Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wat kunnen we geven aan degene die alles heeft?

Wat kunnen we geven aan degene die alles heeft?

‘We danken u, onze God, en loven uw prachtige naam.’ — 1 KRON. 29:13.

LIEDEREN: 80, 50

1, 2. Hoe laat Jehovah zien dat hij vrijgevig is?

JEHOVAH is een vrijgevige God. Alles wat we hebben komt van hem. Jehovah bezit al het goud en zilver en ook alle andere natuurlijke hulpbronnen van de aarde. Hij gebruikt ze om het leven in stand te houden (Ps. 104:13-15; Hag. 2:8). De Bijbel laat zien hoe Jehovah deze kostbare middelen soms heeft gebruikt om op een wonderbaarlijke manier voor zijn volk te zorgen.

2 Zo heeft Jehovah het volk Israël 40 jaar lang van manna en water voorzien toen ze in de woestijn waren (Ex. 16:35). Hierdoor ‘kwamen ze niets tekort’ (Neh. 9:20, 21). Later gaf Jehovah de profeet Elisa de kracht om het kleine beetje olie van een getrouwe weduwe te vermeerderen. Dankzij dat geschenk van God kon ze haar schulden afbetalen, waarna ze nog genoeg geld overhad om met haar zonen van te leven (2 Kon. 4:1-7). En met Jehovah’s steun kon Jezus door een wonder voor voedsel en zelfs voor geld zorgen als dat nodig was (Matth. 15:35-38; 17:27).

3. Wat gaan we in dit artikel bespreken?

3 Jehovah kan alles wat hij wil, gebruiken om zijn schepping te ondersteunen. Toch vraagt hij van zijn aanbidders dat ze hun materiële middelen gebruiken om het werk van zijn organisatie te ondersteunen (Ex. 36:3-7; lees Spreuken 3:9). Waarom verwacht Jehovah van ons dat we onze waardevolle dingen gebruiken om iets aan hem terug te geven? Hoe hebben Jehovah’s aanbidders in het verleden het werk van zijn volk financieel ondersteund? Hoe gebruikt de organisatie het geld dat in deze tijd wordt gegeven? In dit artikel gaan we het antwoord op die vragen bespreken.

WAAROM GEVEN WE AAN JEHOVAH?

4. Wat laten we Jehovah zien als we zijn werk ondersteunen?

4 We geven aan Jehovah omdat we van hem houden en hem dankbaar zijn. Ons hart wordt diep geraakt als we denken aan alles wat hij voor ons heeft gedaan. We herkennen ons in de gevoelens die koning David onder woorden bracht toen hij uitlegde wat er nodig was voor de bouw van de tempel. Hij zei dat alles wat we krijgen van Jehovah afkomstig is. Wat we hem ook geven, we hebben het van hem gekregen. (Lees 1 Kronieken 29:11-14.)

5. Hoe laat de Bijbel zien dat onzelfzuchtig geven een belangrijk onderdeel van de ware aanbidding is?

5 Aan Jehovah geven is ook een uiting van onze aanbidding. In een visioen hoorde de apostel Johannes dienaren van Jehovah in de hemel zeggen: ‘Jehovah, onze God, u bent het waard de lof en de eer en de kracht te ontvangen, want u hebt alle dingen geschapen en dankzij uw wil zijn ze tot bestaan gekomen en werden ze geschapen’ (Openb. 4:11). Vind je ook niet dat Jehovah het waard is alle lof en eer te krijgen die we hem kunnen geven door hem het beste te bieden wat we hebben? Jehovah gaf Israël via Mozes het gebod om drie jaarlijkse feesten te houden. Geven was een onderdeel van hun aanbidding tijdens die feesten. Ze mochten niet ‘met lege handen voor Jehovah verschijnen’ (Deut. 16:16). Ook in deze tijd is onzelfzuchtig geven een belangrijk onderdeel van onze aanbidding. Daarmee laten we zien dat we het werk van Jehovah’s organisatie waarderen en ondersteunen.

