Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Ben jij bereid geduldig te wachten?

Ben jij bereid geduldig te wachten?

‘Oefent ook gij geduld.’ — JAK. 5:8.

LIEDEREN: 114, 79

1, 2. (a) Hoe komt het dat we ons soms afvragen: hoelang? (b) Waarom zijn de voorbeelden van trouwe aanbidders uit de oudheid zo aanmoedigend?

‘HOE lang?’ Die vraag stelden de trouwe profeten Jesaja en Habakuk (Jes. 6:11; Hab. 1:2). Toen koning David Psalm 13 componeerde, vroeg ook hij vier keer: ‘Hoe lang?’ (Ps. 13:1, 2) Zelfs Jezus stelde deze vraag toen hij geconfronteerd werd met de slechte houding van personen om hem heen (Matth. 17:17). Daarom hoeven we niet verbaasd te zijn als die vraag af en toe bij ons opkomt.

2 Maar waarom komt die vraag soms bij ons op? Misschien heb je te maken met een bepaalde vorm van onrecht. Of je wordt geconfronteerd met de gevolgen van ouderdom of ziekte. Misschien voel je de druk van het leven in deze ‘kritieke tijden’ die ‘moeilijk zijn door te komen’ (2 Tim. 3:1). Of je raakt ontmoedigd door de slechte houding van mensen om je heen. Wat de oorzaak ook is, het is aanmoedigend te weten dat Jehovah’s trouwe aanbidders uit de oudheid zich vrij voelden om dezelfde vraag te stellen die ook in ons kan opkomen. En ze werden er niet om veroordeeld!

3. Wat kan ons helpen als we te maken krijgen met moeilijke omstandigheden?

3 Wat kan je helpen als je met zulke moeilijke omstandigheden te maken krijgt? De discipel Jakobus, Jezus’ halfbroer, schreef onder leiding van Gods geest: ‘Oefent daarom geduld, broeders, tot de tegenwoordigheid van de Heer’ (Jak. 5:7). We hebben dus geduld nodig. Maar wat houdt het in geduldig te zijn?

WAT IS GEDULD?

4, 5. (a) Wat is er allemaal betrokken bij de eigenschap geduld? (b) Hoe illustreerde Jakobus één aspect van geduld? (Zie beginplaatje.)

4 Volgens de Bijbel is geduld het resultaat van heilige geest; zonder Gods hulp kunnen onvolmaakte mensen niet geduldig zijn in de mate die noodzakelijk is. Geduld is een geschenk van God, en geduldig zijn is een belangrijke manier waarop we onze liefde voor hem tonen. Geduldig zijn is ook een uiting van onze liefde voor anderen. Als iemand voortdurend ongeduldig is, verzwakt dat zijn band met anderen; geduld versterkt die band (1 Kor. 13:4; Gal. 5:22). Bij geduld zijn ook andere belangrijke christelijke eigenschappen betrokken. Het houdt bijvoorbeeld nauw verband met volharding; volharding stelt ons in staat om met een positieve houding moeilijke omstandigheden te verduren (Kol. 1:11; Jak. 1:3, 4). Geduld kan ook inhouden dat iemand geen wraak neemt als hem onrecht wordt aangedaan en standvastig blijft wat er ook op zijn pad komt. Verder spoort de Bijbel ons aan om bereidwillig te accepteren dat we moeten wachten. Dit aspect van geduld wordt benadrukt in Jakobus 5:7, 8. (Lees.)

5 Waarom krijgen we de aansporing bereidwillig te accepteren dat we op Jehovah moeten wachten? Jakobus vergeleek onze situatie met die van een boer. Hoewel een boer hard werkt om te zaaien, heeft hij geen controle over het weer of de groei van het gewas. Hij kan de tijd niet versnellen. Hij accepteert dat hij geduldig op ‘de kostbare vrucht van de aarde’ moet wachten. Zo zijn er ook veel factoren waarover wij geen controle hebben terwijl we wachten op de vervulling van Jehovah’s beloften (Mark. 13:32, 33; Hand. 1:7). Net als een boer zullen ook wij geduldig moeten wachten.

