Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Oordeel niet naar de uiterlijke schijn

Oordeel niet naar de uiterlijke schijn

‘Stop met oordelen naar de uiterlijke schijn, maar oordeel rechtvaardig.’ — JOH. 7:24.

LIEDEREN: 142, 123

1. Wat profeteerde Jesaja over Jezus, en waarom is dat bemoedigend?

JESAJA’S profetie over onze Heer Jezus Christus stelt ons gerust en raakt ons hart. Hij voorspelde: ‘Hij zal niet oordelen op basis van wat zijn ogen alleen maar zien of terechtwijzen op basis van wat zijn oren horen. Hij zal een eerlijk oordeel vellen over de armen’ (Jes. 11:3, 4). Waarom is dat bemoedigend? Omdat we leven in een wereld vol vooroordelen en discriminatie. We hebben allemaal onze hoop gevestigd op de volmaakte Rechter, die ons nooit zal oordelen naar ons uiterlijk!

2. Welk gebod gaf Jezus ons, en wat gaan we in dit artikel bespreken?

2 Elke dag vormen we ons een oordeel over mensen. Maar omdat we onvolmaakt zijn, kunnen we de dingen niet volmaakt beoordelen, zoals Jezus. We worden makkelijk beïnvloed door wat onze ogen zien. Toen Jezus op aarde was, gebood hij: ‘Stop met oordelen naar de uiterlijke schijn, maar oordeel rechtvaardig’ (Joh. 7:24). Jezus wil dus duidelijk dat we net als hij in ons oordeel niet op de schijn afgaan. In dit artikel gaan we kijken naar drie terreinen waarop mensen vaak worden beïnvloed door wat ze zien: ras of etnische afkomst, rijkdom en leeftijd. We zullen zien hoe we op elk terrein Jezus’ gebod in praktijk kunnen brengen.

RAS EN ETNISCHE AFKOMST

3, 4. (a) Waardoor ging Petrus anders denken over heidenen? (Zie beginplaatje.) (b) Welke nieuwe waarheid ging Petrus dankzij Jehovah begrijpen?

3 Denk eens aan de keer dat Petrus gevraagd werd om naar het huis van de heiden Cornelius in Cesarea te gaan (Hand. 10:17-29). Wat zou er door zijn hoofd zijn gegaan? Net als andere Joden was hij opgegroeid met het idee dat heidenen onrein waren. Maar Petrus had dingen meegemaakt waardoor hij er anders over ging denken. Hij had bijvoorbeeld net een wonderbaarlijk visioen gehad (Hand. 10:9-16). In het visioen zag hij een soort laken vol onreine dieren naar beneden komen terwijl een stem uit de hemel zei: ‘Sta op, Petrus, slacht en eet!’ Petrus weigerde resoluut. Daarna zei de stem uit de hemel: ‘De dingen die God heeft gereinigd, mag je niet langer onrein noemen.’ Toen het visioen voorbij was, vroeg Petrus zich verbijsterd af wat de stem hem duidelijk wilde maken. Op dat moment kwamen de boodschappers van Cornelius aan. Petrus kreeg instructies van de heilige geest en ging met de boodschappers mee naar het huis van Cornelius.

4 Als Petrus alleen was afgegaan op de uiterlijke schijn, was hij nooit bij Cornelius naar binnen gegaan. Joden gingen gewoon niet naar binnen bij een heiden. Waarom deed Petrus dat dan toch, ondanks die diepgewortelde vooroordelen? Het visioen dat hij had gezien en de verzekering van de heilige geest hadden diepe indruk op hem gemaakt. Toen hij het verhaal van Cornelius hoorde, dat hem ongetwijfeld raakte, zei hij onder inspiratie: ‘Nu begrijp ik echt dat God niet partijdig is, maar in elk volk is iedereen die ontzag voor hem heeft en het juiste doet, aanvaardbaar voor hem’ (Hand. 10:34, 35). Wat een geweldig nieuw inzicht voor Petrus! Het zou verregaande gevolgen hebben. Hoe zou deze waarheid over onpartijdigheid van invloed zijn op alle christenen?

