeur luisterde goed en zei dat hij zelf ooit had overwogen liefdadigheidswerk te doen. Daarna zei hij: „Om de redenen die je noemt, vind ik dat ik je verzoek moet honoreren. Maar besef je dat je dan minder gaat verdienen?” Emilia zei dat ze dat begreep en dat ze zo nodig haar leven zou vereenvoudigen. Ze voegde eraan toe: „Mijn belangrijkste doel is iets te doen waar mensen echt wat aan hebben.” De directeur zei: „Ik bewonder mensen die zich belangeloos voor anderen inzetten.”

Geen enkele werknemer bij dat bedrijf had ooit toestemming gekregen om minder te werken. Emilia hoeft nu nog maar vier dagen per week te werken. Tot haar grote verrassing kreeg ze loonsverhoging, waardoor ze nu net zo veel verdient als voorheen! Ze zegt: „Mijn droom is uitgekomen, en ik kan weer pionieren!”

Heb jij er weleens over nagedacht je omstandigheden te veranderen zodat je (weer) kunt pionieren?

[Inzet op blz. 32]

De directeur zei: „Ik bewonder mensen die zich belangeloos voor anderen inzetten”