Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Sta vast in het geloof

Sta vast in het geloof

‘Staat vast in het geloof (...) wordt sterk.’ — 1 KOR. 16:13.

LIEDEREN: 60, 64

1. (a) Wat maakte Petrus tijdens een storm op de Zee van Galilea mee? (Zie beginplaatje.) (b) Waarom begon Petrus te zinken?

HET is nacht en het stormt op de Zee van Galilea. De apostel Petrus en enkele andere discipelen proberen met man en macht hun boot naar de andere kant van het meer te roeien. Plotseling zien ze Jezus op het water lopen. Petrus roept Jezus en vraagt of hij naar hem toe mag lopen, en Jezus zegt: ‘Kom!’ Petrus klimt uit de boot en begint over het onstuimige water naar Jezus toe te lopen! Maar even later begint Petrus te zinken. Waarom? Hij keek naar de storm en werd bang. Hij schreeuwt om hulp tot Jezus, die hem snel vastgrijpt en zegt: ‘Kleingelovige, waarom zijt gij gaan twijfelen?’ — Matth. 14:24-32.

2. Wat gaan we tijdens deze studie bespreken?

2 We gaan drie aspecten van deze gebeurtenis bespreken die te maken hebben met geloof: (1) hoe Petrus eerst wel geloof stelde in Jehovah’s steun, (2) waarom Petrus zijn geloof begon te verliezen en (3) wat hem hielp om zijn geloof te herstellen. Als we deze punten onderzoeken, zal dat ons helpen om ‘vast te staan in het geloof’ (1 Kor. 16:13).

GELOOF IN GODS STEUN

3. Waarom klom Petrus uit de boot, en hoe hebben wij net zoiets gedaan?

3 Toen Petrus uit de boot klom om over het water te lopen, deed hij dat in geloof. Jezus had hem geroepen, en Petrus had het vertrouwen dat Gods kracht hem zou helpen, net zoals die kracht Jezus hielp. Toen wij ons aan Jehovah opdroegen en ons lieten dopen, deden ook wij dat in geloof. Jezus heeft ons ‘geroepen’ om zijn voorbeeld nauwkeurig te volgen. We moesten geloof tonen in Jehovah en Jezus, in het vertrouwen dat ze ons altijd zouden helpen (Joh. 14:1; lees 1 Petrus 2:21.)

4, 5. Waarom is geloof zo kostbaar?

4 Geloof is iets heel kostbaars. Net zoals het geloof van Petrus hem in staat stelde om over water te lopen, kan ons geloof ons in staat stellen om dingen te doen die van menselijk standpunt uit bezien onmogelijk lijken (Matth. 21:21, 22). Misschien hebben we bijvoorbeeld onze instelling en gewoonten zo drastisch veranderd dat anderen ons bijna niet meer herkennen. We brachten die veranderingen aan in geloof en daarom hielp Jehovah ons daarbij. (Lees Kolossenzen 3:5-10.) Toen ons geloof ons er eenmaal toe bewoog om ons aan Jehovah op te dragen, werden we zijn vrienden — iets wat we nooit in eigen kracht hadden gekund (Ef. 2:8).

5 Ons geloof blijft ons kracht geven. In geloof zijn we in staat om de aanvallen van onze bovenmenselijke vijand, de Duivel, te weerstaan (Ef. 6:16). In moeilijke tijden helpt ons vertrouwen in Jehovah ons om niet al te bezorgd te zijn. Jehovah zegt dat als we in geloof het Koninkrijk op de eerste plaats stellen, hij in materieel opzicht voor ons zal zorgen (Matth. 6:30-34). Bovendien kunnen we door ons geloof iets krijgen wat geen mens op eigen kracht zou kunnen krijgen: het prachtige geschenk van eeuwig leven (Joh. 3:16).

IS JE GELOOF NOG EVEN STERK?

6, 7. (a) Waarmee kunnen we de storm en de golven die Petrus zag, vergelijken? (b) Waarom moeten we er serieus over nadenken dat ook ons geloof kan verzwakken?

