1-2. Wat zei een socioloog, en wat gaan we in dit artikel bespreken?

MILJOENEN mensen zeggen dat ze in Jezus geloven maar accepteren niet wat hij onderwees (2 Tim. 4:3, 4). Een socioloog schreef: ‘Stel dat er in deze tijd nog een “Jezus” zou zijn die zou zeggen wat de oorspronkelijke Jezus zei. (...) Zouden we hem dan nu net zo goed verwerpen als tweeduizend jaar geleden? (...) Het antwoord is doorgaans: ja.’

² Velen in de eerste eeuw hoorden wat Jezus zei en zagen zijn wonderen maar wilden niet in hem geloven. Waarom niet? In het vorige artikel hebben we vier redenen besproken waarom mensen struikelden over wat Jezus zei en deed. Laten we nog eens vier redenen bekijken. We zullen zien waarom mensen in deze tijd Jezus’ volgelingen afwijzen en hoe wij kunnen voorkomen dat we struikelen.

3. Wat deed Jezus waar sommigen aanstoot aan namen?

³ Toen Jezus op aarde was, ging hij met allerlei mensen om. Hij at met rijke en machtige mensen maar bracht ook veel tijd door met arme en onderdrukte mensen. Daarnaast had hij medegevoel met mensen die door velen als ‘zondaars’ werden gezien. Sommige zelfingenomen personen struikelden over wat Jezus deed. Ze vroegen zijn discipelen: ‘Waarom eten en drinken jullie met belastinginners en zondaars?’ Jezus antwoordde: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar de zieken wel. Ik ben  niet gekomen om rechtvaardige mensen tot berouw te brengen, maar zondaars’ (Luk. 5:29-32).

4. Wat hadden de Joden door de profetie van Jesaja over de Messias kunnen weten?

⁴ Wat zegt de Bijbel? Lang voordat de Messias kwam, schreef de profeet Jesaja al dat de wereld hem niet zou accepteren: ‘De mensen keken op hem neer en ontweken hem (...). Het was alsof zijn gezicht voor ons verborgen was. Hij werd veracht en we vonden hem waardeloos’ (Jes. 53:3). De Messias zou door de mensen worden ontweken, en dus hadden de Joden in Jezus’ tijd kunnen weten dat hij zou worden afgewezen.

5. Hoe denken velen tegenwoordig over Jezus’ volgelingen?

⁵ Komt het probleem nu ook voor? Ja. Heel wat geestelijken accepteren in hun kerk maar al te graag de rijke, belangrijke en zogenaamd wijze mensen. Dat doen ze ook al hebben die nieuwe leden vaak een moraal en leefstijl die in strijd zijn met Gods normen. Dezelfde geestelijken kijken neer op de ijverige en moreel reine aanbidders van Jehovah omdat ze naar wereldse normen niet belangrijk zijn. Zoals Paulus zei, heeft God degenen uitgekozen op wie ‘wordt neergekeken’ (1 Kor. 1:26-29). Maar voor Jehovah zijn al zijn trouwe aanbidders kostbaar.

6. Wat zei Jezus in Mattheüs 11:25, 26, en hoe kun je hem navolgen?

⁶ Hoe voorkom je dat je struikelt? (Lees Mattheüs 11:25, 26.) Laat je niet beïnvloeden door de wereldse kijk op Gods aanbidders. Accepteer dat Jehovah alleen nederige mensen gebruikt om zijn wil te doen (Ps. 138:6). En denk erover na hoeveel hij heeft bereikt met de mensen die door de wereld niet worden gezien als wijs of intellectueel.

7. Waarom noemde Jezus de farizeeën huichelaars, en hoe reageerden ze?

⁷ Jezus veroordeelde scherp de schijnheilige religieuze praktijken in zijn tijd. Hij sprak zich bijvoorbeeld openlijk uit tegen de huichelarij van de farizeeën, die zich meer druk maakten om het wassen van hun handen dan om de zorg voor hun ouders (Matth. 15:1-11). Misschien stonden zijn discipelen te kijken van wat hij zei. Ze vroegen hem: ‘Weet je dat de farizeeën aanstoot hebben genomen aan wat je zei?’ Hij antwoordde: ‘Elke plant die niet door mijn hemelse Vader is geplant, zal met wortel en al worden uitgetrokken. Laat ze toch, het zijn blinde gidsen. En als de ene blinde de andere leidt, vallen ze allebei in een kuil’ (Matth. 15:12-14). Jezus sprak de waarheid en liet zich niet tegenhouden door de negatieve reactie van de religieuze leiders.

8. Hoe liet Jezus uitkomen dat niet alle geloofsovertuigingen voor God aanvaardbaar zijn?

⁸ Jezus stelde ook valse leer aan de kaak. Hij zei niet dat alle geloofsovertuigingen voor God aanvaardbaar waren. Hij zei juist dat veel mensen de wijde weg naar de vernietiging zouden kiezen en maar weinig mensen de smalle weg naar het leven (Matth. 7:13, 14). Hij maakte duidelijk dat sommigen zouden zeggen dat ze God dienden, maar dat de realiteit anders was. Hij waarschuwde: ‘Pas op voor de valse profeten, die in schaapskleren naar jullie toe komen maar eigenlijk roofzuchtige wolven zijn.  Je zult ze herkennen aan hun vruchten’ (Matth. 7:15-20).

