Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

‘Op God heb ik mijn hoop gevestigd’

‘Op God heb ik mijn hoop gevestigd’

‘De laatste Adam werd een levengevende geest.’ — 1 KOR. 15:45.

LIEDEREN: 151, 147

1-3. (a) Wat is een van de basisleerstellingen van ons geloof? (b) Waarom is de opstanding zo belangrijk? (Zie beginplaatje.)

WAT zou je zeggen als iemand je vroeg wat de belangrijkste leerstellingen van je geloof zijn? Waarschijnlijk zou je zeggen dat Jehovah de Schepper en Levengever is. En dat je in Jezus Christus gelooft, die als losprijs is gestorven. Natuurlijk vertel je graag over een toekomstig paradijs op aarde, waar Gods aanbidders voor eeuwig zullen leven. Maar zou je ook de opstanding noemen als een leerstelling die je koestert?

2 We hebben goede redenen om te zeggen dat de opstanding een basisleerstelling is, ook al hopen we de grote verdrukking te overleven en voor altijd op aarde te leven. Paulus liet zien waarom de opstanding centraal staat in ons geloof: ‘Als er inderdaad geen opstanding van de doden is, dan is Christus niet opgewekt.’ Als Christus niet was opgewekt, zou hij nu niet onze Koning zijn. Dan zou het zinloos zijn om over zijn koningschap te prediken. (Lees 1 Korinthiërs 15:12-19.) Maar we weten dat Jezus wel een opstanding heeft gekregen. Daarin verschillen we van de Joodse sadduceeën, die absoluut niet in de opstanding geloofden. Zelfs als we belachelijk worden gemaakt, houden we vast aan ons geloof in de opstanding (Mark. 12:18; Hand. 4:2, 3; 17:32; 23:6-8).

3 Paulus zei dat ‘de leer over (...) de opstanding van de doden’ een onderdeel was van ‘de grondleer over de Christus’ (Hebr. 6:1, 2). Hij benadrukte dat hij echt in de opstanding geloofde (Hand. 24:10, 15, 24, 25). Maar dat de opstanding een basisleerstelling is, een van de ‘basisprincipes van de heilige uitspraken van God’, betekent niet dat die leerstelling simplistisch is (Hebr. 5:12). Waarom niet?

4. Wat kunnen we ons over de opstanding afvragen?

4 Als mensen de Bijbel beginnen te bestuderen, lezen ze vaak over opstandingen in het verleden, zoals die van Lazarus. En ze leren dat Abraham, Job en Daniël er zeker van waren dat de doden in de toekomst weer tot leven zouden komen. Maar wat zou je zeggen als iemand je vroeg te bewijzen waarom je kunt vertrouwen op beloften over de opstanding die eeuwen geleden zijn gedaan? En blijkt uit de Bijbel ook wanneer de opstanding zal plaatsvinden? Dit soort dingen hebben invloed op ons geloof. Laten we daarom kijken wat de Bijbel erover zegt.

EEN OPSTANDING DIE EEUWEN VAN TEVOREN IS VOORSPELD

5. Wat gaan we eerst bespreken?

5 Je kunt je misschien wel voorstellen dat iemand kort na zijn dood weer tot leven wordt gebracht (Joh. 11:11; Hand. 20:9, 10). Maar hoe zit het met een belofte dat een opstanding pas na vele jaren of misschien zelfs na eeuwen zal plaatsvinden? Kun je vertrouwen op zo’n belofte, ook al zijn er vele jaren overheen gegaan? En maakt het iets uit of iemand pas is gestorven of lang geleden is overleden? Eigenlijk heeft er al een opstanding plaatsgevonden die eeuwen geleden was voorspeld, en jij gelooft erin. Welke opstanding is dat? En wat heeft die te maken met de opstanding die je in de toekomst kunt verwachten?

6. Wat heeft Jezus te maken met de vervulling van Psalm 118?

6 Laten we eens kijken naar een opstanding die lang van tevoren is voorspeld. In Psalm 118, die volgens sommigen door David is geschreven, staat: ‘Alstublieft, Jehovah, red ons toch! (...) Gezegend is degene die komt in de naam van Jehovah.’ Deze profetie over de Messias werd door de mensen geciteerd toen Jezus op 9 nisan, kort voor zijn dood, Jeruzalem in reed (Ps. 118:25, 26; Matth. 21:7-9). Maar hoe verwees Psalm 118 naar een opstanding die jaren later zou plaatsvinden? Merk op wat er nog meer in die profetische psalm staat: ‘De steen die de bouwers hebben afgekeurd, is juist de belangrijkste hoeksteen geworden’ (Ps. 118:22).