6. Wat kunnen we leren van het voorbeeld van de profeet Micha?

6 De wereld waarin we leven is te vergelijken met die in de tijd van de profeet Micha. Hij leefde tijdens de regering van de goddeloze koning Achaz, een tijd waarin slechtheid heel gewoon was geworden. Het volk was bedreven in het doen van slechte dingen. (Lees Micha 7:1-3.) Micha besefte dat hij persoonlijk niets aan die omstandigheden kon veranderen. Wat kon hij dan wel doen? Hij zegt: ‘Wat mij aangaat, naar Jehovah zal ik blijven uitzien. Ik wil van een wachtende houding jegens de God van mijn redding blijk geven. Mijn God zal mij horen’ (Micha 7:7). Net als Micha moeten ook wij ‘een wachtende houding’ hebben.

7. Waarom is het niet genoeg alleen maar te wachten op de vervulling van Jehovah’s beloften?

7 Als we net zo’n sterk geloof hebben als Micha, zullen we bereidwillig wachten. Onze situatie is niet als die van een gevangene die in zijn cel op zijn executie zit te wachten. Zo iemand is gedwongen om te wachten, en hij kijkt niet bepaald uit naar wat erna komt. Wat een verschil met onze situatie! We zijn bereid op Jehovah te wachten omdat we weten dat hij zijn belofte gaat vervullen om ons eeuwig leven te geven, en dat precies op de juiste tijd, de beste tijd! Daarom volharden we met geduld ‘en met vreugde’ (Kol. 1:11, 12). Als we dat niet doen — als we op Jehovah wachten terwijl we intussen klagen en mopperen dat hij niet snel genoeg ingrijpt — dan zal Jehovah daar niet blij mee zijn (Kol. 3:12).

VOORBEELDEN VAN GEDULD

8. Wat moeten we in gedachte houden als we nadenken over de voorbeelden van trouwe aanbidders uit de oudheid?

8 We zullen eerder bereid zijn te wachten als we nadenken over trouwe aanbidders uit de oudheid die geduldig wachtten op de vervulling van Jehovah’s beloften (Rom. 15:4). Bedenk hoelang ze moesten wachten, waarom ze bereid waren te wachten en hoe ze werden gezegend voor hun geduld.

Abraham moest jarenlang wachten voordat zijn kleinzoons Esau en Jakob geboren werden (Zie alinea 9, 10)

9, 10. Hoelang moesten Abraham en Sara op Jehovah wachten?

9 Neem het voorbeeld van Abraham en Sara. Ze horen bij degenen die ‘door geloof en geduld de beloften beërven’. De Bijbel zegt dat Abraham, ‘nadat hij geduld had getoond’, de belofte kreeg dat Jehovah hem zou zegenen en dat hij veel nakomelingen zou krijgen (Hebr. 6:12, 15). Waarom had Abraham geduld nodig? Eenvoudig gezegd, omdat de vervulling van die belofte tijd zou kosten. Het verbond dat Jehovah met Abraham had gesloten werd op 14 nisan 1943 v.Chr. van kracht. Dat was toen Abraham en Sara samen met hun huisgezin de Eufraat overstaken en het beloofde land binnengingen. Abraham moest toen nog 25 jaar wachten voordat in 1918 v.Chr. zijn zoon Isaäk werd geboren, en hij moest nog eens 60 jaar wachten voordat in 1858 v.Chr. zijn kleinzoons Esau en Jakob werden geboren (Hebr. 11:9).

