Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Geleid door Gods Woord

Geleid door Gods Woord

‘Jehovah zelf heeft in wijsheid de aarde gegrondvest. Hij heeft de hemel stevig bevestigd met onderscheidingsvermogen.’ — SPR. 3:19.

LIEDEREN: 105, 107

1, 2. (a) Wat vinden sommigen van de gedachte dat God een organisatie heeft? (b) Wat gaan we in dit artikel bespreken?

HEEFT God een organisatie? Sommigen zeggen: ‘Ik heb geen organisatie nodig die me leiding geeft. Het gaat erom dat ik een persoonlijke band met God heb.’ Is die gedachte juist? Wat laten de feiten zien?

2 In dit artikel gaan we bewijzen bespreken die aantonen dat Jehovah een God van orde is en dat hij zijn volk organiseert. We gaan ook bekijken hoe we moeten reageren op de leiding die we van Jehovah’s organisatie krijgen (1 Kor. 14:33, 40). In de eerste eeuw n.Chr. volgden Jehovah’s aanbidders de leiding uit Gods Woord en daardoor konden ze het goede nieuws overal prediken. Ook wij laten ons leiden door de Bijbel en we gehoorzamen de instructies die we via Jehovah’s organisatie krijgen. Daardoor kunnen we wereldwijd het goede nieuws prediken. Tegelijkertijd bevorderen we de reinheid, vrede en eenheid in de gemeente.

JEHOVAH, DE GOD VAN ORDE

3. Wat overtuigt jou ervan dat Jehovah een God van orde is?

3 De schepping is een bewijs dat Jehovah een God van orde is. In Spreuken 3:19 staat: ‘Jehovah zelf heeft in wijsheid de aarde gegrondvest. Hij heeft de hemel stevig bevestigd met onderscheidingsvermogen.’ Eigenlijk kennen we nog maar ‘de zomen van [Gods] wegen’. Het is alsof we alleen maar een zacht ‘gefluister’ van hem hebben opgevangen! (Job 26:14) Maar het weinige dat we weten van planeten, sterren en sterrenstelsels leert ons dat het universum heel goed georganiseerd is (Ps. 8:3, 4). Sterrenstelsels bevatten miljoenen sterren die allemaal volgens een vast patroon bewegen. Planeten in ons zonnestelsel gaan ordelijk in een baan om de zon alsof ze keurig verkeerswetten gehoorzamen! De indrukwekkende orde in het universum overtuigt ons ervan dat Jehovah, die de hemel en de aarde heeft gemaakt, onze lof, trouw en aanbidding verdient (Ps. 136:1, 5-9).

4. Waarom kunnen veel levensvragen niet door de wetenschap beantwoord worden?

4 Onderzoekers hebben veel over het universum en de aarde ontdekt, en we hebben veel aan wetenschap te danken. Toch blijven er nog veel vragen onbeantwoord. Astronomen weten bijvoorbeeld niet precies hoe het universum is ontstaan of waarom er leven op aarde is. Ook kunnen de meeste mensen niet verklaren waarom we zo’n sterk verlangen hebben om voor altijd te leven (Pred. 3:11). Dat soort vragen houden veel mensen bezig. Maar waarom vinden ze er geen antwoord op? Deels omdat veel wetenschappers en anderen niet in God geloven maar de evolutietheorie aanhangen. Jehovah beantwoordt dat soort vragen wel — in zijn boek, de Bijbel.

5. In welk opzicht vertrouwen we op de natuurwetten?

5 We zijn afhankelijk van de stabiele, betrouwbare natuurwetten die Jehovah heeft ingesteld. Elektriciens, loodgieters, bouwkundigen, piloten, chirurgen — allemaal vertrouwen ze voor hun werk op natuurwetten. Een chirurg rekent er bijvoorbeeld op dat organen bij elk mens min of meer op dezelfde plek zitten. Hij hoeft tijdens een operatie niet naar het hart van zijn patiënt te zoeken. En wij allemaal respecteren de natuurwetten. Niemand haalt het in zijn hoofd om de wet van de zwaartekracht naast zich neer te leggen!

