1. Waarom vergeleek Jehovah zich met een zogende moeder?

‘KAN een vrouw haar zuigeling vergeten?’ Die vraag stelde Jehovah in de tijd van de profeet Jesaja. ‘Ook al zou zo’n vrouw hem vergeten, ik zou jou nooit vergeten’, zei God tegen zijn volk (Jes. 49:15). Hij vergelijkt zich niet vaak met een moeder. Maar bij deze gelegenheid wel. Jehovah gebruikte de band tussen een moeder en haar kind om duidelijk te maken hoeveel hij van zijn aanbidders houdt. De meeste moeders zullen beamen wat een zuster die Jasmin * heet zegt: ‘Als je je kind borstvoeding geeft, ontstaat er een hele speciale band die een heel leven duurt.’

2. Wat doet het met Jehovah als een van zijn kinderen afdrijft?

² Jehovah ziet het als een van zijn kinderen niet meer met de gemeente omgaat en stopt met prediken. Wat zal het hem dus pijn doen te zien dat er elk jaar duizenden aanbidders zijn die inactief * worden.

3. Wat wil Jehovah graag?

³ Veel inactieve broeders en zusters komen terug naar de gemeente, waar ze heel welkom zijn! Jehovah wil graag dat ze terugkomen, en wij ook (1 Petr. 2:25). Hoe kunnen we helpen? Voor het antwoord op die vraag is het goed te weten waarom sommigen stoppen met vergaderingsbezoek en prediken.

4. Wat kan er door werelds werk met iemand gebeuren?

⁴ Sommigen gaan helemaal op in hun werk. ‘Ik ging te veel tijd en energie in m’n baan steken’, zegt Hung, een broeder in Zuidoost-Azië. ‘Ik was zo dom te denken dat ik Jehovah beter kon dienen als ik meer geld had. En dus ging ik meer uren werken. Ik begon steeds vaker vergaderingen over te slaan tot ik uiteindelijk helemaal niet meer met de gemeente omging. De wereld lijkt erop gericht te zijn mensen beetje bij beetje van God af te keren.’

5. Hoe reageerde een zuster op alle problemen waar ze mee te maken kreeg?

⁵ Sommige broeders en zusters voelen zich overweldigd door problemen. Neem Anne uit Engeland, een moeder van vijf kinderen. ‘Een van m’n kinderen werd geboren met ernstige beperkingen’, vertelt Anne. ‘Op een gegeven moment werd een van m’n dochters uitgesloten. En een zoon kreeg een psychische aandoening. Ik werd zo depressief dat ik stopte met de velddienst en niet meer naar de vergaderingen ging. Uiteindelijk werd ik inactief.’ We leven mee met Anne en haar familie, en met anderen die het zo moeilijk hebben.

6. Waarom kan iemand van Jehovah’s volk afdrijven als hij Kolossenzen 3:13 niet toepast?

⁶ Lees Kolossenzen 3:13. Sommigen voelen zich gekwetst door een broeder of zuster. Paulus erkende dat iemand soms een goede ‘reden heeft om over een ander te klagen’. Je kunt zelfs het gevoel hebben dat jou onrecht is aangedaan. En als je niet oppast, kan het aan je blijven knagen. Je raakt misschien verbitterd, waardoor je uiteindelijk afdrijft van Jehovah’s volk. Zoiets gebeurde met Pablo, een broeder in Zuid-Amerika. Hij werd ten onrechte van kwaaddoen beschuldigd en verloor daardoor een dienstvoorrecht in de gemeente. Hoe reageerde hij? ‘Ik was kwaad,’ zegt Pablo, ‘en geleidelijk dreef ik van de gemeente af.’

7. Wat kan een schuldig geweten met iemand doen?

⁷ Iemand die in het verleden Gods wet heeft overtreden, kan behoorlijk last krijgen van zijn geweten. Misschien krijgt hij het gevoel dat hij Gods liefde niet meer waard is. Hij gaat misschien denken dat hij niet meer goed genoeg is om deel te zijn van Gods volk, ook al heeft hij berouw getoond en is hij vergeven. Dat gevoel had Francisco. ‘Ik werd terechtgewezen wegens seksuele immoraliteit’, zegt hij. ‘Hoewel ik in het begin nog wel naar de vergaderingen ging, werd ik depressief. Ik voelde me onwaardig om deel te zijn van Jehovah’s volk. Ik had last van m’n geweten en was ervan overtuigd dat Jehovah me niet had vergeven. Na verloop van tijd ging ik niet meer met de gemeente om.’ Hoe denk jij over de broeders en zusters die in een van de genoemde situaties zitten? Kun je met ze meeleven? En belangrijker nog, hoe denkt Jehovah over ze?

