1-2. Wat moet je doen voordat je je laat dopen?

 IN DE afgelopen vijf jaar zijn meer dan een miljoen mensen gedoopt als Getuigen van Jehovah. Velen van hen zijn net als Timotheüs in de eerste eeuw ‘van jongs af aan’ over de waarheid onderwezen (2 Tim. 3:14, 15). Anderen hebben als volwassene Jehovah leren kennen, soms pas op hoge leeftijd. Een tijd geleden was er een vrouw die op 97-jarige leeftijd werd gedoopt!

² Studeer jij met Getuigen en denk je erover je te laten dopen? Of zijn je ouders Getuigen en wil je gedoopt worden? De doop is een heel mooi doel! Maar voordat je gedoopt kunt worden, moet je je aan Jehovah opdragen. Dit artikel laat zien wat dat inhoudt. Het laat ook uitkomen waarom je niet hoeft te aarzelen om je op te dragen en te laten dopen als je daar klaar voor bent.

WAT IS OPDRACHT?

3. Noem Bijbelse voorbeelden van mensen die aan Jehovah waren opgedragen.

³ In de Bijbel betekent opdracht afzonderen voor een heilig doel. De Israëlieten waren als volk aan Jehovah opgedragen. Maar daarnaast waren er Israëlieten die op een speciale manier aan Jehovah waren opgedragen. Een voorbeeld is Aäron. Hij droeg ‘het heilige teken van opdracht’ — een blinkende gouden plaat aan de voorkant van zijn tulband. Die gouden plaat was een teken dat hij was afgezonderd voor een speciale functie als hogepriester van Israël (Lev. 8:9). Ook de nazireeërs waren op een  speciale manier aan Jehovah opgedragen. Het woord nazireeër, afkomstig van het Hebreeuwse nazir, betekent ‘afgescheidene’ of ‘opgedragene’. Nazireeërs moesten leven volgens de beperkingen die in de wet van Mozes stonden (Num. 6:2-8).

4. (a) Wat wordt je speciale doel als je je aan Jehovah opdraagt? (b) Wat houdt het in jezelf ‘weg te cijferen’? (Zie ook de afbeelding.)

⁴ Als je je aan Jehovah opdraagt, kies je ervoor een discipel van Jezus Christus te worden en het doen van Gods wil tot het belangrijkste in je leven te maken. Wat vraagt zo’n opdracht van je? Jezus zei: ‘Als iemand mijn volgeling wil worden, moet hij zichzelf wegcijferen’ (Matth. 16:24). De Griekse uitdrukking voor ‘zichzelf wegcijferen’ kan ook worden weergegeven als ‘nee tegen zichzelf zeggen’. Als opgedragen aanbidder van Jehovah moet je nee zeggen tegen alles wat in strijd is met zijn wil (2 Kor. 5:14, 15). Dat betekent ook nee zeggen tegen ‘de werken van het vlees’, zoals seksuele immoraliteit (Gal. 5:19-21; 1 Kor. 6:18). Zullen zulke beperkingen je leven moeilijk maken? Niet als je van Jehovah houdt en ervan overtuigd bent dat zijn wetten voor je eigen bestwil zijn (Ps. 119:97; Jes. 48:17, 18). Nicholas zegt het zo: ‘Je kunt Jehovah’s normen zien als de tralies van een gevangenis, die je beletten te doen wat je wilt doen, of als de tralies van een leeuwenkooi, die je beschermen tegen gevaar.’

5. (a) Hoe draag je je aan Jehovah op? (b) Wat is het verschil tussen opdracht en doop? (Zie ook de afbeelding.)

⁵ Hoe draag je je aan Jehovah op? Je belooft hem in gebed dat je alleen hem zult aanbidden en dat zijn wil op de eerste  plaats in je leven komt. Eigenlijk beloof je hem dat je hem altijd zult liefhebben ‘met je hele hart, je hele ziel, je hele verstand en je hele kracht’ (Mark. 12:30). Je opdracht is een persoonlijke zaak, iets tussen jou en Jehovah. Maar de doop gebeurt in het openbaar. Daarmee laat je anderen zien dat je je aan Jehovah hebt opgedragen. Je opdracht is een heilige gelofte en het moet je doel zijn die na te komen. Dat verwacht Jehovah ook van je (Pred. 5:4, 5).

WAAROM JE AAN JEHOVAH OPDRAGEN?