‘De bouwers’ verwierpen de Messias (Zie alinea 7)

7. Wat hield het in dat de Joden Jezus verwierpen?

7 De Messias werd door ‘de bouwers’, de Joodse leiders, ‘afgekeurd’ of verworpen. Dat ging veel verder dan Jezus alleen maar de rug toekeren of weigeren hem als de Christus te aanvaarden. Veel Joden gingen uiteindelijk zo ver dat ze om zijn dood riepen (Luk. 23:18-23). Ze waren medeverantwoordelijk voor de dood van Jezus.

Jezus werd weer tot leven gebracht om ‘de belangrijkste hoeksteen’ te worden (Zie alinea 8, 9)

8. Hoe kon Jezus ‘de belangrijkste hoeksteen’ worden?

8 Als Jezus was verworpen en gedood, hoe kon hij dan ‘de belangrijkste hoeksteen’ worden? Dat kon alleen als hij een opstanding kreeg. Jezus zelf maakte dat duidelijk. Hij vertelde een gelijkenis waarin wijnbouwers degenen mishandelden die door de eigenaar waren gestuurd, net zoals de Israëlieten de profeten mishandelden die door God waren gestuurd. Uiteindelijk stuurde de eigenaar zijn geliefde zoon en erfgenaam. Werd hij goed behandeld? Nee, de wijnbouwers gingen zelfs zo ver dat ze hem doodden. Toen Jezus de gelijkenis had verteld, legde hij de link met de profetische uitspraak in Psalm 118:22, die hij citeerde (Luk. 20:9-17). Petrus gebruikte hetzelfde vers toen hij sprak tegen de Joodse ‘leiders, oudsten en schriftgeleerden’ die bij elkaar waren gekomen in Jeruzalem. Hij had het over ‘Jezus Christus de Nazarener, die jullie aan een paal hebben gehangen, maar die door God uit de dood is opgewekt’. Vervolgens zei hij: ‘Hij is “de steen die jullie, bouwers, waardeloos vonden, maar die de belangrijkste hoeksteen is geworden”’ (Hand. 3:15; 4:5-11; 1 Petr. 2:5-7).

9. Waar wees Psalm 118:22 naar vooruit?

9 Psalm 118:22 wees dus vooruit naar een opstanding die honderden jaren later zou plaatsvinden. De Messias zou verworpen worden en sterven, maar hij zou weer tot leven worden gebracht om de belangrijkste hoeksteen te worden. Na Jezus’ opstanding zou zijn naam de enige naam zijn ‘waardoor we gered kunnen worden’ (Hand. 4:12; Ef. 1:20).

10. (a) Wat werd er in Psalm 16:10 voorspeld? (b) Waarom kunnen we er zeker van zijn dat Psalm 16:10 niet in David in vervulling ging?

10 Er is nog een vers dat naar een opstanding vooruit wees. Het ging meer dan duizend jaar later in vervulling, wat je overtuiging kan versterken dat een opstanding kan plaatsvinden lang nadat die voorspeld of beloofd is. In Psalm 16, die toegeschreven wordt aan David, staat: ‘U zult me niet achterlaten in het Graf. U zult niet toelaten dat wie loyaal is aan u, de kuil ziet’ (Ps. 16:10). David bedoelde niet dat hij nooit zou sterven of nooit in het collectieve graf van de mensheid terecht zou komen. Gods Woord zegt duidelijk dat David wél oud werd en stierf. Na zijn dood ging hij ‘rusten bij zijn voorvaders en werd hij begraven in de Stad van David’ (1 Kon. 2:1, 10). Maar over wie gaat Psalm 16:10 dan wel?

11. Wanneer sprak Petrus over Psalm 16:10?

11 Meer dan duizend jaar nadat Psalm 16:10 werd geschreven en weken na Jezus’ dood en opstanding, sprak Petrus tot duizenden Joden en proselieten over die psalm. (Lees Handelingen 2:29-32.) Hij zei dat David gestorven en begraven was. Degenen die naar Petrus luisterden, wisten dat. En het verslag zegt niet dat ook maar iemand inging tegen Petrus’ uitspraak dat David de opstanding van de Messias voorzag en daarover sprak.

