Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Volg Jehovah’s rechtvaardigheid en barmhartigheid na

Volg Jehovah’s rechtvaardigheid en barmhartigheid na

‘Spreek recht met ware rechtvaardigheid en behandel elkaar met loyale liefde en barmhartigheid.’ — ZACH. 7:9.

LIEDEREN: 125, 88

1, 2. (a) Hoe dacht Jezus over Gods wet? (b) Hoe gingen de schriftgeleerden en de farizeeën met de wet om?

JEZUS hield van de wet van Mozes. Dat is niet vreemd als je bedenkt dat die wet kwam van de belangrijkste persoon in Jezus’ leven: zijn Vader Jehovah. In Psalm 40:8 staat voorspeld hoeveel liefde Jezus voor Gods wet zou hebben: ‘Het doen van uw wil, mijn God, geeft me vreugde en uw wet is diep in mijn binnenste.’ In woord en daad bevestigde Jezus dat Gods wet volmaakt en heilzaam was en dat die vervuld zou worden (Matth. 5:17-19).

2 Wat moet Jezus het verschrikkelijk hebben gevonden dat de schriftgeleerden en de farizeeën een verkeerd beeld van de wet van zijn Vader gaven. Ze gehoorzaamden tot in de puntjes enkele van de kleinste details van de wet, want Jezus erkende: ‘Jullie geven een tiende van de munt, de dille en de komijn.’ Wat was dan het probleem? Hij voegde eraan toe: ‘Maar jullie negeren de belangrijkste dingen van de wet, namelijk gerechtigheid, barmhartigheid en trouw’ (Matth. 23:23). In tegenstelling tot die zelfingenomen farizeeën begreep Jezus de geest achter de wet. Hij begreep welke eigenschappen van zijn Vader in elk gebod te vinden waren.

3. Wat gaan we in dit artikel bespreken?

3 Als christenen staan we niet onder het wetsverbond (Rom. 7:6). Toch heeft Jehovah de wet in zijn Woord, de Bijbel, laten optekenen. Hij wil niet dat we helemaal opgaan in de details van de wet maar wil dat we de ‘belangrijkste dingen’ ervan — de verheven principes achter de geboden — eruit halen en toepassen. Welke principes kunnen we bijvoorbeeld halen uit de regeling van de vluchtsteden? Het vorige artikel benoemde lessen die we kunnen halen uit de stappen die de vluchteling moest doen. Maar de vluchtsteden leren ons ook iets over Jehovah en hoe we zijn eigenschappen kunnen navolgen. Dit artikel zal drie vragen beantwoorden: Hoe blijkt Jehovah’s barmhartigheid uit de regeling van de vluchtsteden? Wat leert die regeling ons over zijn kijk op het leven? Hoe blijkt er zijn volmaakte rechtvaardigheid uit? Kijk daarbij steeds hoe je het voorbeeld van je hemelse Vader kunt navolgen. (Lees Efeziërs 5:1.)

DE LOCATIE VAN DE VLUCHTSTEDEN — EEN UITING VAN BARMHARTIGHEID

4, 5. (a) Hoe en waarom werd ervoor gezorgd dat de vluchtsteden makkelijk bereikbaar waren? (b) Wat leert dit ons over Jehovah?

4 De zes vluchtsteden waren makkelijk bereikbaar. Jehovah gebood Israël om aan beide kanten van de Jordaan drie steden te kiezen. Dat maakte het voor een vluchteling makkelijk om snel een vluchtstad te vinden (Num. 35:11-14). De wegen naar de vluchtsteden werden goed onderhouden (Deut. 19:3). Volgens de Joodse traditie waren er wegwijzers die de richting naar de vluchtstad aangaven. Door de regeling van de vluchtsteden hoefde iemand die zonder opzet een ander had gedood niet naar het buitenland te vluchten, waar hij in de verleiding zou kunnen komen om valse goden te aanbidden.

5 Denk hier eens over na: Jehovah — degene die had bepaald dat opzettelijke moordenaars de doodstraf verdienden — gaf iemand die een ander zonder opzet had gedood alle gelegenheid om barmhartigheid en bescherming te ontvangen. ‘Alles werd zo eenvoudig, duidelijk en makkelijk mogelijk gemaakt’, zegt een Bijbelcommentator. ‘Daaruit blijkt Gods goedheid.’ Jehovah is geen harteloze rechter die zijn aanbidders graag straft. Hij is juist heel barmhartig (Ef. 2:4).