9. Welke verkeerde denkbeelden legde Jezus bloot?

⁹ Wat zegt de Bijbel? Er was geprofeteerd dat de Messias door ijver voor Jehovah’s huis zou worden verteerd (Ps. 69:9; Joh. 2:14-17). Die ijver zette Jezus ertoe aan valse leer en verkeerde praktijken aan de kaak te stellen. De farizeeën geloofden bijvoorbeeld dat de ziel onsterfelijk is, maar Jezus leerde dat de doden slapen (Joh. 11:11). De sadduceeën geloofden niet in de opstanding, maar Jezus wekte zijn vriend Lazarus op (Joh. 11:43, 44; Hand. 23:8). De farizeeën schreven alles toe aan het lot en aan God, maar Jezus leerde dat mensen ervoor kunnen kiezen God te dienen of niet (Matth. 11:28).

10. Waarom struikelen velen over onze leringen?

¹⁰ Komt het probleem nu ook voor? Ja. Veel mensen ergeren zich omdat we aan de hand van de Bijbel laten zien wat er verkeerd is aan bepaalde religieuze denkbeelden. Geestelijken leren hun kudde dat God slechte mensen straft in de hel. Ze gebruiken die leerstelling om mensen onder de duim te houden. Als aanbidders van Jehovah, een God van liefde, brengen we aan het licht hoe fout die leer is. Geestelijken leren ook dat de ziel onsterfelijk is. Wij laten zien dat dat denkbeeld een heidense oorsprong heeft en de opstanding overbodig zou maken als het waar zou zijn. En ook al hangen veel kerken de predestinatieleer aan, wij leren dat de mens een vrije wil heeft en ervoor kan kiezen God te dienen. Hoe reageren de geestelijken? Vaak zijn ze woedend.

11. Wat vraagt God van zijn aanbidders volgens Jezus’ woorden in Johannes 8:45-47?

¹¹ Hoe voorkom je dat je struikelt? Als je van de waarheid houdt, moet je de woorden van God accepteren. (Lees Johannes 8:45-47.) In tegenstelling tot Satan de Duivel houden wij vast aan de waarheid en doen we geen concessies (Joh. 8:44). God wil dat zijn aanbidders net  als Jezus ‘een afschuw hebben van wat slecht is’ en ‘vasthouden aan wat goed is’ (Rom. 12:9; Hebr. 1:9).

12. Waarom was de manier waarop Jezus stierf voor veel Joden een struikelblok?

¹² Wat was nog een struikelblok voor de Joden? Paulus zei: ‘Wij prediken een Christus die aan de paal gehangen is. Dat is voor de Joden een struikelblok’ (1 Kor. 1:23). Waarom hadden veel Joden zo’n moeite met de manier waarop Jezus stierf? Omdat zijn dood aan een paal hem in hun ogen tot een misdadiger en zondaar maakte — en niet tot de Messias (Deut. 21:22, 23).

13. Wat zagen degenen die door Jezus tot struikelen werden gebracht niet in?

¹³ De Joden die door Jezus tot struikelen werden gebracht, zagen niet in dat hij onschuldig was, dat hij vals was beschuldigd en dat hij onrechtvaardig was behandeld. De berechting van Jezus was een aanfluiting van het recht. De Joodse Hoge Raad kwam haastig bijeen en het proces ging niet zoals het hoorde (Luk. 22:54; Joh. 18:24). De rechters luisterden niet onpartijdig naar de aanklachten en het bewijsmateriaal tegen Jezus, maar zochten zelf naar ‘valse getuigenverklaringen tegen Jezus om hem ter dood te kunnen brengen’. Toen dat niet lukte, probeerde de hogepriester Jezus belastende verklaringen te ontlokken. Dat schond echt alle geldende wettelijke vereisten (Matth. 26:59; Mark. 14:55-64). En toen Jezus tot leven was gewekt, betaalden die onrechtvaardige rechters de Romeinse soldaten die zijn graf bewaakten ‘een groot aantal zilverstukken’ om een verzonnen verhaal de wereld in te brengen als verklaring voor het lege graf (Matth. 28:11-15).

14. Wat was er over de dood van de Messias voorspeld?

¹⁴ Wat zegt de Bijbel? Veel Joden dachten niet dat de Messias moest sterven. Maar merk op wat in een profetie was  voorspeld: ‘Hij heeft zijn leven uitgestort in de dood en werd tot de overtreders gerekend. Hij droeg de zonden van veel mensen en hij bemiddelde voor de overtreders’ (Jes. 53:12). De Joden hadden dus geen reden om te struikelen toen Jezus als zondaar werd terechtgesteld.