12. Hoe ging Psalm 16:10 in vervulling, en wat leert dat ons over de belofte van de opstanding?

12 Petrus zette zijn punt kracht bij door Davids woorden in Psalm 110:1 te citeren. (Lees Handelingen 2:33-36.) Petrus’ redenatie aan de hand van de Schrift hielp de menigte ervan overtuigd te raken dat Jezus ‘Heer en Christus’ was. Bovendien erkenden ze dat Psalm 16:10 in vervulling was gegaan toen Jezus uit de dood was opgewekt. Later gebruikte Paulus een soortgelijke redenatie toen hij met Joden in Pisidisch Antiochië sprak. Zijn argumenten maakten indruk op hen, en ze wilden meer horen. (Lees Handelingen 13:32-37, 42.) Ze moeten ook ons ervan overtuigen dat zulke Bijbelse profetieën betrouwbaar zijn, ook al zijn ze pas eeuwen later in vervulling gegaan.

DE OPSTANDING — WANNEER?

13. Wat kun je je over de opstanding afvragen?

13 Het is aanmoedigend te weten dat de doden opgewekt kunnen worden eeuwen nadat dit is beloofd. Maar misschien vraag je je af: Betekent dit dat ik heel lang moet wachten voordat degene die ik in de dood heb verloren een opstanding krijgt? Wanneer vindt de opstanding eigenlijk plaats? Jezus zei tegen zijn apostelen dat er dingen waren die ze niet wisten en ook niet konden weten. En er zijn details over ‘de tijden of tijdperken (...) die de Vader onder zijn eigen gezag heeft geplaatst’ (Hand. 1:6, 7; Joh. 16:12). Maar dat betekent niet dat we helemaal geen informatie hebben over wanneer de opstanding plaatsvindt.

14. Hoe verschilt Jezus’ opstanding van eerdere opstandingen?

14 Denk eens aan de opstandingen die in de Bijbel zijn voorspeld. De belangrijkste is natuurlijk die van Jezus. Als hij niet uit de dood was opgewekt, zou niemand het vooruitzicht hebben om gestorven dierbaren terug te zien. Degenen die een opstanding hadden gekregen vóór Jezus, zoals degenen die door Elia en Elisa waren opgewekt, bleven niet leven. Ze stierven opnieuw en hun lichamen gingen tot ontbinding over. In tegenstelling daarmee ‘sterft Christus niet meer nu hij uit de dood is opgewekt. De dood is geen meester meer over hem.’ Hij leeft ‘voor altijd en eeuwig’ in de hemel (Rom. 6:9; Openb. 1:5, 18; Kol. 1:18; 1 Petr. 3:18).

15. Waarom wordt Jezus de ‘eersteling’ genoemd?

15 Jezus’ opstanding was de eerste en belangrijkste opstanding in die categorie opstandingen (Hand. 26:23). Maar hij is niet de enige aan wie een opstanding als geestelijk wezen in de hemel was beloofd. Jezus verzekerde zijn trouwe apostelen ervan dat ze met hem in de hemel zouden regeren (Luk. 22:28-30). Om die beloning te krijgen moesten ze eerst sterven. Daarna zouden ze net als Christus opgewekt worden met een geestelijk lichaam. Paulus schreef dat ‘Christus uit de dood is opgewekt, als de eersteling van hen die zijn gestorven’. Hij gaf aan dat ook anderen na hun dood leven in de hemel zouden krijgen door te zeggen: ‘Ieder op zijn beurt: Christus als eersteling en daarna, tijdens zijn aanwezigheid, zij die bij de Christus horen’ (1 Kor. 15:20, 23).

16. Welke aanwijzing is er over wanneer de hemelse opstanding zou plaatsvinden?

16 Paulus’ woorden geven ons een aanwijzing wanneer de hemelse opstanding zou plaatsvinden, namelijk ‘tijdens zijn aanwezigheid’. Jehovah’s Getuigen hebben jaren geleden al aan de hand van de Bijbel aangetoond dat Jezus’ beloofde ‘aanwezigheid’ in 1914 is begonnen en dat het einde van deze slechte wereld heel dichtbij is.

