1. Hoe maakt 2 Korinthiërs 3:1-3 duidelijk wat een voorrecht het is iemand tot de doop te leiden? (Zie cover.)

VIND je het ook niet geweldig als iemand in je gebied de Bijbel gaat bestuderen en gedoopt wordt? (Matth. 28:19) En als het iemand is met wie je zelf hebt gestudeerd, zul je het helemaal fantastisch vinden te zien dat hij gedoopt wordt (1 Thess. 2:19, 20). Pasgedoopte discipelen zijn mooie ‘aanbevelingsbrieven’, niet alleen voor degenen die met ze hebben gestudeerd maar voor de hele gemeente. (Lees 2 Korinthiërs 3:1-3.)

2. (a) Bij welke belangrijke vraag moeten we stilstaan, en waarom? (b) Wat is een Bijbelstudie? (Zie de voetnoot.)

² Het is heel mooi om te zien dat er de afgelopen vier jaar wereldwijd elke maand gemiddeld zo’n 10.000.000 Bijbelstudies * zijn gerapporteerd. In diezelfde periode zijn er elk jaar gemiddeld ruim 280.000 personen gedoopt als Getuigen van Jehovah en nieuwe discipelen van Jezus Christus. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er van die miljoenen Bijbelstudies nog meer gedoopt worden? Jehovah geeft mensen nog steeds geduldig de tijd en de kans om discipelen van Christus te worden. Daarom doen we ons best om ze te helpen zo snel mogelijk tot de doop te groeien. De tijd dringt! (1 Kor. 7:29a; 1 Petr. 4:7)

3. Wat gaan we in dit artikel bespreken?

 ³ Omdat het zo belangrijk is discipelen te maken, is op bijkantoren onderzocht wat we kunnen doen om meer mensen naar de doop toe te leiden. In dit artikel en het volgende zullen we zien wat we kunnen leren van ervaren pioniers, zendelingen en kringopzieners (Spr. 11:14; 15:22). * Uit hun commentaren blijkt wat leraar en leerling kunnen doen om de Bijbelstudie effectiever te maken. In dit artikel gaan we kijken naar vijf dingen die elke leerling moet doen om naar de doop toe te groeien.

4. Wat moeten we beseffen als het gaat om Bijbelstudies aan de deur?

⁴ Veel broeders en zusters leiden Bijbelstudies bij mensen aan de deur. Hoewel dat een goed begin is als je belangstelling voor de Bijbel wilt creëren, zijn dat soort gesprekken meestal maar kort en vinden ze misschien niet eens elke week plaats. Om de interesse verder te ontwikkelen, geven sommigen hun contactgegevens aan de geïnteresseerde om tussendoor een korte Bijbelse gedachte te kunnen delen. Maar soms vinden zulke korte gesprekken maandenlang plaats zonder dat ze tot een productieve Bijbelstudie leiden. Waarschijnlijk zal iemand niet echt naar opdracht en doop toe groeien als dat alle tijd en aandacht is die hij * aan een studie van Gods Woord besteedt.

5. Wat kan ons volgens Jezus’ woorden in Lukas 14:27-33 helpen bij het maken van discipelen?

⁵ Bij een gelegenheid illustreerde Jezus wat iemand moet doen om een discipel van hem te worden. Hij sprak over iemand die een toren wil bouwen en over een koning die oorlog wil voeren. Jezus zei dat de bouwer ‘er eerst voor gaat zitten om de kosten te berekenen’ zodat hij weet of hij genoeg heeft om de toren af te maken en dat de koning er ‘eerst voor gaat zitten om te overleggen’ of zijn leger kan doen wat hij wil. (Lees Lukas 14:27-33.) Als je een discipel wilt worden moet je volgens Jezus hetzelfde doen: goed onderzoeken wat erbij komt kijken hem te volgen. Om die reden moeten we potentiële discipelen aanmoedigen elke  week met ons te studeren. Hoe kun je dat doen?

6. Wat zou je kunnen doen om studies te leiden die vooruitgaan?

⁶ Je kunt om te beginnen de besprekingen aan de deur langer maken. Misschien kun je bij elk bezoek een extra Bijbels punt bespreken. Als de huisbewoner een langer bezoek niet erg vindt, kun je hem vragen of het mogelijk is ergens te gaan zitten om het gesprek voort te zetten. Uit zijn antwoord zal blijken of hij de studie van de Bijbel serieus neemt. Om hem te helpen sneller vorderingen te maken zou je na een tijd kunnen voorstellen twee keer per week te studeren. Er is echter nog meer nodig dan een of twee keer per week studeren.

