Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Leer jij van ‘de dingen die werden opgeschreven’?

Leer jij van ‘de dingen die werden opgeschreven’?

‘Deze dingen (...) werden opgeschreven tot een waarschuwing voor ons, tot wie de einden van de samenstelsels van dingen gekomen zijn.’ — 1 KOR. 10:11.

LIEDEREN: 49, 127

1, 2. Waarom gaan we de voorbeelden van Asa, Josafat, Hizkia en Josia bespreken?

ALS je net iemand op straat hebt zien uitglijden, zou je dan niet extra voorzichtig zijn als jij over hetzelfde stuk moest lopen? Als je iets bij een ander ziet misgaan, zul je proberen te voorkomen dat het ook bij jou misgaat. Dat is in geestelijk opzicht ook zo. We kunnen veel leren van de fouten van anderen, onder wie personen uit de Bijbel.

2 Asa, Josafat, Hizkia en Josia dienden Jehovah met een onverdeeld hart. Toch hebben ze grote fouten gemaakt. Wat kun jij van hun fouten leren, en hoe kun je voorkomen dat je soortgelijke fouten maakt? De ervaringen van deze koningen zijn opgeschreven om ons iets te leren. Als we er goed over nadenken, kunnen we er ons voordeel mee doen. (Lees Romeinen 15:4.)

VERTROUW NIET OP MENSELIJKE WIJSHEID

3-5. (a) Met welk probleem kreeg Asa te maken? (b) Wat kan de reden zijn geweest dat Asa op mensen vertrouwde toen Baësa Juda wilde aanvallen?

3 Laten we het eerst over Asa hebben. Hij vertrouwde op Jehovah toen 1.000.000 Ethiopiërs Juda wilden aanvallen. Maar dat deed hij niet toen koning Baësa van Israël de stad Rama begon te versterken, die grensde aan Asa’s rijk (2 Kron. 16:1-3). Bij die gelegenheid vertrouwde Asa op zijn eigen wijsheid. Hij kocht koning Ben-Hadad van Syrië om, zodat die Baësa ging aanvallen. Werkte zijn tactiek? ‘Zodra Baësa het hoorde,’ zegt de Bijbel, ‘staakte hij onmiddellijk de bouw aan Rama en hield op met zijn werk’ (2 Kron. 16:5). Op het eerste gezicht werkte Asa’s strategie.

4 Maar wat vond Jehovah ervan? Hij wees Asa terecht omdat hij niet op Hem had vertrouwd. (Lees 2 Kronieken 16:7-9.) Via zijn woordvoerder Hanani zei Jehovah: ‘Van nu af aan zullen er oorlogen tegen u zijn.’ Baësa was dan wel weggegaan, maar Asa en het volk kregen de rest van zijn regeringsperiode te maken met oorlogen.

5 In Jehovah’s ogen diende Asa hem met een onverdeeld hart, zoals we in het vorige artikel hebben besproken (1 Kon. 15:14). Jehovah zag dat Asa hem, volgens Zijn vereisten, volledig toegewijd was. Toch moest Asa leven met de consequenties van zijn onverstandige keuzes. Waarom ging Asa vertrouwen op mensen — op zichzelf en op Ben-Hadad — toen Baësa op zijn pad kwam? Dacht hij misschien dat diplomatieke of militaire acties betere resultaten zouden opleveren dan hulp zoeken bij God? Heeft hij misschien verkeerde raad van anderen gekregen?

