Mary en haar man, John, a wonen in een land waar ze tot veel migranten uit de Filipijnen kunnen prediken. Tijdens de COVID-19-pandemie richtte Mary Bijbelstudies op bij zowel mensen in het land waar ze woont als mensen in andere delen van de wereld. Hoe deed ze dat?

Mary vroeg aan degenen met wie ze al studeerde: ‘Ken je nog iemand anders die de Bijbel wil bestuderen?’ Als ze ja zeiden, vroeg ze: ‘Kun je me met hem in contact brengen?’ Die simpele vragen leveren vaak goede resultaten op. Waarom? Omdat mensen die enthousiast zijn over wat ze uit de Bijbel leren dat meestal met familie en vrienden willen delen. Hoe werd er op de vraag van Mary gereageerd?

Jasmin, een van de personen met wie Mary studeerde, stelde haar voor aan vier anderen die wel wilden studeren. Een van hen, Kristine, genoot zo van haar studie dat ze twee keer per week wilde studeren. Toen Mary aan haar vroeg of ze nog iemand kende die de Bijbel wilde bestuderen, zei ze: ‘Zeker, ik zal je aan mijn vrienden voorstellen.’ Binnen een paar weken had Kristine Mary in contact gebracht met vier vrienden die wilden studeren. Later gaf Kristine nog meer namen aan haar door en sommigen van die personen kenden weer anderen met wie ze kon studeren.

Kristine wilde ook dat haar familie op de Filipijnen meer over de Bijbel te weten kwam. Dus sprak ze met haar dochter, Andrea. Eerst dacht Andrea: Die Getuigen zijn een sekte. Ze geloven niet in Jezus en gebruiken alleen het Oude Testament. Maar na slechts één studie werden haar misvattingen rechtgezet. Tijdens het studeren riep ze vaak uit: ‘Als het in de Bijbel staat, dan moet het wel kloppen!’

Na verloop van tijd stelde Andrea Mary voor aan twee vrienden en een collega, die ook begonnen te studeren. Daarnaast bleek Andrea’s blinde tante, Angela, met de studie mee te luisteren, hoewel Mary dat niet wist. Op een dag vroeg Angela aan Andrea of Mary ook met haar wilde studeren. Angela genoot van wat ze leerde. Binnen een maand had ze veel Bijbelteksten uit haar hoofd geleerd. En ze wilde wel vier keer per week studeren! Met Andrea’s hulp begon ze daarnaast via videoconferentie de vergaderingen te volgen.

 Toen Mary merkte dat de man van Kristine, Joshua, op de achtergrond meeluisterde, vroeg ze hem of hij mee wilde doen. ‘Ik luister wel gewoon’, zei Joshua. ‘Stel me geen vragen. Als je dat doet, ben ik weg.’ Maar in de eerste vijf minuten van de studie stelde hij meer vragen dan Kristine. Ook hij wilde graag Bijbelstudie.

Dankzij haar simpele vraag kon Mary veel Bijbelstudies oprichten. Ze regelde dat een aantal daarvan door andere broeders en zusters werden geleid. In totaal zijn 28 mensen in vier landen dankzij Mary met Bijbelstudie begonnen.

Jasmin, die in deze ervaring als eerste werd genoemd, werd in april 2021 gedoopt. Kristine werd gedoopt in mei 2022 en ging terug naar haar familie op de Filipijnen. Twee anderen die Kristine aan Mary had voorgesteld zijn ook gedoopt. Angela werd een paar maanden na Kristine gedoopt en pioniert nu. Joshua, de man van Kristine, hun dochter, Andrea, en ook anderen maken goede vorderingen.

In de eerste eeuw vertelden veel mensen hun familieleden en vrienden over het goede nieuws (Joh. 1:41, 42a; Hand. 10:24, 27, 48; 16:25-33). Vraag dus aan degenen met wie je studeert en aan andere geïnteresseerden: ken je nog iemand anders die de Bijbel wil bestuderen? Wie weet hoeveel studies er nog worden opgericht dankzij die simpele vraag die iedereen kan stellen.