5. (a) Wat moeten alle christenen begrijpen? (b) Waar kunnen we diep vanbinnen nog last van hebben, ook al kennen we de waarheid?

5 Met het voorbeeld van Petrus helpt Jehovah alle christenen om te begrijpen dat hij niet partijdig is. Hij hecht geen belang aan verschillen in ras, etnische afkomst, nationaliteit, stam of taal. Elke man of vrouw die ontzag voor God heeft en het juiste doet, is aanvaardbaar voor hem (Gal. 3:26-28; Openb. 7:9, 10). Ongetwijfeld ben je het daarmee eens. Maar stel dat je bent opgegroeid in een land of een gezin met veel vooroordelen. Misschien denk je dat je onpartijdig bent. Maar het kan zijn dat er diep vanbinnen nog bepaalde vooroordelen zitten. Zelfs Petrus, die het voorrecht had te onthullen dat Jehovah onpartijdig is, liet later zien dat hij nog vooroordelen had (Gal. 2:11-14). Hoe kunnen we Jezus’ gebod opvolgen en stoppen met oordelen naar de uiterlijke schijn?

6. (a) Wat kan je helpen vooroordelen uit je hart te bannen? (b) Wat bleek uit het verslag van een verantwoordelijke broeder?

6 Om te zien of je in je gedachten en gevoelens nog vasthoudt aan bepaalde vooroordelen, moet je jezelf goed onderzoeken in het licht van Gods Woord (Ps. 119:105). Misschien heb je ook liefdevolle hulp van anderen nodig. Zij kunnen bepaalde vooroordelen in je opmerken die je zelf niet ziet (Gal. 2:11, 14). Die zijn misschien zo ingesleten dat je je er helemaal niet van bewust bent. Zo was er een verantwoordelijke broeder die een verslag maakte over een voorbeeldig echtpaar in de volletijddienst. De man was van een etnische minderheid waar veel mensen op neerkeken. Blijkbaar besefte de broeder niet dat hij zelf vooroordelen had over deze minderheid. In zijn verslag schreef hij veel positieve dingen over de broeder. Maar in zijn besluit zei hij: ‘Ook al is hij [van deze nationaliteit], met zijn manieren en leefwijze laat hij zien dat als je [van deze etnische afkomst] bent, je niet automatisch de vieze, minderwaardige leefstijl hoeft te hebben die zo typerend is voor velen van [deze] afkomst.’ De les? Welke verantwoordelijkheden je ook hebt, je moet jezelf goed onderzoeken. Aanvaard hulp om elk resterend spoortje vooroordeel in je hart te herkennen. Wat kun je nog meer doen?

7. Hoe kun je laten zien dat je je hart wijd openzet?

7 Als je je hart wijd openzet, vervang je vooroordelen door liefde (2 Kor. 6:11-13). Ben je geneigd alleen nauwe omgang te hebben met mensen van je eigen ras, etnische afkomst, nationaliteit, stam of taal? Verruim je dan. Waarom zou je niet met iemand die een andere achtergrond heeft samenwerken in de velddienst? Of je kunt hem bij je thuis uitnodigen voor een maaltijd of zo (Hand. 16:14, 15). Als je dat doet, vul je je hart met zo veel liefde dat er geen ruimte meer overblijft voor vooroordelen. Maar er zijn nog meer terreinen waarop we geneigd zijn anderen naar de uiterlijke schijn te oordelen. Laten we eens kijken naar materiële rijkdom.

RIJK OF ARM

8. Wat kan volgens Leviticus 19:15 van invloed zijn op ons oordeel?

8 Je kijk op anderen kan ook beïnvloed worden door hun materiële welvaart. Leviticus 19:15 zegt: ‘Behandel een arme niet partijdig en trek een rijke niet voor. Je moet rechtvaardig rechtspreken over je medemens.’ Hoeveel geld of bezittingen iemand heeft, kan dus je kijk op hem beïnvloeden. In welk opzicht?

