1. Wat moeten we allemaal doen?

ZOU jij willen meedoen aan een wedstrijd als je weet dat het heel moeilijk wordt of als je je niet goed voelt en moe bent? Waarschijnlijk niet. Maar Paulus zei dat alle ware christenen meedoen aan een wedstrijd (Hebr. 12:1). Wij allemaal, jong of oud, vol energie of uitgeput, moeten tot het einde volharden om de prijs te winnen die Jehovah belooft (Matth. 24:13).

2. Wat zei Paulus in 2 Timotheüs 4:7, 8?

² Paulus kon zelf zeggen dat hij ‘de wedstrijd tot de finish gelopen’ had. (Lees 2 Timotheüs 4:7, 8.) Maar wat voor wedstrijd bedoelde Paulus eigenlijk?

3. Wat is de wedstrijd waar Paulus over sprak?

³ Paulus gebruikte soms elementen uit de spelen in het oude Griekenland om belangrijke lessen over te brengen (1 Kor. 9:25-27; 2 Tim. 2:5). Een aantal keer vergeleek hij het leven van een christen met een hardloopwedstrijd (1 Kor. 9:24; Gal. 2:2; Fil. 2:16). Iemand begint aan die race als hij zich aan Jehovah opdraagt en zich laat dopen (1 Petr. 3:21). Hij passeert de eindstreep als Jehovah hem de prijs van eeuwig leven geeft (Matth. 25:31-34, 46; 2 Tim. 4:8).

4. Wat gaan we in dit artikel bespreken?

⁴ Wat zijn enkele overeenkomsten tussen een langeafstandswedstrijd en het leven van een christen? Laten  we er eens drie bekijken: (1) We moeten het juiste parcours volgen. (2) We moeten gefocust zijn op de finish. En (3) we moeten volhouden ondanks uitdagingen.

5. Welk parcours moeten we volgen, en waarom?

⁵ Om in een letterlijke wedstrijd de prijs te winnen, moeten de hardlopers het parcours volgen dat de organisatoren van het evenement hebben uitgezet. Voor de prijs van het eeuwige leven moeten we het parcours volgen van de christelijke ‘loopbaan’ of levensweg (Hand. 20:24; 1 Petr. 2:21). Maar Satan en degenen die zijn voorbeeld volgen willen ons een andere kant op sturen. Ze willen dat we ‘met hen meelopen’ (1 Petr. 4:4). Ze bespotten de koers die wij aanhouden en beweren dat ze een betere route volgen, een die vrijheid brengt. Maar dat is helemaal niet waar (2 Petr. 2:19).

6. Wat leer je van het voorbeeld van Brian?

⁶ Wie meeloopt met mensen die worden beïnvloed door Satans wereld, komt er al gauw achter dat hij geen route volgt naar vrijheid maar naar slavernij (Rom. 6:16). Neem Brian. Hij was door zijn ouders aangemoedigd om voor een christelijk leven te kiezen. Maar in zijn tienerjaren ging hij zich afvragen of zo’n leven hem wel gelukkig zou maken. Brian besloot mee te lopen met mensen die naar Satans normen leefden. ‘Ik besefte niet dat ik door de zogenaamde vrijheid waar ik naar verlangde in de greep van allerlei verslavingen terecht zou komen’, zegt hij. ‘Na een tijdje gebruikte ik drugs, dronk ik veel en leidde ik een losbandig leven. In de jaren daarna ging ik steeds meer experimenteren met harddrugs en ik raakte aan veel daarvan verslaafd. (...) Ik begon te dealen om aan geld te komen.’ Uiteindelijk besloot Brian om naar Jehovah’s normen te leven. Hij ging een andere koers volgen en liet zich in 2001 dopen. Nu hij op de christelijke levensweg loopt is hij echt gelukkig. *

7. Welke twee wegen liggen volgens Mattheüs 7:13, 14 voor ons?

⁷ Het is echt belangrijk dat we het juiste parcours volgen. Satan wil dat je stopt met lopen op de smalle weg ‘die naar het leven leidt’ en dat je oversteekt naar de wijde weg waar de meeste mensen in deze wereld op lopen. Die weg is populair en  lekker makkelijk. Maar hij ‘leidt naar de vernietiging’. (Lees Mattheüs 7:13, 14.) Om op de goede weg te blijven en geen zijweg in te slaan, moet je op Jehovah vertrouwen en naar hem luisteren.

8. Wat doet een hardloper als hij struikelt?

⁸ De hardlopers in een langeafstandswedstrijd concentreren zich op de weg direct voor zich, zodat ze niet struikelen. Toch kan dat nog wel gebeuren, bijvoorbeeld door een andere deelnemer of een kuil in de weg. Als ze vallen, staan ze weer op om verder te lopen. Waardoor ze precies zijn gestruikeld, houdt ze niet echt bezig. Hun focus ligt bij de finish en de prijs die ze hopen te winnen.