6 De wind en golven die Petrus zag toen hij over het water liep, kunnen vergeleken worden met de beproevingen en verleidingen waar wij in ons leven mee te maken hebben. Zelfs als het heel moeilijk wordt, kunnen we met Jehovah’s hulp vaststaan in het geloof. Bedenk nog eens wat Petrus overkwam. Hij begon niet te zinken door een sterke windvlaag of een hoge golf. De Bijbel zegt: ‘Toen hij naar de storm keek, werd hij bevreesd’ (Matth. 14:30). Petrus focuste zich niet langer op Jezus en daardoor begon zijn geloof te wankelen. Ook wij kunnen gaan ‘zinken’ als wij ‘naar de storm kijken’. Hoe? Door ons te focussen op onze problemen en te twijfelen of Jehovah ons zal helpen.

7 We moeten er serieus over nadenken dat ook ons geloof kan verzwakken. De Bijbel noemt geloof dat verzwakt of verdwijnt ‘de zonde die ons gemakkelijk verstrikt’ (Hebr. 12:1). Petrus’ ervaring leert ons dat ons geloof snel kan verzwakken als we ons focussen op de verkeerde dingen. Maar hoe weten we of dat bij ons dreigt te gebeuren? Denk eens na over enkele vragen die ons helpen onszelf te onderzoeken.

8. Hoe zouden Gods beloften minder reëel voor ons kunnen worden?

8 Zijn Gods beloften nog even reëel voor me als vroeger? Jehovah heeft bijvoorbeeld beloofd dat hij deze slechte wereld gaat vernietigen. Maar worden we intussen toch afgeleid door alles wat de wereld aan amusement te bieden heeft? Daardoor zou ons geloof in Gods belofte kunnen verzwakken. We zouden eraan kunnen gaan twijfelen dat het einde echt nadert (Hab. 2:3). Een ander voorbeeld is Gods belofte om ons op basis van de losprijs te vergeven. We zouden zo veel last kunnen hebben van buitensporige schuldgevoelens over zonden die we in het verleden hebben begaan, dat we gaan twijfelen of Jehovah echt al onze ‘zonden heeft uitgewist’ (Hand. 3:19). Daardoor kunnen we onze vreugde in Jehovah’s dienst verliezen en inactief worden.

9. Wat zou er kunnen gebeuren als we ons focussen op onze eigen belangen?

9 Ben ik nog net zo ijverig voor Jehovah als vroeger? De apostel Paulus liet zien dat als je hard voor Jehovah werkt, je ‘tot het einde toe de volle verzekerdheid van de hoop hebt’. Maar wat zou er kunnen gebeuren als we ons gaan focussen op onze eigen belangen, bijvoorbeeld door een goedbetaalde baan te nemen die onze aanbidding in de weg staat? Dan zou ons geloof kunnen verzwakken. We zouden ‘traag’ kunnen worden en minder voor Jehovah doen dan onze omstandigheden toelaten (Hebr. 6:10-12).

10. Hoe tonen we ons geloof als we anderen vergeven?

10 Heb ik er moeite mee om anderen te vergeven? Als iemand ons heeft gekwetst of beledigd, zouden we ons kunnen focussen op onze gevoelens. We zouden dan geneigd kunnen zijn om die persoon eens flink de waarheid te vertellen of hem juist te negeren. Maar als we iemand vergeven, laten we zien dat we geloof in Jehovah hebben. Waarom kunnen we dat zeggen? Als iemand tegen ons zondigt, staat hij bij ons in de schuld, net zoals wij door onze zonden bij Jehovah in de schuld staan (Luk. 11:4). Maar door de persoon te vergeven, tonen we dat we erop vertrouwen dat Jehovah ons daarvoor zal zegenen. We laten zien dat we Gods goedkeuring meer waard vinden dan de genoegdoening iemand te laten ‘betalen’ voor wat hij ons heeft aangedaan. Jezus’ discipelen erkenden dat het geloof vergt om anderen te vergeven. Toen Jezus zei dat ze zelfs degenen moesten vergeven die meerdere keren tegen hen gezondigd hadden, smeekten ze: ‘Geef ons meer geloof’ (Luk. 17:1-5).

