Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Wees net als Jehovah meelevend

Wees net als Jehovah meelevend

‘Jehovah, Jehovah, een God die barmhartig en meelevend is.’ — EX. 34:6.

LIEDEREN: 57, 147

1. Hoe openbaarde Jehovah zich aan Mozes, en wat was daar zo bijzonder aan?

BIJ één gelegenheid openbaarde God zich aan Mozes door zijn naam en eigenschappen aan hem bekend te maken. Hij begon met te zeggen dat hij barmhartig en meelevend was. (Lees Exodus 34:5-7.) Jehovah had de aandacht kunnen vestigen op zijn macht of wijsheid. Maar Mozes had er behoefte aan gerustgesteld te worden; hij wilde weten of hij Jehovah’s steun had. Jehovah legde dan ook de nadruk op eigenschappen die lieten uitkomen dat hij bereid is zijn aanbidders te helpen (Ex. 33:13). Vind je het niet mooi dat Jehovah deze aantrekkelijke eigenschappen eerder noemt dan andere? In dit artikel gaan we de eigenschap medegevoel bespreken: meeleven met het leed van anderen gepaard aan een verlangen om dat leed te verzachten.

2, 3. (a) Uit welke voorbeelden blijkt dat medegevoel in de menselijke natuur ligt? (b) Waarom is het belangrijk stil te staan bij de eigenschap medegevoel?

2 Mensen zijn naar Gods beeld gemaakt. Aangezien Jehovah medegevoel heeft, ligt het dus in onze natuur dat we geïnteresseerd zijn in het welzijn van anderen. Dat geldt ook voor personen die Jehovah niet kennen (Gen. 1:27). In de Bijbel staan veel voorbeelden waaruit blijkt dat mensen van nature medegevoel hebben. Denk aan de twee prostituees die bij Salomo ruzieden over wie de echte moeder van een kind was. Om erachter te komen wie de echte moeder was, gaf Salomo de opdracht de baby in tweeën te hakken. Uit medegevoel kwam de echte moeder in actie en smeekte ze zelfs of de andere vrouw voor het kind mocht zorgen (1 Kon. 3:23-27). Of denk eens aan Farao’s dochter die het leven redde van een baby, Mozes. Hoewel ze wist dat het kindje van Hebreeuwse afkomst was en niet in leven gelaten mocht worden, ‘had ze medelijden met hem’ en besloot hem op te voeden als haar eigen kind (Ex. 2:5, 6).

3 Waarom is het belangrijk stil te staan bij de eigenschap medegevoel? Omdat de Bijbel ons aanspoort het voorbeeld van Jehovah te volgen (Ef. 5:1). Maar hoewel we gemaakt zijn met het vermogen met anderen mee te leven, hebben we als onvolmaakte nakomelingen van Adam de neiging om egoïstisch te zijn. Het is niet altijd makkelijk om te bepalen of we een ander gaan helpen of iets voor onszelf gaan doen. Voor sommigen is dit een voortdurende strijd. Wat kan je helpen hierin een goede balans te vinden? Neem ten eerste de tijd om te kijken hoe Jehovah medegevoel heeft getoond en hoe anderen dat hebben gedaan. Kijk dan hoe je het voorbeeld van Jehovah kunt volgen en welke voordelen dat geeft.

HET BESTE VOORBEELD

4. (a) Waarom stuurde Jehovah engelen naar Sodom? (b) Wat kunnen we leren van het verslag over Lot en zijn gezin?

4 In de Bijbel staan veel voorbeelden van situaties waarin Jehovah medegevoel toonde. Denk maar eens aan wat hij voor Lot deed. Die rechtvaardige man ‘leed zwaar’ onder het schaamteloze gedrag van de inwoners van Sodom en Gomorra. Jehovah besloot terecht dat die immorele mensen moesten sterven (2 Petr. 2:7, 8). Hij stuurde engelen om Lot te redden. Die drongen er bij hem en zijn gezin op aan te vluchten. ‘Toen hij bleef treuzelen, pakten de [engelen] zijn hand vast, en ook die van zijn vrouw en zijn twee dochters, want Jehovah had medelijden met hem. Ze brachten hem naar buiten en leidden hem de stad uit’ (Gen. 19:16). Blijkt uit dit voorbeeld niet dat Jehovah zich volledig bewust is van de moeilijkheden die zijn aanbidders soms meemaken? — Jes. 63:7-9; Jak. 5:11; 2 Petr. 2:9.