6. Wat voor houding hadden de farizeeën in tegenstelling tot Jehovah?

6 De farizeeën waren minder barmhartig. Volgens de traditie waren ze bijvoorbeeld niet bereid om iemand te vergeven die meer dan drie keer dezelfde overtreding had begaan. Om aan te tonen hoe verkeerd hun houding was, vertelde Jezus een illustratie van een farizeeër die bad: ‘O God, ik dank u dat ik niet zo ben als de rest: afpersers, onrechtvaardigen, overspelige mensen, of zelfs zoals deze belastinginner’ — een belastinginner die nederig om Gods barmhartigheid bad. Hoe kwam het dat de farizeeën zo’n onbarmhartige houding hadden? De Bijbel zegt dat ze ‘op anderen neerkeken’ (Luk. 18:9-14).

Houd jij voor anderen de ‘weg’ naar vergeving open en in goede staat? Wees benaderbaar (Zie alinea 4-8)

7, 8. (a) Hoe kun je Jehovah navolgen als iemand je pijn heeft gedaan? (b) Waarom is iemand vergeven een test op onze nederigheid?

7 Volg Jehovah na, niet de farizeeën. Wees barmhartig en meelevend. (Lees Kolossenzen 3:13.) Hoe kun je dat doen? Onder andere door het voor een ander makkelijk te maken jou om vergeving te vragen (Luk. 17:3, 4). Vraag je af: Vergeef ik iemand makkelijk, zelfs als hij me meerdere keren pijn heeft gedaan? Is mijn vergeving, net als de vluchtsteden, voor anderen makkelijk te bereiken? Herstel ik graag de vrede met iemand die me heeft gekwetst?

8 Iemand vergeven is echt een test op onze nederigheid. De farizeeën slaagden niet voor die test, want ze keken op anderen neer. Maar als christenen moeten we een ander nederig als ‘superieur aan onszelf’ bezien, als iemand die onze vergeving waard is (Fil. 2:3). Zul jij Jehovah’s voorbeeld volgen en de test op nederigheid doorstaan? Houd voor anderen de ‘weg’ naar vergeving open en in goede staat. Erger je niet te snel, maar vergeef een ander snel (Pred. 7:8, 9).

HEB RESPECT VOOR HET LEVEN, DAN ZUL JE ‘GEEN BLOEDSCHULD OP JE LADEN’

9. Hoe doordrong Jehovah de Israëlieten ervan dat een mensenleven heilig was?

9 Een hoofddoel van de vluchtsteden was de Israëlieten te helpen bloedschuld te vermijden (Deut. 19:10). Jehovah vindt het leven kostbaar, en hij haat moordzuchtige ‘handen die onschuldig bloed vergieten’ (Spr. 6:16, 17). Als iemand een ander had gedood, kon Jehovah — een rechtvaardige en heilige God — niet zomaar voorbijgaan aan die daad, zelfs als er geen opzet in het spel was. Het is waar dat zo iemand met barmhartigheid werd behandeld. Maar hij moest zijn zaak wel aan de oudsten voorleggen, en als werd geoordeeld dat zijn daad onopzettelijk was, moest hij in de vluchtstad blijven tot de dood van de hogepriester. Dat kon betekenen dat hij de rest van zijn leven daar moest blijven. Die ernstige consequenties doordrongen alle Israëlieten ervan dat een mensenleven heilig was. Om hun Levengever te eren, moesten ze alles doen of juist vermijden om het leven van hun medemens niet in gevaar te brengen.

10. Hoe toonden de schriftgeleerden en de farizeeën volgens Jezus gebrek aan respect voor het leven?

10 In tegenstelling tot Jehovah toonden de schriftgeleerden en de farizeeën gebrek aan respect voor het leven. ‘Jullie hebben de sleutel tot kennis weggenomen’, zei Jezus tegen ze. ‘Zelf zijn jullie niet naar binnen gegaan, en de mensen die naar binnen willen, houden jullie tegen!’ (Luk. 11:52) Juist zij hadden anderen moeten helpen Gods Woord te begrijpen en op de weg naar eeuwig leven te lopen. Maar in plaats daarvan verhinderden ze mensen ‘de Voornaamste Bewerker van het leven’, Jezus, te volgen. Ze leidden mensen naar een weg die kon eindigen in eeuwige dood (Hand. 3:15). De trotse en zelfzuchtige schriftgeleerden en farizeeën gaven niet om het leven en welzijn van hun medemens. Ze waren onbarmhartig en liefdeloos.