11. Wanneer leren we niets van Bijbelse raad?

11 Ben ik beledigd als iemand me Bijbelse raad geeft? Als we Bijbelse raad krijgen, zouden we ons kunnen gaan focussen op iets wat ons niet bevalt in de raad of in degene die de raad geeft (Spr. 19:20). Maar dan zouden we een kans laten liggen om ons denken meer in lijn te brengen met Jehovah’s manier van denken. Het is daarom veel beter te zoeken naar manieren om iets van de raad te leren.

12. Wat zou het over ons geloof zeggen als we constant zouden mopperen over aangestelde broeders?

12 Klaag ik over aangestelde broeders in de gemeente? Toen de Israëlieten zich focusten op het negatieve verslag van de tien ontrouwe verspieders, begonnen ze te klagen over Mozes en Aäron. Jehovah vroeg daarna aan Mozes: ‘Hoe lang zullen zij geen geloof in mij stellen?’ (Num. 14:2-4, 11) Door te klagen, lieten de Israëlieten dus eigenlijk zien dat ze geen vertrouwen hadden in God, die Mozes en Aäron had aangesteld. Wat als wij constant zouden mopperen op degenen die Jehovah gebruikt om zijn volk te leiden? Zou dat geen indicatie zijn dat ons geloof in Jehovah is verzwakt?

13. Waarom hoeven we niet ontmoedigd te raken als we zwakke plekken in ons geloof ontdekken?

13 Maar wees niet ontmoedigd als je zwakke plekken in je geloof ontdekt. Zelfs Petrus, een apostel, gaf toe aan angst en twijfel. Jezus heeft al zijn apostelen weleens ‘kleingelovigen’ genoemd (Matth. 16:8). Houd in gedachte dat we een belangrijke les kunnen leren van wat Petrus deed nadat hij door gebrek aan geloof begon te zinken.

VERSTERK JE GELOOF DOOR JE OP JEZUS TE FOCUSSEN

14, 15. (a) Wat deed Petrus toen hij begon te zinken? (b) Hoe kunnen we ‘oplettend het oog gericht houden’ op Jezus terwijl we hem niet kunnen zien?

14 Toen Petrus naar de storm keek en begon te zinken, had hij kunnen proberen op eigen kracht terug te gaan naar de boot. Dit was misschien zelfs zijn natuurlijke reflex, want hij was een goede zwemmer (Joh. 21:7). Maar in plaats van op zichzelf te vertrouwen, focuste hij zich opnieuw op Jezus en liet zich door hem helpen. Als wij merken dat ons geloof zwakker wordt, moeten we het voorbeeld van Petrus volgen. Hoe?

15 Net zoals Petrus zich opnieuw op Jezus focuste, moeten ook wij ‘oplettend het oog gericht houden op de Voornaamste Bewerker en Volmaker van ons geloof, Jezus’. (Lees Hebreeën 12:2, 3.) Natuurlijk kunnen wij, in tegenstelling tot Petrus, Jezus niet zien. Maar we houden ons oog gericht op Jezus door zijn onderwijs en gedrag te onderzoeken en door zijn voorbeeld zo goed mogelijk te volgen. We gaan nu manieren bespreken waarop we Jezus kunnen navolgen en zo ons geloof kunnen versterken.

We kunnen een sterker geloof krijgen door ons op Jezus’ voorbeeld te focussen en zijn voorbeeld nauwkeurig te volgen (Zie alinea 15)

16. Hoe kunnen we de Bijbel op zo’n manier bestuderen dat het ons geloof versterkt?

16 Versterk je vertrouwen in de Bijbel. Jezus was ervan overtuigd dat Gods geschreven Woord de beste raad voor mensen bevat (Joh. 17:17). Als we zijn voorbeeld willen volgen, moeten we dagelijks de Bijbel lezen, die bestuderen en mediteren over wat we hebben gelezen. Zoek, naast je gewone persoonlijke Bijbelstudie, naar antwoorden op vragen die je misschien hebt. Versterk bijvoorbeeld je overtuiging dat het einde van deze wereld echt nadert door bewijzen te bestuderen dat we in de laatste dagen leven. Versterk je vertrouwen in Bijbelse beloften voor de toekomst door de vele profetieën te onderzoeken die al zijn uitgekomen. Ontwikkel vertrouwen in de praktische waarde van de Bijbel door voorbeelden te bestuderen over hoe de Bijbel het leven van mensen heeft verbeterd (1 Thess. 2:13). *