5. Hoe leert Gods Woord ons om medegevoel te tonen?

5 Jehovah heeft niet alleen zelf medegevoel getoond, hij leert ook zijn aanbidders dat ze met anderen moeten meeleven. Denk maar eens aan de wet die hij aan Israël gaf over het bovenkleed dat als onderpand kon dienen. (Lees Exodus 22:26, 27.) Een gevoelloos persoon zou geneigd kunnen zijn om, als hij geld uitleende, het bovenkleed van de ander te houden. Maar daardoor zou diegene zich ’s nachts niet kunnen toedekken. Jehovah leerde zijn volk om niet ongevoelig te zijn. Ze moesten medegevoel hebben. Zet het principe achter die specifieke wet ons niet aan tot actie? Zouden wij onze broeder of zuster als het ware in de kou laten staan terwijl er iets is dat wij kunnen doen om hun leed te verzachten? — Kol. 3:12; Jak. 2:15, 16; lees 1 Johannes 3:17.

6. Wat kunnen we leren van het feit dat Jehovah moeite bleef doen om de Israëlieten te helpen?

6 Jehovah leefde zelfs met zijn volk Israël mee als ze zondigden. In de Bijbel staat: ‘Jehovah, de God van hun voorvaders, waarschuwde ze steeds weer via zijn boodschappers, omdat hij medegevoel had met zijn volk en zijn woonplaats’ (2 Kron. 36:15). Horen ook wij niet medegevoel te hebben met mensen die mogelijk berouw krijgen over hun slechte levenswijze en die Gods goedkeuring kunnen krijgen? Jehovah wil niet dat er iemand vernietigd wordt in het komende oordeel (2 Petr. 3:9). Blijf dus, zolang er nog tijd is, Jehovah’s waarschuwende boodschap aan iedereen bekendmaken en zo veel mogelijk mensen helpen voordeel te trekken van Jehovah’s medegevoel.

7, 8. Waarom is de familie van Milan ervan overtuigd dat Jehovah ze medegevoel heeft betoond?

7 Er zijn heel wat ervaringen die Jehovah’s uitingen van medegevoel goed laten uitkomen. Kijk eens wat een 12-jarige jongen, die we Milan zullen noemen, en zijn familie overkwam. Begin jaren 90, tijdens een periode van etnisch geweld, reden Milan, zijn broer, zijn ouders en een aantal andere Getuigen per bus van Bosnië naar Servië. Ze waren op weg naar een congres, waar Milans ouders gedoopt zouden worden. Maar bij de grens werd het gezin vanwege hun etnische afkomst door soldaten uit de bus gehaald. De andere broeders en zusters mochten verder reizen. Het gezin werd twee dagen lang vastgehouden. Toen nam de bevelhebber contact op met zijn leidinggevende om te vragen wat er met het gezin gedaan moest worden. De bevelhebber stond recht voor het gezin, dus ze konden het antwoord duidelijk horen: ‘Neem ze mee en schiet ze neer!’

8 Terwijl de bevelhebber met zijn mannen aan het praten was, liepen er twee onbekenden naar het gezin toe. Ze fluisterden dat ook zij Getuigen waren en dat ze van anderen, die ook in de bus hadden gezeten, hadden gehoord wat er aan de hand was. Ze zeiden dat Milan en zijn broer in hun auto moesten stappen om de grens over te steken, want de papieren van kinderen werden niet gecontroleerd. Tegen Milans ouders zeiden ze dat ze om de grenspost heen moesten lopen, via de achterkant. Ze zouden elkaar aan de andere kant weer ontmoeten. Milan wist niet of hij om deze suggestie nu moest huilen of lachen. ‘Denken jullie echt dat ze ons zomaar laten weglopen?’, vroegen zijn ouders. Maar terwijl ze wegliepen, was het alsof de soldaten dwars door ze heen keken. Aan de andere kant van de grens kwamen de ouders weer bij Milan en zijn broer. Ze vervolgden hun reis naar de congresstad in de overtuiging dat Jehovah hun wanhopige gebeden om hulp had verhoord. Uit de Bijbel blijkt dat Jehovah niet altijd ingrijpt om zijn aanbidders te beschermen (Hand. 7:58-60). Maar Milan zegt hoe hij de gebeurtenis heeft ervaren: ‘Ik heb het gevoel dat de engelen de soldaten hebben verblind en dat Jehovah ons heeft gered’ (Ps. 97:10).

