STUDIEARTIKEL 17
Jehovah helpt je als alles anders loopt dan gedacht
‘De rechtvaardige maakt veel ellende mee, maar steeds opnieuw redt Jehovah hem.’ — PS. 34:19.
LIED 44 Een gebed van de moedeloze
VOORUITBLIK a
1. Wat weet je als aanbidder van Jehovah?
ALS aanbidder van Jehovah weet je dat hij van je houdt en dat hij voor jou het beste leven wil dat er is (Rom. 8:35-39). Je weet ook dat het altijd goed voor je is om naar Bijbelse principes te leven (Jes. 48:17, 18). Maar wat als je tegen problemen aanloopt die je niet had verwacht?
2. Met welke problemen kun je te maken krijgen, en wat kun je dan gaan denken?
2 Iedereen die Jehovah dient krijgt met problemen te maken. Je kunt bijvoorbeeld teleurgesteld worden door wat een familielid doet. Je zou een ernstig gezondheidsprobleem kunnen krijgen dat je beperkt in wat je voor Jehovah kunt doen. Het kan zijn dat je een natuurramp meemaakt. Of je wordt misschien vanwege je geloof vervolgd. Als je zo’n beproeving meemaakt, kun je denken: Waarom overkomt mij dit? Heb ik iets verkeerds gedaan? Is het omdat Jehovah niet met mij is? Als je dat weleens hebt gedacht, geef dan de moed niet op. Veel trouwe aanbidders van Jehovah hebben met zulke gedachten en gevoelens geworsteld (Ps. 22:1, 2; Hab. 1:2, 3).
3. Wat kun je leren uit Psalm 34:19?
3 Lees Psalm 34:19. Deze psalm laat twee belangrijke punten uitkomen: (1) Rechtvaardige mensen maken problemen mee. (2) Jehovah redt ons uit onze moeilijkheden. Hoe doet hij dat? Hij helpt je een realistische kijk te hebben op het leven in deze wereld. Hoewel hij belooft dat je vreugde zult hebben als je hem dient, heeft hij je nooit een zorgeloos leven beloofd (Jes. 66:14). Hij spoort je aan je te richten op de toekomst, op de tijd dat je voor altijd van het leven zult genieten zoals hij het wil (2 Kor. 4:16-18). Tot het zover is, helpt hij je om elke dag vol te houden en door te gaan (Klaagl. 3:22-24).
4. Wat gaan we in dit artikel bespreken?
4 Laten we eens kijken naar het voorbeeld van enkele trouwe aanbidders van Jehovah uit Bijbelse tijden en uit deze tijd. We zullen zien dat de dingen soms niet gaan zoals je had gedacht, maar dat Jehovah je altijd zal steunen als je op hem vertrouwt (Ps. 55:22). Vraag je bij elk voorbeeld af: Hoe zou ik in zo’n situatie reageren? Hoe kan dit voorbeeld mijn vertrouwen in Jehovah vergroten? Welke lessen kan ik er voor mezelf uit halen?
IN BIJBELSE TIJDEN
5. Welke moeilijkheden maakte Jakob mee door toedoen van Laban? (Zie cover.)
5 In Bijbelse tijden maakten aanbidders van Jehovah dingen mee die ze niet hadden verwacht. Denk maar aan Jakob. Hij moest van zijn vader een vrouw kiezen uit de dochters van Laban, een familielid dat God aanbad. Zijn vader beloofde dat Jehovah hem zou zegenen (Gen. 28:1-4). Jakob deed het juiste. Hij vertrok uit Kanaän en reisde naar het huis van Laban, die twee dochters had: Lea en Rachel. Jakob werd verliefd op Labans jongste dochter, Rachel. Hij was bereid zeven jaar voor haar vader te werken voordat hij met haar zou trouwen (Gen. 29:18). Maar het liep niet zoals Jakob had gehoopt. Met een sluwe truc liet Laban hem trouwen met zijn oudste dochter, Lea. Jakob mocht een week later met Rachel trouwen, maar alleen als hij nog eens zeven jaar voor Laban zou werken (Gen. 29:25-27). Daarnaast bedroog Laban hem op zakelijk gebied. In totaal heeft Laban Jakob 20 jaar lang uitgebuit (Gen. 31:41, 42).
