1. Wat heb je door je studie van de Bijbel geleerd?

 DENK eens terug aan wat je hebt geleerd door je studie van de Bijbel. Misschien was je verbaasd te ontdekken dat God een naam heeft. Misschien was je opgelucht te horen dat God mensen niet pijnigt in een brandende hel. En waarschijnlijk was je opgewonden bij het vooruitzicht degenen die je in de dood hebt verloren terug te zien en met ze in een paradijs op aarde te leven.

2. Welke vooruitgang heb je geboekt toen je de waarheid uit de Bijbel leerde kennen? (Efeziërs 5:1, 2)

² Hoe meer je uit Gods Woord leerde, hoe meer je van Jehovah ging houden. Die liefde bewoog je ertoe te leven naar wat je leerde. Dankzij Bijbelse principes ging je betere beslissingen nemen. Je denken en doen veranderde omdat je Jehovah blij wilde maken. Zoals kinderen hun ouders imiteren, zo ben jij je hemelse Vader gaan imiteren. (Lees Efeziërs 5:1, 2.)

3. Wat kun je je afvragen?

³ Het is goed je af te vragen: Is mijn liefde voor Jehovah na mijn doop gegroeid? Ben ik meer op Jehovah gaan lijken door liefde voor mijn broeders en zusters te tonen? Als je merkt dat ‘de liefde die je eerst had’ een beetje bekoeld is, laat dan de moed niet zakken. Zoiets gebeurde ook met de eerste christenen. Maar Jezus schreef ze niet af, en hij zal ook ons niet afschrijven (Openb. 2:4, 7). Hij weet dat je die eerste liefde voor de waarheid weer kunt aanwakkeren.

4. Waar gaat dit artikel over?

 ⁴ Dit artikel laat zien wat je kunt doen om je liefde voor Jehovah en voor anderen te laten groeien. Het belicht ook welke invloed het versterken van die liefde heeft op onszelf en anderen.

5-6. (a) Met welke uitdagingen kreeg Paulus in zijn dienst te maken? (b) Wat motiveerde Paulus om Jehovah te blijven dienen?

⁵ Paulus was gelukkig in zijn dienst voor Jehovah. Maar er waren ook veel uitdagingen. Hij legde vaak lange afstanden af en dat was in die tijd niet makkelijk. Op zijn reizen werd hij soms ‘bedreigd door rivieren’ en ‘struikrovers’. Hij werd ook meermaals afgeranseld door tegenstanders (2 Kor. 11:23-27). En zijn broeders en zusters waren niet altijd even dankbaar voor alles wat hij deed om ze te helpen (2 Kor. 10:10; Fil. 4:15).

⁶ Wat hielp Paulus om door te gaan in Jehovah’s dienst? Hij leerde veel over Jehovah’s persoonlijkheid uit de Bijbel en uit eigen ervaring. Dat gaf hem de overtuiging dat Jehovah van hem hield (Rom. 8:38, 39; Ef. 2:4, 5). En hij ging veel van Jehovah houden. Die liefde voor Jehovah toonde hij door ‘de heiligen (...) te blijven dienen’ (Hebr. 6:10).

7. Wat kun je doen om je liefde voor Jehovah te vergroten?

⁷ Je kunt je liefde voor Jehovah vergroten door zijn Woord goed te bestuderen. Als je een gedeelte in de Bijbel leest, probeer dan uit te vinden wat het je over hem vertelt. Vraag je af: Hoe laat dit verslag zien dat Jehovah van me houdt? Welke redenen geeft het me om van hem te houden?

8. Waarom zul je door gebed meer liefde voor Jehovah krijgen?

⁸ Je liefde voor Jehovah zal ook groeien als je regelmatig je hart voor hem opent in gebed (Ps. 25:4, 5). Je zult dan ervaren hoe hij je gebeden verhoort (1 Joh. 3:21, 22). Khanh, b een zuster uit Azië, zegt: ‘Eerst ging ik van Jehovah houden door wat ik over hem leerde. Maar m’n liefde werd pas veel dieper toen ik zag hoe hij m’n gebeden verhoorde. Dat zorgde ervoor dat ik graag wilde doen wat hem blij maakt.’

