1. Wanneer kan het lastig zijn Jehovah te dienen?

WANNEER is het moeilijker om Jehovah te dienen? Als je problemen meemaakt of als je een relatief rustig leven hebt? Als je met uitdagingen te maken krijgt, ben je natuurlijk geneigd om op Jehovah te vertrouwen. Maar wat doe je als het rustig is in je leven? Zou het kunnen dat je dan vergeet hoe belangrijk het is God te dienen? Jehovah waarschuwde de Israëlieten dat dat kon gebeuren (Deut. 6:10-12).

2. Wat voor voorbeeld gaf koning Asa?

² Koning Asa gaf een mooi voorbeeld door verstandig te zijn en volledig op Jehovah te vertrouwen. Hij diende Jehovah in moeilijke tijden maar ook in vredestijd. ‘Het hart van Asa was zijn hele leven volledig toegewijd aan Jehovah’ (1 Kon. 15:14, vtn.). Die toewijding bleek onder meer toen hij Juda vrijmaakte van valse aanbidding. De Bijbel zegt: ‘Hij verwijderde de altaren van andere goden en de offerhoogten, sloeg de heilige zuilen kapot en hakte de heilige palen om’ (2 Kron. 14:3, 5). Ook ontnam hij Maächa, zijn grootmoeder, haar belangrijke positie als koningin-moeder. Waarom? Omdat ze de aanbidding van een afgodsbeeld bevorderde (1 Kon. 15:11-13).

3. Wat gaan we in dit artikel bespreken?

³ Asa deed meer dan alleen een eind maken aan valse aanbidding. Hij bevorderde zuivere aanbidding en hielp het koninkrijk om terug te keren naar Jehovah. Jehovah  zegende Asa en de Israëlieten met een tijd van vrede. * Tijdens de regering van Asa ‘had het land tien jaar lang rust’ (2 Kron. 14:1, 4, 6). In dit artikel gaan we bekijken wat Asa in die vredestijd deed. Vervolgens zullen we stilstaan bij het voorbeeld van christenen in de eerste eeuw die net als Asa hun voordeel deden met een tijd van vrede. Tot slot zullen we zien wat je, als je in een land woont waar vrijheid van aanbidding is, kunt doen om die ‘vredestijd’ verstandig te gebruiken.

4. Wat deed Asa volgens 2 Kronieken 14:2, 6, 7 in vredestijd?

⁴ Lees 2 Kronieken 14:2, 6, 7. Asa zei tegen Juda dat het Jehovah was die ze rust had gegeven aan al hun grenzen. Hij dacht niet dat hij het in die periode rustig aan kon doen. Integendeel, hij begon steden, muren, torens en poorten te bouwen. Hij zei tegen het volk: ‘Het land is nog steeds in ons bezit.’ Wat bedoelde hij daarmee? Hij wilde duidelijk maken dat ze in het land dat God ze had gegeven overal naartoe konden gaan en er konden bouwen omdat er geen vijanden waren. Hij spoorde het volk aan die tijd van rust en vrede goed te benutten.

5. Waarom versterkte Asa zijn leger?

⁵ Asa gebruikte de vredestijd ook om zijn leger te versterken (2 Kron. 14:8). Wil dat zeggen dat hij niet op Jehovah vertrouwde? Nee. Asa wist dat hij als koning de plicht had het volk voor te bereiden op problemen in de toekomst. Hij besefte dat er waarschijnlijk  een eind zou komen aan de vrede, en dat gebeurde ook.

6. Wat deden de eerste christenen in vredestijd?

⁶ De christenen in de eerste eeuw werden vaak vervolgd, maar ze hadden ook periodes van rust en vrede. Wat deden de discipelen in die periodes? Zonder ophouden bleven die trouwe mannen en vrouwen het goede nieuws prediken. Het verslag in Handelingen zegt dat ze ‘in ontzag voor Jehovah leefden’. Ze gingen door met prediken en daardoor bleef de gemeente ‘in aantal toenemen’. Het is duidelijk dat Jehovah hun ijverige prediking in die periodes van vrede zegende (Hand. 9:26-31).

7-8. Waaruit blijkt dat Paulus en anderen elke gelegenheid om te prediken aangrepen?