6. Waarom kun je zeggen dat geven goed voor je is? (Zie beginplaatje.)

6 Geven is goed voor ons. Het is goed voor je gezondheid als je vrijgevig bent en niet alleen maar ontvangt. (Lees Spreuken 29:21.) Denk eens aan een kind dat van zijn zakgeld iets voor zijn ouders koopt. Wat zullen zijn ouders daar blij mee zijn! Of denk aan een jonge pionier die nog thuis woont en zijn ouders wat geld geeft voor de kosten van levensonderhoud. Hoewel de ouders dat misschien niet van hem vragen, accepteren ze het geld omdat het voor hun kind een manier is om waardering te tonen voor alles wat ze voor hem doen. Zo weet Jehovah ook dat het goed voor ons is om vrijgevig te zijn met onze waardevolle dingen.

GEVEN IN BIJBELSE TIJDEN

7, 8. Welk voorbeeld gaf Jehovah’s volk in Bijbelse tijden toen ze bijdragen gaven (a) voor specifieke projecten? (b) om het werk in het algemeen te ondersteunen?

7 De Bijbel leert dat aanbidders van Jehovah bijdragen brachten om het werk te ondersteunen. Soms gaven ze iets voor specifieke projecten. Mozes moedigde de Israëlieten bijvoorbeeld aan bijdragen te geven voor de bouw van de tabernakel, en later deed David dat voor de bouw van de tempel (Ex. 35:5; 1 Kron. 29:5-9). In de tijd van koning Joas gebruikten de priesters ingezameld geld om het huis van Jehovah te herstellen (2 Kon. 12:4, 5). Toen in de eerste eeuw de christenen erachter kwamen dat er in Judea behoefte was ontstaan vanwege een hongersnood, besloten ze om hulp te sturen. ‘Iedereen droeg bij wat hij kon’ (Hand. 11:27-30).

8 In andere gevallen gaf Jehovah’s volk financiële ondersteuning aan degenen die de leiding hadden over het werk. Onder de wet van Mozes kregen de Levieten geen erfdeel zoals de andere stammen. In plaats daarvan gaven de Israëlieten de Levieten een tiende deel, waardoor die zich konden concentreren op hun werk bij de tabernakel (Num. 18:21). Op eenzelfde manier werden Jezus en zijn apostelen ondersteund door vrijgevige vrouwen ‘die hun eigen middelen gebruikten om hen van dienst te zijn’ (Luk. 8:1-3).

9. Waar kwamen in Bijbelse tijden de bijdragen vandaan?

9 De bijdragen kwamen uit verschillende bronnen. Toen de Israëlieten in de woestijn bijdragen brachten voor de bouw van de tabernakel, gaven ze waarschijnlijk waardevolle dingen die ze uit Egypte hadden meegenomen (Ex. 3:21, 22; 35:22-24). In de eerste eeuw verkochten sommige christenen bepaalde bezittingen, zoals grond of huizen, en brachten ze de opbrengst naar de apostelen. De apostelen verdeelden het geld onder degenen die behoeftig waren (Hand. 4:34, 35). Anderen legden geregeld geld opzij om het werk te ondersteunen (1 Kor. 16:2). Zo kon iedereen — van de rijkste tot de armste — iets geven (Luk. 21:1-4).

GEVEN IN DEZE TIJD

10, 11. (a) Hoe kunnen we Jehovah’s vrijgevige aanbidders uit Bijbelse tijden navolgen? (b) Wat vind je van het voorrecht het Koninkrijkswerk te ondersteunen?

10 In deze tijd zijn er soms ook bijdragen nodig voor een specifiek doel. Zijn er plannen om een nieuwe Koninkrijkszaal te bouwen die jullie gemeente gaat gebruiken? Of wordt jullie Koninkrijkszaal gerenoveerd? Of het bijkantoor? Misschien kun je helpen de kosten te dekken van een congres of iets doneren voor een hulpactie. We geven ook donaties om degenen te ondersteunen die op het internationale hoofdkantoor en op de bijkantoren werken. Onze giften ondersteunen zendelingen, speciale pioniers en degenen die in de kringdienst zijn. Je gemeente heeft ongetwijfeld ook een permanente resolutie aangenomen ter ondersteuning van de wereldwijde bouw van Koninkrijkszalen en congreshallen.

