STUDIEARTIKEL 37
Je kunt je broeders en zusters vertrouwen
‘Liefde (...) gelooft alles, hoopt alles.’ — 1 KOR. 13:7.
LIED 124 Blijf loyaal
VOORUITBLIK *
1. Waarom verrast het ons niet dat veel mensen niemand meer vertrouwen?
IN Satans wereld weten mensen niet wie ze nog kunnen vertrouwen. Ze zijn teleurgesteld in zakenlui, politici en geestelijken. En vaak kunnen ze voor hun gevoel buren, vrienden en zelfs familieleden niet vertrouwen. Dat verbaast ons niet. Volgens de Bijbel zouden mensen in de laatste dagen ‘ontrouw’, ‘kwaadsprekers’ en ‘verraders’ zijn. Ze zouden lijken op de god van deze wereld, die allesbehalve betrouwbaar is (2 Tim. 3:1-4; 2 Kor. 4:4).
2. (a) Wie kun je volledig vertrouwen? (b) Wat vragen sommigen zich af?
2 Als christenen weten we dat we volledig op Jehovah kunnen vertrouwen (Jer. 17:7, 8). We zijn ervan overtuigd dat hij van ons houdt en zijn vrienden ‘nooit in de steek laat’ (Ps. 9:10). We kunnen ook op Christus Jezus vertrouwen, want hij gaf zijn leven voor ons (1 Petr. 3:18). En we weten uit eigen ervaring dat de Bijbel betrouwbare raad geeft (2 Tim. 3:16, 17). We weten dus zeker dat we op Jehovah, Jezus en de Bijbel kunnen vertrouwen. Maar sommigen vragen zich misschien af of ze ook altijd op de broeders en zusters kunnen bouwen. Wat is de basis voor vertrouwen in hen?
JE HEBT JE BROEDERS EN ZUSTERS NODIG
3. Welk bijzondere voorrecht hebben we? (Markus 10:29, 30)
3 Jehovah heeft je uitgekozen om deel uit te maken van zijn gezin van aanbidders. Dat is een bijzonder voorrecht dat veel voordelen heeft. (Lees Markus 10:29, 30.) Over de hele wereld heb je broeders en zusters die net als jij van Jehovah houden en hun best doen naar zijn normen te leven. Misschien spreken ze een andere taal, komen ze uit een andere cultuur of dragen ze andere kleren. Toch voel je een speciale band met ze, zelfs als je ze voor het eerst ontmoet. En wat is het fijn om samen onze lieve hemelse Vader te loven en te aanbidden! (Ps. 133:1)
4. Waarom heb je je broeders en zusters nodig?
4 Het is nu belangrijker dan ooit verenigd te blijven met je broeders en zusters. Zij kunnen je helpen je lasten te dragen (Rom. 15:1; Gal. 6:2). Ze moedigen je aan actief en geestelijk sterk te blijven (1 Thess. 5:11; Hebr. 10:23-25). Bedenk hoe je je zou voelen als je de bescherming van de gemeente niet had en geen hulp kreeg om stand te houden tegen onze gemeenschappelijke vijanden: Satan de Duivel en zijn slechte wereld. Zij gaan Gods aanbidders binnenkort aanvallen. Wat zul je dan dankbaar zijn je broeders en zusters aan je zij te hebben!
5. Waarom vinden sommigen het moeilijk hun broeders en zusters te vertrouwen?
5 Sommigen vinden het moeilijk hun broeders en zusters te vertrouwen. Het kan zijn dat iemand in de gemeente hun vertrouwen heeft beschaamd of een belofte heeft verbroken. Of misschien heeft iemand iets gezegd of gedaan dat veel pijn deed. Zulke ervaringen kunnen het moeilijk maken anderen te vertrouwen. Wat kan je helpen meer vertrouwen te krijgen in je broeders en zusters?
