Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Kan ook maar iets ’ons scheiden van Gods liefde’?

Kan ook maar iets ’ons scheiden van Gods liefde’?

Nader dicht tot God

Kan ook maar iets ’ons scheiden van Gods liefde’?

Romeinen 8:38, 39

WIE van ons heeft geen behoefte aan liefde? Het doet ons goed als we ons bemind voelen door familie en vrienden. Jammer genoeg kunnen menselijke relaties echter heel broos en veranderlijk zijn. Dierbaren kunnen ons pijn doen, in de steek laten of zelfs afwijzen. Maar er is iemand wiens liefde onveranderlijk is. De liefde van Jehovah God voor zijn aanbidders wordt heel mooi beschreven in Romeinen 8:38, 39.

„Ik ben ervan overtuigd”, zegt de apostel Paulus. Waarvan? Dat niets ’ons kan scheiden van Gods liefde’. Paulus spreekt niet alleen over zichzelf maar over „ons”, dat wil zeggen iedereen die God loyaal dient. Om zijn woorden te beklemtonen, noemt Paulus een aantal dingen die Jehovah’s liefde voor zijn toegewijde aanbidders niet in de weg kunnen staan.

„Noch dood noch leven.” Jehovah’s liefde voor zijn aanbidders houdt niet op bij hun dood. Als bewijs van zijn liefde houdt hij hen in zijn herinnering, en in de komende rechtvaardige nieuwe wereld zal hij hen weer tot leven brengen (Johannes 5:28, 29; Openbaring 21:3, 4). Intussen blijft Gods liefde voor zijn loyale aanbidders onveranderlijk, ongeacht wat het leven in dit stelsel hun brengt.

„Noch engelen noch regeringen.” Mensen worden makkelijk beïnvloed door machtige individuen of autoriteiten, maar Jehovah niet. Machtige geestelijke schepselen, zoals de engel die Satan werd, kunnen God er niet van afbrengen zijn aanbidders lief te hebben (Openbaring 12:10). Ook regeringen, waarvan ware christenen misschien tegenstand ondervinden, kunnen Gods kijk op zijn aanbidders niet veranderen. — 1 Korinthiërs 4:13.

„Noch tegenwoordige noch toekomende dingen.” Gods liefde verflauwt niet met de tijd. Niets wat zijn aanbidders nu of in de toekomst meemaken, zal ertoe leiden dat God hen niet meer liefheeft.

„Noch krachten.” Paulus heeft het over hemelse en aardse machten gehad — „engelen” en „regeringen” — maar nu spreekt hij over „krachten”. Het Griekse woord dat hier wordt gebruikt, heeft verschillende betekenissen. Wat het hier ook precies mag betekenen, één ding staat vast: geen kracht in de hemel of op aarde kan verhinderen dat Jehovah zijn toegewijde aanbidders liefheeft.

„Noch hoogte noch diepte.” Wat Jehovah’s aanbidders ook meemaken — hoogtepunten of dieptepunten — hij houdt van hen.

„Noch enige andere schepping.” Met deze allesomvattende woorden zegt Paulus dat er absoluut niets is dat loyale aanbidders van Jehovah’s liefde kan scheiden.

In tegenstelling tot de liefde van een mens, die kan veranderen of verflauwen, is Gods liefde voor degenen die in geloof op hem blijven vertrouwen onveranderlijk, eeuwigdurend. Dat besef spoort ons beslist aan om dichter tot Jehovah te naderen en naar ons beste vermogen onze liefde voor hem te bewijzen.