⁷ De discipelen in de eerste eeuw grepen elke gelegenheid aan om het goede nieuws te verspreiden. Toen Paulus bijvoorbeeld in Efeze zag dat er een deur naar activiteit voor hem openstond, greep hij de gelegenheid aan om in die stad te prediken en discipelen te maken (1 Kor. 16:8, 9).

⁸ Er deed zich nog een gelegenheid voor toen in het jaar 49 de besnijdeniskwestie werd opgelost (Hand. 15:23-29). Toen de beslissing aan de gemeenten was doorgegeven, deden de discipelen veel moeite om ‘het goede nieuws van het woord van Jehovah’ bekend te maken (Hand. 15:30-35). Het resultaat? De Bijbel zegt: ‘De gemeenten werden steeds sterker in het geloof en hun aantal nam van dag tot dag toe’ (Hand. 16:4, 5).

9. Wat is de situatie in veel landen, en wat kun je je afvragen?

⁹ In veel landen kunnen we in vrijheid prediken. Woon jij in een land waar vrijheid van aanbidding is? Dan is het goed je af te vragen hoe je die vrijheid gebruikt. In deze spannende laatste dagen geeft Jehovah’s organisatie leiding aan de grootste predikings- en onderwijscampagne die de wereld ooit heeft gezien (Mark. 13:10). Er is voor Jehovah’s volk dus veel te doen!

10. Waartoe moedigt 2 Timotheüs 4:2 ons aan?

¹⁰ Hoe kun je je voordeel doen met een periode van vrede? (Lees 2 Timotheüs 4:2.) Je zou je omstandigheden kunnen bekijken om te zien of je in de prediking meer kunt doen of misschien zelfs kunt pionieren. Of misschien is dat mogelijk voor iemand anders in je gezin. Het is nu niet de tijd om geld en spullen te verzamelen, want die dingen kunnen we niet door de grote verdrukking heen meenemen (Spr. 11:4; Matth. 6:31-33; 1 Joh. 2:15-17).

11. Wat hebben sommigen gedaan om zo veel mogelijk mensen te bereiken met het goede nieuws?

¹¹ Veel verkondigers hebben een nieuwe taal geleerd zodat ze anderen kunnen helpen meer over Jehovah te leren. Ze krijgen hulp van Gods organisatie, die in steeds meer talen Bijbels materiaal produceert. Zo is het aantal talen waarin we lectuur beschikbaar hebben sinds 2010 gestegen van zo’n 500 tot meer dan 1000!

12. Wat doet het met mensen als ze de Koninkrijksboodschap in hun moedertaal horen? Geef een voorbeeld.

¹² Wat doet het met mensen als ze de  waarheid uit Gods Woord in hun moedertaal kunnen horen? Neem het voorbeeld van een zuster die in de VS naar een congres ging in haar eigen taal, het Kinyarwanda, dat wordt gesproken in Rwanda, Congo (Kinshasa) en Oeganda. Na het congres zei ze: ‘Dit is de eerste keer sinds ik 17 jaar geleden naar de VS ben gekomen dat ik een geestelijk programma helemaal kon begrijpen.’ De zuster was diep geraakt toen ze het programma in haar eigen taal hoorde. Zou jij, als je omstandigheden het toelaten, een andere taal kunnen leren om mensen in je gebied te helpen? Zijn er mensen in je gebied die eerder bereid zijn naar je te luisteren als je ze in hun moedertaal aanspreekt? Je inspanningen zullen beslist de moeite waard zijn.

13. Hoe hebben onze broeders en zusters in Rusland een periode van vrede benut?

¹³ Niet al onze broeders en zusters kunnen in vrijheid prediken. In sommige landen zijn er strenge beperkingen van overheidswege. Denk maar aan de broeders en zusters in Rusland. Na tientallen jaren vervolging werden ze in maart 1991 officieel erkend. Op dat moment waren er ongeveer 16.000 verkondigers in Rusland. Twintig jaar later was dat aantal gegroeid tot meer dan 160.000! Onze broeders en zusters zijn duidelijk verstandig geweest toen ze de kans hadden om in vrijheid te prediken. Maar er kwam een eind aan die vredestijd. Toch is door de veranderingen hun ijver voor de zuivere aanbidding niet verslapt. Ze blijven doen wat ze kunnen om Jehovah te dienen.

