1. Wat belooft Jehovah aan zondaars die berouw hebben?

 JEHOVAH is onze Schepper, Wetgever en Rechter. Maar hij is ook onze liefdevolle hemelse Vader (Ps. 100:3; Jes. 33:22). Als je tegen hem zondigt en oprecht berouw hebt, kan en wil hij je graag vergeven (Ps. 86:5). Via de profeet Jesaja doet hij de geruststellende belofte: ‘Al waren je zonden scharlakenrood, ze zullen zo wit worden gemaakt als sneeuw’ (Jes. 1:18).

2. Wat moeten we doen om vrede met elkaar te hebben?

² Omdat we onvolmaakt zijn, zeggen en doen we dingen die anderen kwetsen (Jak. 3:2). Maar dat wil niet zeggen dat we daardoor geen hechte band met elkaar kunnen hebben. We moeten alleen leren vergevingsgezind te zijn (Spr. 17:9; 19:11; Matth. 18:21, 22). Jehovah wil dat we elkaars kleine fouten vergeven (Kol. 3:13). En we hebben alle reden om dat te doen. Tenslotte is Jehovah bereid ons ‘rijkelijk te vergeven’ (Jes. 55:7).

3. Waar gaan we in dit artikel bij stilstaan?

³ Dit artikel laat zien hoe onvolmaakte mensen Jehovah’s vergevingsgezindheid kunnen navolgen. Welke zonden moeten we onder de aandacht van de ouderlingen brengen? Waarom spoort Jehovah ons aan elkaar te vergeven? En wat kunnen we leren van enkele broeders en zusters die veel hebben geleden door de zonden van anderen?

4. (a) Wat moet een aanbidder van Jehovah doen als hij een ernstige zonde begaat? (b) Wat is de rol van de ouderlingen als ze met een zondaar praten?

⁴ Als iemand een ernstige zonde begaat, moeten de ouderlingen worden ingelicht. Bij ernstige zonden gaat het om grove overtredingen van Gods wet. Voorbeelden daarvan vind je in 1 Korinthiërs 6:9, 10. Een christen die zo’n zonde begaat, moet tot Jehovah bidden en met de ouderlingen van de gemeente gaan praten (Ps. 32:5; Jak. 5:14). Wat is de rol van de ouderlingen? Alleen Jehovah heeft het gezag om zonden volledig te vergeven. b Hij doet dat op basis van het loskoopoffer. Maar hij heeft de ouderlingen de verantwoordelijkheid gegeven om aan de hand van de Bijbel vast te stellen of de zondaar in de gemeente kan blijven (1 Kor. 5:12). Zij zullen onder andere antwoord proberen te krijgen op de volgende vragen: Gaat het om een opzettelijke zonde? Heeft de persoon met voorbedachten rade iets verkeerds gedaan? Heeft hij geruime tijd in de zonde volhard? En bovenal: zijn er bewijzen dat hij oprecht berouw heeft? Zijn er aanwijzingen dat Jehovah hem heeft vergeven? (Hand. 3:19)

5. Welke voordelen heeft het werk van de ouderlingen?

⁵ Als de ouderlingen met een kwaaddoener samenkomen, is het hun doel om op aarde tot de beslissing te komen die in de hemel al is genomen (Matth. 18:18). Welke voordelen heeft die regeling voor de gemeente? Het zorgt ervoor dat berouwloze zondaars die Jehovah’s dierbare schapen kwaad kunnen doen uit de gemeente worden verwijderd (1 Kor. 5:6, 7, 11-13; Tit. 3:10, 11). Daarnaast kan het ertoe bijdragen dat een zondaar berouw krijgt en door Jehovah wordt vergeven (Luk. 5:32). De ouderlingen bidden voor iemand die berouw heeft en vragen Jehovah om hem te helpen geestelijk te herstellen (Jak. 5:15).

6. Kan iemand nog worden vergeven als hij wordt uitgesloten? Leg uit.

⁶ Stel dat iemand geen berouw heeft als de ouderlingen met hem praten. In zo’n geval wordt hij uit de gemeente gesloten. Als hij de wetten van het land heeft overtreden, zullen de ouderlingen hem niet tegen de consequenties beschermen. Jehovah staat overheden toe iedereen die de wet overtreedt te oordelen en te straffen, ongeacht of hij berouw heeft of niet (Rom. 13:4). Maar als de persoon later tot bezinning komt, oprecht berouw heeft en zich omkeert, is Jehovah bereid hem te vergeven (Luk. 15:17-24). Dat is zelfs zo als zijn zonden heel ernstig waren (2 Kron. 33:9, 12, 13; 1 Tim. 1:15).

