Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Blijf er vol verwachting naar uitzien!

Blijf er vol verwachting naar uitzien!

‘Zelfs al zou het op zich laten wachten, blijf er vol verwachting naar uitzien.’ — HAB. 2:3.

LIEDEREN: 128, 45

1, 2. Welke houding is altijd al kenmerkend geweest voor aanbidders van Jehovah?

JEHOVAH’S aanbidders hebben vaak vol verwachting uitgezien naar de vervulling van geïnspireerde profetieën. Jeremia bijvoorbeeld profeteerde dat Juda ‘een verwoeste plaats’ zou worden, wat in 607 v.Chr. inderdaad gebeurde toen het land in handen van de Babyloniërs viel (Jer. 25:8-11). Jesaja, die geïnspireerd was om te voorspellen dat Jehovah voor herstel zou zorgen, verklaarde: ‘Gelukkig zijn allen die hem blijven verwachten’ (Jes. 30:18). Micha, die ook over Gods volk uit de oudheid profeteerde, nam zich voor: ‘Naar Jehovah zal ik blijven uitzien’ (Micha 7:7). En eeuwenlang hebben Gods aanbidders vol verwachting uitgekeken naar de vervulling van profetieën over de Messias, of Christus (Luk. 3:15; 1 Petr. 1:10-12). *

2 Waar blijven Gods aanbidders in deze tijd vol verwachting naar uitzien? Er zijn profetieën over de Messias die nog niet zijn vervuld. Binnenkort zal Jehovah via het Messiaanse Koninkrijk een eind maken aan al het menselijk lijden. Hij zal dat doen door al het kwaad te vernietigen en door zijn volk te bevrijden van deze wereld die in de macht van Satan ligt (1 Joh. 5:19). Daarom moeten we alert blijven en ons steeds bewust zijn van het feit dat er snel een eind gaat komen aan deze wereld.

3. Wat zou je je kunnen afvragen als je al jarenlang op het einde wacht?

3 Als Jehovah’s aanbidders zien we echt uit naar de tijd dat zijn ‘wil zal geschieden, gelijk in de hemel, zo ook op aarde’ (Matth. 6:10). Maar sommigen kunnen het gevoel hebben dat ze al heel lang wachten op het einde van deze wereld. Ze vragen zich misschien af: hebben we nog steeds goede redenen om ernaar te blijven uitzien?

WAAROM ERNAAR BLIJVEN UITZIEN?

4. Wat is voor ons de belangrijkste reden om waakzaam te blijven?

4 De Bijbel is heel duidelijk over wat onze houding moet zijn tegenover de naderende vernietiging van deze wereld. Jezus gaf zijn volgelingen de raad om ‘voortdurend te waken’ en ‘wakker te blijven’ (Matth. 24:42; Luk. 21:34-36). Alleen al daarom is het goed om er vol verwachting naar te blijven uitzien — Jezus heeft gezegd dat we dat moeten doen! Jehovah’s organisatie geeft in dit opzicht het goede voorbeeld. Onze publicaties moedigen ons voortdurend aan om ‘de tegenwoordigheid van de dag van Jehovah te verwachten en goed in gedachte te houden’, en om ons te blijven concentreren op de belofte van een nieuwe wereld. (Lees 2 Petrus 3:11-13.)

5. Waarom is het vooral in deze tijd belangrijk om waakzaam te zijn?

5 Hoewel christenen eeuwen geleden ook al waakzaam moesten zijn, geldt dat nog meer voor ons. Waarom? Omdat wij tijdens Christus’ tegenwoordigheid leven. Het teken van zijn tegenwoordigheid is sinds 1914 duidelijk zichtbaar. Dat samengestelde teken, dat onder andere bestaat uit verslechterende omstandigheden in de wereld en een wereldwijd predikingswerk, laat zien dat we in ‘het besluit van het samenstel van dingen’ leven (Matth. 24:3, 7-14). Jezus heeft niet gezegd hoelang die periode zou gaan duren. Daarom moeten we geestelijk wakker blijven, erop voorbereid dat het einde elk moment kan komen.