9. Welke droevige waarheid schreef Salomo, en wat leren we daarvan?

9 Onder leiding van de geest schreef Salomo in Spreuken 14:20 een droevige waarheid over onvolmaakte mensen: ‘De arme wordt zelfs door zijn naasten gehaat, maar de rijke heeft veel vrienden.’ De les? Pas op voor de neiging om graag bevriend te zijn met rijke broeders en zusters, maar arme broeders en zusters uit de weg te gaan. Waarom is het zo gevaarlijk iemands waarde af te meten aan zijn materiële welvaart?

10. Welk probleem noemde Jakobus?

10 Als we anderen oordelen op basis van hun rijkdom, zou er klassenonderscheid in de gemeente kunnen ontstaan. Jakobus waarschuwde dat dit probleem verdeeldheid veroorzaakte in sommige gemeenten in de eerste eeuw. (Lees Jakobus 2:1-4.) We moeten oppassen dat die denkwijze gemeenten in deze tijd niet beïnvloedt. Hoe kunnen we daartegen vechten?

11. Hebben iemands bezittingen invloed op zijn band met Jehovah? Leg uit.

11 Bezie je broeders en zusters zoals Jehovah ze beziet. Iemand is niet kostbaar voor Jehovah omdat hij rijk is of omdat hij arm is. Je band met Jehovah is nooit afhankelijk van hoeveel of hoe weinig je bezit. Jezus zei weliswaar dat ‘het voor een rijke moeilijk zal zijn het Koninkrijk van de hemel binnen te gaan’, maar hij zei niet dat het onmogelijk zou zijn (Matth. 19:23). Aan de andere kant zei Jezus ook: ‘Gelukkig zijn jullie die arm zijn, want voor jullie is Gods Koninkrijk’ (Luk. 6:20). Maar dat betekende niet dat alle arme mensen speciaal gezegend waren en gunstig reageerden op Jezus’ onderwijs. Veel armen deden dat niet. Waar het om gaat is dat je iemands band met Jehovah gewoon niet kunt beoordelen naar zijn materiële bezittingen.

12. Welke raad heeft de Bijbel voor rijken en armen?

12 Wat een zegen dat er zo veel broeders en zusters zijn, rijk en arm, die van Jehovah houden en hem met heel hun hart dienen! De Bijbel spoort degenen die rijk zijn aan ‘hun hoop niet op onzekere rijkdom te vestigen maar op God’. (Lees 1 Timotheüs 6:17-19.) Daarnaast geeft Gods Woord iedereen, rijk of arm, de raad om geen liefde voor geld te hebben (1 Tim. 6:9, 10). Als je je broeders en zusters ziet zoals Jehovah ze ziet, zul je niet geneigd zijn om in je oordeel af te gaan op wat ze in materieel opzicht bezitten. Maar is iemands leeftijd dan een goede basis om hem te beoordelen?

LEEFTIJD

13. Wat leert de Bijbel ons over respect voor ouderen?

13 De Bijbel leert ons dat we gepast respect moeten tonen voor ouderen. Leviticus 19:32 zegt: ‘Voor het grijze haar moet je opstaan en voor een oudere moet je respect tonen, en je moet ontzag hebben voor je God.’ En in Spreuken 16:31 staat: ‘Grijs haar is een prachtige kroon als het gevonden wordt op de weg van rechtvaardigheid.’ Daarnaast gaf Paulus Timotheüs de raad om niet tegen een oude man uit te vallen, maar hem te bezien als een vader (1 Tim. 5:1, 2). Hoewel Timotheüs een mate van gezag had over zulke oudere broeders, moest hij ze met medegevoel en respect behandelen.

14. In welke situatie zou je iemand moeten corrigeren ook al is hij ouder dan jij?

14 Maar hoever moet je dat principe doorvoeren? Als een ouder persoon bijvoorbeeld opzettelijk zondigt of iets promoot dat Jehovah haat, moet je dat dan negeren? Jehovah oordeelt niet naar de uiterlijke schijn en zal een opzettelijke zondaar niet zomaar vergeven omdat hij al wat ouder is. Denk maar aan het principe in Jesaja 65:20: ‘De zondaar zal vervloekt worden, ook al is hij honderd jaar oud.’ Een vergelijkbaar principe komt naar voren in Ezechiëls visioen (Ezech. 9:5-7). Het belangrijkste is dus dat we altijd respect tonen voor de Oude van Dagen, Jehovah God (Dan. 7:9, 10, 13, 14). Dan zullen we niet bang zijn om iemand te corrigeren die raad nodig heeft, hoe oud hij ook is (Gal. 6:1).