6. Wat motiveert iemand om zich aan Jehovah op te dragen?

⁶ De belangrijkste reden om je aan Jehovah op te dragen is dat je van hem houdt. Je liefde is niet gebaseerd op alleen emotie, maar vooral op ‘nauwkeurige kennis’ en ‘geestelijk inzicht’. Je liefde voor Jehovah is gegroeid door wat je over hem hebt geleerd (Kol. 1:9). Je studie van de Bijbel heeft je ervan overtuigd (1) dat Jehovah echt is, (2) dat de Bijbel zijn geïnspireerde Woord is en (3) dat hij zijn organisatie gebruikt om zijn wil uit te voeren.

7. Wat moet je doen voordat je je aan Jehovah opdraagt?

⁷ Iemand die zich aan Jehovah opdraagt, moet de basisleerstellingen in zijn Woord kennen en volgens zijn normen leven. Hij moet zijn best doen om zijn geloof met anderen te delen (Matth. 28:19, 20). Zijn liefde voor Jehovah is gegroeid en het is zijn wens hem volledige toewijding te geven. Geldt dat ook  voor jou? Als je dat soort liefde hebt, zul je je niet opdragen en laten dopen alleen maar om je Bijbelleraar of je ouders een plezier te doen of omdat al je vrienden het doen.

8. Hoe helpt dankbaarheid je de beslissing te nemen om je aan Jehovah op te dragen? (Psalm 116:12-14)

⁸ De beslissing om je aan Jehovah op te dragen is niet meer dan normaal als je denkt aan alles wat hij voor je heeft gedaan. (Lees Psalm 116:12-14.) De Bijbel laat zien dat ‘elke goede gave en elk volmaakt geschenk’ van Jehovah komt (Jak. 1:17). Zijn grootste geschenk is het offer van zijn Zoon, Jezus. Denk daar eens over na. De losprijs maakt het voor jou mogelijk een hechte band met Jehovah te hebben. En hij heeft je het vooruitzicht gegeven om voor eeuwig te leven (1 Joh. 4:9, 10, 19). Je aan Jehovah opdragen is een manier om je waardering te tonen voor die grootste uiting van liefde ooit en voor alle andere zegeningen van Jehovah (Deut. 16:17; 2 Kor. 5:15). Die dankbaarheid wordt benadrukt in punt 4 van les 46 in het boek Voor eeuwig gelukkig!, waar ook de video Geef geschenken aan God bij hoort.

BEN JE KLAAR VOOR OPDRACHT EN DOOP?

9. Waarom moet je je niet onder druk gezet voelen om je op te dragen?

⁹ Misschien heb je het gevoel dat je nog niet klaar bent voor opdracht en doop. Het kan zijn dat je nog dingen in je leven moet veranderen om aan Jehovah’s normen te voldoen of dat je meer tijd nodig hebt om een sterker geloof te krijgen (Kol. 2:6, 7). Niet iedereen gaat even snel vooruit en niet alle jongeren zijn er op dezelfde leeftijd klaar voor. Evalueer je geestelijke vooruitgang op basis van wat jij aankunt en niet op basis van wat iemand anders doet (Gal. 6:4, 5).

10. Wat kun je doen als je tot de conclusie komt dat je nog niet klaar bent voor opdracht en doop? (Zie ook het kader ‘ Als je in de waarheid wordt opgevoed’.)

¹⁰ Als je beseft dat je nog niet klaar bent om je aan Jehovah op te dragen, houd het dan wel als doel voor ogen. Vraag Jehovah in gebed je te helpen de nodige dingen te veranderen (Fil. 2:13; 3:16). Je kunt er zeker van zijn dat hij je gebeden zal horen en je helpt (1 Joh. 5:14).

WAAROM SOMMIGEN TWIJFELEN

11. Hoe zal Jehovah je helpen hem trouw te blijven?

¹¹ Sommigen zijn klaar voor de opdracht en de doop maar twijfelen nog. Ze zijn misschien bang dat ze na hun doop een ernstige zonde begaan en worden uitgesloten. Als jij die zorg ook hebt, wees er dan zeker van dat Jehovah je alles zal geven wat je nodig hebt om ‘een leven te leiden dat [hem] waardig is en hem in alles blij te maken’ (Kol. 1:10). Hij zal je ook de kracht geven om te doen wat juist is. Hij heeft al veel anderen geholpen het goede te doen (1 Kor. 10:13). Dat is een van de redenen waarom relatief weinig personen worden uitgesloten. Jehovah rust zijn aanbidders toe om trouw te blijven.