GEORGANISEERD DOOR GOD

6. Waarom mogen we verwachten dat Jehovah’s aanbidders georganiseerd zijn?

6 Jehovah heeft het universum perfect georganiseerd. Het is dan ook logisch dat hij wil dat zijn aanbidders goed georganiseerd zijn. Daarom heeft hij de Bijbel gegeven, waarin zijn richtlijnen staan. Alleen als we ons door de Bijbel en Jehovah’s organisatie laten leiden, kunnen we echt gelukkig zijn.

7. Waarom kunnen we zeggen dat de Bijbel geen onsamenhangende verzameling boeken is?

7 De Bijbel is niet gewoon maar een onsamenhangende verzameling joodse en christelijke literatuur. Het is één geheel — een meesterstuk dat door God is geïnspireerd. De boeken van de Bijbel staan niet op zichzelf. Van Genesis tot Openbaring loopt één centraal thema als een rode draad door de Bijbel: het rechtvaardigen van Jehovah’s soevereiniteit en het realiseren van zijn voornemen met de aarde door middel van zijn Koninkrijk onder Christus, het beloofde ‘zaad’. (Lees Genesis 3:15; Mattheüs 6:10; Openbaring 11:15.)

8. Waarom kunnen we zeggen dat de Israëlieten goed georganiseerd waren?

8 De Israëlieten waren goed georganiseerd. Onder de Wet van Mozes bijvoorbeeld waren er ‘vrouwen, die georganiseerde dienst deden bij de ingang van de tent der samenkomst’ (Ex. 38:8). Er waren instructies om het kamp en de tabernakel ordelijk te verplaatsen. Later organiseerde koning David de levieten en de priesters door ze in aparte afdelingen te verdelen (1 Kron. 23:1-6; 24:1-3). Als de Israëlieten Jehovah gehoorzaamden, heerste er vrede, orde en eenheid (Deut. 11:26, 27; 28:1-14).

9. Wat laat zien dat de christelijke gemeente in de eerste eeuw georganiseerd was?

9 Ook de eerste-eeuwse christelijke gemeente was georganiseerd. De christenen werden geleid door een besturend lichaam. In het begin bestond dat uit de apostelen (Hand. 6:1-6). Later werden er andere broeders aan toegevoegd (Hand. 15:6). Sommige leden van het besturende lichaam en broeders die er nauw mee samenwerkten, schreven geïnspireerde brieven met raad en instructies (1 Tim. 3:1-13; Tit. 1:5-9). Hoe hadden de gemeenten voordeel van de leiding van het besturende lichaam?

10. Wat was er het resultaat van dat gemeenten de leiding van het besturende lichaam volgden? (Zie beginplaatje.)

10 Lees Handelingen 16:4, 5. Broeders die namens het besturende lichaam de gemeenten bezochten, brachten ‘de verordeningen over waartoe door de apostelen en oudere mannen die zich in Jeruzalem bevonden, was besloten’. De gemeenten hielden zich aan die richtlijnen en ‘ze namen van dag tot dag voortdurend in aantal toe’. Wat kunnen we van ze leren?

VOLG JIJ INSTRUCTIES OP?

11. Hoe moeten ouderlingen reageren op de leiding die ze van Jehovah’s organisatie krijgen?

11 Wat moeten leden van bijkantoorcomités, kringopzieners en gemeenteouderlingen doen als ze richtlijnen van Gods organisatie krijgen? Jehovah’s Woord geeft aan dat ze gehoorzaam en onderworpen moeten zijn, en dat geldt trouwens voor ons allemaal (Deut. 30:16; Hebr. 13:7, 17). Een kritische of opstandige houding hoort niet thuis in Gods organisatie, want zo’n houding kan de liefde, vrede en eenheid in de gemeente verstoren. Niemand van ons wil op Diotrefes lijken, die respectloos en deloyaal was. (Lees 3 Johannes 9, 10.) Vraag je dus af: Moedig ik de broeders en zusters in mijn gemeente aan om loyaal aan Jehovah te zijn? Volg ik makkelijk de instructies op van de broeders die de leiding nemen?