6. Waarom kunnen we verwachten dat de toestanden in de wereld steeds slechter worden naarmate we dichter bij het einde komen?

6 Misschien vragen we ons af: zou ‘het besluit van het samenstel van dingen’ kunnen slaan op een tijd in de toekomst waarin de toestanden in de wereld nóg slechter worden? De Bijbel geeft inderdaad aan dat de slechtheid in de wereld ‘in de laatste dagen’ alleen maar zal toenemen (2 Tim. 3:1, 13; Matth. 24:21; Openb. 12:12). We kunnen dus inderdaad verwachten dat de toestanden in de wereld, hoe slecht ze nu ook zijn, steeds meer zullen verergeren.

7. Wat kunnen we uit Mattheüs 24:37-39 opmaken?

7 Maar hoe slecht denk je dat de toestanden in de wereld nog moeten worden voordat ‘de grote verdrukking’ komt? (Openb. 7:14) Denk je bijvoorbeeld dat er in elk land oorlog zal zijn, dat niemand genoeg te eten zal hebben en dat elk gezin door ziekte getroffen zal zijn? Als dat zou gebeuren, zouden zelfs sceptici moeten toegeven dat er Bijbelprofetieën in vervulling gaan. Maar Jezus zei dat de meeste mensen ‘geen acht zouden slaan’ op zijn tegenwoordigheid en dat ze gewoon door zouden gaan met hun dagelijkse bezigheden tot het te laat zou zijn. (Lees Mattheüs 24:37-39.) De toestanden in de wereld zullen dus niet zo extreem slecht worden dat mensen wel moeten geloven dat het einde nadert (Luk. 17:20; 2 Petr. 3:3, 4).

8. Wat is duidelijk voor personen die Jezus’ gebod gehoorzamen om ‘voortdurend te waken’?

8 Maar wil het samengestelde teken zijn doel dienen, dan moet de vervulling ervan in ieder geval duidelijk herkenbaar zijn voor degenen die Jezus’ gebod gehoorzamen om ‘voortdurend te waken’ (Matth. 24:27, 42). En dat is sinds 1914 het geval. Vanaf die tijd gaan namelijk de aspecten van het teken in vervulling. Het is duidelijk dat we nu in ‘het besluit van het samenstel van dingen’ leven — een afgebakende periode die de vernietiging van deze slechte wereld en de gebeurtenissen die daaraan voorafgaan omvat.

9. Waarom moeten we vol verwachting naar het einde van deze wereld blijven uitzien?

9 Waarom moeten we dus vol verwachting naar het einde van deze wereld blijven uitzien? Omdat Jezus heeft gezegd dat we dat moeten doen. Maar ook omdat we het teken van zijn tegenwoordigheid herkennen. Onze verwachtingen zijn niet gebaseerd op een naïeve bereidheid om alles wat wordt gezegd maar te geloven, maar op duidelijke Bijbelse bewijzen. Daarom is het alleen maar logisch dat we alert blijven.

HOELANG NOG?

10, 11. (a) Waarop bereidde Jezus zijn volgelingen voor? (b) Welke raad gaf Jezus aan degenen die langer op het einde zouden moeten wachten dan ze zelf hadden verwacht? (Zie beginplaatje.)

10 Velen van ons zijn al tientallen jaren geestelijk waakzaam. Maar we moeten niet toelaten dat we door het lange wachten onze waakzaamheid verliezen. We moeten klaar zijn voor Jezus’ komst als Oordeelsvoltrekker van deze wereld. Houd in gedachte welke dringende raad Jezus zijn volgelingen gaf: ‘Blijft toezien, blijft wakker, want gij weet niet wanneer de bestemde tijd is. Het is als met een mens die, toen hij naar het buitenland reisde, zijn huis verliet en aan zijn slaven volmacht gaf, aan een ieder zijn werk, en de deurwachter gebood waakzaam te zijn. Waakt daarom voortdurend, want gij weet niet wanneer de meester van het huis komt, laat op de dag of te middernacht of bij het hanengekraai of vroeg in de morgen; opdat hij, wanneer hij plotseling komt, u niet slapend vindt. Wat ik echter tot u zeg, zeg ik tot allen: Waakt voortdurend’ (Mark. 13:33-37).

