1, 2. (a) Waarom kunnen we moed putten uit de voorbeelden van Noach, Daniël en Job? (b) In welke omstandigheden schreef Ezechiël de woorden in Ezechiël 14:14?

HEB jij te maken met beproevingen, zoals een slechte gezondheid, financiële problemen of vervolging? Vind je het van tijd tot tijd moeilijk om je vreugde te behouden in Jehovah’s dienst? In dat geval kun je moed putten uit de voorbeelden van Noach, Daniël en Job. Zij waren onvolmaakt en kregen te maken met veel van de problemen die wij ook hebben. Hun leven was soms zelfs in gevaar. Toch bleven ze Jehovah trouw, wat ze in zijn ogen tot een voorbeeld van geloof en gehoorzaamheid maakt. (Lees Ezechiël 14:12-14.)

² Ezechiël schreef de woorden van onze thematekst in 612 v.Chr. in Babylonië (Ezech. 1:1; 8:1). * Het afvallige Jeruzalem  stond vlak voor de voorspelde vernietiging, die in 607 v.Chr. plaatsvond. Er waren maar relatief weinig personen die dezelfde eigenschappen als Noach, Daniël en Job hadden en die het merkteken van overleving kregen (Ezech. 9:1-5). Onder hen waren Jeremia, Baruch, Ebed-Melech en de Rechabieten.

3. Wat gaan we in dit artikel bespreken?

³ Ook in deze tijd zullen alleen mensen die Jehovah als rechtvaardig beziet — mensen zoals Noach, Daniël en Job — het merkteken van overleving krijgen wanneer er een eind komt aan deze slechte wereld (Openb. 7:9, 14). Laten we daarom eens kijken waarom Jehovah die mannen als voorbeeld van rechtvaardigheid gebruikte. We gaan bespreken (1) voor welke uitdagingen ze stonden en (2) hoe we hun geloof en gehoorzaamheid kunnen navolgen.

4, 5. Met welke uitdagingen kreeg Noach te maken, en waarom was zijn volharding zo bijzonder?

⁴ Uitdagingen waarmee Noach te maken kreeg. Tegen de tijd van Noachs overgrootvader Henoch waren de mensen heel slecht geworden. Ze zeiden zelfs ‘schokkende dingen’ tegen Jehovah (Jud. 14, 15). Het geweld nam zo toe dat in Noachs tijd de aarde ‘vol geweld was’. Slechte engelen namen een mensenlichaam aan, namen wie ze maar wilden tot vrouw en brachten een wreed nageslacht van bastaarden voort (Gen. 6:2-4, 11, 12). Maar Noach was duidelijk anders. Hij ‘had Jehovah’s gunst. (...) Hij gedroeg zich onberispelijk onder de mensen van zijn tijd. Noach wandelde met de ware God’ (Gen. 6:8, 9).

⁵ Wat vertellen die woorden ons over Noach? Bedenk eens hoe lang hij met God wandelde in die slechte wereld van voor de vloed. Niet maar 70 of 80 jaar. Hij leefde bijna 600 jaar in die wereld! (Gen. 7:11) En in tegenstelling tot ons kreeg hij geen geestelijke steun van een gemeente vol broeders en zusters — kennelijk zelfs niet van zijn broers en zussen. *

6. Hoe liet Noach zien dat hij erg moedig was?

⁶ Noach was er niet tevreden mee gewoon een goed leven te leiden. Hij werd ook een moedige ‘prediker van rechtvaardigheid’, die openlijk voor zijn geloof in Jehovah uitkwam (2 Petr. 2:5). Paulus schreef over Noach: ‘Door dat geloof veroordeelde hij de wereld’ (Hebr. 11:7). Ongetwijfeld kreeg Noach te maken met spot en tegenstand. Misschien werd hij zelfs bedreigd. Maar hij ging niet ‘beven voor mensen’ (Spr. 29:25). In plaats daarvan had hij de moed die Jehovah zijn trouwe aanbidders geeft.