12. Op welke manier worden ouderlingen en dienaren tegenwoordig aangesteld?

12 Denk eens na over een recente beslissing van het Besturende Lichaam. In de ‘Vragen van lezers’ van De Wachttoren van 15 november 2014 stond een wijziging in de manier waarop ouderlingen en dienaren worden aangesteld. Het artikel legde uit dat het besturende lichaam in de eerste eeuw de verantwoordelijkheid om zulke aanstellingen te doen aan reizende opzieners gaf. In overeenstemming daarmee ligt sinds 1 september 2014 de verantwoordelijkheid om ouderlingen en dienaren aan te stellen bij de kringopziener. De kringopziener zal proberen een aanbevolen broeder te leren kennen en met hem samen te werken in de velddienst. Hij zal ook zijn gezin willen leren kennen (1 Tim. 3:4, 5). Het lichaam van ouderlingen en de kringopziener zullen daarna bij elkaar komen om zorgvuldig de Bijbelse vereisten voor dienaren en ouderlingen te bekijken (1 Tim. 3:1-10, 12, 13; 1 Petr. 5:1-3).

13. Hoe kunnen we laten zien dat we achter de beslissingen van de ouderlingen staan?

13 Het is belangrijk om de richtlijnen die we van de ouderlingen krijgen, te gehoorzamen. Deze trouwe herders laten zich leiden door ‘gezonde woorden’ uit de Bijbel (1 Tim. 6:3). Neem bijvoorbeeld Paulus’ raad in verband met personen in de gemeente die ‘wanordelijk wandelden’. Sommigen ‘werkten in het geheel niet, maar lieten zich in met wat hun niet aanging’. Ze hadden raad van de ouderlingen gekregen, maar daar niets mee gedaan. Hoe moest de gemeente met zo iemand omgaan? Paulus zei: ‘Houdt hem getekend, gaat niet meer met hem om.’ Maar tegelijkertijd mochten ze hem niet als een vijand behandelen (2 Thess. 3:11-15). Ook in deze tijd geven ouderlingen raad aan iemand die Bijbelse principes negeert, bijvoorbeeld als hij verkering heeft met iemand die niet in de waarheid is (1 Kor. 7:39). Als hij weigert zijn gedrag te veranderen, kunnen ouderlingen besluiten om een waarschuwende lezing te geven, waarin wordt uitgelegd hoe zulk gedrag de reputatie van de gemeente zou kunnen schaden. Stel dat er in jouw gemeente zo’n lezing gehouden wordt. Hoe reageer je dan? Als je van de situatie op de hoogte bent, zul je dan je sociale contacten met zo’n persoon beperken? Als je dat doet, zul je hem helpen te beseffen dat hij moet veranderen. [1]

BEWAAR DE REINHEID, VREDE EN EENHEID IN DE GEMEENTE

14. Hoe kunnen we bijdragen tot de reinheid van de gemeente?

14 We kunnen bijdragen tot de geestelijke reinheid van de gemeente door de leiding uit Gods Woord te volgen. Neem de situatie in het oude Korinthe. Paulus had zich in die stad volledig op de prediking gestort, en hij hield van de broeders en zusters daar (1 Kor. 1:1, 2). Wat moet hij zich zorgen hebben gemaakt toen hij hoorde dat er seksuele immoraliteit in die gemeente getolereerd werd. Paulus zei tegen de ouderlingen dat ze de immorele man aan Satan moesten overgeven: ze moesten hem uitsluiten. Om de reinheid van de gemeente te bewaren, moesten de ouderlingen het ‘zuurdeeg’ verwijderen (1 Kor. 5:1, 5-7, 12). Ook in deze tijd kunnen ouderlingen besluiten om een onberouwvolle kwaaddoener uit te sluiten. Als we hun beslissing ondersteunen, helpen we de reinheid van de gemeente te bewaren. Ook kan dat de persoon ertoe aanzetten berouw te hebben en Jehovah’s vergeving te zoeken.

