Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

STUDIEARTIKEL 37

LIED 118 Geef meer geloof

Een brief die je helpt trouw te blijven tot het einde

Een brief die je helpt trouw te blijven tot het einde

‘We hebben alleen deel aan de Christus als we tot het einde toe stevig vasthouden aan het vertrouwen dat we in het begin hadden.’ — HEBR. 3:14.

FOCUS

Praktische lessen uit de brief aan de Hebreeën die je helpen trouw te volharden tot het einde van deze wereld.

1-2. (a) Wat was de situatie in Judea toen Paulus de brief aan de Hebreeën schreef? (b) Waarom kwam die geïnspireerde brief precies op het juiste moment?

 VOOR de christenen in Jeruzalem en Judea waren de jaren na Jezus’ dood erg zwaar. Kort na het ontstaan van de christelijke gemeente brak er hevige vervolging uit (Hand. 8:1). Zo’n 20 jaar later kregen Christus’ volgelingen te maken met armoede, mogelijk als gevolg van een hongersnood die het land had geteisterd (Hand. 11:27-30). Maar rond 61 brak er een relatief rustige tijd aan — in vergelijking met wat ze te wachten stond. In die periode ontvingen ze een geïnspireerde brief van Paulus, een brief die, zoals later zou blijken, precies op het juiste moment kwam.

2 De brief aan de Hebreeën kwam precies op tijd omdat hun periode van vrede niet van blijvende duur was. Paulus gaf praktische raad die ze zou helpen de moeilijkheden te doorstaan waarmee ze al gauw te maken zouden krijgen. De verwoesting van Jeruzalem, die Jezus had voorspeld, was dichtbij (Luk. 21:20). Natuurlijk wisten Paulus en de christenen in Judea niet precies wanneer de verwoesting zou komen. Maar ze konden zich erop voorbereiden door de tijd die ze nog hadden te gebruiken om te werken aan hun geloof en volharding (Hebr. 10:25; 12:1, 2).

3. Waarom is het boek Hebreeën zo interessant voor ons?

3 Wij staan vlak voor een verdrukking die nog veel moeilijker zal zijn dan die in de eerste eeuw (Matth. 24:21; Openb. 16:14, 16). Laten we daarom eens stilstaan bij de praktische adviezen die Jehovah aan de Hebreeën gaf. Ze zullen ook voor ons heel nuttig zijn.

‘STREVEN NAAR GEESTELIJKE VOLWASSENHEID’

4. Waarom hadden Joodse christenen het niet makkelijk? (Zie ook de afbeelding.)

4 Christenen met een Joodse achtergrond hadden het niet makkelijk. Ooit waren de Joden Jehovah’s uitverkoren volk geweest. Jeruzalem was op aarde de zetel van Gods Koninkrijk en de tempel het centrum van zuivere aanbidding. Alle trouwe Joden hielden zich aan de wet van Mozes en de uitleg die hun religieuze leiders eraan gaven. Ze hadden regels over voedsel, besnijdenis en zelfs omgang met niet-Joden. Maar na de dood van Jezus accepteerde Jehovah de Joodse offers niet meer. Dat plaatste Joodse christenen die gewend waren de wet na te leven voor een uitdaging (Hebr. 10:1, 4, 10). Zelfs geestelijk volwassen christenen, zoals Petrus, hadden er moeite mee zich aan te passen (Hand. 10:9-14; Gal. 2:11-14). En vanwege hun nieuwe geloof werden ze een doelwit van de Joodse religieuze leiders.

Christenen moesten loyaal blijven aan de waarheid en onjuiste redenaties van de Joodse religieuze leiders verwerpen (Zie alinea 4-5)


5. Waarvoor moesten christenen oppassen?

5 De Hebreeuwse christenen kregen tegenstand uit twee hoeken. Ten eerste van de Joodse religieuze leiders die hen als afvallig behandelden. En ten tweede van sommigen in de gemeente die, misschien om vervolging te voorkomen, volhielden dat volgelingen van Christus bepaalde aspecten van de wet van Mozes moesten naleven (Gal. 6:12). Wat zou trouwe christenen helpen loyaal te blijven aan de waarheid?