12. Hoe kun je voorkomen dat je een ernstige zonde begaat?

¹² Elk onvolmaakt mens komt in de verleiding om verkeerde dingen te doen (Jak. 1:14). Maar of je aan de verleiding  toegeeft is een keuze — jouw keuze. Feit is dat jij uiteindelijk degene bent die bepaalt hoe je zult leven. Ook al beweren mensen misschien van niet, je kunt leren je impulsen te bedwingen. En al komen er ongepaste impulsen op, je hoeft er niet naar te handelen. Bid daarom elke dag. Zorg voor een goede routine van persoonlijke studie van Gods Woord. Ga naar onze bijeenkomsten. Deel je geloof met anderen. Als je die dingen consequent doet, zal dat je de kracht geven je opdrachtsgelofte na te komen. En vergeet nooit dat Jehovah je daarbij zal helpen (Gal. 5:16).

13. Welk goede voorbeeld gaf Jozef?

¹³ Je zult merken dat het makkelijker is je opdracht na te leven als je van tevoren besluit wat je zult doen bij verleidingen. In de Bijbel lees je over een aantal personen die dat kennelijk hebben gedaan. En ook zij waren onvolmaakt. Een voorbeeld is Jozef. De vrouw van Potifar probeerde hem meermaals te verleiden. Maar hij twijfelde geen moment welk standpunt hij zou innemen. Volgens de Bijbel ‘weigerde hij dat’ en zei hij: ‘Hoe zou ik zoiets slechts kunnen doen en in feite zondigen tegen God?’ (Gen. 39:8-10) Het is duidelijk dat Jozef al wist hoe hij zou reageren voordat ze hem probeerde te verleiden. Dat maakte het makkelijker het juiste te doen toen hij echt met verleiding werd geconfronteerd.

14. Hoe kun je leren nee te zeggen?

¹⁴ Wat kun je doen om net zo resoluut te zijn als Jozef? Beslis nu al wat je zult doen als je met een verleiding te maken krijgt. Leer meteen nee te zeggen tegen dingen die Jehovah haat en weiger er zelfs bij stil te staan (Ps. 97:10; 119:165). Op die manier zul je niet voor de verleiding zwichten. Je weet dan al hoe je gaat reageren. Je hebt je koers al bepaald.

15. Hoe laat je zien dat je Jehovah ‘echt zoekt’? (Hebreeën 11:6)

¹⁵ Misschien weet je al dat je de waarheid hebt gevonden en dat je Jehovah met heel je hart wilt dienen maar is er toch iets dat je ervan weerhoudt je op te dragen en te laten dopen. Doe dan hetzelfde als David. Smeek Jehovah: ‘Doorgrond mij, God, en ken mijn hart. Onderzoek mij en ken mijn angstige  gedachten. Zie of er in mij een schadelijke weg is en leid mij op de weg die eeuwig is’ (Ps. 139:23, 24). Jehovah zegent degenen die ‘hem echt zoeken’. Je laat hem zien dat je dat doet als je naar het doel, je opdracht en doop, toewerkt. (Lees Hebreeën 11:6.)

GROEI STEEDS MEER NAAR JEHOVAH TOE

16-17. Hoe trekt Jehovah degenen die in de waarheid worden opgevoed? (Johannes 6:44)

¹⁶ Jezus zei dat zijn discipelen door Jehovah zijn getrokken. (Lees Johannes 6:44.) Sta er eens bij stil hoe geweldig die gedachte is en wat het voor jou betekent. Jehovah ziet iets goeds in elke persoon die hij tot zich trekt. Hij beziet hem of haar als zijn ‘speciale bezit’ of ‘kostbare eigendom’ (Deut. 7:6, vtn.). En zo beziet hij jou ook.

¹⁷ Maar misschien word je in de waarheid opgevoed en heb je het gevoel dat je ouders je ‘meetrekken’ en niet dat Jehovah je trekt. Maar de Bijbel zegt: ‘Nader tot God, dan zal hij tot jou naderen’ (Jak. 4:8; 1 Kron. 28:9). Als jij het initiatief neemt om dichter bij Jehovah te komen, reageert hij door dichter bij jou te komen. Hij beziet je niet alleen maar als deel van een groep. Hij trekt iedereen afzonderlijk, ook elke persoon die in de waarheid is opgevoed. Als jij dus het initiatief neemt om tot Jehovah te naderen, dan zal hij reageren zoals in Jakobus 4:8 staat. (Vergelijk 2 Thessalonicenzen 2:13.)

18. Waar gaat het volgende artikel over? (Psalm 40:8)

¹⁸ Als je je aan Jehovah opdraagt en laat dopen, heb je dezelfde instelling als Jezus. Hij bood zich bereidwillig aan om te doen wat zijn Vader van hem vroeg (lees Psalm 40:8; Hebr. 10:7). Het volgende artikel laat zien wat je zal helpen Jehovah na je doop trouw te blijven.