7. In welke zin kun je iemand die tegen je zondigt vergeven?

⁷ Gelukkig is het niet aan ons om te bepalen of Jehovah een zondaar vergeeft. Maar er is iets anders dat je wel persoonlijk moet bepalen. Stel bijvoorbeeld dat iemand een zonde tegen jou begaat, misschien zelfs een ernstige zonde. Wat doe je als hij zijn excuses aanbiedt en je vraagt hem te vergeven? Of als hij dat niet doet? Hoe dan ook  sta je voor de keuze hem te vergeven. In welke zin? In de zin dat je wrokgevoelens loslaat en niet boos op hem blijft. In de praktijk kost dat vaak tijd en moeite, vooral als je diep gekwetst bent. In De Wachttoren van 15 september 1994 staat: ‘Als u een zondaar vergeeft, betekent dit niet dat u de zonde vergoelijkt. Voor een christen betekent vergevensgezindheid dat hij de zaak vol vertrouwen in Jehovah’s hand laat. Hij is de rechtvaardige Rechter van het hele universum, en hij zal op de juiste tijd gerechtigheid ten uitvoer brengen.’ Waarom moedigt Jehovah ons aan anderen te vergeven en het recht te laten waar het hoort — in zijn handen?

8. Wat heeft vergeven te maken met waardering voor Jehovah’s barmhartigheid?

⁸ Vergeven is een blijk van waardering. In een gelijkenis vergeleek Jezus Jehovah met een meester die een van zijn slaven een enorme schuld kwijtschold toen hij die niet kon terugbetalen. Later had die slaaf zelf geen medelijden met een slaaf die hem een veel kleiner bedrag schuldig was (Matth. 18:23-35). Wat wilde Jezus ons leren? Als je echt waardeert hoeveel medelijden Jehovah met je heeft en hoe barmhartig hij voor je is, zal dat je ertoe bewegen anderen te vergeven (Ps. 103:9). Jaren geleden werd in De Wachttoren gezegd: ‘Ongeacht hoevele malen wij onze medeschepselen vergiffenis schenken, de mate van vergevensgezindheid en barmhartigheid die God door Christus jegens ons oefent, zou er nooit door kunnen worden geëvenaard.’

9. Voor wie is Jehovah barmhartig? (Mattheüs 6:14, 15)

⁹ Wie vergeeft, wordt vergeven. Jehovah is barmhartig voor wie zelf barmhartig zijn (Matth. 5:7; Jak. 2:13). Jezus maakte dat duidelijk toen hij zijn discipelen leerde bidden. (Lees Mattheüs 6:14, 15.) En hetzelfde had Jehovah eerder duidelijk gemaakt aan Job, die diep gekwetst was door de hatelijke opmerkingen van Elifaz, Bildad en Zofar. Jehovah vroeg Job om voor die mannen te bidden. En Job werd door Jehovah gezegend toen hij dat had gedaan (Job 42:8-10).

10. Waarom is het schadelijk wrok te koesteren? (Efeziërs 4:31, 32)

¹⁰ Wrok koesteren is schadelijk. Wrok en woede zijn zware lasten. En Jehovah wenst ons de opluchting toe die je voelt als je daarvan verlost bent. (Lees Efeziërs 4:31, 32.) Hij spoort ons aan: ‘Laat boosheid los en laat woede varen’ (Ps. 37:8). Het is verstandig dat advies op te volgen. Het kan fysiek en mentaal slecht voor je zijn boos te blijven (Spr. 14:30). Wrok koesteren is alsof je zelf vergif drinkt om daar een ander mee te treffen. Maar je doet jezelf een plezier als je anderen vergeeft (Spr. 11:17). Het geeft je innerlijke vrede en helpt je verder te gaan in je dienst voor Jehovah.

11. Wat zegt de Bijbel over wraak? (Romeinen 12:19-21)

¹¹ Het is aan Jehovah wraak te nemen. Jehovah heeft je niet het recht gegeven wraak te nemen als iemand tegen je zondigt. (Lees Romeinen 12:19-21.) Met onze beperkte, onvolmaakte kijk zijn we  gewoon niet in staat de dingen correct te beoordelen, zoals God dat wel kan (Hebr. 4:13). En soms zitten emoties ons gezonde verstand in de weg. Jehovah liet Jakobus opschrijven: ‘De woede van een mens leidt niet tot Gods rechtvaardigheid’ (Jak. 1:20). We kunnen er zeker van zijn dat Jehovah zal doen wat juist is en erop toeziet dat het recht zal zegevieren.

12. Hoe kun je tonen dat je op Jehovah’s gerechtigheid vertrouwt?

¹² Vergeven toont vertrouwen in Jehovah’s gerechtigheid. Als je de dingen in Jehovah’s handen laat, geef je blijk van het vertrouwen dat hij alle nare gevolgen van zonde ongedaan zal maken. In zijn nieuwe wereld zal aan de pijnlijke ervaringen van vroeger ‘niet meer worden gedacht’. Ze zullen nooit meer ‘in het hart opkomen’ (Jes. 65:17). Maar als je diep gekwetst bent, is het dan echt mogelijk de woede en wrok die je misschien in je hart voelt los te laten? Laten we eens kijken hoe dat sommigen inderdaad is gelukt.

13-14. Wat heb je over vergeving geleerd van de ervaring van Tony en José?

¹³ Er zijn heel wat broeders en zusters die veel verdriet hadden door wat anderen ze aandeden maar toch besloten vergeving te schenken. Welke zegeningen hebben zij daardoor ervaren?

