1. Wat voor beproevingen maken Jehovah’s aanbidders mee?

HEB jij te maken met een moeilijke beproeving? Misschien heeft iemand in de gemeente je gekwetst (Jak. 3:2). Het kan ook zijn dat je door collega’s of klasgenoten wordt bespot omdat je Jehovah dient (1 Petr. 4:3, 4). Of dat familieleden proberen te verhinderen dat je naar de vergaderingen gaat of met anderen over je geloof praat (Matth. 10:35, 36). Als een beproeving je veel verdriet doet, wil je het misschien opgeven. Maar je kunt er zeker van zijn dat wat je ook meemaakt, Jehovah je de wijsheid en de kracht geeft om ermee om te gaan.

2. Welke uitwerking kan het lezen van Gods Woord volgens Romeinen 15:4 op ons hebben?

² In zijn Woord heeft Jehovah gedetailleerd laten beschrijven hoe onvolmaakte mensen met zware beproevingen omgingen. Dat deed hij zodat wij van hen kunnen leren, zoals blijkt uit wat hij Paulus liet opschrijven. (Lees Romeinen 15:4.) Het kan ons troost en hoop geven die verslagen te lezen. Maar om er echt voordeel van te hebben moet je meer doen dan alleen de Bijbel lezen. Laat Gods Woord je denken vormen en je hart raken. Wat kun je doen als je advies nodig hebt over een specifiek probleem? Je kunt dit vierstappenplan gebruiken: (1) bid, (2) leef je in, (3) mediteer en (4) pas toe. Laten we eens kijken wat elk van die stappen precies  inhoudt. * Daarna zullen we deze studiemethode gebruiken om lessen te halen uit het leven van David en Paulus.

3. Wat moet je doen voordat je begint met Bijbellezen, en waarom?

³ (1) Bid. Vraag Jehovah voordat je begint met Bijbellezen of hij je helpt lessen te halen uit wat je leest. Als je bijvoorbeeld op zoek bent naar raad over een probleem, vraag Jehovah dan of hij je helpt in zijn Woord principes te vinden waardoor je je kunt laten leiden (Fil. 4:6, 7; Jak. 1:5).

4. Wat kan je helpen een Bijbelverslag tot leven te brengen?

⁴ (2) Leef je in. Jehovah heeft ons het geweldige vermogen gegeven ons dingen voor te stellen. Breng een Bijbelverslag tot leven door je het tafereel voor te stellen en je te verplaatsen in de hoofdpersoon. Probeer voor je te zien wat hij of zij zag en te voelen wat hij of zij misschien heeft gevoeld.

5. Wat is mediteren, en hoe doe je het?

⁵ (3) Mediteer. Mediteren betekent dat je goed nadenkt over wat je leest en hoe dat op jou van toepassing is. Het helpt je gedachten met elkaar te verbinden en een onderwerp beter te gaan begrijpen. Bijbellezen zonder mediteren is als kijken naar de losse stukjes van een legpuzzel zonder ze samen te voegen. Mediteren is als het samenvoegen van de puzzelstukjes zodat je het totaalplaatje kunt zien. Wat je kan helpen te mediteren, is nadenken over vragen als: Wat deed de hoofdpersoon in het verslag om zijn probleem op te lossen? Hoe heeft Jehovah hem geholpen? Hoe kunnen de lessen me helpen beproevingen te doorstaan?

6. Waarom moet je toepassen wat je leert?

⁶ (4) Pas toe. Jezus zei dat als je niet toepast wat je leert, je te vergelijken bent met een man die zijn huis op zand bouwt. Hij werkt hard, maar dat is verspilde moeite. Waarom? Omdat zijn huis zal instorten als het gaat stormen en stortregenen (Matth. 7:24-27). Hetzelfde geldt als je bidt, je inleeft en mediteert maar niet toepast wat je leert. Dat zou verspilde moeite zijn. Als je geloof door beproevingen of vervolging op de proef wordt gesteld, zal het niet sterk genoeg zijn. Maar als je studeert en dan toepast wat je leert, zul je betere beslissingen nemen, meer vrede hebben en een sterker geloof krijgen (Jes. 48:17, 18). Laten we de vier besproken stappen eens gebruiken om te zien wat we kunnen leren van een voorval in het leven van koning David.

7. Welk Bijbelverslag gaan we nu bespreken?

⁷ Ben jij gekwetst door een vriend of familielid? In dat geval is het goed een studie te maken van wat David deed toen zijn zoon Absalom hem verraadde en het koninkrijk van hem af wilde pakken (2 Sam. 15:5-14, 31; 18:6-14).

8. Wat kun je doen om Jehovah’s hulp te krijgen?

⁸ (1) Bid. Vertel Jehovah met het verslag in je achterhoofd wat het met je doet dat je slecht bent behandeld (Ps. 6:6-9). Wees specifiek. Vraag Jehovah vervolgens om je te helpen principes te vinden die je laten zien wat je kunt doen.