11 We kunnen allemaal iets geven ter ondersteuning van het werk dat Jehovah’s organisatie in deze laatste dagen doet. De meeste donaties zijn anoniem. Discreet doen we geld in de bijdragenbussen in de Koninkrijkszaal, of we doen online een donatie via jw.org. En wat als je het gevoel hebt dat je kleine bijdragen niet zo veel te betekenen hebben? De waarheid is dat het overgrote deel van het geschonken geld afkomstig is van veel kleine donaties en niet van enkele grote schenkingen. Zelfs broeders en zusters die maar heel weinig hebben, volgen de christenen in Macedonië na, die ondanks hun ‘diepe armoede’ smeekten om te mogen geven en dat ook royaal deden (2 Kor. 8:1-4).

12. Wat doet de organisatie om de donaties zo goed mogelijk te gebruiken?

12 Het Besturende Lichaam doet gebedsvol moeite om getrouw en beleidvol te zijn als het gaat om het gebruik van de bijdragen (Matth. 24:45). Er wordt een begroting gemaakt voor het besteden van de ontvangen donaties (Luk. 14:28). In Bijbelse tijden hielden beheerders van bijdragen zich aan bepaalde procedures om ervoor te zorgen dat de giften alleen voor het beoogde doel werden gebruikt. Neem het voorbeeld van Ezra. Hij ging terug naar Jeruzalem met de voorwerpen die de Perzische koning als bijdrage had gegeven: goud, zilver en andere materialen, met een huidige waarde van ongeveer 100 miljoen euro. Hij bezag die bijdragen als vrijwillige offers voor Jehovah en voerde specifieke procedures in om de kostbaarheden te bewaken tijdens de gevaarlijke reis door vijandig gebied (Ezra 8:24-34). Later zamelde Paulus bijdragen in voor een hulpactie voor de christenen in Judea. Hij ondernam stappen om ervoor te zorgen dat degenen die de bijdragen brachten ‘overal eerlijk zorg voor droegen, niet alleen voor het oog van Jehovah, maar ook voor het oog van de mensen’. (Lees 2 Korinthiërs 8:18-21.) In navolging van Ezra en Paulus houdt onze organisatie zich in deze tijd ook aan strikte procedures voor het gebruik van de bijdragen.

13. Hoe moeten we de recente vereenvoudigingen in de organisatie bezien?

13 Een gezin moet soms dingen veranderen als ze proberen evenwicht te vinden tussen hun inkomsten en hun uitgaven of als ze hun leven willen vereenvoudigen en de kosten willen drukken om meer voor Jehovah te kunnen doen. Hetzelfde geldt voor Jehovah’s organisatie. In recente jaren zijn er heel wat bijzondere nieuwe initiatieven geweest. Soms was het gevolg hiervan dat er een tijdlang meer geld uitging dan dat er binnenkwam. Daarom zoekt de organisatie naar manieren om de kosten te verlagen en het werk te vereenvoudigen, zodat er met jullie royale bijdragen zo veel mogelijk bereikt kan worden.

WAT ER BEREIKT WORDT MET JOUW BIJDRAGEN

Je bijdragen ondersteunen het wereldwijde werk (Zie alinea 14-16)

14-16. (a) Wat wordt er zoal met je vrijwillige bijdragen gerealiseerd? (b) Wat heb jij aan deze voorzieningen gehad?

14 Velen die Jehovah al jarenlang dienen, zeggen dat ze nog nooit een tijd hebben meegemaakt met zo veel geestelijke voorzieningen. Ga maar na. We hebben nu jw.org en JW Broadcasting. De Nieuwewereldvertaling is nu in meer talen beschikbaar dan ooit. Of denk aan de internationale congressen, zoals het ‘Blijf eerst Gods Koninkrijk zoeken!’-congres, dat in 2014/2015 in 14 steden over de hele wereld in enkele van de grootste stadions werd gehouden. Alle aanwezigen vonden het geweldig om erbij te zijn.