¹⁴ Tony c, uit de Filipijnen, wilde wraak. Zijn oudere broer was vermoord en hij wist wie de dader was. In die tijd, lang voordat hij in de waarheid kwam, was hij heel agressief en gewelddadig. De dader, José, werd gearresteerd en kreeg gevangenisstraf. Maar toen hij vrijkwam, zwoer Tony dat hij hem zou opsporen en doden. Hij kocht zelfs een wapen. Ondertussen begon Tony met Getuigen de Bijbel te bestuderen. Hij vertelt: ‘Door m’n studie ging ik inzien dat ik moest veranderen. Ik ging begrijpen dat ik m’n woede moest loslaten.’ Na verloop van tijd werd Tony gedoopt, en uiteindelijk werd hij aangesteld als ouderling in de  gemeente. Wat was hij verbaasd te horen dat José ook een Getuige was geworden! Toen de twee elkaar troffen, vielen ze elkaar in de armen. Tony vertelde José dat hij hem had vergeven. Vergeven gaf hem zo veel vreugde dat hij maar moeilijk kon beschrijven hoe geweldig het voelde. Jehovah heeft Tony’s bereidheid om te vergeven echt gezegend.

15-16. Wat heb je over vergeving geleerd van de ervaring van Peter en Sue?

¹⁵ In 1985 waren Peter en Sue op de vergadering toen er plotseling een enorme explosie was. Iemand had een bom in de Koninkrijkszaal gelegd. Sue raakte ernstig gewond. Haar gezichtsvermogen en gehoor liepen permanente schade op. Ook verloor ze haar reukzin. d Wat voor persoon zou zoiets vreselijks doen?, dachten Peter en Sue vaak. Vele jaren later werd de dader, die geen Getuige was, gearresteerd. Hij kreeg levenslang. Toen aan Peter en Sue werd gevraagd of ze de man hadden vergeven, zeiden ze: ‘Jehovah leert ons dat het fysiek, emotioneel en psychisch slecht voor je is wrok te koesteren en kwaad te blijven. We hebben Jehovah daarom al vanaf het begin gevraagd ons te helpen de woede los te laten en door te gaan met ons leven.’

¹⁶ Is het voor hen makkelijk geweest de man te vergeven? Niet altijd. Ze vertellen: ‘Door de impact van Sue’s letsel op ons leven borrelt de woede nu en dan weer in ons op. Maar we blijven er niet bij stilstaan, dus die gevoelens verdwijnen ook weer snel. Als de dader ooit een broeder wordt, zullen we hem verwelkomen. Dat menen we echt. Deze ervaring heeft ons geleerd dat Bijbelse principes echt bevrijdend zijn, op meer manieren dan we ons kunnen voorstellen. Het geeft ons ook troost te weten dat Jehovah binnenkort alle schade ongedaan zal maken.’

17. Wat heb je over vergeving geleerd van de ervaring van Myra?

 ¹⁷ Myra leerde de waarheid kennen toen ze al getrouwd was en twee kleine kinderen had. Haar man accepteerde de waarheid niet. Hij pleegde overspel en liet het gezin in de steek. Myra vertelt: ‘Toen m’n man ons in de steek liet, riep dat bij mij emoties op die velen voelen als ze zijn verraden door iemand van wie ze houden — shock, ongeloof, verdriet, spijt, zelfverwijt en woede.’ Hoewel het huwelijk strandde, hield de pijn van het verraad aan. ‘Maandenlang was ik nog kwaad’, zegt Myra. ‘Ik ging inzien dat die gevoelens van invloed waren op m’n band met Jehovah en anderen.’ Nu zegt Myra dat ze haar woede heeft losgelaten en haar ex geen kwaad toewenst. Ze hoopt dat hij ooit dichter tot Jehovah nadert. Zelf kan ze zich op de toekomst richten. Ze heeft haar twee kinderen als alleenstaande moeder in de waarheid opgevoed. Ze is blij dat ze Jehovah nu samen met haar kinderen en hun gezinnen kan dienen.

18. Waarom kunnen we vertrouwen hebben in de Opperrechter?

¹⁸ Het geeft veel rust te weten dat het niet aan ons is een oordeel uit te spreken over afzonderlijke personen. Dat belangrijke werk wordt gedaan door de Opperrechter, Jehovah (Rom. 14:10-12). We kunnen er volledig op vertrouwen dat zijn oordelen altijd aan zijn perfecte normen van goed en kwaad voldoen (Gen. 18:25; 1 Kon. 8:32). Hij doet nooit iets onrechtvaardigs!

19. Wat zal Jehovah’s volmaakte gerechtigheid tot stand brengen?

¹⁹ We verlangen allemaal naar de tijd dat Jehovah alle nare gevolgen van onvolmaaktheid en zonde volledig ongedaan zal maken. Al onze fysieke en emotionele wonden zijn dan voorgoed genezen (Ps. 72:12-14; Openb. 21:3, 4). We zullen er nooit meer aan terugdenken. Terwijl we naar die geweldige tijd uitkijken, zijn we heel dankbaar dat Jehovah ons het vermogen heeft gegeven net als hij vergevingsgezind te zijn.