6. Wat kunnen we van Asa’s fout leren?

6 Wat kun je van Asa’s fout leren? Je bent misschien sneller geneigd om op Jehovah te vertrouwen als je te maken krijgt met een probleem waarbij je geen oplossing ziet. Maar hoe zit het met kleinere problemen? Vertrouw je dan op jezelf en probeer je het probleem zelf op te lossen? Of kijk je welke Bijbelse principes je kunt toepassen, waardoor je laat zien dat je op Jehovah vertrouwt? Een voorbeeld. Misschien maakt iemand in je familie er een probleem van dat je vergaderingen of een kringvergadering wilt bezoeken. Vraag je dan Jehovah om hulp om te bepalen wat het beste is om te doen? Of misschien ben je je baan kwijtgeraakt en is het moeilijk een nieuwe baan te vinden. Zou je tijdens je sollicitatiegesprek toch aangeven dat je niet op je vergaderavond wilt werken? Wat het probleem ook is, volg de raad op van de psalmdichter: ‘Wentel uw weg op Jehovah, en verlaat u op hem, en hijzelf zal handelen’ (Ps. 37:5).

WAT KAN ER GEBEUREN ALS JE SLECHTE OMGANG HEBT?

7, 8. Welke fouten maakte Josafat, en wat voor gevolgen had dat? (Zie beginplaatje.)

7 Hoe zit het met Asa’s zoon Josafat? Hij had veel goede eigenschappen. Als hij op God vertrouwde, deed hij veel goede dingen. Maar hij maakte ook slechte keuzes. Hij regelde bijvoorbeeld dat zijn zoon met de dochter van de slechte koning Achab van het tienstammenrijk Israël trouwde. En ondanks een waarschuwing van de profeet Michaja ging Josafat met Achab mee om tegen de Syriërs te vechten. Dat kostte Josafat bijna het leven (2 Kron. 18:1-32). Toen hij eenmaal terug was in Jeruzalem, vroeg de profeet Jehu hem: ‘Dient er aan de goddeloze hulp te worden verleend, en dient gij liefde te hebben voor hen die Jehovah haten?’ (Lees 2 Kronieken 19:1-3.)

8 Heeft Josafat van die ervaring geleerd? Hoewel hij nog steeds liefde voor Jehovah had en zich voor de ware aanbidding wilde inzetten, lijkt het erop dat hij niets geleerd heeft van zijn ervaringen met Achab en van Jehu’s waarschuwing. Josafat ging nog een onverstandig bondgenootschap aan, namelijk met een vijand van God: de slechte koning Ahazia, de zoon van Achab. Josafat en Ahazia gingen samen schepen bouwen. Maar de schepen leden schipbreuk voordat ze hun missie volbracht hadden (2 Kron. 20:35-37).

9. Wat voor invloed kan slechte omgang op ons leven hebben?

9 We kunnen veel leren van het verslag van Josafat. Over het algemeen was Josafat een goede koning. Hij deed wat goed was en zocht Jehovah ‘met geheel zijn hart’ (2 Kron. 22:9). Maar hij was niet immuun voor het effect van slechte omgang. Denk aan de Bijbelse spreuk: ‘Hij die met wijzen wandelt, zal wijs worden, maar wie zich met de verstandelozen inlaat, zal het slecht vergaan’ (Spr. 13:20). Aan de ene kant probeer je misschien geïnteresseerden naar de waarheid te leiden. Maar vergeet niet dat Josafats onnodige omgang met Achab hem bijna het leven kostte. Als je onnodig omgang hebt met personen die Jehovah niet dienen, brengt dat risico’s met zich mee.

10. (a) Wat had Josafat moeten bedenken toen hij omgang ging zoeken met Achab? (b) Welke les kunnen we van Josafat leren in verband met slechte omgang?

10 Welke les leert het verhaal van Josafat ons over het zoeken van een huwelijkspartner? Een christen kan romantische gevoelens krijgen voor iemand die niet van Jehovah houdt en denken dat er onder ware christenen geen geschikte huwelijkspartner te vinden is. Of iemand zou door ongelovige familieleden onder druk gezet kunnen worden om te trouwen ‘voordat het te laat is’. Sommigen voelen zich misschien zoals een zuster het verwoordde: ‘We zijn nu eenmaal voorgeprogrammeerd om lief te hebben en gezelschap te hebben.’ Als jij in zo’n situatie zit, denk dan na over Josafat. Meestal zocht hij Jehovah’s leiding (2 Kron. 18:4-6). Maar wat gebeurde er toen hij omgang ging zoeken met Achab, die niet van Jehovah hield? Hij had moeten bedenken dat Jehovah zoekt naar mensen die hem met een onverdeeld hart dienen. Ook in deze tijd gaan Jehovah’s ogen ‘de gehele aarde rond om zijn sterkte te tonen’ voor ons (2 Kron. 16:9). Hij begrijpt je situatie en houdt van je. Geloof jij dat Jehovah zal voldoen aan je behoefte aan liefde en gezelschap? Ook al weet je niet hoe en wanneer, wees er zeker van dat hij dat echt zal doen!