9. Wat gebeurde er tussen David en Absalom?

 ⁹ (2) Leef je in. Denk na over de gebeurtenissen in dit verslag en stel je voor wat het met David deed. Davids zoon Absalom doet jarenlang moeite om het volk voor zich te winnen (2 Sam. 15:7). Als hij denkt dat de tijd rijp is, stuurt hij in het geheim in heel Israël mannen rond om het volk zover te krijgen dat ze hem als koning accepteren. Hij haalt zelfs Davids goede vriend en raadgever Achitofel over om zich bij de opstand aan te sluiten. Absalom roept zichzelf tot koning uit en wil David, die dan mogelijk ernstig ziek is, vervolgens doden (Ps. 41:1-9). David komt achter het complot en vlucht uit Jeruzalem. Uiteindelijk komt het tot een botsing tussen het leger van Absalom en de mannen die David trouw zijn. Het rebellenleger verliest en Absalom komt om het leven.

10. Hoe had David kunnen reageren?

¹⁰ Stel je nu eens voor hoe David zich gevoeld moet hebben toen hij dit allemaal meemaakte. Hij hield van Absalom en vertrouwde op Achitofel. Het deed hem veel verdriet dat twee personen die hem zo na stonden hem hadden verraden en zelfs uit de weg wilden ruimen. David had kunnen denken dat zijn andere vrienden niet meer te vertrouwen waren en zich ook bij Absalom hadden aangesloten. Hij had alleen aan zichzelf kunnen denken en kunnen proberen in z’n eentje het land te ontvluchten. Of hij had alle hoop kunnen opgeven. Maar dat deed hij niet. Hij doorstond die moeilijke beproeving. Hoe lukte hem dat?

11. Hoe reageerde David op de crisis?

¹¹ (3) Mediteer. Welke principes kun je uit dit verslag halen? Vraag je af wat David deed om zijn probleem op te lossen. Hij raakte niet in paniek en nam geen overhaaste, domme beslissingen. Hij liet zich ook niet door angst verlammen. In plaats daarvan bad hij Jehovah om hulp. Hij riep ook de hulp van zijn vrienden in. En hij kwam snel in actie nadat hij had besloten wat hij moest doen. Hoewel hij diep gekwetst was, werd hij geen cynisch, verbitterd persoon. Hij bleef vertrouwen op Jehovah en op zijn vrienden.

12. Wat deed Jehovah om David te helpen?

¹² Hoe heeft Jehovah David geholpen? Als je wat nazoekwerk doet, kom je erachter dat Jehovah David de kracht gaf die hij nodig had om zijn beproeving te doorstaan (Ps. 3:1-8 en opschrift). Jehovah zegende de beslissingen die David nam. En hij steunde Davids trouwe vrienden in hun strijd om de koning te beschermen.

13. Hoe kun je David navolgen als iemand je diep kwetst? (Mattheüs 18:15-17)

¹³ (4) Pas toe. Vraag je af: hoe kan ik David navolgen? Je zou meteen in actie moeten komen om het probleem op te lossen. Afhankelijk van de omstandigheden zou je Jezus’ raad in Mattheüs 18 of het principe eruit kunnen toepassen. (Lees Mattheüs 18:15-17.) Maar neem geen overhaaste beslissingen als je van streek bent. Vraag Jehovah in gebed om een kalm hart en de wijsheid die je nodig hebt. Verlies niet het vertrouwen in je vrienden. Wees juist bereid hun hulp te accepteren (Spr. 17:17). En volg bovenal de raad op die Jehovah je geeft in zijn Woord (Spr. 3:5, 6).

14. In welke situaties zouden 2 Timotheüs 1:12-16 en 4:6-11, 17-22 opbouwend kunnen zijn?

¹⁴ Heb jij te maken met tegenstand van je familie? Of woon je in een land waar het werk van Jehovah’s volk verboden of aan beperkingen onderworpen is? In dat geval is het misschien opbouwend 2 Timotheüs 1:12-16 en 4:6-11, 17-22 te lezen. * Paulus schreef die woorden toen hij in de gevangenis zat.

15. Waar kun je Jehovah om vragen?

¹⁵ (1) Bid. Vertel Jehovah voordat je de gedeelten over Paulus’ beproevingen gaat lezen wat je probleem met je doet. Wees specifiek. Vraag Jehovah vervolgens om je te helpen principes te vinden die je laten zien wat je kunt doen.

16. Hoe zou je Paulus’ situatie beschrijven?

¹⁶ (2) Leef je in. Verplaats je in Paulus’ situatie. Hij zit geboeid in een gevangenis in Rome. Hij heeft al eerder gevangengezeten, maar deze keer weet hij zeker dat hij zal worden terechtgesteld. Sommigen hebben hem in de steek gelaten en hij is uitgeput (2 Tim. 1:15).