9. Hoe reageerde Jezus toen hij zag hoe de mensen die hem volgden eraan toe waren? (Zie beginplaatje.)

9 Ook Jezus was een prachtig voorbeeld van iemand die medegevoel toonde. Hij had medelijden met de mensen die hij ontmoette, ‘omdat ze als schapen zonder herder waren — verwaarloosd en slecht behandeld’. Wat deed hij toen? ‘Hij ging hun veel dingen leren’ (Matth. 9:36; lees Markus 6:34). Zijn houding was totaal anders dan die van de farizeeën, die er niet bepaald op zaten te wachten het gewone volk te helpen (Matth. 12:9-14; 23:4; Joh. 7:49). Heb jij net als Jezus het verlangen om geestelijk uitgehongerde mensen te helpen?

10, 11. Is medegevoel altijd op zijn plaats? Leg uit.

10 Dit wil niet zeggen dat medegevoel altijd op zijn plaats is. In de genoemde voorbeelden was het terecht dat Jehovah medegevoel had. Dat was met koning Saul anders. Hij spaarde het leven van Agag, een vijand van Gods volk, en van het beste van het vee. Hij vond misschien zelf dat hij medegevoel had, maar door dit te doen, was hij ongehoorzaam aan Jehovah. Uiteindelijk verwierp Jehovah hem als koning van Israël (1 Sam. 15:3, 9, 15, vtn.). Jehovah is natuurlijk de rechtvaardige Rechter die de harten van mensen kan lezen. Hij weet dan ook wanneer medegevoel niet op zijn plaats is (Klaagl. 2:17; Ezech. 5:11). De tijd komt wanneer hij het oordeel zal voltrekken aan iedereen die weigert hem te gehoorzamen (2 Thess. 1:6-10). Dat zal voor hem niet de tijd zijn om medegevoel te tonen voor mensen die hij als slecht beziet. De vernietiging van die mensen zal juist een gepaste uiting zijn van Jehovah’s medegevoel met de rechtvaardigen, die hij zal redden.

11 Het is natuurlijk niet aan ons om te beoordelen of mensen vernietigd of gered moeten worden. In plaats daarvan moeten we nu alles doen wat we kunnen om mensen te helpen. Wat zijn praktische manieren om medegevoel te tonen voor onze naaste? Laten we eens een paar suggesties bespreken.

ONTWIKKEL EN TOON MEDEGEVOEL

12. Hoe kun je meelevend zijn in het dagelijks leven?

12 Wees behulpzaam in het dagelijks leven. Medegevoel tonen voor je naaste en voor je geloofsgenoten is een basisvereiste voor degenen die Jezus willen navolgen (Joh. 13:34, 35; 1 Petr. 3:8). Eén betekenis van medegevoel is ‘samen lijden’. Iemand die medegevoel toont, wil het lijden van anderen verzachten, misschien door ze bij hun problemen te helpen. Zoek naar mogelijkheden om dat te doen! Zou je iemand kunnen helpen door een klusje of een boodschap voor hem te doen? — Matth. 7:12.

Toon medegevoel door praktische hulp te bieden (Zie alinea 12)

13. Welke eigenschappen van Gods volk zijn duidelijk zichtbaar na rampen?

13 Zet je in voor hulpverlening bij rampen. Het leed dat wordt veroorzaakt door rampen zet velen ertoe aan medegevoel te tonen. Jehovah’s aanbidders staan bekend om de hulp die ze in zulke tijden van nood geven (1 Petr. 2:17). Een Japanse zuster woonde in een gebied dat zwaar getroffen was door de aardbeving en tsunami in 2011. Ze zegt dat ze ‘enorm aangemoedigd en getroost’ werd door alles wat de vele vrijwilligers uit andere delen van Japan en de rest van de wereld deden om de schade aan huizen en Koninkrijkszalen te herstellen. Ze schrijft: ‘Deze ervaring heeft me helpen inzien dat Jehovah om ons geeft en dat broeders en zusters om elkaar geven. Ik weet nu ook dat veel broeders en zusters over de hele wereld voor ons bidden.’