11. (a) Hoe liet Paulus zien dat hij dezelfde kijk op het leven had als Jehovah? (b) Wat zal ons helpen net zo’n houding tegenover de prediking te hebben als Paulus?

11 Hoe kunnen we een houding als die van de schriftgeleerden en de farizeeën vermijden en Jehovah’s voorbeeld volgen? Heb respect voor het leven. Koester dat geschenk. Paulus deed dat door grondig getuigenis te geven. Daardoor kon hij zeggen: ‘Ik ben rein van het bloed van alle mensen.’ (Lees Handelingen 20:26, 27.) Toch predikte hij niet uit schuldgevoel. Hij hield van mensen en hij vond een mensenleven kostbaar (1 Kor. 9:19-23). Ook wij moeten proberen dezelfde kijk op het leven te ontwikkelen als Jehovah. Hij wil ‘dat iedereen berouw krijgt’ (2 Petr. 3:9). En jij? Als je een barmhartige houding ontwikkelt, zul je merken dat je gemotiveerd wordt om nog ijveriger te prediken, waardoor je nog meer vreugde zult ervaren.

12. Waarom is veiligheid zo belangrijk voor Gods aanbidders?

12 Om het leven te bezien zoals Jehovah dat doet, moeten we ook een juiste houding hebben tegenover veiligheid. We moeten altijd veilig rijden en werken, ook als we bezig zijn met het bouwen en onderhouden van plaatsen van aanbidding of als we ernaartoe reizen. Productie, geld of deadlines mogen nooit vóór veiligheid en gezondheid gaan. Onze rechtvaardige God doet altijd wat juist en gepast is. We willen net als hij zijn. Vooral ouderlingen moeten gewetensvol omgaan met zowel hun eigen veiligheid als die van degenen met wie ze samenwerken (Spr. 22:3). Als een ouderling je herinnert aan veiligheidsregels of -normen, volg die dan op (Gal. 6:1). Bezie het leven zoals Jehovah het beziet. Dan zul je ‘geen bloedschuld op je laden’.

SPREEK RECHT ‘IN OVEREENSTEMMING MET DEZE BEPALINGEN’

13, 14. Hoe konden de oudsten Jehovah’s gerechtigheid navolgen?

13 Jehovah gebood de oudsten om zich aan zijn hoge normen van gerechtigheid te houden. Ze moesten eerst de feiten vaststellen. Verder moesten ze zorgvuldig de motieven, de houding en het vroegere gedrag van de dader beschouwen om te bepalen of hij in aanmerking kwam voor barmhartigheid. Ook moesten ze bepalen of de vluchteling ‘uit haat’ en ‘met kwade opzet’ had gehandeld. (Lees Numeri 35:20-24.) Iemand kon alleen voor opzettelijke moord veroordeeld worden op basis van de verklaring van minstens twee getuigen (Num. 35:30).

14 Nadat de oudsten de feiten van de zaak hadden vastgesteld, moesten ze naar de persoon zelf kijken, niet alleen naar zijn daad. Ze hadden inzicht nodig, het vermogen om verder te kijken dan wat voor de hand ligt en om de redenen te begrijpen voor wat er gebeurd is. Bovendien hadden ze Jehovah’s heilige geest nodig, die hen in staat zou stellen om zijn inzicht, barmhartigheid en gerechtigheid te weerspiegelen (Ex. 34:6, 7).