Toon je respect voor jongere broeders? (Zie alinea 15)

15. Wat leren we van Paulus over respect voor jongere broeders?

15 Hoe bezie je jongere broeders in de gemeente? Paulus schreef aan de jonge Timotheüs: ‘Laat niemand ooit neerkijken op je jeugd. Maar word voor degenen die trouw zijn een voorbeeld in spreken, in gedrag, in liefde, in geloof, in eerbaarheid’ (1 Tim. 4:12). Toen Paulus dat schreef, was Timotheüs misschien begin 30. Toch had Paulus hem grote verantwoordelijkheden gegeven. Wat de reden voor deze raad ook was, het punt is duidelijk. We moeten jongere broeders niet oordelen op basis van hun leeftijd. Bedenk dat Jezus nog maar in de 30 was toen hij zijn belangrijke werk hier op aarde deed.

16, 17. (a) Hoe bepalen ouderlingen of een broeder aanbevolen kan worden als ouderling of dienaar? (b) Hoe zou een persoonlijk of cultureel standpunt kunnen botsen met de Bijbel?

16 In sommige culturen wordt er op jongere mannen neergekeken. In zo’n geval aarzelen de ouderlingen in de gemeente soms om geschikte jonge broeders aan te bevelen als ouderling of dienaar. Alle ouderlingen doen er goed aan te bedenken dat de Bijbel geen minimumleeftijd noemt waarop een man als dienaar of ouderling aangesteld kan worden (1 Tim. 3:1-10, 12, 13; Tit. 1:5-9). Het is niet Bijbels als een ouderling een regel stelt op basis van cultuur. Jonge mannen moeten beoordeeld worden naar de maatstaf van Gods Woord en niet op grond van persoonlijke of culturele overwegingen (2 Tim. 3:16, 17).

17 Hoe zouden culturele opvattingen een belemmering kunnen vormen voor bekwame broeders? In een bepaald land kreeg een bekwame dienaar grote verantwoordelijkheden. Hoewel de ouderlingen in zijn gemeente het erover eens waren dat de jonge broeder in redelijke mate aan de Bijbelse vereisten voor een ouderling voldeed, werd hij niet voor een aanstelling aanbevolen. Enkele oudere ouderlingen hielden vol dat de broeder er te jong uitzag om als ouderling te worden bezien. Helaas werd de broeder puur op basis van zijn uiterlijk niet aangesteld. Hoewel dit maar één ervaring is, blijkt uit berichten dat deze manier van denken velen beïnvloedt in verschillende delen van de wereld. Wat is het belangrijk dat we op de Bijbel vertrouwen en niet op onze eigen culturele of persoonlijke standpunten! Dat is de enige manier om Jezus te gehoorzamen en te stoppen met oordelen naar de uiterlijke schijn.

OORDEEL RECHTVAARDIG

18, 19. Wat is er nodig om anderen te bezien zoals Jehovah ze beziet?

18 Ook al zijn we onvolmaakt, we kunnen leren om anderen met de onpartijdige ogen van Jehovah te bezien (Hand. 10:34, 35). Wat is daarvoor nodig? Aanhoudende inspanningen en herinneringen uit Gods Woord. Als we die aansporingen toepassen, zullen we steeds beter in staat zijn Jezus’ gebod op te volgen en te stoppen met het oordelen naar de uiterlijke schijn (Joh. 7:24).

19 Binnenkort zal onze Koning, Jezus Christus, alle mensen oordelen, niet op basis van wat zijn ogen zien of wat zijn oren horen maar met een rechtvaardig oordeel (Jes. 11:3, 4). Dat zal echt geweldig zijn!