1-2. (a) Waar waarschuwde Jezus zijn discipelen voor? (b) Waarom lieten de discipelen Jezus in de steek? (Zie ook de afbeeldingen.)

 ‘DE GEEST is natuurlijk gewillig, maar het vlees is zwak’ (Matth. 26:41b). a Met die woorden toonde Jezus begrip voor onze onvolmaakte toestand. Maar hij zei het ook om ons te waarschuwen voor overmoed. Eerder die avond hadden de discipelen vol vertrouwen gezegd dat ze hun Meester nooit in de steek zouden laten (Matth. 26:35). Hun motieven waren goed. Maar ze beseften niet dat ze onder druk makkelijk konden verzwakken. Daarom gaf Jezus ze de waarschuwing: ‘Blijf waakzaam en bid voortdurend, zodat jullie niet toegeven aan verleiding’ (Matth. 26:41a).

² Helaas waren de discipelen niet waakzaam. Toen Jezus werd gearresteerd, gaven ze toe aan de verleiding om te vluchten. Omdat ze niet op hun hoede waren, deden ze precies wat ze gezegd hadden nooit te zullen doen: ze lieten Jezus in de steek (Matth. 26:56).

3. (a) Waarom is het belangrijk niet overmoedig te zijn? (b) Wat gaan we in dit artikel bespreken?

³ Overmoed is gevaarlijk. Het is natuurlijk goed als je vastbesloten bent je door niets van Jehovah te laten afkeren. Maar je bent onvolmaakt en niet immuun voor verleiding (Rom. 5:12; 7:21-23). Voor je het weet zit je in een situatie waarin het ineens heel verleidelijk is iets verkeerds te doen. Om Jehovah en Jezus trouw te blijven, moet je de raad opvolgen die Jezus gaf. Dit artikel kan je helpen de dingen te vermijden die je tot zonde kunnen verleiden.  Het laat eerst zien wanneer je extra op je hoede moet zijn. Daarna belicht het hoe je jezelf tegen verleiding kunt beschermen. En tot slot laat het uitkomen wat je kunt doen om waakzaam te blijven.

WEET WAT JE ZWAKKE PUNTEN ZIJN

4-5. Waarom moet je oppassen voor minder ernstige zonden?

⁴ Sommige zonden zijn minder ernstig dan andere maar kunnen wel je band met Jehovah verzwakken. En na verloop van tijd kunnen ze ertoe leiden dat je zonden begaat die ernstiger zijn.

⁵ Iedereen komt weleens in de verleiding iets verkeerds te doen. Maar wat een verleiding vormt verschilt van persoon tot persoon. Elk van ons heeft zijn eigen zwakke punten. De een vecht tegen de verleiding tot seksuele immoraliteit. De ander moet vechten tegen onreine gewoonten zoals masturberen of kijken naar pornografie. En weer anderen worstelen met bijvoorbeeld angst voor mensen, een onafhankelijke manier van denken of een opvliegende aard. Het is zoals Jakobus zei: ‘Iedereen wordt op de proef gesteld doordat hij door zijn eigen verlangen meegetrokken en verleid wordt’ (Jak. 1:14).

6. Waarin moet je eerlijk zijn?

⁶ Weet jij wat je zwakke punten zijn en wat voor jou de grootste verleiding vormt? Je hebt er niets aan jezelf voor de gek te houden door je ogen te sluiten voor je zwakke punten of door te denken dat je sterk genoeg bent en niets verkeerds zult doen (1 Joh. 1:8). Zoals Paulus schreef, kunnen zelfs degenen ‘die geestelijk goed toegerust zijn’ in de verleiding komen iets verkeerds te doen (Gal. 6:1). Wees eerlijk tegenover jezelf en erken op welke terreinen je niet zo sterk bent (2 Kor. 13:5).

7. Waar moet je extra aandacht aan besteden? Illustreer.

⁷ Wat moet je doen als je hebt vastgesteld wat je zwakke punten zijn? Versterk je weerbaarheid, je verdediging. Je kunt het vergelijken met een stad in Bijbelse tijden. De zwakste plekken in de stadsmuur waren de poorten. Dat waren dan ook de zwaarst bewaakte plekken. Zo moet het met ons ook zijn. Besteed extra aandacht aan je zwakke plekken (1 Kor. 9:27).

 HOE JE JEZELF BESCHERMT

8-9. Wat had de jongen uit Spreuken 7 moeten doen om te voorkomen dat hij een ernstige zonde beging? (Spreuken 7:8, 9, 13, 14, 21)

⁸ Hoe kun je jezelf beschermen? Kijk eens wat je kunt leren van de jongen uit Spreuken 7 die seks had met een immorele vrouw. Volgens vers 22 ging hij haar ‘plotseling’ achterna. Maar uit de verzen ervoor blijkt dat hij al meerdere verkeerde beslissingen had genomen die stap voor stap tot de zonde leidden.