8. Vergeet Jehovah degenen die hem ooit hebben gediend? Leg uit.

⁸ Jehovah zal degenen die hem ooit hebben gediend maar die er tijdelijk mee zijn gestopt niet vergeten. En hij vergeet niet wat ze in de dienst hebben gedaan (Hebr. 6:10). Jesaja schreef een prachtige illustratie op om te laten zien hoe Jehovah voor zijn volk zorgt. ‘Als een herder  zal hij voor zijn kudde zorgen’, schreef hij. ‘Met zijn arm zal hij de lammeren verzamelen, aan zijn boezem zal hij ze dragen’ (Jes. 40:11). Wat zijn de gevoelens van de Grote Herder als een van zijn schapen van de kudde afdwaalt? Jezus liet dat uitkomen toen hij zijn discipelen vroeg: ‘Wat denken jullie? Als iemand 100 schapen heeft en één daarvan verdwaalt, dan zal hij toch de 99 andere schapen in de bergen achterlaten en dat ene verdwaalde schaap gaan zoeken? Ik verzeker jullie: als hij het vindt, verheugt hij zich meer over dat ene schaap dan over de 99 die niet zijn verdwaald’ (Matth. 18:12, 13).

9. Hoe gingen goede herders in Bijbelse tijden met hun schapen om? (Zie cover.)

⁹ Waarom is Jehovah met een herder te vergelijken? Omdat een goede herder veel zorg heeft voor zijn schapen. David bijvoorbeeld vocht met een leeuw en een beer om zijn kudde te beschermen (1 Sam. 17:34, 35). Een goede herder zou het zeker doorhebben als er één schaap ontbreekt (Joh. 10:3, 14). Hij zou zijn andere schapen veilig in een schaapskooi of onder de hoede van andere herders achterlaten om het verloren schaap te zoeken. Jezus gebruikte die vergelijking om ons een belangrijke waarheid te leren: ‘Zo wil ook mijn Vader in de hemel niet dat een van deze kleinen verloren gaat’ (Matth. 18:14).

10. Wat beloofde Jehovah volgens Ezechiël 34:11-16 voor zijn verloren schapen te doen?

¹⁰ Jehovah houdt van elk van ons, ook van de ‘kleinen’ die van zijn kudde zijn afgedwaald. Via de profeet Ezechiël beloofde God dat hij zijn verloren schapen zou zoeken en ze zou helpen geestelijk weer sterk te worden. En hij noemde specifieke stappen die hij zou doen om ze te redden, stappen die een Israëlitische herder zou doen als een schaap verloren raakte. (Lees Ezechiël 34:11-16.) Om te beginnen zou de herder naar het schaap op  zoek gaan, wat hem veel tijd en energie kon kosten. Als hij het vond, zou hij het terugbrengen naar de kudde. En als het schaap gewond of uitgehongerd was, zou de herder het zwakke dier liefdevol helpen. Hij zou de wonden verbinden, het schaap dragen en het voeden. Ouderlingen, de herders van ‘de kudde van God’, moeten dezelfde stappen doen om iedereen te helpen die van de gemeente is afgedwaald (1 Petr. 5:2, 3). De ouderlingen gaan naar ze op zoek, helpen ze terug te keren naar de kudde en tonen liefde door de nodige geestelijke hulp te bieden. *

11. Wat begreep een goede herder?

¹¹ Een goede herder begreep dat schapen kunnen verdwalen. En als een schaap van de kudde afdwaalde, zou de herder het niet hard aanpakken. Welk voorbeeld gaf Jehovah toen hij aanbidders hielp die een tijdje van hem waren afgedwaald?

12. Hoe ging Jehovah met Jona om?

¹² De profeet Jona liep van zijn toewijzing weg. Maar Jehovah gaf de hoop niet meteen op. Hij was een goede herder die hem redde en hem hielp de kracht te ontwikkelen die hij voor zijn taak nodig had (Jona 2:7; 3:1, 2). Later gebruikte God een fleskalebas om Jona duidelijk te maken hoeveel elk mensenleven waard is (Jona 4:10, 11). De les? Ouderlingen moeten niet te snel de hoop opgeven als iemand inactief wordt. Probeer als ouderling te begrijpen waardoor een schaap van de kudde is afgedwaald. En blijf liefdevol aandacht aan hem geven als hij terugkeert naar Jehovah.