7. Wat waren voor Noach de uitdagingen toen hij de ark bouwde?

⁷ Toen Noach al meer dan 500 jaar met God wandelde, kreeg hij de opdracht een ark te bouwen voor de redding van mens en dier (Gen. 5:32; 6:14). Dat zal best moeilijk hebben geleken — en niet alleen bouwkundig gezien! Noach zal beseft hebben dat het tot nog meer spot en tegenstand zou leiden. Toch ging hij gehoorzaam en in geloof aan de slag. ‘Precies zo deed hij het’ (Gen. 6:22).

8. Waarom kun je zeggen dat Noach erop vertrouwde dat Jehovah voor hem zou zorgen?

⁸ Dat was niet de enige uitdaging voor Noach. Hij moest ook in materieel opzicht voor zijn vrouw en kinderen zorgen. Vóór de vloed moesten mensen extra hard werken om voedsel te verbouwen, en Noach was daarop geen uitzondering  (Gen. 5:28, 29). Toch draaide zijn leven niet om materiële dingen maar om God. Zelfs toen hij de ark aan het bouwen was, waar hij misschien wel 40 of 50 jaar mee bezig was, bleef hij gefocust op geestelijke zaken. En die instelling behield hij na de vloed nog eens 350 jaar (Gen. 9:28). Wat een prachtig voorbeeld van geloof en gehoorzaamheid!

9, 10. (a) Hoe kunnen we net als Noach geloof en gehoorzaamheid tonen? (b) Waar kun je zeker van zijn als je Gods wetten wilt gehoorzamen?

⁹ Hoe we Noachs geloof en gehoorzaamheid kunnen navolgen. Dat doen we door Gods rechtvaardige normen te verdedigen en door de Koninkrijksbelangen op de eerste plaats te stellen (Matth. 6:33; Joh. 15:19). Onze manier van leven levert uiteraard niet de goedkeuring van de wereld op. Het standpunt dat we innemen voor Gods wetten, bijvoorbeeld over het huwelijk en seks, heeft in sommige landen tot negatieve publiciteit geleid. (Lees Maleachi 3:17, 18.) Maar net als Noach zijn we niet bang voor mensen. We hebben ontzag voor Jehovah en weten dat alleen hij eeuwig leven kan geven (Luk. 12:4, 5).

¹⁰ En hoe zit het met jou? Vraag je af: Blijf ik ‘met God wandelen’, zelfs als anderen me belachelijk maken of kritiek op me hebben? Blijf ik erop vertrouwen dat God voor me zorgt, ook als het financieel moeilijk wordt? Als je Noachs geloof en gehoorzaamheid navolgt, kun je er zeker van zijn dat Jehovah voor je zal zorgen (Fil. 4:6, 7).

11. Met welke grote uitdagingen kregen Daniël en zijn drie vrienden in Babylon te maken? (Zie beginplaatje.)

¹¹ Uitdagingen waarmee Daniël te maken kreeg. Daniël was een gevangene in Babylon, een stad vol afgoderij en spiritisme. De Babyloniërs keken bovendien op de Joden neer. Ze maakten hen en hun God Jehovah belachelijk (Ps. 137:1, 3). Wat moet dat trouwe Joden zoals Daniël gekwetst hebben! Verder werden hij en zijn drie vrienden, Hananja, Misaël en Azarja, goed in de gaten gehouden omdat ze opgeleid zouden worden om in dienst van de koning te treden. Er werd zelfs voorgeschreven wat ze moesten eten. Dat zou al gauw een probleem worden, want Daniël wilde zich niet ‘verontreinigen met de lekkernijen (...) van de koning’ (Dan. 1:5-8, 14-17).

12. (a) Welke mooie eigenschappen had Daniël? (b) Hoe bezag Jehovah Daniël?

