Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

De Hersteller van het leven

De Hersteller van het leven

Nader dicht tot God

De Hersteller van het leven

Lukas 7:11-15

HEBT u iemand die u dierbaar was in de dood verloren? Zo ja, dan is een van de bitterste ervaringen van het leven uw deel geweest. Onze Schepper begrijpt uw verdriet. Sterker nog, hij kan de gevolgen van de dood ongedaan maken. In de Bijbel heeft hij voor ons een verslag laten optekenen over opstandingen in het verleden om aan te tonen dat hij zowel de Gever als de Hersteller van het leven is. Laten we eens een opstanding beschouwen die hij zijn Zoon, Jezus Christus, heeft laten verrichten. Het verslag van dit wonder staat in Lukas 7:11-15.

Het was het jaar 31 van onze jaartelling. Jezus was naar de Galilese stad Naïn gereisd (vers 11). Het liep waarschijnlijk al tegen de avond toen hij bij die stad aankwam. De Bijbel zegt: „Toen hij nu in de nabijheid van de stadspoort kwam, zie! daar werd een dode uitgedragen, de eniggeboren zoon van zijn moeder. Bovendien was zij weduwe. Er was ook een aanzienlijke schare uit de stad bij haar” (vers 12). Kunt u zich het verdriet voorstellen van die moeder, die ook al haar man had verloren? Met de dood van haar enige zoon was ze voor de tweede keer beroofd van een kostwinner en beschermer.

Jezus richtte zijn aandacht op de rouwende vrouw, die waarschijnlijk bij de draagbaar liep waarop het lichaam van haar overleden zoon lag. Het verslag zegt: „Toen de Heer haar in het oog kreeg, werd hij met medelijden jegens haar bewogen, en hij zei tot haar: ’Houd op met wenen’” (vers 13). Jezus was diep geraakt door de trieste situatie van die weduwe. Misschien dacht hij wel aan zijn eigen moeder, toen waarschijnlijk ook al weduwe, die binnenkort om hem zou rouwen.

Jezus kwam dichterbij, maar niet om zich bij de stoet aan te sluiten. Hij „raakte de baar aan” met een gebaar van autoriteit dat de dragers deed stilstaan. Vervolgens zei hij met de toon van iemand aan wie macht over de dood is gegeven: „’Jonge man, ik zeg u: Sta op!’ En de dode ging overeind zitten en begon te spreken, en hij gaf hem aan zijn moeder” (vers 14, 15). De moeder bezat haar zoon niet meer toen de dood hem had opgeëist. Dus toen Jezus ’hem aan zijn moeder gaf’ gingen ze opnieuw een gezin vormen. De tranen van intens verdriet die de weduwe vergoot, maakten ongetwijfeld plaats voor tranen van pure vreugde.

Verlangt u er in uw hart ook naar die vreugde te beleven — verenigd te worden met een dierbare die overleden is? Wees ervan verzekerd dat God met u meeleeft. Jezus’ medelijden met die weduwe weerspiegelde Gods eigen medegevoel, want Jezus’ persoonlijkheid weerspiegelde volmaakt die van zijn Vader (Johannes 14:9). De Bijbel leert ons dat God er vurig naar verlangt de doden die zich veilig in zijn herinnering bevinden weer tot leven te brengen (Job 14:14, 15). Zijn Woord, de Bijbel, geeft ons een prachtige hoop: eeuwig in een paradijs op aarde te leven en er getuige van te zijn dat onze gestorven dierbaren een opstanding krijgen (Lukas 23:43; Johannes 5:28, 29). Zou u niet meer te weten willen komen over de Hersteller van het leven en hoe ook u die hoop kunt krijgen?

[Illustratie op blz. 23]

„De dode ging overeind zitten en begon te spreken, en hij gaf hem aan zijn moeder”