14-15. Hoe hielp Jehovah Asa?

¹⁴ Tijdens de regering van Asa kwam er een eind aan de vredestijd. Vanuit Ethiopië trok een enorm leger van een miljoen man tegen Juda op. De aanvoerder, Zera, was vol vertrouwen dat hij met zijn leger Juda kon verslaan. Koning Asa vertrouwde echter niet op de grootte van zijn leger maar op zijn God, Jehovah. Hij bad: ‘Help ons, Jehovah, onze God, want we vertrouwen op u, en in uw naam zijn we tegen deze menigte opgerukt’ (2 Kron. 14:11).

¹⁵ Het Ethiopische leger telde bijna twee keer zo veel soldaten, maar Asa wist dat Jehovah machtig is en zijn aanbidders kan helpen. En Jehovah stelde hem niet teleur. Het Ethiopische leger leed een verpletterende nederlaag (2 Kron. 14:8-13).

16. Hoe weten we dat er een eind komt aan de vredestijd?

¹⁶ We weten niet tot in detail wat de toekomst ons persoonlijk zal brengen, maar we weten wel dat de tijd van vrede en rust die Gods aanbidders nu meemaken tijdelijk is. Jezus heeft voorzegd dat zijn discipelen in de laatste dagen ‘door alle volken gehaat’ zouden worden (Matth. 24:9). En Paulus zei dat ‘iedereen die toegewijd aan God en als volgeling van Christus Jezus wil leven, zal worden vervolgd’ (2 Tim. 3:12). Satan is ‘woedend’, en je zou jezelf voor de gek houden als je denkt dat je zijn woede op een of andere manier kunt ontlopen (Openb. 12:12).

17. Hoe kan ons geloof op de proef worden gesteld?

¹⁷ Binnenkort krijgen we allemaal te maken met beproevingen op ons geloof. ‘Er zal een grote verdrukking zijn zoals er vanaf het begin van de wereld tot nu toe niet is voorgekomen’ (Matth. 24:21). In die tijd keren familieleden zich misschien tegen je en wordt ons werk misschien verboden (Matth. 10:35, 36). Zul je er net als Asa op vertrouwen dat Jehovah je helpt en beschermt?

18. Wat helpt ons volgens Hebreeën 10:38, 39 om voorbereid te zijn op het einde van de vredestijd?

 ¹⁸ Jehovah bereidt ons geestelijk voor op wat er gaat komen. Hij stuurt ‘de getrouwe en beleidvolle slaaf’ aan om ons ‘op het juiste moment’ voedzaam geestelijk voedsel te geven dat ons helpt trouw te blijven in onze aanbidding (Matth. 24:45). Maar wij moeten ons deel doen om een onwankelbaar geloof op te bouwen. (Lees Hebreeën 10:38, 39.)

19-20. Wat moet je je in het licht van 1 Kronieken 28:9 afvragen, en waarom?

¹⁹ Net als koning Asa moeten wij Jehovah ‘zoeken’ (2 Kron. 14:4; 15:1, 2). Dat zoeken begint als je Jehovah leert kennen en je laat dopen. Vervolgens doe je wat je kunt om meer liefde voor Jehovah te krijgen. Om te weten hoe je er in dat opzicht voor staat, kun je je afvragen of je geregeld naar de vergaderingen gaat. Op de vergaderingen kun je nieuwe kracht opdoen en genieten van opbouwende omgang (Matth. 11:28). Je kunt je ook afvragen of je goede studiegewoonten hebt. Zet je elke week tijd opzij voor de gezinsaanbidding of voor persoonlijke studie? En doe je zo veel mogelijk in de prediking?

²⁰ Waarom moet je die vragen stellen? De Bijbel laat zien dat Jehovah onderzoekt wat je denkt en wat er in je hart is, en dus moet jij dat ook doen. (Lees 1 Kronieken 28:9.) Als je merkt dat je iets moet veranderen aan je doelen, je instelling of je manier van denken, vraag Jehovah dan om hulp daarbij. Het is nu de tijd om je voor te bereiden op de beproevingen die ons te wachten staan. Laat je er door niets van weerhouden de vredestijd verstandig te gebruiken!