15. Hoe kunnen we de vrede in de gemeente bewaren?

15 Er bestond nog een probleem in Korinthe. Sommige broeders hadden hun geloofsgenoten voor de rechter gesleept. Paulus stelde ze de vraag: ‘Waarom laat gij u niet liever onrecht doen?’ (1 Kor. 6:1-8) Soortgelijke situaties vinden ook in deze tijd plaats. Soms is de vrede tussen broeders en zusters verstoord geraakt omdat ze zaken met elkaar hebben gedaan waarbij het verkeerd afliep, er veel geld verloren is gegaan en de één de ander misschien zelfs van fraude heeft beschuldigd. Sommigen hebben hun geloofsgenoot voor de rechtbank gedaagd, maar Gods Woord laat zien dat het beter is verlies te lijden dan smaad te brengen op Gods naam of de vrede in de gemeente te verstoren. [2] We moeten Jezus’ raad toepassen bij het oplossen van ernstige problemen of geschillen. (Lees Mattheüs 5:23, 24; 18:15-17.) Als we dat doen, dragen we bij aan de eenheid onder Gods volk.

16. Waarom kunnen we eenheid onder Gods volk verwachten?

16 In Gods Woord staat waarom we eenheid onder Gods volk kunnen verwachten. De psalmdichter zong: ‘Zie! Hoe goed en hoe aangenaam is het als broeders in eenheid te zamen wonen!’ (Ps. 133:1) Als de Israëlieten Jehovah gehoorzaamden, was er orde en eenheid onder het volk. Jehovah voorzei over zijn volk: ‘In eenheid zal ik hen stellen, als schapen in de kooi’ (Micha 2:12). Bovendien voorspelde hij via de profeet Zefanja: ‘Dan zal ik volken tot een zuivere taal [van Bijbelse waarheid] doen overgaan, opdat zij allen de naam van Jehovah aanroepen, ten einde hem schouder aan schouder te dienen’ (Zef. 3:9). We kunnen Jehovah echt dankbaar zijn dat we het voorrecht hebben hem schouder aan schouder, of in eenheid, te dienen!

Ouderlingen doen moeite om personen te helpen die een misstap hebben begaan (Zie alinea 17)

17. Wat moeten ouderlingen doen als iemand in de gemeente een ernstige zonde begaat?

17 Om de eenheid en reinheid in de gemeente te bewaren, moeten ouderlingen rechterlijke zaken meteen en op een liefdevolle manier aanpakken. Paulus wist dat Jehovah zich niet uitsluitend door gevoel laat leiden en dat Hij kwaaddoen niet door de vingers ziet (Spr. 15:3). Daarom aarzelde Paulus niet om de Korinthiërs een krachtige maar liefdevolle brief te schrijven. Uit de tweede brief die hij een paar maanden later aan ze schreef, blijkt dat de situatie was verbeterd doordat de ouderlingen zijn raad hadden toegepast. Als een christen een misstap doet voordat hij zich ervan bewust is, moeten ouderlingen proberen hem vriendelijk weer op het rechte pad te brengen (Gal. 6:1).

18. (a) Hoe heeft de raad in Gods Woord de eerste-eeuwse gemeenten geholpen? (b) Wat gaan we in het volgende artikel bespreken?

18 Het is duidelijk dat de geïnspireerde raad in Gods Woord de eerste christenen hielp om de reinheid, vrede en eenheid in de gemeente te bewaren (1 Kor. 1:10; Ef. 4:11-13; 1 Petr. 3:8). Daardoor konden ze veel bereiken in de prediking. Paulus zei zelfs dat het goede nieuws ‘in heel de schepping die onder de hemel is, werd gepredikt’ (Kol. 1:23). Ook in deze tijd is er eenheid en orde onder Jehovah’s volk, waardoor ze het goede nieuws over heel de aarde kunnen prediken. Het volgende artikel gaat over het diepe respect dat Jehovah’s aanbidders voor de Bijbel hebben en hun vastbeslotenheid om de Soevereine Heer Jehovah te eren (Ps. 71:15, 16).

^ [1] (alinea 13) Zie Georganiseerd om Jehovah’s wil te doen, blz. 134, 135.

^ [2] (alinea 15) Zie Blijf in Gods liefde, blz. 223, en ook de voetnoot voor meer informatie over situaties waarin iemand zou kunnen beslissen juridische stappen te ondernemen tegen een andere christen.