¹² Er is iets dat voor Daniël misschien een nog subtielere uitdaging was: hij kreeg speciale privileges vanwege zijn bijzondere kwaliteiten (Dan. 1:19, 20). Maar in plaats van arrogant en eigenwijs te worden, bleef hij nederig en bescheiden. Ook bleef hij Jehovah de eer geven die hem toekomt (Dan. 2:30). En denk hier eens aan: Daniël was nog maar jong toen Jehovah hem samen met Noach en Job aanhaalde als een voorbeeld om na te volgen. Was Gods vertrouwen in hem misplaatst? Absoluut niet! Daniël bleef tot het einde van zijn leven trouw en gehoorzaam. Hij was waarschijnlijk eind 90 toen Jehovah’s engel hem vriendelijk toesprak met de woorden: ‘Daniël, zeer geliefde man’ (Dan. 10:11).

13. Wat zou een reden kunnen zijn waarom Jehovah Daniël hielp een hoge positie te krijgen?

¹³ Daniël had Jehovah’s goedkeuring en als gevolg daarvan werd hij een hoge ambtenaar, eerst in Babylonië en later in Medië-Perzië (Dan. 1:21; 6:1, 2). Het kan zijn dat Jehovah hiervoor heeft gezorgd zodat Daniël zijn volk kon helpen, zoals met Jozef in Egypte en Esther en Mordechai in Perzië (Dan. 2:48). * Wat moet het  voor Joodse gevangenen zoals Ezechiël geruststellend zijn geweest om op die manier Jehovah’s hand te zien!

14, 15. (a) Hoe zijn onze omstandigheden te vergelijken met die van Daniël? (b) Wat kunnen ouders leren van de ouders van Daniël?

¹⁴ Hoe we Daniëls geloof en gehoorzaamheid kunnen navolgen. In deze tijd zijn we als het ware buitenlanders in een wereld vol immoraliteit en valse aanbidding. Mensen zijn beïnvloed door Babylon de Grote, het wereldrijk van valse religie, ‘een woonplaats van demonen’ (Openb. 18:2). Daarom zijn we anders dan anderen en worden we soms belachelijk gemaakt (Mark. 13:13). Het is daarom belangrijk dat we net als Daniël onze band met Jehovah versterken. Als we nederig en gehoorzaam op hem vertrouwen, zullen ook wij geliefd en kostbaar zijn in zijn ogen (Hag. 2:7).

¹⁵ Ouders kunnen leren van het voorbeeld van Daniëls ouders. Toen Daniël nog een kind was, was er in Juda veel slechtheid. Toch kreeg hij liefde voor Jehovah. Dat is niet vanzelf gegaan. Zijn ouders moeten hem dat bijgebracht hebben (Spr. 22:6). Ook Daniëls naam, die ‘mijn rechter is God’ betekent, laat zien dat zijn ouders ontzag hadden voor Jehovah (Dan. 1:6, vtn.). Ouders, blijf je kinderen geduldig over Jehovah leren en geef het niet op (Ef. 6:4). Bid met ze en voor ze. Als je ze helpt zich de Bijbelse waarheid eigen te maken, zul je door Jehovah rijk gezegend worden (Ps. 37:5).

16, 17. Met welke uitdagingen kreeg Job te maken?

¹⁶ Uitdagingen waarmee Job te maken kreeg. Job maakte in zijn leven enorme veranderingen mee. Vóór zijn beproeving was hij ‘de aanzienlijkste man van het hele Oosten’ (Job 1:3). Hij was rijk en bekend, en hij werd door iedereen gerespecteerd (Job 29:7-16). Toch kreeg hij geen hoge dunk van zichzelf en dacht hij niet dat hij God niet nodig had. Jehovah noemde hem zelfs ‘mijn dienaar’ en voegde eraan toe: ‘Hij is een oprecht en getrouw man, die ontzag heeft voor God en vermijdt wat slecht is’ (Job 1:8).

¹⁷ In korte tijd veranderde Jobs leven drastisch. Hij verloor alles en werd zo depressief dat hij wilde sterven. We weten wie de oorzaak was: Satan, de Lasteraar, die Job er vals van beschuldigde dat hij Jehovah uit eigenbelang diende. (Lees Job 1:9, 10.) Jehovah ging niet voorbij  aan die valse beschuldiging. In plaats daarvan gaf hij Job de kans om zijn trouw te bewijzen en om te laten zien dat hij hem uit liefde diende.