Kom niet onder een ongelijk juk met iemand die niet van Jehovah houdt! (Zie alinea 10)

PAS OP VOOR TROTS

11, 12. (a) Hoe liet Hizkia zien wat er in zijn hart leefde? (b) Waarom werd Hizkia gespaard voor Gods oordeel?

11 Welke les leert het verhaal van Hizkia ons? Bij één gelegenheid maakte Jehovah, de onderzoeker van harten, duidelijk wat er in Hizkia’s hart leefde. (Lees 2 Kronieken 32:31.) Toen Hizkia ernstig ziek werd, beloofde Jehovah dat hij hem zou genezen. Hij gaf Hizkia een teken om dat te bevestigen: een schaduw die achteruitging. Later stuurden de bestuurders van Babylon afgezanten, kennelijk om navraag te doen over dat teken (2 Kon. 20:8-13; 2 Kron. 32:24). Toen Jehovah Hizkia zijn gang liet gaan, liet die aan de Babyloniërs ‘heel zijn schathuis’ zien. Die domme actie liet zien ‘wat er zoal in zijn hart was’.

12 De Bijbel zegt niet hoe het kwam dat Hizkia trots werd. Kwam het door zijn overwinning op de Assyriërs? Of het feit dat God hem door een wonder had genezen? Was het zijn enorme ‘rijkdom en heerlijkheid’? Wat de reden ook was, door zijn trots ‘deed hij geen vergelding naar de hem bewezen weldaad’: hij toonde geen dankbaarheid voor het goede dat Jehovah voor hem had gedaan. Hoewel hij Hem met een onverdeeld hart had gediend, was Jehovah een tijdje niet zo blij met hem. Maar later vernederde Hizkia zich, waardoor hij en zijn volk gespaard werden voor Gods oordeel (2 Kron. 32:25-27; Ps. 138:6).

13, 14. (a) Op wat voor momenten zou Jehovah ons onze gang kunnen laten gaan om ons te testen? (b) Hoe moeten we reageren op complimentjes?

13 Wat hebben we aan het verslag over Hizkia? Bedenk dat Hizkia trots had ontwikkeld kort nadat Jehovah Sanherib had verslagen en Hizkia had genezen. Als jij iets moois hebt bereikt, zou het dan kunnen dat Jehovah ook jou je gang laat gaan om te testen wat er in je hart omgaat? Een broeder heeft misschien een lezing gehouden voor een groot publiek. Hij heeft veel moeite gestoken in de voorbereiding. Na de lezing krijgt hij veel complimentjes. Hoe zal hij reageren?

14 Jezus zei: ‘Gij moet, wanneer gij alles hebt gedaan wat u is opgedragen, zeggen: “Wij zijn onnutte slaven. Wij hebben gedaan wat wij moesten doen”’ (Luk. 17:10). Hizkia’s trotse houding kwam aan het licht doordat hij geen dankbaarheid toonde voor het goede dat Jehovah voor hem had gedaan. Hoe kunnen wij voorkomen dat we een trotse houding ontwikkelen waar Jehovah zo’n hekel aan heeft? Als je complimentjes krijgt, denk er dan over na hoeveel Jehovah voor je heeft gedaan. Dat zal je helpen nederig te blijven. Praat ook met waardering over Jehovah. Hij is immers degene die ons de Bijbel heeft gegeven en in heilige geest voorziet zodat zijn aanbidders veel kunnen bereiken.