17. Hoe had Paulus kunnen reageren?

¹⁷ Paulus had zich op het verleden kunnen focussen. Hij had kunnen denken dat hij misschien niet was gearresteerd als hij andere beslissingen had genomen. Hij had kwaad kunnen worden op de mannen in Asia die hem in de steek hadden gelaten. En hij had zich cynisch kunnen opstellen tegenover zijn andere vrienden. Maar dat deed hij niet. Hoe lukte het hem zijn vertrouwen en hoop te behouden?

18. Hoe reageerde Paulus op de beproeving?

¹⁸ (3) Mediteer. Vraag je af wat Paulus deed om zijn probleem op te lossen. Ook al wist hij dat hij niet lang meer te leven had, hij verloor niet uit het oog waar het om draaide: Jehovah eren. En hij bleef erover nadenken hoe hij anderen kon aanmoedigen. Hij vertrouwde op Jehovah door veel te bidden (2 Tim. 1:3). In plaats dat hij zich te veel focuste op degenen die hem in de steek hadden gelaten, uitte hij diepe waardering voor de liefdevolle steun van zijn trouwe vrienden, die hem praktische hulp boden. Daarnaast bleef hij Gods Woord bestuderen (2 Tim. 3:16, 17; 4:13). Bovenal was hij er volledig van overtuigd dat Jehovah en Jezus van hem hielden. Zij hadden hem niet in de steek gelaten en zouden hem belonen voor zijn loyale dienst.

19. Hoe heeft Jehovah Paulus geholpen?

¹⁹ Jehovah had Paulus gewaarschuwd dat hij vervolgd zou worden omdat hij christen was (Hand. 21:11-13). Hoe hielp Jehovah Paulus? Hij verhoorde zijn gebeden en gaf hem kracht (2 Tim. 4:17). Paulus kreeg de verzekering dat hij de beloning zou krijgen waarvoor hij zo hard had gewerkt. En Jehovah bewoog Paulus’ trouwe vrienden ertoe hem praktische hulp te geven.

20. Hoe kun je, met Romeinen 8:38, 39 in gedachten, Paulus navolgen?

²⁰ (4) Pas toe. Vraag je af: hoe kan ik Paulus navolgen? Net als Paulus kun je verwachten dat je om je geloof vervolgd zult worden (Mark. 10:29, 30). Om bij beproevingen trouw te blijven moet je in gebed op Jehovah vertrouwen en vasthouden aan een goede studieroutine. En vergeet nooit wat een van de belangrijkste dingen is die je kunt doen: Jehovah eren. Je kunt er zeker van zijn dat Jehovah je  nooit in de steek laat en dat niets of niemand zijn liefde voor jou kan verbreken (lees Romeinen 8:38, 39; Hebr. 13:5, 6).

21. Wat heeft Aya en Hector geholpen met hun problemen om te gaan?

²¹ Wat je omstandigheden ook zijn, je kunt kracht halen uit de voorbeelden in de Bijbel. Zo zegt Aya, een pionierster in Japan, dat het verhaal van Jona haar heeft geholpen haar angst voor openbaar getuigenis te overwinnen. Hector, een jongere in Indonesië van wie de ouders Jehovah niet dienen, zegt dat het voorbeeld van Ruth hem motiveert Jehovah beter te leren kennen en hem te dienen.

22. Hoe kun je het meeste halen uit video’s, drama’s en de rubriek ‘Volg hun geloof na’?

²² Waar kun je meer informatie vinden over Bijbelse voorbeelden die je kracht kunnen geven? Onze video’s en audiodrama’s en de rubriek ‘Volg hun geloof na’ * helpen je de gebeurtenissen in de Bijbel tot leven te brengen. Vraag Jehovah voordat je die goed onderbouwde verslagen leest, bekijkt of beluistert om je te helpen specifieke punten te herkennen die je kunt toepassen. Verplaats je in de hoofdpersoon. Mediteer over wat die trouwe aanbidders van Jehovah deden en hoe hij ze heeft geholpen problemen te overwinnen. Pas de lessen vervolgens op je eigen situatie toe. Bedank Jehovah voor de hulp die hij je al geeft. En laat zien dat je dankbaar bent door mogelijkheden te zoeken om anderen aan te moedigen en te steunen.

23. Wat belooft Jehovah in Jesaja 41:10, 13?

²³ Het leven kan moeilijk zijn in deze wereld die in Satans macht ligt, en soms weten we ons gewoon geen raad (2 Tim. 3:1). Maar je hoeft niet bezorgd of bang te zijn. Jehovah weet wat je meemaakt. Hij belooft je met zijn sterke rechterhand vast te houden als je hulp nodig hebt. (Lees Jesaja 41:10, 13.) Je kunt elk probleem aan als je op zijn steun vertrouwt en kracht haalt uit de Bijbel.