6. Wat kreeg Jakob nog meer te verduren?
6 Jakob kreeg nog meer problemen. Hij had een groot gezin, maar zijn zonen konden niet altijd even goed met elkaar opschieten. Een van hen, Jozef, werd zelfs door zijn eigen broers als slaaf verkocht. Simeon en Levi, twee andere zonen, deden de familie schande aan en wierpen smaad op Jehovah’s naam. Bovendien stierf Jakobs geliefde vrouw Rachel bij de geboorte van hun tweede kind. En door een zware hongersnood was hij op zijn oude dag gedwongen naar Egypte te verhuizen (Gen. 34:30; 35:16-19; 37:28; 45:9-11, 28).
7. Hoe liet Jehovah merken dat hij met Jakob was?
7 Ondanks alles verloor Jakob nooit het vertrouwen in Jehovah en in zijn beloften. En Jehovah maakte Jakob duidelijk dat hij met hem was. Dat deed hij onder meer door Jakob materieel te zegenen in de tijd dat Laban hem oneerlijk behandelde. En wat zal Jakob Jehovah dankbaar zijn geweest toen hij werd herenigd met Jozef, de zoon van wie hij zo lang had gedacht dat hij dood was! Dankzij zijn hechte vriendschap met Jehovah kon hij zijn beproevingen doorstaan (Gen. 30:43; 32:9, 10; 46:28-30). Ook jij kunt onverwachte beproevingen in je leven doorstaan als je een hechte vriendschap met Jehovah onderhoudt.
8. Wat wilde David graag doen?
8 Koning David kon in Jehovah’s dienst niet alles doen wat hij wilde doen. Zo wilde hij heel graag een tempel voor Jehovah bouwen. Toen hij met de profeet Nathan over zijn wens sprak, zei die tegen hem: ‘Doe wat je hart je ingeeft, want de ware God is met je’ (1 Kron. 17:1, 2). Wat moet het voor David motiverend zijn geweest dat te horen! Misschien begon hij meteen met de planning voor zo’n groot project.
9. Hoe reageerde David toen hij teleurstellend nieuws kreeg?
9 Al snel kwam Jehovah’s profeet terug met teleurstellend nieuws. ‘Die nacht’ zei Jehovah tegen Nathan dat niet David maar een van zijn zonen de tempel zou bouwen (1 Kron. 17:3, 4, 11, 12). Hoe reageerde David op dat bericht? Hij paste zich aan en stelde zijn plannen bij. Hij legde de focus op het verzamelen van het geld en de materialen die zijn zoon Salomo voor het project nodig zou hebben (1 Kron. 29:1-5).
10. Hoe zegende Jehovah David?
10 Meteen nadat Jehovah David had laten weten dat hij de tempel niet zou bouwen, sloot hij een verbond met hem. Hij beloofde David dat een van zijn nakomelingen voor eeuwig zou regeren (2 Sam. 7:16). Wat zal David blij zijn als hij in de nieuwe wereld ontdekt dat de Koning van de duizendjarige regering, Jezus, een van zijn eigen nakomelingen is! Misschien is het soms niet mogelijk om voor Jehovah te doen wat je zou willen doen. Maar Davids voorbeeld laat zien dat Jehovah je dan kan belonen met zegeningen die je nooit had verwacht.
11. Welke goede dingen hebben de eerste christenen ervaren, ook al kwam Gods Koninkrijk niet toen ze het verwachtten? (Handelingen 6:7)
11 De eerste christenen zagen niet al hun verwachtingen uitkomen. Ze wilden bijvoorbeeld heel graag dat Gods Koninkrijk zou komen, maar ze wisten niet wanneer dat zou gebeuren (Hand. 1:6, 7). Wat deden ze? Ze bleven druk bezig in de prediking. En toen ze op steeds meer plekken gingen prediken, zagen ze duidelijke bewijzen van Jehovah’s zegen op hun inspanningen. (Lees Handelingen 6:7.)
12. Wat deden de eerste christenen toen er hongersnood was?
12 Op een gegeven moment werd ‘de hele bewoonde aarde’ getroffen door een zware hongersnood (Hand. 11:28). Dat had natuurlijk ook gevolgen voor de eerste christenen. Probeer je eens voor te stellen hoe het moet zijn geweest. Ongetwijfeld hebben gezinshoofden zich bezorgd afgevraagd hoe ze hun gezin moesten onderhouden. En misschien waren er jongeren met plannen om meer te doen voor Jehovah. Moesten ze hun plannen uitstellen? Wat de omstandigheden ook waren, de christenen pasten zich aan. Ze gingen door met prediken, waar en wanneer ze maar konden, en ze deelden graag wat ze hadden met hun broeders en zusters in Judea (Hand. 11:29, 30).