17. Wat stelde Jezus in staat om trouw te blijven ondanks extreme beproevingen, en hoe kun je zijn voorbeeld volgen?

17 Focus je op de zegeningen die Jehovah ons heeft beloofd. Door zich te richten op ‘de hem in het vooruitzicht gestelde vreugde’ was Jezus in staat om trouw te blijven ondanks extreme beproevingen (Hebr. 12:2). Hij werd nooit afgeleid door wat de wereld te bieden had (Matth. 4:8-10). Je kunt Jezus’ voorbeeld volgen door te mediteren over de prachtige beloften die Jehovah je heeft gegeven. Probeer je voor te stellen dat je al in het paradijs bent. Schrijf op of teken wat jij hoopt te gaan doen als Jehovah deze slechte wereld vernietigd heeft. Maak een lijstje van mensen die je wilt ontmoeten als ze straks een opstanding hebben gekregen, en schrijf op wat je met ze wilt bespreken. Bezie Gods beloften als beloften die hij aan jou persoonlijk heeft gedaan, niet alleen aan de mensheid in het algemeen.

18. Hoe kan gebed ons geloof sterker maken?

18 Bid om meer geloof. Jezus leerde zijn discipelen te bidden om heilige geest (Luk. 11:9, 13). Als je dat doet, vraag Jehovah dan om meer geloof; dat is immers een aspect van de vrucht van de geest. Wees specifiek in je gebeden en vraag Jehovah om je te helpen trekjes te overwinnen die misschien verraden dat je zwakke plekken in je geloof hebt, zoals het onvermogen om te vergeven.

19. Wat voor vrienden moeten we kiezen?

19 Ga met mensen om die een sterk geloof hebben. Jezus koos zijn vrienden zorgvuldig, vooral degenen met wie hij nauwe omgang had. Zijn beste vrienden, de apostelen, waren trouw en hadden een sterk geloof; dat hadden ze bewezen door Jezus’ geboden te gehoorzamen. (Lees Johannes 15:14, 15.) Dus als jij je vrienden kiest, zoek dan mensen die hun geloof tonen door hun gehoorzaamheid aan Jezus. En bedenk dat een teken van goede vriendschap open communicatie is, zelfs als het gaat om het geven of aanvaarden van raad (Spr. 27:9).

20. Hoe helpt het ons als we het geloof van anderen versterken?

20 Versterk het geloof van anderen. Met zijn woorden en daden versterkte Jezus het geloof van zijn discipelen (Mark. 11:20-24). We moeten zijn voorbeeld volgen, want als we het geloof van anderen versterken, maken we ons eigen geloof ook sterker (Spr. 11:25). Benadruk in je prediking en onderwijs dat God bestaat, dat hij om ons geeft en dat de Bijbel zijn geïnspireerde Woord is. Versterk ook het geloof van je broeders en zusters. Als je bijvoorbeeld merkt dat iemand begint te mopperen over aangestelde broeders, ga hem dan niet direct uit de weg, maar help hem zijn geloof opnieuw terug te krijgen (Jud. 22, 23). Als je op school zit en de evolutietheorie wordt besproken, kom dan moedig op voor je geloof in de schepping — je zult nog verbaasd staan wat voor effect je woorden op anderen kunnen hebben.

21. Wat zal Jehovah voor ons doen?

21 Dankzij de hulp die Jehovah via Jezus gaf, kon Petrus zijn angsten en twijfels overwinnen. Petrus werd uiteindelijk een prachtig voorbeeld van geloof voor zijn medechristenen. Jehovah helpt ook ons om vast te staan in het geloof. (Lees 1 Petrus 5:9, 10.) Natuurlijk kost het moeite om aan een sterk geloof te bouwen, maar het is de moeite meer dan waard!

^ ¶16 Zie bijvoorbeeld de rubriek ‘De Bijbel verandert levens’ in de publieksuitgave van De Wachttoren.