10 Hoeveel land erfde Abraham? In de Bijbel staat: ‘Nochtans gaf hij [Jehovah] hem [Abraham] geen enkel erfelijk bezit daarin, neen, nog geen voetbreed, maar hij beloofde het aan hem en zijn zaad na hem tot een bezitting te geven, hoewel hij nog geen kind had’ (Hand. 7:5). Pas 430 jaar nadat Abraham de Eufraat was overgestoken, werden zijn nakomelingen georganiseerd tot een natie die het land in bezit zou nemen (Ex. 12:40-42; Gal. 3:17).

11. Waarom was Abraham bereid op Jehovah te wachten, en hoe zal hij voor zijn geduld gezegend worden?

11 Abraham was bereid te wachten omdat zijn geduld gebaseerd was op zijn geloof in Jehovah. (Lees Hebreeën 11:8-12.) Ook al maakte Abraham de volledige vervulling van Gods belofte niet mee, hij wachtte bereidwillig. Stel je zijn vreugde eens voor als hij straks in het paradijs op aarde een opstanding krijgt. Wat zal hij verbaasd zijn als hij te weten komt dat een relatief groot deel van de Bijbel is gewijd aan zijn persoonlijke verhaal en dat van zijn nakomelingen. * En zal hij het niet geweldig vinden als hij voor het eerst te horen krijgt hoe belangrijk zijn rol was in Jehovah’s voornemen met betrekking tot het beloofde nageslacht? Abraham zal ongetwijfeld vinden dat het lange wachten de moeite waard is geweest.

12, 13. Hoe werd Jozefs geduld op de proef gesteld, maar hoe ging hij met de situatie om?

12 Abrahams achterkleinzoon Jozef liet ook zien dat hij geduldig was. Hij was het slachtoffer van verschrikkelijk onrecht. Eerst werd hij door zijn broers als slaaf verkocht toen hij ongeveer 17 was. Later werd hij door de vrouw van zijn meester vals beschuldigd van een poging tot verkrachting en belandde hij in de gevangenis, waar hij geketend werd (Gen. 39:11-20; Ps. 105:17, 18). Het leek alsof hij voor zijn rechtvaardigheid werd gestraft in plaats van gezegend. Maar na 13 jaar veranderde alles. Hij werd vrijgelaten en gepromoveerd tot de op één na hoogste positie in Egypte (Gen. 41:14, 37-43; Hand. 7:9, 10).

13 Hoe ging Jozef om met al het onrecht dat hij meemaakte? Raakte hij erdoor verbitterd? Verloor hij zijn vertrouwen in zijn God? Nee. Zijn geloof in Jehovah hielp hem geduldig te wachten. Hij zag Jehovah’s hand in wat er gebeurde. Kijk maar eens wat hij tegen zijn broers zei: ‘Weest niet bevreesd, want neem ik soms de plaats van God in? Wat u betreft, gij hebt kwaad tegen mij in de zin gehad. God heeft in de zin gehad het ten goede te keren, met het doel te handelen zoals op deze dag, om veel mensen in het leven te houden’ (Gen. 50:19, 20). Uiteindelijk besefte Jozef dat het wachten de moeite waard was geweest.

14, 15. (a) Waarom is het zo bijzonder dat David geduldig bleef? (b) Wat hielp David om geduldig te wachten?

14 Ook koning David was het slachtoffer van veel onrecht. Hoewel hij op jonge leeftijd door Jehovah werd gezalfd om de toekomstige koning van Israël te worden, moest hij zo’n 15 jaar wachten voordat hij koning werd over zijn eigen stam (2 Sam. 2:3, 4). Tijdens een deel van die periode werd David achternagezeten door koning Saul, die hem wilde doden. * Daarom moest hij als vluchteling leven, soms in het buitenland, soms in grotten in de woestijn. Zelfs toen Saul uiteindelijk in de strijd omkwam, moest David nog zeven jaar wachten voordat hij koning over heel Israël werd (2 Sam. 5:4, 5).