7. Hoe kan de leraar zich op elke studieperiode voorbereiden?

⁷ Als leraar moet je je goed op elke studieperiode voorbereiden. Je kunt beginnen door het materiaal en de teksten te lezen. Zorg dat je de hoofdpunten duidelijk voor ogen hebt. Denk na over de titel van de les, de kopjes, de studievragen, de leesteksten, de afbeeldingen en eventueel filmpjes waarin het onderwerp wordt uitgelegd. Denk er dan met je leerling in gedachten over na hoe je het materiaal eenvoudig en duidelijk kunt uitleggen zodat hij het makkelijk kan begrijpen en toepassen (Neh. 8:8; Spr. 15:28a).

8. Wat leren Paulus’ woorden in Kolossenzen 1:9, 10 ons over bidden voor degene met wie je studeert?

⁸ Bid tot Jehovah over je leerling. Dat is een belangrijk onderdeel van je voorbereiding. Vraag Jehovah om je te helpen het hart van de leerling te raken met je Bijbelse onderwijs. (Lees Kolossenzen 1:9, 10.) Probeer te anticiperen op wat hij misschien moeilijk vindt om te begrijpen of te accepteren. Houd in gedachte dat het je doel is hem te helpen door te groeien naar de doop.

9. Hoe kan de leraar de leerling helpen zich op de studie voor te bereiden?

⁹ Als je geregeld met iemand de Bijbel bestudeert, hoop je natuurlijk dat hij daardoor waardering krijgt voor wat Jehovah en Jezus hebben gedaan en nog  meer wil leren (Matth. 5:3, 6). Om zo veel mogelijk uit de studie te kunnen halen, moet de leerling zijn volle aandacht erbij hebben. Je kunt hem daarbij helpen door uit te leggen hoe belangrijk het is dat hij zich op elke studieperiode voorbereidt door de les van tevoren te lezen en erover na te denken hoe het materiaal op hem van toepassing is. Laat hem zien hoe hij zich kan voorbereiden door een les samen te doen. * Leg uit hoe hij het directe antwoord op de studievragen kan vinden en laat zien dat het markeren van een paar sleutelwoorden hem zal helpen het antwoord te onthouden. Vraag hem vervolgens in zijn eigen woorden antwoord te geven. Dat helpt je om te bepalen of hij het materiaal goed begrijpt. Maar er is nog iets waartoe je de leerling kunt aanmoedigen.

10. Waarom is het belangrijk elke dag de Bijbel te lezen, en wat is er nodig om zo veel mogelijk uit het Bijbellezen te halen?

¹⁰ Het zou voor de leerling goed zijn als hij naast zijn wekelijkse besprekingen met de leraar ook zelf elke dag een aantal dingen doet. Hij moet met Jehovah communiceren. Hoe? Door naar Jehovah te luisteren en tot hem te spreken. Hij kan naar God luisteren door elke dag in de Bijbel te lezen (Joz. 1:8; Ps. 1:1-3). Laat hem zien hoe hij het ‘Schema voor Bijbellezen’ op jw.org kan gebruiken. * Moedig hem aan zo veel mogelijk uit het Bijbellezen te halen door erover na te denken wat de Bijbel hem over Jehovah leert en hoe hij dat in zijn eigen leven kan gebruiken (Hand. 17:11; Jak. 1:25).

11. Hoe kan iemand leren op de goede manier te bidden, en waarom is het belangrijk vaak tot Jehovah te bidden?

¹¹ Moedig je leerling ook aan tot Jehovah te spreken. Dat kan hij doen door elke dag te bidden. Bid vanuit je hart aan het begin en het eind van elke studieperiode. Noem je leerling in je gebeden. Door naar jouw gebeden te luisteren zal hij leren om vanuit zijn hart te bidden en zich in de naam van Jezus Christus oprecht tot Jehovah God te richten (Matth. 6:9; Joh. 15:16). Als hij elke dag in de Bijbel leest (naar Jehovah luistert) en bidt (tot Jehovah spreekt),  zal hij steeds dichter tot God naderen (Jak. 4:8). Die gewoonten zullen hem helpen naar de doop toe te groeien. Wat zal hem nog meer helpen?