11 Christus’ volgelingen zagen in dat zijn tegenwoordigheid in 1914 begon. Daarom gingen ze zich terecht voorbereiden op een eventuele vroege komst van het einde, door het predikingswerk te intensiveren. Maar Jezus gaf aan dat hij ook later zou kunnen komen — ‘bij het hanengekraai of vroeg in de morgen’. Hoe moesten zijn volgelingen dan reageren? Jezus zei: ‘Waakt voortdurend.’ Dat we al lange tijd hebben gewacht, betekent dus niet dat we dan maar onze verwachtingen moeten bijstellen door te denken dat het einde nog lang niet komt of dat we het zelf niet meer zullen meemaken.

12. Wat vroeg Habakuk aan Jehovah, en welk antwoord kreeg hij?

12 Neem het voorbeeld van de profeet Habakuk, die de opdracht kreeg om de vernietiging van Jeruzalem te voorzeggen. Andere profeten vóór hem hadden jarenlang gewaarschuwd dat de stad verwoest zou worden. Inmiddels waren de omstandigheden zo slecht dat ‘de goddeloze de rechtvaardige omringde’ en dat ‘het recht verdraaid’ werd. Daarom is het niet vreemd dat Habakuk vroeg: ‘Hoe lang, o Jehovah, moet ik om hulp schreeuwen?’ Jehovah gaf geen direct antwoord op die vraag, maar hij verzekerde zijn trouwe profeet dat de voorzegde vernietiging ‘niet te laat’ zou komen. Hij zei tegen Habakuk: ‘Blijf er vol verwachting naar uitzien.’ (Lees Habakuk 1:1-4; 2:3.)

13. Hoe had Habakuk ook kunnen redeneren, maar waarom zou dat niet verstandig zijn geweest?

13 Stel dat Habakuk ontmoedigd was geraakt en had gedacht: ‘Ik hoor nu al zo lang over de vernietiging van Jeruzalem. Wat als het nog heel lang gaat duren? Ik denk niet dat het realistisch is om over een plotselinge vernietiging te blijven profeteren. Laat anderen dat maar doen.’ Als Habakuk zulke ideeën had gehad, zou hij Jehovah’s goedkeuring verloren hebben — en tijdens de vernietiging van Jeruzalem misschien ook nog zijn leven.

14. Hoe zullen we ons in de nieuwe wereld voelen als we terugkijken op de vervulling van Bijbelprofetieën?

14 In de nieuwe wereld zullen we kunnen terugkijken en zien hoe alle profetieën over ‘het besluit van het samenstel van dingen’ uiteindelijk ook echt zijn uitgekomen. Als we er dan over mediteren hoe alles in vervulling is gegaan, zal dat ons vertrouwen in Jehovah nog meer versterken. We zullen er nog meer van overtuigd raken dat Jehovah’s andere beloften ook zullen uitkomen. (Lees Jozua 23:14.) Wat zullen we Jehovah in die tijd dankbaar zijn dat hij ons in de laatste dagen is blijven aanmoedigen om waakzaam te zijn! En wat zullen we blij zijn dat hij het einde precies op het juiste moment heeft laten komen (Hand. 1:7; 1 Petr. 4:7).

BLIJF ACTIEF TERWIJL JE WACHT!

Predik je ijverig het goede nieuws? (Zie alinea 15)

15, 16. Wat is de meest verstandige reactie op de vervulling van het teken, en waarom?