VERTROUWEN GROEIT DOOR LIEFDE
6. Hoe helpt liefde je om meer vertrouwen te krijgen? (1 Korinthiërs 13:4-8)
6 Liefde is de basis voor vertrouwen. In 1 Korinthiërs 13 worden heel wat aspecten van liefde genoemd die je helpen vertrouwen in anderen te krijgen of het te herstellen. (Lees 1 Korinthiërs 13:4-8.) In vers 4 wordt bijvoorbeeld gezegd dat liefde ‘geduldig en vriendelijk’ is. Jehovah heeft geduld met ons als we tegen hem zondigen. Heb dus geduld met je broeders en zusters als ze dingen zeggen of doen die je irriteren of kwetsen. In vers 5 staat dat liefde ‘niet geërgerd raakt’ en ‘het kwaad niet aanrekent’. Het zou niet goed zijn ‘het kwaad aan te rekenen’ door in je hoofd een lijst bij te houden van andermans fouten waar je later op terug kunt komen. In Prediker 7:9 staat: ‘Erger je niet te snel.’ Het is veel beter toe te passen wat Efeziërs 4:26 zegt: ‘Laat de zon niet ondergaan terwijl je nog boos bent.’
7. Hoe kan het principe uit Mattheüs 7:1-5 je helpen vertrouwen op te bouwen?
7 Je kunt ook leren meer op je broeders en zusters te vertrouwen door ze net zo te bezien als Jehovah. Hij heeft ze lief en houdt niet bij wat ze allemaal verkeerd doen. Dat zouden wij ook niet moeten doen (Ps. 130:3). Focus niet op hun fouten maar doe je best om te ontdekken wat hun goede eigenschappen zijn en wat voor goeds ze in potentie kunnen doen. (Lees Mattheüs 7:1-5.) Geef ze het voordeel van de twijfel, want liefde ‘gelooft alles’ (1 Kor. 13:7). Dat betekent niet dat Jehovah wil dat je anderen blindelings vertrouwt. Hij wil dat je ze vertrouwt omdat ze hebben aangetoond betrouwbaar te zijn. *
8. Hoe kun je vertrouwen in je broeders en zusters opbouwen?
8 Vertrouwen moet, net als respect, verdiend worden. En dat kost tijd. Hoe kun je vertrouwen in je broeders en zusters opbouwen? Leer ze goed kennen. Praat met ze op vergaderingen. Werk met ze samen in de dienst. Wees geduldig en geef ze de kans om te laten zien dat ze betrouwbaar zijn. Als je iemand net leert kennen, zul je waarschijnlijk niet meteen al je persoonlijke gedachten en gevoelens delen. Maar als jullie band groeit, wordt dat misschien makkelijker (Luk. 16:10). Wat kun je doen als iemand je vertrouwen beschaamt? Schrijf hem niet te snel af, maar geef de zaak wat tijd. En laat niet toe dat je door wat een enkeling doet het vertrouwen in de rest verliest. Laten we eens kijken naar het voorbeeld van trouwe aanbidders van Jehovah die, ook al werden ze door sommigen teleurgesteld, hun vertrouwen in anderen bewaarden.
ZE VERLOREN HUN VERTROUWEN NIET
9. (a) Hoe toonde Hanna vertrouwen in Jehovah’s regeling ondanks de fouten van zijn vertegenwoordigers? (b) Wat leert Hanna’s ervaring je over vertrouwen in Jehovah’s regeling? (Zie de afbeelding.)
9 Ben je weleens teleurgesteld door wat een verantwoordelijke broeder deed? Dan zul je veel hebben aan het voorbeeld van Hanna. In haar tijd was hogepriester Eli de hoogste geestelijke autoriteit in Israël. Maar hij had geen voorbeeldig gezin. Zijn zonen, die priester waren, deden constant schandelijke, immorele dingen. Hoewel hun vader weinig deed om ze te corrigeren, zette Jehovah hem niet meteen uit zijn ambt. Toch was het niet zo dat Hanna weigerde voor aanbidding naar de tabernakel te gaan zolang Eli hogepriester was. Ze bewaarde vertrouwen in Gods regeling. Toen Eli Hanna, die erg van streek was, zag bidden, dacht hij ten onrechte dat ze dronken was. Zonder navraag te doen, leverde hij kritiek op de radeloze vrouw (1 Sam. 1:12-16). Hanna had beloofd dat als ze een zoon zou krijgen, ze hem naar de tabernakel zou brengen. Ze was bereid zich aan haar gelofte te houden, ook al zou hij dan onder de hoede van Eli staan (1 Sam. 1:11). Moest het gedrag van Eli’s zonen dan niet gecorrigeerd worden? Jawel, en uiteindelijk greep Jehovah ook in (1 Sam. 4:17). Ondertussen beloonde hij Hanna met een zoon, Samuël (1 Sam. 1:17-20).