9. Wat moet je doen als je struikelt?

⁹ In onze race struikelen we misschien best wel vaak. We zeggen en doen verkeerde dingen. Of andere lopers maken een fout die ons pijn doet. Dat hoeft ons niet te verrassen. We zijn allemaal onvolmaakt en lopen allemaal op dezelfde smalle weg naar het leven. Dus we zullen vast weleens tegen elkaar ‘opbotsen’. Paulus erkende dat iemand soms ‘een reden heeft om over een ander te klagen’ (Kol. 3:13). Maar focus niet op wie of wat je liet struikelen, focus op de prijs. Kies ervoor weer op te staan en verder te gaan. Als je weigert weer op te staan omdat je verbitterd en boos bent, haal je de finish niet en loop je de prijs mis. Bovendien is de kans dan groot dat je een struikelblok wordt voor anderen die op de smalle weg naar het leven proberen te lopen.

10. Hoe kun je voorkomen dat je voor anderen een ‘struikelblok’ wordt?

¹⁰ Je kunt ook voorkomen dat je voor andere lopers een ‘struikelblok’ wordt door waar mogelijk inschikkelijk te zijn en niet je eigen zin door te drijven (Rom. 14:13, 19-21; 1 Kor. 8:9, 13). In dat opzicht lijken we niet op de hardlopers in een letterlijke race. Zij strijden tegen elkaar en proberen zelf de prijs te winnen. Bij hen is het ieder voor zich. Ze dringen misschien andere lopers opzij om vooraan  te komen in het peloton. Maar voor ons is het geen competitie (Gal. 5:26; 6:4). Het is ons doel samen met zo veel mogelijk andere lopers de eindstreep te halen en de prijs van eeuwig leven te winnen. Daarom proberen we de geïnspireerde raad van Paulus op te volgen: ‘Heb niet alleen oog voor je eigen belangen maar ook voor de belangen van anderen’ (Fil. 2:4).

11. Waar is een hardloper op gefocust, en waarom?

¹¹ In een echte race zijn de lopers niet alleen gefocust op de weg vóór zich, maar ook op de finish. Ook al kunnen ze die nog niet letterlijk zien, ze kunnen zich wel voorstellen hoe ze de streep passeren en de prijs winnen. Ze blijven gemotiveerd door de prijs duidelijk voor ogen te houden.

12. Wat heeft Jehovah ons gegarandeerd?

¹² Jehovah heeft ons gegarandeerd dat we een mooie prijs winnen als we onze race uitlopen: eeuwig leven in de hemel of in een paradijs op aarde. De Bijbel geeft een vooruitblik op die prijs, zodat we ons kunnen voorstellen hoe geweldig het leven dan zal zijn. Hoe meer je focust op die hoop, hoe minder snel je zult afhaken als je struikelt.

13. Welk voordeel hebben wij op echte hardlopers?

¹³ De hardlopers in de Griekse spelen kregen te maken met dingen als vermoeidheid en pijn. Het enige waar ze op konden terugvallen, was hun training en hun eigen kracht. Ook wij zijn getraind voor de wedstrijd die we lopen. Maar we hebben een voordeel op echte hardlopers. Wij hebben een onuitputtelijke krachtbron. Jehovah belooft degenen die op hem vertrouwen niet alleen te trainen maar ook sterk te maken (1 Petr. 5:10).

14. Hoe helpt 2 Korinthiërs 12:9, 10 ons met uitdagingen om te gaan?

¹⁴ Paulus had met heel wat uitdagingen te maken. Hij werd beledigd en vervolgd. Daarnaast voelde hij zich soms zwak en moest hij omgaan met wat hij ‘een doorn in het vlees’ noemde (2 Kor. 12:7). Hij zag zulke uitdagingen echter niet als een reden om het op te geven, maar als een kans om op Jehovah te vertrouwen. (Lees 2 Korinthiërs 12:9, 10.) Omdat Paulus die instelling had, hielp Jehovah hem overal doorheen.

15. Wat kun je ervaren als je Paulus navolgt?

¹⁵ Ook wij kunnen beledigd of vervolgd worden om ons geloof. En misschien heb je gezondheidsproblemen of ben je uitgeput. Maar als je Paulus navolgt, kan elk van die uitdagingen een kans worden om de liefdevolle steun van Jehovah te ervaren.

16. Wat kun je doen als je gezondheidsproblemen hebt?

¹⁶ Ben je bedlegerig of zit je in een rolstoel? Heb je zwakke knieën of slechte ogen? Misschien vraag je je dan af of je wel kunt meelopen met de jonge en gezonde mensen. Daar hoef je niet aan te twijfelen. Er zijn veel oudere en zieke hardlopers op de weg naar het leven. Maar ze lopen niet mee op eigen kracht. Ze benutten hun krachtbron, Jehovah. Dat doen ze bijvoorbeeld door via een stream de vergaderingen te volgen. En ze geven getuigenis aan artsen, verplegend personeel en familieleden.