DENK GOED NA VOORDAT JE EEN BESLISSING NEEMT

15, 16. Waarom verloor Josia Jehovah’s bescherming en zijn leven?

15 Welke les leert het verhaal over de goede koning Josia ons? Kijk eens wat tot zijn ondergang en dood leidde. (Lees 2 Kronieken 35:20-22.) Hij ‘trok uit’ tegen koning Necho van Egypte, hoewel die tegen Josia zei dat zijn strijd niet tegen Juda was. De Bijbel zegt dat Necho’s woorden ‘uit de mond van God’ waren. Maar waarom ging Josia dan tegen hem strijden? Dat zegt de Bijbel niet.

16 Hoe kon Josia weten dat Necho’s woorden van Jehovah kwamen? Hij had het aan Jeremia kunnen vragen, een van de trouwe profeten (2 Kron. 35:23, 25). Maar nergens staat dat Josia dat deed. Verder was Necho op weg naar Karkemis om ‘tegen een ander huis’ te strijden, niet tegen Jeruzalem. Bovendien was Gods naam er niet bij betrokken; het was niet zo dat Necho Jehovah of Jehovah’s volk bespotte. Josia had dus niet goed nagedacht over de beslissing om wel of niet tegen Necho te strijden. Zie je de les? Als je te maken krijgt met een probleem, probeer dan te bedenken wat Jehovah wil dat je doet.

17. Hoe kunnen we bij problemen voorkomen dat we een soortgelijke fout maken als Josia?

17 Als je ergens mee zit, denk dan na over toepasselijke Bijbelse principes en pas die evenwichtig toe. Het is goed om na te denken over alles wat je al over het onderwerp weet en eventueel wat meer nazoekwerk te doen. In sommige gevallen wil je misschien ook de ouderlingen om hulp vragen. Zij zouden je kunnen wijzen op nog andere Bijbelse principes die op jouw situatie van toepassing zijn. Een voorbeeld. Een zuster weet dat ze de verantwoordelijkheid heeft het goede nieuws te prediken (Hand. 4:20). Stel dat ze op een dag van plan was in de velddienst te gaan, maar haar man, die niet in de waarheid is, wil dat ze thuis blijft. Hij zegt dat ze de laatste tijd niet veel tijd samen hebben doorgebracht, en dat hij graag iets samen wil gaan doen. De zuster denkt na over toepasselijke Bijbelteksten, bijvoorbeeld over gehoorzaamheid aan God en het gebod om discipelen te maken (Matth. 28:19, 20; Hand. 5:29). Maar ze moet ook nadenken over onderworpenheid aan haar man en over redelijkheid (Ef. 5:22-24; Fil. 4:5). Wil haar man dat ze helemaal met de prediking stopt, of wil hij gewoon dat ze die ene dag niet gaat? Als Jehovah’s aanbidders willen we beslissingen nemen die redelijk zijn en waar Jehovah blij mee is.

BLIJF JEHOVAH MET EEN ONVERDEELD HART DIENEN EN WEES GELUKKIG

18. Wat kunnen we leren van de verslagen van Asa, Josafat, Hizkia en Josia?

18 Ook wij kunnen soms soortgelijke fouten maken als die vier koningen. Misschien (1) vertrouwen we onbewust op menselijke wijsheid, (2) kiezen we verkeerde omgang, (3) worden we trots of (4) nemen we beslissingen zonder er eerst over na te denken wat Jehovah zou willen. Gelukkig ziet Jehovah het goede in ons, net zoals hij het goede in de vier koningen zag. Jehovah ziet ook hoeveel we van hem houden en hoe graag we hem met volledige toewijding willen dienen. Daarom heeft hij ons voorbeelden gegeven die ons kunnen helpen voorkomen dat we ernstige fouten maken. Mediteer over deze Bijbelverslagen en wees Jehovah er dankbaar voor!