⁹ Wat ging er aan zijn zonde vooraf? Om te beginnen liep hij ’s avonds door de straat waar ze woonde en kwam hij ‘bij haar hoek’. Vervolgens stapte hij recht op haar huis af. (Lees Spreuken 7:8, 9.) En toen hij de vrouw zag, keerde hij zich niet om. In plaats daarvan liet hij zich gewillig kussen. Hij luisterde naar haar toen ze zei dat ze vredeoffers had gebracht, misschien om als een goed mens over te komen. (Lees Spreuken 7:13, 14, 21.) Als de jongen de gevaren uit de weg was gegaan, zou hij zichzelf tegen de verleiding hebben beschermd en geen zonde hebben begaan.

10. Hoe zou iemand in deze tijd dezelfde fout kunnen maken als de jongen uit Spreuken?

¹⁰ Het verslag van Salomo laat zien wat elk van ons kan overkomen. Iemand die een ernstige zonde begaat kan achteraf het gevoel hebben dat het allemaal ‘plotseling’ gebeurde. Misschien zegt hij: ‘Het overkwam me gewoon.’ Maar als hij nadenkt over wat er echt is gebeurd, zal hij zich waarschijnlijk realiseren dat hij een aantal domme beslissingen heeft genomen die tot zijn ernstige zonde hebben geleid. Misschien had hij verkeerde vrienden, koos hij entertainment dat een slechte invloed had of bezocht hij plekken — fysiek of online — waar hij niet had moeten zijn. En misschien was hij gestopt met bidden, Bijbellezen, vergaderingsbezoek of de velddienst. Net als bij de jongen uit Spreuken gebeurde het misschien toch niet zo ‘plotseling’.

11. Wat moet je doen om te voorkomen dat je zondigt?

¹¹ Wat is de les? Ga niet alleen de zonde zelf uit de weg maar ook de stappen die tot zonde kunnen leiden. Dat is wat Salomo duidelijk maakt na het verhaal over de jongen en de immorele vrouw. Hij geeft het advies: ‘Dool niet rond op haar paden’ (Spr. 7:25). En over een verdorven vrouw zegt hij: ‘Blijf ver bij haar vandaan. Kom niet in de buurt van de ingang van haar huis’ (Spr. 5:3, 8). Voorkom dus dat je zondigt door ver weg te blijven van situaties die ertoe kunnen leiden. b Dat kan zelfs betekenen dat je uit de buurt blijft van dingen die voor christenen op zich niet verkeerd zijn maar waarvan je weet dat ze jou in de verleiding kunnen brengen iets verkeerds te doen (Matth. 5:29, 30).

12. Welk besluit nam Job, en hoe werd hij daardoor beschermd tegen verleiding? (Job 31:1)

¹² Om situaties te vermijden die tot zonde leiden, moet je een vast besluit nemen. Dat is wat Job deed. Hij had ‘een verbond gesloten’ met zijn ogen om niet op een ongepaste manier naar vrouwen te kijken. (Lees Job 31:1.) Dat vaste besluit zou hem helpen ver weg te blijven van alles wat tot overspel kon leiden. Ook jij kunt je vast voornemen om ver weg te  blijven van alles wat een verleiding voor je kan zijn.

13. Waarom moet je op je gedachten letten? (Zie ook de afbeeldingen.)

¹³ Het is ook belangrijk goed op te letten wat je denkt (Ex. 20:17). Sommigen geloven dat het geen probleem is om over iets verkeerds te fantaseren zolang je het maar niet doet. Maar dan houd je jezelf voor de gek. Wie aan iets verkeerds blijft denken, voedt het verlangen om het te doen. In feite creëert hij een verleiding, waar hij vervolgens tegen moet vechten. Natuurlijk zullen er soms verkeerde gedachten bij je opkomen. Maar druk ze dan meteen de kop in en vervang ze door goede gedachten. Zo voorkom je dat verkeerde gedachten uitgroeien tot een krachtig verlangen dat moeilijk te bestrijden is en je zelfs tot ernstige zonde kan aanzetten (Fil. 4:8; Kol. 3:2; Jak. 1:13-15).

14. Wat kan je nog meer helpen verleiding te weerstaan?

¹⁴ Wat is nog een bescherming tegen verleiding? Wees er volledig van overtuigd dat gehoorzaamheid aan Jehovah’s wetten altijd het beste voor je is. Soms is het een hele strijd om te denken en te verlangen wat Jehovah goedkeurt. Maar als je het niet opgeeft, zul je een gemoedsrust hebben die alle moeite waard is.

15. Wat is nog een hulp om verleiding te weerstaan?

¹⁵ Om verleiding te weerstaan, moet je leren ‘het kwade te haten en het goede lief te hebben’. Zo versterk je je motivatie om te doen wat juist is en situaties te vermijden die tot zonde leiden (Amos 5:15). Die motivatie zal je ook helpen beter weerstand te bieden aan verleiding als je in een situatie komt die je niet kon voorzien of voorkomen.