10. Waaruit blijkt dat David ondanks een slechte ervaring zijn vertrouwen in anderen bewaarde?
10 Heb je je weleens verraden gevoeld door een goede vriend? Dan zul je veel hebben aan de ervaring van David. Toen zijn zoon Absalom een coup pleegde, sloot zijn vriend Achitofel zich daarbij aan. Wat een klap voor David! Hij verloor de steun van zowel zijn zoon als de man die hij als vriend bezag. Maar David liet niet toe dat dit verraad zijn vertrouwen in anderen aantastte. Hij had bijvoorbeeld vertrouwen in Husai, een loyale vriend die zich niet bij de opstand aansloot. En zijn vertrouwen was niet misplaatst. Husai bleek een goede vriend te zijn, die zelfs zijn leven riskeerde om hem te helpen (2 Sam. 17:1-16).
11. Hoe gaf een van Nabals dienaren blijk van vertrouwen?
11 Nog een voorbeeld is dat van een dienaar van Nabal. David en zijn mannen waren zo vriendelijk geweest de dienaren van de rijke Nabal bescherming te bieden. Later vroeg David hem om voedsel voor zijn mannen — wat hij maar missen kon. Toen Nabal dat bescheiden verzoek weigerde, werd David zo kwaad dat hij besloot alle mannen in zijn huis te doden. Maar een van de dienaren meldde de situatie aan Nabals vrouw, Abigaïl. Als lid van de huishouding wist hij dat zijn leven in haar handen lag. In plaats van te vluchten vertrouwde hij erop dat zij de situatie kon rechtzetten. Dat vertrouwen kon hij hebben omdat ze bekendstond als een verstandige vrouw. En zijn vertrouwen bleek gerechtvaardigd. Abigaïl trad moedig op en weerhield David ervan zijn plan uit te voeren (1 Sam. 25:2-35). Ze vertrouwde erop dat David redelijk zou zijn.
12. Hoe liet Jezus zien dat hij zijn discipelen ondanks hun tekortkomingen vertrouwde?
12 Jezus vertrouwde zijn discipelen ondanks hun tekortkomingen (Joh. 15:15, 16). Toen Jakobus en Johannes hem om een speciale positie in het Koninkrijk vroegen, twijfelde hij er niet aan dat ze Jehovah met de juiste motieven dienden. Hij zette ze niet af uit hun ambt als apostel (Mark. 10:35-40). In de nacht dat hij werd gearresteerd, lieten al zijn discipelen hem in de steek (Matth. 26:56). Maar hij verloor nooit het vertrouwen in hen. Hoewel hij heel goed wist wat hun fouten waren, ‘had hij ze tot het einde toe lief’ (Joh. 13:1). Na zijn opstanding gaf hij zijn 11 trouwe apostelen zelfs de zware verantwoordelijkheid om de leiding te nemen in het maken van discipelen en om voor zijn dierbare schapen te zorgen (Matth. 28:19, 20; Joh. 21:15-17). Zijn vertrouwen in die onvolmaakte mannen was niet misplaatst. Ze waren allemaal trouw tot het einde van hun aardse loopbaan. Hanna, David, de dienaar van Nabal, Abigaïl en Jezus gaven een goed voorbeeld door te vertrouwen op onvolmaakte mensen.
VERTROUWEN HERSTELLEN
13. Waardoor kan vertrouwen worden aangetast?
13 Is jouw vertrouwen weleens beschaamd door iemand aan wie je iets in vertrouwen had verteld? Dat kan heel vervelend zijn. Zo was er een zuster die eens iets persoonlijks aan een ouderling toevertrouwde. De volgende dag belde de vrouw van de ouderling om haar een hart onder de riem te steken. Blijkbaar wist ze wat in vertrouwen aan haar man was verteld. Het is begrijpelijk dat het vertrouwen van de zuster in die ouderling was ondermijnd. Maar ze was zo verstandig hulp te zoeken. Ze sprak er met een andere ouderling over, die haar hielp om het vertrouwen in de ouderlingen te herstellen.