13. Welke zegeningen ondervonden de christenen tijdens de hongersnood?
13 Welke zegeningen ondervonden de christenen tijdens de hongersnood? Degenen die hulpgoederen ontvingen ervoeren persoonlijk Jehovah’s steun (Matth. 6:31-33). Ze moeten zich nog meer verbonden hebben gevoeld met de broeders en zusters die hulp hadden geboden. En degenen die een gift hadden gedaan of anderszins aan de hulpactie hadden meegeholpen ervoeren dat geven gelukkig maakt (Hand. 20:35). Jehovah zegende ze allemaal omdat ze zich aan de nieuwe omstandigheden aanpasten.
14. Wat gebeurde er met Barnabas en Paulus, en wat was het resultaat? (Handelingen 14:21, 22)
14 De eerste christenen werden vaak vervolgd, soms wanneer ze dat het minst verwachtten. Denk maar aan wat er gebeurde met Barnabas en Paulus toen ze predikten in de omgeving van Lystra. Aanvankelijk werden ze heel goed ontvangen en luisterden velen naar ze. Maar toen er tegenstanders kwamen die ‘de mensen ompraatten’, gingen diezelfde mensen Paulus stenigen tot ze dachten dat hij dood was (Hand. 14:19). Maar Barnabas en Paulus gingen ergens anders verder met prediken. Het resultaat? Ze maakten ‘heel wat discipelen’ en konden hun broeders en zusters met hun voorbeeld en hun woorden moed geven. (Lees Handelingen 14:21, 22.) Velen profiteerden ervan dat Barnabas en Paulus niet opgaven toen er plotseling vervolging kwam. Jehovah zal ook jou zegenen als je niet opgeeft in het werk dat hij je heeft gevraagd te doen.
IN DEZE TIJD
15. Wat heb je geleerd van broeder Macmillan?
15 In de jaren voor 1914 hadden Jehovah’s aanbidders hoge verwachtingen. Een van hen was broeder A.H. Macmillan. Zoals velen in die tijd dacht hij dat hij al gauw zijn hemelse beloning zou ontvangen. In een lezing die hij in september 1914 hield zei hij: ‘Dit is waarschijnlijk de laatste openbare lezing die ik ooit zal houden.’ Maar het was niet zijn laatste lezing. Broeder Macmillan schreef later: ‘Sommigen van ons zijn misschien wat te voorbarig geweest toen we dachten dat we terstond naar de hemel zouden gaan.’ Hij voegde eraan toe: ‘Waar wij het beste aan zouden doen, is druk in de dienst van de Heer bezig te blijven.’ En dat deed hij. Hij werkte hard in de dienst. Hij had het voorrecht veel broeders die wegens hun neutraliteit gevangenzaten op te bouwen. En hij is altijd trouw naar de vergaderingen blijven gaan, zelfs op hoge leeftijd nog. In afwachting van zijn hemelse beloning heeft broeder Macmillan zijn tijd nuttig besteed. Het resultaat? Kort voor zijn dood in 1966 schreef hij: ‘Mijn geloof is even krachtig als altijd.’ Wat een goed voorbeeld voor ons, vooral voor degenen die het gevoel hebben langer te moeten volharden dan ze hadden verwacht! (Hebr. 13:7)
16. Met welk onverwacht probleem kregen Herbert Jennings en zijn vrouw te maken? (Jakobus 4:14)
16 Veel aanbidders van Jehovah krijgen onverwacht met gezondheidsproblemen te maken. Neem broeder Herbert Jennings. b In zijn levensverhaal vertelt hij over de fijne tijd die hij en zijn vrouw in hun zendingstoewijzing in Ghana hadden. Maar op een gegeven moment werd bij hem een ernstige stemmingsstoornis vastgesteld. Met Jakobus 4:14 in gedachten noemde hij die ontwikkeling een ‘morgen’ waar hij niet op had gerekend. (Lees.) Hij schreef dat ze de realiteit onder ogen moesten zien. Ze verlieten Ghana en hun vele goede vrienden daar en gingen voor behandeling terug naar Canada. Jehovah heeft broeder Jennings en zijn vrouw geholpen in die moeilijke situatie trouw te blijven.