9. Waaruit blijkt dat Timotheüs’ liefde voor zijn broeders en zusters groeide?

⁹ Een paar jaar na zijn bekering ontmoette Paulus Timotheüs, een bekwame jonge man die van Jehovah en van mensen hield. Paulus schreef aan de Filippenzen: ‘Ik heb niemand anders die dezelfde instelling heeft als hij en die echt jullie belangen zal behartigen’ (Fil. 2:20). Paulus zei toen niets over Timotheüs’ organisatietalent of zijn bekwaamheid als spreker. Wat indruk op hem had gemaakt was Timotheüs’ liefde voor zijn broeders en zusters. Ongetwijfeld hebben de gemeenten waar Timotheüs naartoe werd gestuurd uitgekeken naar zijn bezoeken (1 Kor. 4:17).

10. Hoe lieten Anna en haar man zien dat ze echt van hun broeders en zusters hielden?

¹⁰ Het is goed naar manieren te zoeken om je broeders en zusters te helpen (Hebr. 13:16). Dat is wat Anna deed, die in het vorige artikel werd genoemd. Toen zij en haar man na een zware storm bij een gezin gingen kijken, zagen ze dat  het dak van hun huis was ingestort. Het gezin bleek geen schone kleren meer te hebben. Anna zegt: ‘We namen hun kleren mee, wasten ze en brachten ze gestreken en gevouwen terug. Voor ons was het maar een kleinigheid, maar het schiep een vriendschapsband die altijd heel sterk is gebleven.’ Liefde voor hun broeders en zusters motiveerde Anna en haar man om praktische hulp te bieden (1 Joh. 3:17, 18).

11. (a) Wat doet het met anderen als je liefde toont? (b) Hoe reageert Jehovah volgens Spreuken 19:17 als je uit liefde iets voor anderen doet?

¹¹ Als je lief en vriendelijk voor anderen bent, kunnen ze zien dat je Jehovah probeert na te volgen. En misschien waarderen ze het meer dan je ooit zult weten. De eerder genoemde Khanh heeft goede herinneringen aan de hulp die ze kreeg. Ze zegt: ‘Ik ben al die lieve zusters die me altijd meenamen in de dienst heel dankbaar. Ze haalden me op, namen me mee om wat te eten en zetten me veilig thuis af. Ik besef nu hoeveel tijd en energie het ze heeft gekost. Maar ze deden het met alle liefde.’ Misschien zal niet iedereen je bedanken voor wat je doet. Khanh zegt over degenen die haar hielpen: ‘Ik wou dat ik iets terug kon doen voor alle lieve dingen die ze voor me hebben gedaan. Ik weet alleen niet waar ze nu allemaal wonen. Maar Jehovah weet het en ik bid dat hij ze voor mij zal belonen.’ Het is absoluut waar: Jehovah ziet zelfs de kleinste dingen die je voor anderen doet. Hij beziet het als een waardevol offer en als een schuld die hij zal terugbetalen. (Lees Spreuken 19:17.)

12. Hoe kunnen broeders liefde voor de gemeente tonen? (Zie ook de afbeeldingen.)

 ¹² Wat zou je als broeder voor anderen kunnen doen om liefde te tonen? Een jonge broeder genaamd Jordan vroeg aan een ouderling wat hij kon doen om de gemeente nog meer van dienst te zijn. De ouderling prees hem voor de vorderingen die hij al had gemaakt en gaf hem wat tips: wees ruim op tijd in de zaal zodat je anderen kunt begroeten, geef commentaar tijdens de vergaderingen, ga geregeld met je velddienstgroep mee in de dienst en bedenk welke praktische dingen je voor anderen kunt doen. Toen Jordan die suggesties opvolgde, leerde hij nieuwe vaardigheden. Maar bovenal groeide zijn liefde voor zijn broeders en zusters. Hij leerde dat als je dienaar wordt, je niet begint anderen te helpen maar ermee doorgaat ze te helpen (1 Tim. 3:8-10, 13).