6. Waartoe moedigde Paulus zijn broeders en zusters aan? (Hebreeën 5:14–6:1)

6 Paulus moedigde de Hebreeën in zijn brief aan dieper in Gods Woord te duiken. (Lees Hebreeën 5:14–6:1.) Met citaten uit de Hebreeuwse Geschriften legde Paulus uit wat de christelijke manier van aanbidden beter maakte dan het jodendom. a Hij wilde dat ze meer kennis en een dieper begrip van de waarheid zouden krijgen. Dat zou ze in staat stellen onjuiste redenaties te herkennen en te verwerpen, zodat ze niet misleid zouden worden.

7. Voor welke uitdagingen staan wij?

7 Ook wij worden geconfronteerd met denkbeelden en argumenten die tegen Jehovah’s rechtvaardige normen ingaan. We worden vaak aangevallen omdat we ons houden aan de Bijbelse normen voor seks. We worden intolerant en hard genoemd. De kloof tussen de opvattingen in de wereld en Gods volmaakte kijk op dingen wordt steeds groter (Spr. 17:15). Zorg er dus voor dat je de ideeën waarmee tegenstanders ons willen demotiveren of zelfs misleiden kunt herkennen en verwerpen (Hebr. 13:9).

8. Hoe kun je naar geestelijke volwassenheid streven?

8 Het is goed om, zoals Paulus de Hebreeuwse christenen adviseerde, te streven naar geestelijke volwassenheid. Hiervoor moet je je in de waarheid verdiepen zodat je leert denken zoals Jehovah denkt. Het is een proces dat ook na je opdracht en doop nog doorgaat. Elk van ons moet, hoelang hij ook in de waarheid is, regelmatig Gods Woord lezen en bestuderen (Ps. 1:2). Met een goede routine van persoonlijke studie kun je werken aan iets dat Paulus in zijn brief aan de Hebreeën benadrukte: geloof (Hebr. 11:1, 6).

‘HET SOORT DAT GELOOF HEEFT EN DAARDOOR IN LEVEN BLIJFT’

9. Waarom hadden de christenen een sterk geloof nodig?

9 De Hebreeuwse christenen zouden een sterk geloof nodig hebben om de naderende verdrukking in Judea te overleven (Hebr. 10:37-39). Jezus had zijn volgelingen gewaarschuwd om naar de bergen te vluchten als ze zouden zien dat Jeruzalem door legertroepen was omsingeld. Zijn raad gold voor alle christenen, of ze nu in de stad woonden of op het platteland (Luk. 21:20-24). Als in die tijd een leger een gebied binnenviel, zochten de mensen normaal gesproken bescherming in een ommuurde stad, zoals Jeruzalem. Naar de bergen vluchten zou dan een slecht idee lijken. Daarom zouden ze een groot geloof nodig hebben.

10. Waar zou een sterk geloof christenen toe bewegen? (Hebreeën 13:17)

10 De Hebreeën moesten vertrouwen hebben in degenen die Jezus gebruikte om de gemeente te leiden. Zij hebben waarschijnlijk specifieke instructies gegeven over wanneer en hoe iedereen moest vluchten. (Lees Hebreeën 13:17.) Het Griekse woord voor ‘gehoorzamen’ in Hebreeën 13:17 impliceert dat iemand zich door zijn vertrouwen in de persoon die leiding geeft laat overtuigen om gehoorzaam te zijn. Dat gaat verder dan hem simpelweg gehoorzamen omdat hij bevoegd is om leiding te geven. De Hebreeuwse christenen moesten dus voordat de verdrukking begon vertrouwen opbouwen in degenen die de leiding namen. Als ze in vredestijd gehoorzaam hun instructies opvolgden, zou het veel makkelijker voor ze zijn om dat ook in crisistijd te doen.