17. Hoe denkt Jehovah over personen met lichamelijke beperkingen?

 ¹⁷ Laat je niet ontmoedigen door lichamelijke beperkingen en denk niet dat je te zwak bent om op de weg naar het leven te lopen. Jehovah houdt van je om je geloof en je trouwe staat van dienst. Je hebt nu meer dan ooit zijn hulp nodig, en hij zal je niet in de steek laten (Ps. 9:10). Hij zal juist steeds dichter tot je naderen. Een zuster met ernstige gezondheidsproblemen zegt: ‘Ik merk dat hoe meer gezondheidsproblemen ik krijg, hoe minder mogelijkheden ik heb om de waarheid met anderen te delen. Maar ik weet dat zelfs het weinige dat ik kan doen Jehovah’s hart blij maakt, en dat maakt me gelukkig.’ Als je je zwak voelt, bedenk dan dat je niet alleen bent. Denk aan het voorbeeld van Paulus en aan zijn bemoedigende woorden: ‘Ik ben blij met zwakheden (...). Want als ik zwak ben, ben ik sterk’ (2 Kor. 12:10).

18. Welke extra moeilijke uitdaging hebben sommigen?

¹⁸ Sommigen hebben een andere uitdaging in de race om het leven. Ze worstelen met problemen die anderen niet kunnen zien en vaak niet begrijpen, zoals depressiviteit of verlammende angstgevoelens. Waarom hebben die dierbare aanbidders van Jehovah het extra moeilijk? Omdat als je een gebroken arm hebt of in een rolstoel zit, iedereen kan zien wat je mankeert en zich dan bewogen voelt te helpen. Maar als je een emotionele of mentale stoornis hebt, is dat aan de buitenkant misschien helemaal niet te zien. De pijn is net zo echt als bij een gebroken arm, maar je krijgt vaak niet hetzelfde medeleven van anderen.

19. Wat leren we van het voorbeeld van Mefiboseth?

¹⁹ Als je met beperkingen moet leven en het gevoel hebt dat je niet wordt begrepen, kun je misschien kracht putten uit het voorbeeld van Mefiboseth (2 Sam. 4:4). Hij was gehandicapt en werd het slachtoffer van een beoordelingsfout van koning David. Wat hij meemaakte was niet zijn eigen schuld. Toch werd hij niet negatief. Hij was dankbaar voor de positieve dingen in zijn leven. Hij was blij dat David in het verleden goed voor hem was geweest (2 Sam. 9:6-10). Dus toen David de situatie verkeerd inschatte, keek Mefiboseth naar het totaalbeeld. Hij liet niet toe dat hij verbitterd raakte door Davids fout. En hij gaf niet Jehovah de schuld voor wat David had gedaan. Mefiboseth  concentreerde zich op wat hij kon doen om Jehovah’s gezalfde koning te ondersteunen (2 Sam. 16:1-4; 19:24-30). Dat prachtige voorbeeld van Mefiboseth heeft Jehovah voor ons in zijn Woord laten optekenen (Rom. 15:4).

20. Welke angstgevoelens hebben sommigen, maar waar kunnen ze van op aan?

²⁰ Sommige broeders en zusters zijn door angstgevoelens heel nerveus en onzeker in dagelijkse sociale situaties. Ze vinden het misschien moeilijk in een grote groep mensen te zijn maar gaan toch naar de vergaderingen en congressen. Het is misschien een opgave voor ze om met vreemden te praten, maar toch gaan ze in de velddienst. Als dat ook voor jou geldt, weet dan dat je niet de enige bent. Velen worstelen met dezelfde problemen. Bedenk dat Jehovah blij is met je oprechte inspanningen. Dat je het nog niet hebt opgegeven is een bewijs dat hij je zegent en je de kracht geeft die je nodig hebt (Fil. 4:6, 7; 1 Petr. 5:7). * Als je Jehovah dient ondanks lichamelijke of emotionele beperkingen, kun je ervan op aan dat je Jehovah blij maakt.

21. Wat kunnen we allemaal met Jehovah’s hulp?

²¹ De race waar Paulus het over heeft is niet helemaal hetzelfde als een letterlijke hardloopwedstrijd. In Bijbelse tijden was er in een wedstrijd slechts één winnaar. Maar op de christelijke levensweg krijgt iedereen die de finish haalt de prijs van eeuwig leven (Joh. 3:16). En in een letterlijke race moesten alle lopers fit zijn, anders hadden ze weinig kans om te winnen. Maar velen van ons kunnen het lopen volhouden ondanks lichamelijke beperkingen (2 Kor. 4:16). Met Jehovah’s hulp kunnen we het allemaal volhouden tot de finish!