14. Wat hielp één broeder om het vertrouwen te herstellen?
14 Er was eens een broeder die heel lang boos was op twee ouderlingen die hij voor zijn gevoel niet kon vertrouwen. Maar toen ging hij nadenken over wat hij ooit had gehoord van een broeder voor wie hij veel respect had. Het was een eenvoudige maar krachtige opmerking: ‘Je broeders en zusters zijn niet de vijand, dat is Satan.’ De broeder dacht lang over die woorden na en bad om hulp. Uiteindelijk was hij in staat vrede te sluiten met beide ouderlingen.
15. Waarom kan het tijd kosten vertrouwen te herstellen? Geef een voorbeeld.
15 Heb jij weleens een voorrecht verloren? Dat kan echt pijn doen. Grete en haar moeder waren trouwe Getuigen in nazi-Duitsland. Toen in de jaren 30 ons werk daar verboden was, kreeg Grete het voorrecht kopieën van De Wachttoren voor broeders en zusters uit te typen. Maar toen de broeders erachter kwamen dat haar vader tegen de waarheid was, ontnamen ze haar dat voorrecht uit angst dat haar vader de gemeente aan tegenstanders zou verraden. En dat was nog niet alles. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vertrouwden ze Grete en haar moeder geen exemplaren van de tijdschriften toe en wilden ze op straat niet met hen praten. Dat deed veel pijn. De wonden waren zo diep dat het Grete veel tijd kostte om die broeders te vergeven en weer te vertrouwen. Maar uiteindelijk ging ze beseffen dat Jehovah ze vergeven moest hebben en dat zij dat dus ook moest doen. *
‘Je broeders en zusters zijn niet de vijand, dat is Satan’
16. Waarom moet je elk obstakel voor vertrouwen uit de weg ruimen?
16 Als je ook zo’n vervelende ervaring hebt gehad, doe dan moeite om je vertrouwen te herstellen. Dat kost misschien tijd, maar het is de moeite waard. Stel dat je een voedselvergiftiging krijgt. Dat maakt je misschien voorzichtiger met wat je eet. Maar je gaat niet door één slechte maaltijd stoppen met eten. Laat dus niet toe dat één slechte ervaring je vertrouwen aantast in al je broeders en zusters, van wie je weet dat ze niet volmaakt geboren zijn. Het herstellen van vertrouwen maakt je gelukkiger. En het maakt het makkelijker je te concentreren op wat jij kunt doen om bij te dragen aan de sfeer van vertrouwen in de gemeente.
17. Waarom is vertrouwen zo belangrijk, en waar gaat het volgende artikel over?
17 Vertrouwen is zeldzaam in Satans wereld. Maar onder de broeders en zusters overal ter wereld heerst vertrouwen op basis van liefde. Dat vertrouwen draagt bij tot onze vreugde en eenheid. En het zal een bescherming zijn als we moeilijke tijden meemaken. Wat moet je doen als je vertrouwen is beschaamd? Probeer de dingen te bekijken vanuit Jehovah’s perspectief, pas Bijbelse principes toe, ontwikkel diepe liefde voor je broeders en zusters en leer van Bijbelse voorbeelden. Je kunt je gekwetste gevoelens de baas worden en je vertrouwen in anderen herstellen. Als je dat doet, zul je ervaren wat een zegen het is veel vrienden te hebben die ‘trouwer dan een broer’ zijn (Spr. 18:24). Maar vertrouwen moet van twee kanten komen. Het volgende artikel laat zien hoe je kunt bewijzen dat je het vertrouwen van je broeders en zusters waard bent.
LIED 99 Vele miljoenen Getuigen
^ Je moet je broeders en zusters vertrouwen. Dat is niet altijd makkelijk, want ze kunnen je soms teleurstellen. Dit artikel belicht Bijbelse principes die je kunt gebruiken en voorbeelden uit het verleden waarover je kunt mediteren. Het zal je helpen vertrouwen in je broeders en zusters op te bouwen of je vertrouwen te herstellen als ze je hebben teleurgesteld.
^ De Bijbel waarschuwt dat sommigen in de gemeente je vertrouwen misschien niet waard zijn (Jud. 4). In zeldzame gevallen kunnen valse broeders proberen anderen te misleiden door ‘de waarheid te verdraaien’ (Hand. 20:30). We kiezen ervoor zulke personen niet te vertrouwen en niet naar ze te luisteren.
^ Zie voor de ervaring van Grete het Jaarboek van Jehovah’s Getuigen 1975, blz. 129-131.