13. Hoe hielp liefde een broeder om weer ouderling te worden?

¹³ Wat als je dienaar of ouderling bent geweest en het nu niet meer bent? Jehovah vergeet niet wat je in het verleden hebt gedaan en onthoudt zelfs de liefde die je daartoe motiveerde (1 Kor. 15:58). Hij ziet ook de liefde die je nog steeds toont. Christian, een broeder die aanvankelijk teleurgesteld was toen hij als ouderling werd ontheven, zegt: ‘Ik besloot om — met of zonder voorrechten — te doen wat ik kon om Jehovah te dienen uit liefde.’ Na verloop van tijd werd hij weer aangesteld als ouderling. Hij zegt eerlijk: ‘Ik vond het best spannend om weer als ouderling te dienen. Maar ik besloot dat als Jehovah wilde dat  ik weer ouderling werd, ik het zou doen uit liefde voor hem en voor m’n broeders en zusters.’

14. Wat kun je leren van wat een zuster uit Georgië zegt?

¹⁴ Jehovah’s aanbidders tonen ook naastenliefde (Matth. 22:37-39). Elena, een zuster uit Georgië, zegt: ‘In het begin was m’n liefde voor Jehovah het enige dat me motiveerde om te prediken. Maar naarmate die liefde groeide, groeide ook m’n liefde voor mensen. Ik probeerde te bedenken wat voor problemen ze hadden en waar ze graag over zouden praten. Hoe meer ik me in mensen verplaatste, hoe meer ik ze wilde helpen’ (Rom. 10:13-15).

15-16. Wat kan het effect zijn als je liefde toont, zoals op de afbeelding in scène is gezet?

¹⁵ De liefde die je voor je broeders en zusters toont, kan een groter effect hebben dan je denkt. Toen de COVID-19-pandemie uitbrak, leerden Paolo en zijn vrouw meerdere oudere zusters om te prediken met een tablet, telefoon of computer. Eén zuster vond het eerst heel moeilijk, maar kreeg het uiteindelijk onder de knie. Ze kon haar familie uitnodigen voor de Gedachtenisviering en er waren er 60 die via videoconferentie meekeken. Wat Paolo en zijn vrouw hadden gedaan, had dus niet alleen invloed op de zuster maar ook op haar familie. De  zuster schreef later aan Paolo: ‘Bedankt voor wat je ons oudjes hebt geleerd. Jehovah’s zorg en jullie onvermoeibare inzet zal ik nooit vergeten.’

¹⁶ Dat soort ervaringen heeft Paolo iets geleerd. Hij werd eraan herinnerd dat liefde belangrijker is dan kennis of talent. Hij zegt: ‘Ik was vroeger kringopziener. Maar nu besef ik dat de verkondigers m’n lezingen misschien zijn vergeten maar de praktische hulp die ik ze gaf niet.’

17. Wie profiteert er ook van je liefde?

¹⁷ Als je liefde toont, kan dat voor jezelf onverwachte voordelen hebben. Dat is wat Jonathan uit Nieuw-Zeeland meemaakte. Op een warme zaterdagmiddag zag hij een pionier die helemaal alleen in de dienst was. Jonathan besloot om elke zaterdagmiddag met de pionier samen te werken. Maar hij wist toen niet wat die goede daad voor hemzelf zou betekenen. ‘In die tijd ging ik niet graag in de dienst. Maar door met die pionier mee te gaan, hem te horen onderwijzen en te zien welke goede resultaten hij had, ging ik echt van de prediking houden. En ik kreeg er een geweldige vriend bij die me hielp geestelijk te groeien, van de dienst te genieten en een hechtere band met Jehovah te krijgen.’

18. Wat wil Jehovah van ons?

¹⁸ Jehovah wil dat we allemaal meer liefde krijgen voor hem en voor anderen. Zoals we hebben gezien, kun je je liefde voor Jehovah vergroten door zijn Woord te lezen en erover te mediteren en door geregeld met hem te praten in gebed. Je kunt je liefde voor je broeders en zusters vergroten door ze op praktische manieren te helpen. Hoe sterker je liefde wordt, hoe dichter je naar Jehovah en je geestelijke familie toe groeit. En die vriendschappen zijn voor eeuwig!