11. Waarom hebben wij een sterk geloof nodig?

11 Net als de Hebreeuwse christenen hebben ook wij geloof nodig. De meeste mensen trekken zich niets aan van de Bijbelse waarschuwing voor het einde van deze wereld. Ze vinden het zelfs belachelijk (2 Petr. 3:3, 4). En hoewel de Bijbel ons wel wat informatie over de grote verdrukking geeft, zijn er veel dingen die we niet weten. Je hebt dus een sterk geloof nodig om erop te vertrouwen dat het einde precies op tijd komt en dat Jehovah voor ons zal zorgen (Hab. 2:3).

12. Wat zal je helpen de grote verdrukking te overleven?

12 We moeten ook ons geloof versterken in het kanaal dat Jehovah gebruikt om ons te leiden: ‘de getrouwe en beleidvolle slaaf’ (Matth. 24:45). Als de grote verdrukking begint, krijg je misschien specifieke, levensbelangrijke instructies, net zoals de Hebreeuwse christenen die misschien kregen toen de Romeinen kwamen. Versterk daarom nu je vertrouwen in de instructies die we krijgen van degenen die in Jehovah’s organisatie de leiding nemen. Je kunt niet verwachten dat je tijdens de grote verdrukking hun instructies vol vertrouwen zult opvolgen als je daar nu al moeite mee hebt.

13. Waarom was de raad in Hebreeën 13:5 nodig?

13 De Hebreeuwse christenen moesten, terwijl ze alert waren op het teken om te vluchten, een eenvoudig leven leiden dat vrij was van ‘de liefde voor geld’. (Lees Hebreeën 13:5.) Heel wat Hebreeën hadden hongersnood en armoede meegemaakt (Hebr. 10:32-34). Misschien waren sommigen die ooit bereid waren geweest ontberingen te doorstaan voor het goede nieuws, gaan denken dat ze toch geld nodig hadden als bescherming. Maar geld, hoeveel het ook was, kon hun leven niet redden als Jeruzalem werd vernietigd (Jak. 5:3). Waarschijnlijk zou iedereen die van geld en spullen hield het juist moeilijker vinden te vluchten en zijn huis en bezittingen achter te laten.

14. Welke uitwerking kan een sterk geloof hebben op je beslissingen over materiële dingen?

14 Als je echt gelooft dat het einde van deze wereld dichtbij is, zal dat je helpen niet materialistisch te worden. Mensen zullen straks ‘hun zilver op straat gooien’ omdat ze beseffen dat ‘geen zilver of goud hen kan bevrijden op de dag van Jehovah’s woede’ (Ezech. 7:19). Wees er dus niet op gericht zo veel mogelijk geld te verdienen maar maak keuzes die je in staat stellen een eenvoudig, evenwichtig leven te leiden. Geef niet meer geld uit dan je hebt. Weersta de verleiding dingen te kopen die niet nodig zijn en waaraan je alleen maar veel tijd kwijt bent. En voorkom dat je te gehecht raakt aan de spullen die je al hebt (Matth. 6:19, 24). Naarmate het einde van deze wereld dichterbij komt, kan het zijn dat je geloof op de proef wordt gesteld als het gaat om materiële dingen en andere kwesties.

‘JULLIE HEBBEN VOLHARDING NODIG’

15. Waarom hadden de Hebreeuwse christenen volharding nodig?

15 Het geloof van de Hebreeuwse christenen zou op de proef worden gesteld naarmate de omstandigheden in Judea achteruitgingen (Hebr. 10:36). Hoewel sommigen al hevige vervolging hadden meegemaakt, waren velen christen geworden in een periode van relatieve vrede. Paulus zei dat hoewel hun geloof al op de proef was gesteld, ze nog niet hadden geleden zoals Jezus, namelijk tot de dood toe (Hebr. 12:4). Naarmate er meer christenen kwamen, werden de Joodse tegenstanders steeds bozer en fanatieker. Slechts een paar jaar voordat Paulus zijn brief schreef had zijn bezoek aan Jeruzalem tot een rel geleid. Meer dan 40 Joden ‘deden een eed met een vervloeking’ en ‘zwoeren dat ze niet zouden eten of drinken voordat ze Paulus hadden gedood’ (Hand. 22:22; 23:12-14). In zo’n klimaat van religieus fanatisme en haat moesten de christenen doorgaan met hun samenkomsten, het goede nieuws blijven prediken en een sterk geloof behouden.