16. Hoe kan een goede geestelijke routine je helpen waakzaam te blijven? (Zie ook de afbeeldingen.)

¹⁶ Je kunt jezelf motiveren om het juiste te doen door zo veel mogelijk bezig te zijn met geestelijke activiteiten. Op de  vergadering of in de dienst kom je niet zo snel in de verleiding iets verkeerds te doen. Tegelijkertijd versterk je daar je motivatie om te doen wat Jehovah wil (Matth. 28:19, 20; Hebr. 10:24, 25). Als je Gods Woord leest en bestudeert en erover mediteert, ga je het goede meer liefhebben en het kwade meer haten (Joz. 1:8; Ps. 1:2, 3; 119:97, 101). En bedenk wat Jezus tegen zijn discipelen zei: ‘Bid voortdurend, zodat jullie niet toegeven aan verleiding’ (Matth. 26:41). Als je in gebed tijd doorbrengt met je hemelse Vader, geef je hem de kans je te helpen en versterk je je motivatie om hem blij te maken (Jak. 4:8).

BLIJF OP JE HOEDE

17. Met welke zwakheid bleef Petrus worstelen?

¹⁷ Misschien kun je sommige zwakke punten wel overwinnen maar merk je dat andere een probleem blijven. Dat is wat Petrus ondervond. Uit angst voor mensen ontkende hij tot drie keer toe Jezus te kennen (Matth. 26:69-75). Toen hij tegenover het Sanhedrin vrijmoedig getuigenis gaf, leek hij zijn probleem te hebben overwonnen (Hand. 5:27-29). Maar wat gebeurde er een paar jaar later? ‘Uit angst voor hen die van de besnijdenis waren’ durfde hij een tijdlang niet meer met niet-Joodse christenen te eten (Gal. 2:11, 12). Petrus’ angst was terug. En misschien was het nooit echt helemaal weggeweest.

18. Wat kan er gebeuren met bepaalde zwakheden?

¹⁸ Ons kan hetzelfde overkomen als Petrus. Bepaalde zwakheden waarvan je dacht dat je ze achter je had gelaten, kunnen weer de kop opsteken. Een broeder vertelt eerlijk: ‘Ik had tien jaar geen porno meer gekeken en was ervan overtuigd dat ik m’n probleem had overwonnen. Maar de verslaving lag op de loer, wachtend op het juiste moment om weer de kop op te steken.’ Gelukkig gaf de broeder het niet op. Hij realiseerde zich dat hij elke dag tegen zijn zwakte moest vechten, misschien wel voor de rest van zijn leven in deze wereld. Met de hulp van  zijn vrouw en de ouderlingen nam hij nog drastischer maatregelen om de verleiding van pornografie te weerstaan.

19. Wat kun je doen als je een hardnekkig probleem hebt?

¹⁹ Als je met een bepaalde zwakheid blijft worstelen, hoe voorkom je dan dat je voor de verleiding zwicht? Volg Jezus’ advies over verleiding op: ‘Blijf waakzaam.’ Vermijd zelfs in periodes waarin je je sterk voelt elke situatie die je in de verleiding kan brengen (1 Kor. 10:12). Blijf de strategie volgen die je al heeft geholpen in je strijd tegen je zwakte. Spreuken 28:14 zegt: ‘Gelukkig is de mens die altijd op zijn hoede is’ (2 Petr. 3:14).

HET IS DE MOEITE WAARD

20-21. (a) Wat zijn de voordelen als je op je hoede blijft voor verleiding? (b) Wat zal Jehovah voor je doen als je zelf je deel doet? (2 Korinthiërs 4:7)

²⁰ Het is de moeite waard op je hoede te blijven voor verleiding. Als je zondigt, kun je misschien ‘korte tijd genieten van de zonde’. Maar je zult veel gelukkiger zijn als je naar Jehovah’s normen leeft (Hebr. 11:25; Ps. 19:8). Dat komt doordat we gemaakt zijn om zo te leven (Gen. 1:27). Je zult dan een zuiver geweten hebben en kunt zelfs eeuwig leven krijgen (1 Tim. 6:12; 2 Tim. 1:3; Jud. 20, 21).

²¹ Het is waar dat ‘het vlees zwak is’. Maar dat betekent niet dat je hulpeloos bent. Jehovah staat klaar om je de kracht te geven die je nodig hebt. (Lees 2 Korinthiërs 4:7.) Merk op dat Jehovah kracht geeft die wat normaal is te boven gaat. De normale kracht — de energie die je elke dag gebruikt om jezelf tegen verleiding te beschermen — is je eigen verantwoordelijkheid. Maar als jij je deel doet, kun je erop vertrouwen dat Jehovah je gebeden verhoort en je de extra kracht geeft die je nodig hebt (1 Kor. 10:13). Met Jehovah’s hulp kun je op je hoede blijven voor verleiding.