12. Hoe kan de leraar de leerling helpen een band met Jehovah te ontwikkelen?

¹² Wat iemand dankzij een studie van de Bijbel leert, moet hem niet alleen verstandelijk aanspreken maar moet ook zijn hart raken. Waarom? Omdat je hart — met al je verlangens, emoties en gevoelens — je aanzet tot daden. Jezus onderwees met een logica die het verstand overtuigde. Maar mensen gingen hem volgen omdat hun hart was geraakt (Luk. 24:15, 27, 32). Je leerling moet Jehovah gaan zien als een reëel persoon, iemand met wie hij een band kan ontwikkelen. Hij moet hem gaan zien als zijn Vader, zijn God en zijn Vriend (Ps. 25:4, 5). Laat Gods persoonlijkheid tijdens de Bijbelstudie tot leven komen (Ex. 34:5, 6; 1 Petr. 5:6, 7). Welk onderwerp je ook bespreekt, laat zien wat voor persoon Jehovah is. Bouw waardering op voor Jehovah’s prachtige eigenschappen, zoals zijn liefde, goedheid en medegevoel. Volgens Jezus is ‘Jehovah, je God, liefhebben’ het ‘eerste en belangrijkste gebod’ (Matth. 22:37, 38). Probeer je leerling dus diepe liefde voor God bij te brengen.

13. Geef een voorbeeld van hoe je een leerling meer over Jehovah’s persoonlijkheid kunt leren.

¹³ Geef in je gesprekken met je leerling uiting aan je diepe gevoelens voor Jehovah. Dan gaat hij misschien beseffen dat hij zelf een hechte, persoonlijke band met God moet opbouwen (Ps. 73:28). Wordt je hart bijvoorbeeld geraakt door iets in de studiepublicatie of in een tekst over Jehovah’s liefde, wijsheid, rechtvaardigheid of macht? Vertel het je leerling en laat hem weten dat het een van de vele redenen is waarom je van je hemelse Vader houdt. Er is nog iets dat elke leerling moet doen om naar de doop toe te groeien.

14. Welke voordelen hebben onze bijeenkomsten volgens Hebreeën 10:24, 25?

¹⁴ Om je leerling te helpen naar de doop toe te groeien, kun je hem aanmoedigen naar de gemeentevergaderingen te gaan. Ervaren leraren zeggen dat leerlingen  die meteen de vergaderingen gaan bezoeken het snelst vorderingen maken (Ps. 111:1). Sommigen leggen hun leerling uit dat ze de ene helft van hun Bijbelse onderwijs tijdens de studie krijgen en de andere helft op onze bijeenkomsten. Lees Hebreeën 10:24, 25 met je leerling en vertel wat de voordelen zijn als hij naar de vergaderingen gaat. Kijk met hem naar het filmpje Wat gebeurt er in een Koninkrijkszaal? * Help hem de wekelijkse vergaderingen tot een deel van zijn leven te maken.

15. Wat kun je doen om een leerling aan te moedigen geregeld de vergaderingen te bezoeken?

¹⁵ Wat kun je doen als je leerling nog niet of niet geregeld naar de vergaderingen gaat? Vertel hem enthousiast wat je recent op een vergadering hebt geleerd. Dat zal hem meer motiveren dan alleen een uitnodiging. Geef hem de Wachttoren of het werkboek voor de vergadering van die week. Laat zien wat er op de volgende vergadering besproken wordt en vraag wat hem het meest aanspreekt. Wat hij op zijn eerste vergadering meemaakt zal elke religieuze dienst die hij ooit heeft bijgewoond overtreffen (1 Kor. 14:24, 25). Hij zal anderen ontmoeten die hij kan navolgen en die hem zullen helpen naar de doop toe te groeien.

16. Hoe kun je Bijbelstudies tot de doop leiden, en wat gaan we in het volgende artikel bespreken?

¹⁶ Hoe kun je Bijbelstudies dus tot de doop leiden? Help ze de studie serieus te nemen door ze aan te moedigen elke week te studeren en zich altijd voor te bereiden. Moedig ze ook aan elke dag met Jehovah te communiceren en een persoonlijke band met hem te ontwikkelen. En motiveer ze de gemeentevergaderingen te bezoeken. (Zie het kader ‘ Een leerling moet . . .’.) In het volgende artikel worden nog vijf dingen genoemd die een Bijbelleraar kan doen om zijn leerling te helpen naar de doop toe te groeien.