14. Wat kun je doen voor zieken en ouderen?

14 Help zieken en ouderen. Als we zien hoe mensen om ons heen de gevolgen ondervinden van Adams zonde, zet dat ons er terecht toe aan medegevoel te tonen. We zien ernaar uit dat er een eind komt aan ziekte en ouderdom. Daarom bidden we om de komst van Gods Koninkrijk. Ondertussen doen we wat we kunnen om personen in nood te helpen. In een boek over zijn bejaarde moeder, die aan alzheimer leed, schreef een Nederlandse auteur dat ze zich eens had bevuild. Terwijl ze haar kleren probeerde schoon te maken, ging de deurbel. Het bleken twee Getuigen te zijn die regelmatig langskwamen. Ze vroegen of ze iets voor de vrouw konden doen. ‘Het is nogal beschamend, maar graag’, antwoordde de vrouw. De zusters hielpen haar met schoonmaken. Daarna zetten ze een kopje thee voor haar en bleven om wat te praten. De zoon van de vrouw was heel dankbaar. ‘Petje af voor deze twee Jehova getuigen die niet alleen het woord verkopen maar ook de daad bij het woord voegen’, schreef hij. Zet jouw medegevoel met zieken en ouderen je ertoe aan alles te doen wat jij kunt om hun leed te verzachten? — Fil. 2:3, 4.

15. Wat kunnen we door middel van de prediking voor anderen doen?

15 Help mensen in geestelijk opzicht. Als we zien wat voor problemen en zorgen mensen hebben, willen we ze graag in geestelijk opzicht helpen. We kunnen dat het best doen door ze over God te leren en over wat zijn Koninkrijk voor de mensheid zal doen. We kunnen ze ook helpen inzien hoe verstandig het is volgens Bijbelse normen te leven (Jes. 48:17, 18). Kun jij meer doen in de prediking, een werk dat Jehovah eert en dat laat zien dat je met anderen meeleeft? — 1 Tim. 2:3, 4.

JE HEBT ER ZELF VOORDEEL VAN!

16. Hoe heb je er zelf voordeel van als je medegevoel toont?

16 Deskundigen op het gebied van de geestelijke gezondheid zeggen dat het tonen van medegevoel je gezondheid, welzijn en relaties met anderen verbetert. Als je het lijden van anderen verzacht, zul je gelukkiger zijn, optimistischer en minder eenzaam. Ook zul je minder geneigd zijn negatief te denken. Je hebt er dus zelf veel voordeel van als je medegevoel toont (Ef. 4:31, 32). Christenen die liefdevol naar manieren zoeken om anderen te helpen, hebben een goed geweten omdat ze weten dat ze Bijbelse principes volgen. Zo’n instelling maakt van iemand een zorgzamere ouder, een betere huwelijkspartner en een betere vriend. Degenen die snel geneigd zijn hun medegevoel te tonen, krijgen meestal eerder hulp en steun als ze die zelf nodig hebben. (Lees Mattheüs 5:7; Lukas 6:38.)

17. Waarom wil jij medegevoel ontwikkelen en tonen?

17 Dat medegevoel goed voor je is, mag niet de belangrijkste reden zijn om het te willen ontwikkelen. De belangrijkste reden moet zijn dat je Jehovah wilt navolgen en eren, de Bron van liefde en medegevoel (Spr. 14:31). Hij geeft het beste voorbeeld. Doe dus alles wat je kunt om zijn voorbeeld te volgen door medegevoel te tonen. Dan zul je een hechtere band met je broeders en zusters hebben en goede betrekkingen met de mensen om je heen (Gal. 6:10; 1 Joh. 4:16).