17. Wat heeft het voorbeeld van broeder Jennings voor anderen betekend?
17 Wat broeder Jennings openhartig vertelt in zijn levensverhaal heeft veel impact gehad op anderen. Een zuster schreef: ‘Ik ben nog nooit zo diep geraakt als toen ik dit artikel las. (...) Toen ik las dat broeder Jennings om gezondheidsredenen een toewijzing moest opgeven, ging ik evenwichtiger naar m’n eigen situatie kijken.’ Een broeder schreef: ‘Nadat ik tien jaar als ouderling in de gemeente had gediend, moest ik m’n voorrecht opgeven vanwege een psychische aandoening. Omdat ik het gevoel had dat ik had gefaald, was ik vaak te neerslachtig om de levensverhalen te lezen. (...) Maar de volharding van broeder Jennings heeft me opgebeurd.’ Dit laat wel zien dat je anderen kunt opbouwen als je onverwachte beproevingen doorstaat. Ook al lopen de dingen niet zoals je had gehoopt, je kunt voor je broeders en zusters een voorbeeld zijn van geloof en volharding (1 Petr. 5:9).
18. Wat heb je geleerd van wat een weduwe in Nigeria meemaakte, zoals op de afbeeldingen in scène is gezet?
18 Heel wat broeders en zusters ondervinden de gevolgen van een ramp of crisis zoals de COVID-19-pandemie. Zo was er een weduwe in Nigeria die niet veel meer had om van te leven. Op een ochtend vroeg haar dochter wat ze moesten eten als hun laatste kopje rijst op was. Ze vertelde haar dochter dat ze geen geld en voedsel meer hadden maar dat ze hetzelfde zouden doen als de weduwe van Sarfath: hun laatste maaltijd klaarmaken en erop vertrouwen dat Jehovah ze zou helpen (1 Kon. 17:8-16). Nog voordat ze konden bedenken wat ze voor hun volgende maaltijd zouden eten, kregen ze van broeders en zusters een pakket hulpgoederen. In het pakket zat voedsel voor meer dan twee weken. De zuster vertelde dat ze niet had gedacht dat Jehovah zo goed luisterde naar wat ze tegen haar dochter zei. Als je vertrouwen in Jehovah toont, kunnen de beproevingen die je overvallen je dichter bij hem brengen (1 Petr. 5:6, 7).
19. Wat maakte Aleksej Jersjov mee?
19 Veel broeders en zusters zijn vervolgd terwijl ze dat misschien niet hadden verwacht. Neem Aleksej Jersjov, een broeder in Rusland. Toen hij in 1994 werd gedoopt, had Jehovah’s volk daar een mate van vrijheid. Maar de laatste jaren is de situatie in Rusland veranderd. In 2020 vielen agenten het huis van broeder Jersjov binnen en werden veel van zijn bezittingen in beslag genomen. Maanden later werd hij officieel aangeklaagd op basis van videobeelden die waren gemaakt door iemand die meer dan een jaar lang had gedaan alsof hij graag de Bijbel wilde bestuderen. Wat een verraad!
20. Hoe heeft broeder Jersjov zijn band met Jehovah versterkt?
20 Is er iets goeds voortgekomen uit wat broeder Jersjov meemaakte? Ja. Zijn band met Jehovah is sterker geworden. ‘Mijn vrouw en ik bidden vaker samen’, zegt hij. ‘Ik weet dat ik de situatie niet aan zou kunnen zonder Jehovah’s hulp.’ Verder vertelt hij: ‘Persoonlijke studie helpt me met ontmoediging om te gaan. Ik mediteer over de voorbeelden van trouwe aanbidders in het verleden. Er staan veel verslagen in de Bijbel die laten zien hoe belangrijk het is om rustig te blijven en vertrouwen in Jehovah te tonen.’
21. Wat hebben we in dit artikel geleerd?
21 Wat hebben we in dit artikel besproken? In deze wereld lopen de dingen soms anders dan gedacht. Maar als je op Jehovah vertrouwt, helpt hij je altijd. Zoals de thematekst zegt: ‘De rechtvaardige maakt veel ellende mee, maar steeds opnieuw redt Jehovah hem’ (Ps. 34:19). Wees dus niet gefocust op de ellende die je meemaakt maar op de hulp en kracht die Jehovah geeft. Dan kun je net als Paulus zeggen: ‘Voor alles ben ik sterk genoeg dankzij hem die mij kracht geeft’ (Fil. 4:13).
LIED 38 Hij zal je sterk maken
a Soms word je in het leven onverwacht met problemen geconfronteerd. Maar je kunt er zeker van zijn dat Jehovah zijn trouwe aanbidders helpt. Hoe heeft hij dat in het verleden gedaan? En hoe doet hij dat nu? Voorbeelden uit Bijbelse tijden en uit deze tijd zullen je sterken in de overtuiging dat Jehovah ook jou zal helpen als je op hem vertrouwt.