15. Welke beschuldigingen tegen Jehovah’s Getuigen zijn voor sommigen een struikelblok?

¹⁵ Komt het probleem nu ook voor? Absoluut. Jezus werd veroordeeld op grond van een valse aanklacht, en Jehovah’s Getuigen zijn net zo onrechtvaardig behandeld. In de jaren 30 en 40 werd onze vrijheid van aanbidding in de VS keer op keer in rechtszaken aangevochten. Sommige rechters waren schaamteloos bevooroordeeld. In Canada waren in Quebec kerk en staat twee handen op één buik in het tegenstaan van ons werk. Veel verkondigers werden gevangengezet omdat ze met anderen over Gods Koninkrijk spraken. In nazi-Duitsland werd een aantal trouwe jonge broeders door dat goddeloze regime ter dood gebracht. En recent zijn veel van onze broeders en zusters in Rusland veroordeeld en gevangengezet omdat ze over de Bijbel praatten, wat als een ‘extremistische activiteit’ is bestempeld. Zelfs de Nieuwewereldvertaling in het Russisch is als ‘extremistisch materiaal’ verboden omdat de naam Jehovah erin staat.

16. Waarom moet je je volgens 1 Johannes 4:1 niet laten misleiden door onware verhalen over Jehovah’s aanbidders?

¹⁶ Hoe voorkom je dat je struikelt? Onderzoek de feiten. In zijn Bergrede waarschuwde Jezus zijn toehoorders dat er ‘allerlei boosaardige leugens’ over ze zouden worden verteld (Matth. 5:11). Die leugens komen bij Satan vandaan. Hij zet tegenstanders ertoe aan boosaardige laster te verspreiden over degenen die van de waarheid houden (Openb. 12:9, 10). Verwerp de leugens van onze tegenstanders. Laat nooit toe dat zulke leugens je intimideren of je geloof verzwakken. (Lees 1 Johannes 4:1.)

17. Waarom zouden de gebeurtenissen vlak voor Jezus’ dood voor sommigen een struikelblok kunnen zijn geweest?

¹⁷ Vlak voor zijn dood werd Jezus door een van zijn 12 apostelen verraden. Een andere apostel verloochende hem drie keer, en al zijn apostelen lieten hem de avond voor zijn dood in de steek (Matth. 26:14-16, 47, 56, 75). Dat verraste Jezus niet. Hij had zelfs voorspeld dat dat zou gebeuren (Joh. 6:64; 13:21, 26, 38; 16:32). Maar voor sommigen had dit een struikelblok kunnen zijn. Ze hadden kunnen denken: als de apostelen dat doen, wil ik niets met die groep te maken hebben!

18. Welke profetieën gingen in vervulling rond Jezus’ dood?

¹⁸ Wat zegt de Bijbel? Eeuwen voordat Jezus naar de aarde kwam, had Jehovah in zijn Woord laten optekenen dat de Messias voor 30 zilverstukken verraden zou worden (Zach. 11:12, 13). De verrader zou iemand zijn die dicht bij hem stond (Ps. 41:9). Daarnaast schreef de profeet Zacharia: ‘Sla de herder en laat de kudde uiteengejaagd worden’ (Zach. 13:7). Oprechte personen zouden hierdoor niet tot struikelen worden gebracht. Hun geloof zou juist worden versterkt als ze die profetieën in Jezus in vervulling zagen gaan.

19. Wat beseffen oprechte personen?

 ¹⁹ Komt het probleem nu ook voor? Ja. In deze tijd hebben enkele bekende Getuigen de waarheid verlaten. Ze zijn afvallig geworden en hebben geprobeerd anderen te beïnvloeden. Via de media en op internet hebben ze negatieve berichten, halve waarheden en regelrechte leugens over Jehovah’s Getuigen verspreid. Maar oprechte personen worden niet tot struikelen gebracht. Integendeel, ze beseffen dat in de Bijbel is voorspeld dat dit zou gebeuren (Matth. 24:24; 2 Petr. 2:18-22).

20. Hoe voorkom je dat je struikelt door personen die de waarheid hebben verlaten? (2 Timotheüs 4:4, 5)

²⁰ Hoe voorkom je dat je struikelt? Zorg dat je een sterk geloof hebt door geregeld te studeren, aanhoudend te bidden en druk bezig te blijven in het werk dat Jehovah ons heeft gegeven. (Lees 2 Timotheüs 4:4, 5.) Als je geloof hebt, zul je niet door negatieve berichten in paniek raken (Jes. 28:16). Je liefde voor Jehovah, zijn Woord en je broeders en zusters zal je helpen niet te struikelen door personen die de waarheid hebben verlaten.

21. Waar kunnen we zeker van zijn, ook al wijzen de meeste mensen onze boodschap af?

²¹ In de eerste eeuw namen velen aanstoot aan Jezus. Maar er waren ook velen die in hem geloofden. Onder hen was op zijn minst één lid van het Joodse Sanhedrin en zelfs ‘een grote groep priesters’ (Hand. 6:7; Matth. 27:57-60; Mark. 15:43). Ook in deze tijd zijn miljoenen niet tot struikelen gebracht. Waarom niet? Omdat ze de waarheden in de Bijbel kennen en liefhebben. In Gods Woord staat: ‘Groot is de vrede voor wie uw wet liefhebben, niets kan hen tot struikelen brengen’ (Ps. 119:165).