17, 18. Wat zal er tijdens de grote verdrukking gebeuren met de gezalfden die nog op aarde zijn?

17 De Bijbel geeft nog meer details over de hemelse opstanding: ‘We willen niet dat jullie onwetend zijn over degenen die slapen in de dood (...). Want als we geloven dat Jezus is gestorven en weer is opgestaan, dan moeten we ook geloven dat God de volgelingen van Jezus die slapen in de dood bij hem zal brengen. (...) Wij die in leven blijven tot de aanwezigheid van de Heer, zullen degenen die slapen in de dood in geen geval voorgaan. Want de Heer zelf zal uit de hemel neerdalen met een bevelende roep, (...) en dan zullen eerst de gestorven volgelingen van Christus opstaan. Daarna zullen wij die nog in leven zijn samen met hen in wolken worden weggerukt, de Heer tegemoet in de lucht. Zo zullen we altijd bij de Heer zijn’ (1 Thess. 4:13-17).

18 De hemelse opstanding begon een tijdje na het begin van de ‘aanwezigheid’ van Christus. Gezalfden die tijdens de grote verdrukking nog op aarde leven, zullen ‘in wolken worden weggerukt’. Degenen die ‘worden weggerukt’, zullen niet ‘gaan slapen in de dood’ in de zin dat ze lang dood zullen zijn. Ze ‘zullen allemaal veranderd worden, in een ogenblik, in een oogwenk, tijdens de laatste trompet’ (1 Kor. 15:51, 52; Matth. 24:31).

19. Wat is de ‘betere opstanding’?

19 In deze tijd zijn de meeste trouwe christenen niet gezalfd en geroepen om met Christus in de hemel te regeren. Ze zien uit naar het einde van deze slechte wereld tijdens ‘Jehovah’s dag’. Niemand kan weten wanneer die dag precies gaat komen, maar bewijzen tonen aan dat het niet lang meer duurt (1 Thess. 5:1-3). Daarna zal er een ander soort opstanding plaatsvinden, een opstanding tot leven in een paradijs op aarde. Degenen die opgewekt zullen worden, zullen het vooruitzicht hebben om naar menselijke volmaaktheid te groeien en nooit meer te hoeven sterven. Dat zal echt een ‘betere opstanding’ zijn dan de opstanding van personen die in het verleden zijn opgewekt maar na een tijdje opnieuw stierven (Hebr. 11:35).

20. Waarom kunnen we erop vertrouwen dat de komende opstanding ordelijk zal verlopen?

20 Over de hemelse opstanding zegt de Bijbel dat ‘ieder op zijn beurt’ opgewekt zal worden (1 Kor. 15:23). We kunnen erop vertrouwen dat de opstanding tot leven op aarde ook op een ordelijke manier zal verlopen. Dat is een interessant idee. Zullen degenen die nog maar kort geleden zijn gestorven een opstanding krijgen vlak na het begin van Christus’ duizendjarige regering en verwelkomd worden door dierbaren die hen kennen? Zullen trouwe mannen uit de oudheid met leiderscapaciteiten al snel een opstanding krijgen om Gods volk in de nieuwe wereld te helpen organiseren? Hoe zit het met mensen die Jehovah nooit hebben gediend? Waar en wanneer zullen zij een opstanding krijgen? Misschien heb je nog veel meer vragen. Maar is het echt nodig om nu over dat soort dingen in te zitten? Is het niet veel beter om gewoon af te wachten en te zien wat er gebeurt? We kunnen erop vertrouwen dat het echt geweldig zal zijn om persoonlijk te zien hoe Jehovah dit soort dingen gaat aanpakken.

21. Wat is jouw hoop als het om de opstanding gaat?

21 Versterk ondertussen je geloof in Jehovah. Hij is het die ons via Jezus beloofde dat de doden die in Zijn herinnering zijn, een opstanding zullen krijgen (Joh. 5:28, 29; 11:23). Als extra bewijs dat Jehovah de doden weer tot leven zal wekken, zei Jezus eens dat Abraham, Isaäk en Jakob voor zijn Vader ‘allemaal leven’ (Luk. 20:37, 38). We hebben goede redenen om net als Paulus te zeggen: ‘Op God heb ik mijn hoop gevestigd (...) dat er een opstanding zal zijn’ (Hand. 24:15).