15 Velen hebben hun waardering geuit voor wat ze allemaal van Jehovah’s organisatie ontvangen. Zo schreef een echtpaar dat dient in een land in Azië: ‘We hebben een toewijzing in een kleine stad. Daardoor voelen we ons soms geïsoleerd. We vergeten makkelijk hoe grootschalig Jehovah’s werk is. Maar zodra we de verschillende programma’s op JW Broadcasting bekijken, beseffen we weer dat we bij een internationale broederschap horen. Onze lieve broeders en zusters hier zijn heel blij met JW Broadcasting. We horen ze vaak zeggen dat ze zich na het bekijken van het maandelijkse programma echt verbonden voelen met de leden van het Besturende Lichaam. Nu zijn ze trotser dan ooit om bij Gods organisatie te horen.’

16 Wereldwijd worden er op dit moment bijna 2500 Koninkrijkszalen gebouwd of gerenoveerd. De leden van een gemeente in Honduras schreven nadat ze hun nieuwe Koninkrijkszaal in gebruik hadden genomen: ‘We zijn echt blij dat we deel zijn van Jehovah’s universele gezin en dat we kunnen genieten van onze geweldige wereldwijde broederschap. Beide hebben geholpen onze droom van een Koninkrijkszaal in onze omgeving te laten uitkomen.’ Velen hebben soortgelijke gevoelens geuit toen ze de Bijbel of andere publicaties in hun taal kregen, toen ze hulp kregen na een natuurramp of toen ze de resultaten zagen van het openbaar getuigenis in grote steden en in hun eigen omgeving.

17. Hoe weten we dat Jehovah zijn organisatie in deze tijd steunt?

17 Buitenstaanders kunnen vaak niet begrijpen hoe we al dat werk kunnen doen met alleen maar vrijwillige bijdragen. Toen de directeur van een groot bedrijf een rondleiding had gekregen op een van onze drukkerijen, was hij verbaasd dat al het werk door vrijwilligers werd gedaan, met vrijwillige bijdragen en zonder inzamelingsacties. Hij zei dat wat we doen eigenlijk helemaal niet mogelijk was. En dat klopt! We weten dat dit alleen maar kan omdat Jehovah achter het werk staat (Job 42:2).

ZEGENINGEN ALS WE GEVEN AAN JEHOVAH

18. (a) Hoe worden we gezegend als we geven ter ondersteuning van het Koninkrijk? (b) Hoe kunnen we onze kinderen en nieuwelingen leren hetzelfde te doen?

18 Jehovah verleent ons waardigheid door ons de gelegenheid te geven het grote werk dat nu wordt gedaan te ondersteunen. Hij verzekert ons ervan dat we gezegend zullen worden als we geven ter ondersteuning van het Koninkrijk (Mal. 3:10). Jehovah belooft dat degene die gul geeft ‘zal gedijen’. (Lees Spreuken 11:24, 25.) Hij vertelt ons ook: ‘Geven maakt gelukkiger dan ontvangen’ (Hand. 20:35). Door wat we zeggen en doen, kunnen we onze kinderen en nieuwelingen leren hoe ook zij kunnen bijdragen aan dit werk en daardoor gezegend kunnen worden.

19. Hoe heeft dit artikel je aangemoedigd?

19 Alles wat we hebben komt van Jehovah. Als we dus aan hem geven, laten we zien dat we van hem houden en hem dankbaar zijn voor alles wat hij voor ons heeft gedaan (1 Kron. 29:17). Toen de Israëlieten bijdragen gaven voor de bouw van de tempel, gaf het ze ‘veel vreugde die vrijwillige offers te brengen, want ze gaven de vrijwillige offers met een onverdeeld hart aan Jehovah’ (1 Kron. 29:9). Geef dus terug aan Jehovah wat je van hem hebt gekregen. Dan zul je altijd vreugde en voldoening ervaren.