15 We kunnen verwachten dat Jehovah’s organisatie ons eraan zal blijven herinneren God met een gevoel van dringendheid te dienen. Zulke aansporingen zijn niet alleen maar bedoeld om ons druk bezig te houden in de dienst. Ze maken ons ervan bewust dat onze boodschap dringender is dan ooit, omdat het teken van Christus’ tegenwoordigheid nu in vervulling gaat. Wat is dus de meest verstandige reactie op de vervulling van dat teken? We moeten het Koninkrijk en Gods rechtvaardigheid blijven zoeken door ijverig het goede nieuws te prediken! — Matth. 6:33; Mark. 13:10.

16 Een zuster zei: ‘Door de prediking van het goede nieuws van Gods Koninkrijk kunnen wij mensen helpen gered te worden van een zekere dood in de komende wereldcatastrofe.’ Deze zuster weet wat het is om gered te worden. Zij en haar man hebben een van de grootste scheepsrampen ooit — het zinken van het luxe passagiersschip Wilhelm Gustloff in 1945 — overleefd. Zelfs in zo’n levensbedreigende situatie kan iemand een verkeerde kijk hebben op wat echt belangrijk is. De zuster herinnert zich dat een vrouw jammerde: ‘Mijn koffers! Mijn koffers! Mijn juwelen! Al mijn juwelen zijn nog beneden. Ik heb alles verloren!’ Maar er waren ook passagiers met een heel andere houding. Zij riskeerden hun leven om mensen die in het ijskoude water waren gevallen, te redden. Net als die onzelfzuchtige passagiers moeten ook wij ons uiterste best doen om mensen te helpen, voordat het te laat is. We moeten de dringendheid van ons predikingswerk in gedachte houden en anderen helpen de naderende wereldcatastrofe te overleven.

Neem je verstandige beslissingen, die je zullen helpen niet afgeleid te worden? (Zie alinea 17)

17. Welke redenen hebben we om te geloven dat het einde op elk moment kan komen?

17 Wereldgebeurtenissen laten duidelijk zien dat Bijbelprofetieën nu in vervulling gaan en dat het einde van deze slechte wereld nadert. Toch zouden we kunnen denken dat het nog wel even kan duren voordat ‘de tien hoorns’ en ‘het wilde beest’ uit Openbaring 17:16 Babylon de Grote gaan aanvallen. Misschien redeneren we dat er nog allerlei ontwikkelingen in de wereld moeten plaatsvinden voordat het zover is. Maar we moeten in gedachte houden dat het God is die ‘het hun in het hart zal geven’ om die aanval uit te voeren — en hij kan dit op elk moment doen! (Openb. 17:17) Het einde van deze wereld zal niet lang meer op zich laten wachten. We hebben goede redenen om Jezus’ waarschuwing te gehoorzamen: ‘Schenkt aandacht aan uzelf, dat uw hart nooit bezwaard wordt met overmatig eten en overmatig drinken en zorgen des levens, en die dag plotseling, in een ogenblik, over u komt als een strik’ (Luk. 21:34, 35; Openb. 16:15). Dien Jehovah dus met een gevoel van dringendheid, vol vertrouwen dat hij ‘handelt ten behoeve van degene die hem blijft verwachten’ (Jes. 64:4).

18. Welke vraag gaan we in het volgende artikel bespreken?

18 De Bijbel zegt: ‘Gij, geliefden, moet uzelf opbouwen op uw allerheiligst geloof en bidden met heilige geest, en uzelf aldus bewaren in Gods liefde, in afwachting van de barmhartigheid van onze Heer Jezus Christus, met eeuwig leven in het vooruitzicht’ (Jud. 20, 21). Laten we die woorden gehoorzamen terwijl we op het einde van deze slechte wereld wachten. Maar hoe kunnen we intussen laten zien dat we leven met Gods nieuwe wereld in gedachten en er vol verwachting naar uitzien? Dat gaan we in het volgende artikel bespreken.

^ ¶1 Zie voor een lijst met Bijbelprofetieën over de Messias en de vervullingen daarvan blz. 200 van het boek Wat leert de bijbel echt?