15. Hoe bezagen de farizeeën zondaars en hoe bezag Jezus ze?

15 De farizeeën focusten zich puur op wat een zondaar had gedaan en niet op hoe hij vanbinnen was. Toen ze zagen dat Jezus bij Mattheüs op bezoek was voor een maaltijd, vroegen ze aan zijn discipelen: ‘Waarom eet jullie meester met belastinginners en zondaars?’ Jezus antwoordde: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar de zieken wel. Ga en denk goed na over de betekenis van deze woorden: “Ik wil barmhartigheid en geen slachtoffers.” Want ik ben niet gekomen om rechtvaardige mensen te roepen, maar zondaars’ (Matth. 9:9-13). Praatte Jezus kwaaddoen goed? Nee, een belangrijk onderdeel van zijn boodschap was juist een oproep tot berouw van zonde (Matth. 4:17). Maar Jezus had inzicht en merkte op dat op zijn minst enkele ‘belastinginners en zondaars’ wilden veranderen. Ze waren niet alleen bij Mattheüs gekomen om te eten. ‘Velen van hen volgden [Jezus]’ (Mark. 2:15). Helaas zagen de meeste farizeeën niet wat Jezus zag. In tegenstelling tot de rechtvaardige en barmhartige God die ze beweerden te aanbidden, bestempelden ze hun medemensen als zondaars, als mensen die toch niet meer te redden waren.

16. Wat moet een rechterlijk comité proberen vast te stellen?

16 Ook in deze tijd moeten ouderlingen het voorbeeld volgen van Jehovah, die ‘gerechtigheid liefheeft’ (Ps. 37:28). Ten eerste moeten ze ‘een onderzoek instellen en grondig navraag doen’ om te bepalen of er sprake is van een ernstige zonde. Zo ja, dan zullen ze de zaak volgens Bijbelse richtlijnen behandelen (Deut. 13:12-14). Ouderlingen die in een rechterlijk comité dienen, moeten zorgvuldig vaststellen of een christen die een ernstige zonde heeft begaan berouw heeft. Het is niet altijd makkelijk om te zien of iemand wel of geen berouw heeft. Bij berouw zijn meerdere dingen betrokken, bijvoorbeeld hoe iemand zijn zonde beziet, wat zijn instelling is en wat er in zijn hart leeft (Openb. 3:3). Een zondaar moet berouw hebben om barmhartigheid te kunnen ontvangen. *

17, 18. Hoe kunnen ouderlingen oprecht berouw vaststellen? (Zie beginplaatje.)

17 In tegenstelling tot Jehovah en Jezus kunnen ouderlingen geen harten lezen. Maar hoe kun je als ouderling dan oprecht berouw vaststellen? Ten eerste, bid om wijsheid en inzicht (1 Kon. 3:9). Ten tweede, raadpleeg Gods Woord en lectuur van de getrouwe slaaf om je te helpen het verschil te zien tussen ‘het verdriet van de wereld’ en ‘verdriet op een manier die God wil’, oftewel oprecht berouw (2 Kor. 7:10, 11). Onderzoek wat de Bijbel zegt over personen die berouw hadden en personen die dat niet hadden. Hoe beschrijft de Bijbel hun gevoelens, houding en gedrag?

18 Ten derde, probeer naar de hele persoon te kijken. Neem de achtergrond, motieven en beperkingen van de kwaaddoener in aanmerking. De Bijbel voorspelde over Jezus, het hoofd van de christelijke gemeente: ‘Hij zal niet oordelen op basis van wat zijn ogen alleen maar zien of terechtwijzen op basis van wat zijn oren horen. Hij zal een eerlijk oordeel vellen over de armen, en in rechtvaardigheid zal hij uitspraken doen ten gunste van de zachtmoedigen van de aarde’ (Jes. 11:3, 4). Ouderlingen, jullie zijn Jezus’ onderherders, en hij zal jullie helpen te oordelen zoals hij oordeelt (Matth. 18:18-20). Zijn we niet dankbaar voor onze zorgzame ouderlingen, die Jezus proberen na te volgen? We kunnen echt veel waardering hebben voor hun onvermoeibare inzet om barmhartigheid en gerechtigheid in onze gemeenten te brengen!

19. Wat heb je geleerd van de regeling van de vluchtsteden, en hoe ga je dat in je leven toepassen?

19 Dankzij de wet van Mozes hebben we een ‘kader van kennis en waarheid’ over Jehovah en zijn rechtvaardige principes (Rom. 2:20). De regeling van de vluchtsteden leert ouderlingen bijvoorbeeld ‘recht te spreken met ware rechtvaardigheid’ en leert ons ‘elkaar met loyale liefde en barmhartigheid te behandelen’ (Zach. 7:9). We staan niet langer onder de wet. Maar Jehovah is niet veranderd. Hij vindt de eigenschappen gerechtigheid en barmhartigheid nog steeds belangrijk. Wat een voorrecht om zo’n God te aanbidden! Volg zijn eigenschappen na en vind bij hem bescherming en veiligheid.