16. Welke kijk moeten we volgens de brief aan de Hebreeën op vervolging hebben? (Hebreeën 12:7)

16 Wat zou de Hebreeuwse christenen helpen te volharden? Paulus wist dat ze een juiste kijk op hun beproevingen moesten hebben. Daarom legde hij uit dat Jehovah geloofsbeproevingen kan toelaten als onderdeel van de opleiding van een christen. (Lees Hebreeën 12:7.) Die opleiding kan je helpen belangrijke christelijke eigenschappen te ontwikkelen en bij te schaven. Focussen op het eindresultaat van zulke beproevingen zou het makkelijker maken om te volharden (Hebr. 12:11).

17. Wat had Paulus geleerd over volharding?

17 Paulus spoorde de Hebreeuwse christenen aan beproevingen moedig te doorstaan. Hij was in een goede positie om ze daarover te schrijven. Omdat hij christenen had vervolgd, wist hij wat ze te wachten stond. Maar hij wist ook wat het betekent te volharden. Hij had tenslotte zelf allerlei vormen van tegenstand ondervonden nadat hij christen was geworden (2 Kor. 11:23-25). Paulus kon dus met overtuiging vertellen wat er nodig is om te volharden. Hij herinnerde de christenen eraan dat ze bij beproevingen niet op zichzelf maar op Jehovah moesten vertrouwen. Paulus kon moedig zeggen: ‘Jehovah is mijn helper, ik zal niet bang zijn’ (Hebr. 13:6).

18. Wat kan je helpen vervolging te doorstaan?

18 Heel wat broeders en zusters worden op dit moment vervolgd. Je kunt ze loyaal steunen door voor ze te bidden — en soms ook door praktische hulp te bieden (Hebr. 10:33). Maar de Bijbel zegt duidelijk: ‘Iedereen die toegewijd aan God en als volgeling van Christus Jezus wil leven, zal vervolgd worden’ (2 Tim. 3:12). Daarom moeten we ons allemaal voorbereiden op wat ons te wachten staat. Vertrouw altijd volledig op Jehovah en wees ervan overtuigd dat hij je zal helpen elke beproeving te doorstaan. Op zijn tijd zal hij al zijn trouwe aanbidders verlichting geven (2 Thess. 1:7, 8).

19. Wat kun je doen om je op de grote verdrukking voor te bereiden? (Zie ook de afbeelding.)

19 Paulus’ brief aan de Hebreeën heeft christenen in de eerste eeuw zonder twijfel geholpen zich op moeilijkheden voor te bereiden. Paulus moedigde ze aan meer kennis en begrip van Gods Woord te krijgen. Dat zou ze in staat stellen denkbeelden die hun geloof zouden ondermijnen te herkennen en te verwerpen. Hij spoorde ze aan hun geloof te versterken, zodat ze direct de instructies zouden opvolgen van Jezus en van degenen die de leiding namen in de gemeente. En hij hielp ze te volharden door beproevingen te zien als een kans om te worden opgeleid door hun liefhebbende Vader. Ook wij moeten die geïnspireerde raad toepassen. Dan zullen we in staat zijn trouw te blijven tot het einde (Hebr. 3:14).

Nadat de christenen uit Judea waren gevlucht, bleven ze trouw samenkomen. Wat kunnen we van hun volharding leren? (Zie alinea 19)

LIED 126 Blijf waakzaam, moedig en krachtig

a Alleen al in het eerste hoofdstuk citeert Paulus minstens zeven passages uit de Hebreeuwse Geschriften om te bewijzen dat de christelijke manier van aanbidden beter is dan de Joodse (Hebr. 1:5-13).