15 Waarom was David bereid geduldig te wachten? Hij geeft het antwoord in dezelfde psalm waarin hij vier keer ‘Hoe lang?’ vraagt. Hij zegt namelijk: ‘Ik heb op uw loyale liefde vertrouwd; laat mijn hart blij zijn in uw redding. Ik wil zingen ter ere van Jehovah, want hij heeft mij op een belonende wijze bejegend’ (Ps. 13:5, 6, vtn.). David vertrouwde op Jehovah’s loyale liefde. Hij dacht erover na hoe Jehovah hem in het verleden al had gezegend, en hij keek vol verwachting uit naar zijn bevrijding. Hij wist dat het wachten de moeite waard zou zijn.

Jehovah verwacht geen dingen van ons die hij zelf niet bereid is te doen

16, 17. Hoe hebben Jehovah en Jezus laten zien dat ze bereid zijn te wachten?

16 Jehovah verwacht geen dingen van ons die hij zelf niet bereid is te doen. Hij is het grootste voorbeeld van bereidwillig wachten. (Lees 2 Petrus 3:9.) Jehovah wacht al duizenden jaren geduldig zodat de morele vraagstukken die in de Hof van Eden zijn opgeworpen, eens en voor altijd kunnen worden opgelost. Hij wacht geduldig op het moment dat zijn naam volledig geheiligd zal zijn. Dan zullen degenen ‘die hem blijven verwachten’, zegeningen krijgen die al hun verwachtingen overtreffen (Jes. 30:18).

17 Ook Jezus is bereid te wachten. Hoewel hij hier op aarde zijn trouw had bewezen en in het jaar 33 de waarde van zijn loskoopoffer had aangeboden, moest hij tot 1914 wachten voordat hij op de troon werd geplaatst (Hand. 2:33-35; Hebr. 10:12, 13). En pas aan het einde van zijn duizendjarige regering zullen al zijn vijanden volledig vernietigd zijn (1 Kor. 15:25). Dat is nog een lange tijd wachten, maar we kunnen er zeker van zijn dat het het wachten waard zal zijn.

WAT ZAL ONS HELPEN?

18, 19. Wat zal ons helpen geduldig te wachten?

18 Ook wij moeten bereid zijn geduldig te wachten. Wat zal ons daarbij helpen? Bid om Gods geest. Geduld is immers een aspect van de vrucht van de geest (Ef. 3:16; 6:18; 1 Thess. 5:17-19). Smeek Jehovah of hij je wil helpen geduldig te volharden.

19 Houd ook in gedachte wat Abraham, Jozef en David hielp geduldig op de vervulling van Jehovah’s beloften te wachten: hun geloof en hun vertrouwen in hem op basis van wat hij in het verleden voor hen gedaan had. Ze waren niet alleen maar op zichzelf en op hun eigen comfort gericht. Als je erover nadenkt hoe het met hen afliep, zal dat ook jou aanmoedigen geduldig te wachten.

20. Waartoe heeft deze studie je aangemoedigd?

20 Dus ook al krijg je te maken met moeilijkheden, wees bereid geduldig te wachten. Misschien vraag je af en toe wanhopig: ‘Hoelang nog, Jehovah?’ (Jes. 6:11) Maar in de kracht van Gods heilige geest kunnen de woorden van Jeremia ook jouw woorden worden: ‘Jehovah is mijn deel, (...) daarom zal ik van een wachtende houding jegens hem blijk geven’ (Klaagl. 3:21, 24).

^ ¶11 Zo’n 15 hoofdstukken van het boek Genesis zijn gewijd aan het verslag over Abraham. En de schrijvers van de christelijke Griekse Geschriften verwijzen meer dan 70 keer naar Abraham.

^ ¶14 Jehovah verwierp Saul nadat hij zo’n twee jaar had geregeerd, maar liet hem nog 38 jaar lang, tot aan zijn dood, op de troon zitten (1 Sam. 13:1; Hand. 13:21).