13. Wat kunnen we leren van Jehovah’s reactie op wat de schrijver van Psalm 73 zei?

¹³ De schrijver van Psalm 73 raakte ontmoedigd toen hij zag dat het altijd goed leek te gaan met slechte mensen. Hij vroeg zich af of het wel zin had om Gods wil te doen (Ps. 73:12, 13, 16). Hoe reageerde Jehovah? Hij veroordeelde de man niet.  Integendeel, hij liet zijn woorden zelfs in de Bijbel opschrijven. Uiteindelijk ging de psalmist beseffen dat niets in het leven meer waard is dan een goede band met Jehovah (Ps. 73:23, 24, 26, 28). De les? Ouderlingen moeten niet te snel met een oordeel klaarstaan als iemand twijfelt of het wel zin heeft Jehovah te dienen. Probeer als ouderling te begrijpen waarom hij bepaalde dingen doet en zegt. Dan pas kun je de concrete Bijbelse aanmoediging geven die hij nodig heeft.

14. Waarom had Elia hulp nodig, en hoe voorzag Jehovah daarin?

¹⁴ De profeet Elia ging op de vlucht voor koningin Izebel (1 Kon. 19:1-3). Hij dacht dat er verder niemand was die als profeet voor Jehovah diende en dat zijn werk voor niets was geweest. Hij werd zo depressief dat hij wilde sterven (1 Kon. 19:4, 10). Jehovah veroordeelde Elia niet. Integendeel, hij verzekerde hem ervan dat hij niet alleen was, dat hij op Gods kracht kon vertrouwen en dat er nog veel werk voor hem was. Hij luisterde vriendelijk naar Elia’s zorgen en gaf hem nieuwe toewijzingen (1 Kon. 19:11-16, 18). De les? Wij allemaal, maar vooral de ouderlingen, moeten Jehovah’s schapen vriendelijk behandelen. Of iemand nu zegt dat hij kwaad is of dat hij het gevoel heeft Jehovah’s barmhartigheid niet waard te zijn, de ouderlingen moeten naar hem luisteren als hij zijn hart uitstort. Vervolgens proberen ze het verloren schaap ervan te verzekeren dat Jehovah van hem houdt.

15. Wat was volgens Johannes 6:39 Jezus’ kijk op de schapen van zijn Vader?

¹⁵ Hoe wil Jehovah dat wij zijn verloren schapen bezien? Jezus geeft ons het voorbeeld. Hij wist dat alle schapen kostbaar zijn in Jehovah’s ogen. Daarom deed hij wat hij kon om ‘de verloren schapen van het huis van Israël’ te helpen naar Jehovah terug te keren (Matth. 15:24; Luk. 19:9, 10). Als goede herder deed Jezus ook zijn uiterste best om geen schapen verloren te laten gaan. (Lees Johannes 6:39.)

16-17. Wat moet de houding zijn van de ouderlingen tegenover het helpen van personen die zijn afgedwaald? (Zie het kader ‘ De gevoelens van een verloren schaap’.)

¹⁶ Paulus spoorde de ouderlingen van de gemeente in Efeze aan het voorbeeld van Jezus te volgen. ‘Jullie (...) moeten de zwakken ondersteunen. En houd in gedachte wat de Heer Jezus zelf heeft gezegd: “Geven maakt gelukkiger dan ontvangen”’ (Hand. 20:17, 35). Het is duidelijk dat de ouderlingen in deze tijd een speciale verantwoordelijkheid hebben. ‘Als ik eraan denk hoeveel Jehovah om zijn verloren schapen geeft, motiveert dat me te doen wat ik kan om ze te helpen’, vertelt Salvador, een ouderling in Spanje. ‘Ik ben ervan overtuigd dat Jehovah wil dat ik als geestelijke herder voor ze zorg.’

¹⁷ Alle personen in dit artikel die waren afgedwaald, zijn geholpen om weer terug te keren naar Jehovah. Op dit moment zijn er nog vele andere afgedwaalde personen die hetzelfde willen doen. In het volgende artikel wordt uitgebreid besproken wat we kunnen doen om ze te helpen naar Jehovah terug te keren.