18. (a) Wat vind jij bijzonder aan het feit dat Job trouw aan Jehovah bleef? (b) Wat leren we over Jehovah als we zien hoe hij met Job omging?

¹⁸ Satan liet een aantal wrede aanvallen op Job los, wat ertoe leidde dat Job dacht dat Jehovah hem dat aandeed (Job 1:13-21). Daarna kwamen drie zogenaamde vrienden van Job. Ze waren keihard tegen hem. Wat ze zeiden, kwam er eigenlijk op neer dat God hem gaf wat hij verdiende (Job 2:11; 22:1, 5-10). Toch bleef Job Jehovah trouw. Ook al zei Job af en toe ondoordachte dingen, Jehovah begreep hoeveel pijn en verdriet Job had (Job 6:1-3). Jehovah zag een zwaar depressieve man die hem nooit de rug zou toekeren. En dat terwijl Satan Job als het ware op de grond had gegooid en hem met beledigende leugens ‘schopte’. Toen de beproeving voorbij was, gaf Jehovah Job het dubbele van wat hij vóór de beproeving had. Verder gaf hij hem nog eens 140 jaar te leven (Jak. 5:11). Ook in die periode bleef Job Jehovah volledig toegewijd. Hoe weten we dat? Doordat Ezechiël eeuwen na Jobs dood de woorden van onze thematekst schreef.

19, 20. (a) Hoe kunnen we Jobs geloof en gehoorzaamheid navolgen? (b) Hoe kunnen we Jehovah’s medegevoel navolgen?

¹⁹ Hoe we Jobs geloof en gehoorzaamheid kunnen navolgen. Wat je omstandigheden ook zijn, laat Jehovah altijd de belangrijkste in je leven zijn. Vertrouw volledig op hem en gehoorzaam hem met een onverdeeld hart. Wij hebben meer redenen om dat te doen dan Job! Wij weten veel over Satan en zijn tactieken (2 Kor. 2:11). Deels dankzij het boek Job weten we waarom God lijden toelaat. Uit Daniëls profetie begrijpen we dat Gods Koninkrijk een wereldregering is met Jezus als Koning (Dan. 7:13, 14). En we weten dat dit Koninkrijk binnenkort voorgoed een eind gaat maken aan al het lijden.

²⁰ Jobs ervaring laat goed uitkomen waarom we moeten meeleven met broeders en zusters die het moeilijk hebben. Net als Job kunnen ze soms ondoordachte dingen zeggen (Pred. 7:7). Veroordeel ze dan niet, maar probeer ze te begrijpen en leef met ze mee. Zo volg je onze lieve en barmhartige Vader Jehovah na (Ps. 103:8).

21. Waarom doen de woorden in 1 Petrus 5:10 denken aan het levensverhaal van Noach, Daniël en Job?

²¹ Hoewel Noach, Daniël en Job niet in dezelfde tijd leefden en hun omstandigheden enorm van elkaar verschilden, konden ze goed omgaan met de uitdagingen waarmee ze te maken kregen. Hun levensverhaal doet denken aan de woorden van Petrus: ‘Nadat jullie een korte tijd hebben geleden, zal de God van alle onverdiende goedheid (...) zelf je opleiding voltooien. Hij zal je standvastig maken, hij zal je sterk maken, hij zal je een stevig fundament geven’ (1 Petr. 5:10).

22. Wat gaan we in het volgende artikel bespreken?

²² Petrus’ woorden verzekeren ons ervan dat Jehovah zijn aanbidders standvastig en sterk zal maken. Wij allemaal willen door Jehovah sterk gemaakt worden en stabiel in de waarheid blijven. Toon daarom geloof en gehoorzaamheid net als Noach, Daniël en Job! Zoals we in het volgende artikel gaan bespreken, kenden ze Jehovah echt. Dat was de reden waarom ze hem trouw konden blijven. Ze ‘begrepen alles’ wat hij van ze vroeg (Spr. 28:5). En dat kunnen wij ook.