Tranen in een leren zak
Tranen in een leren zak
DE JONGE man was een vluchteling. Overweldigd en bang, met tranen in zijn ogen, deed hij een beroep op de goedheid en het medegevoel van zijn God, Jehovah. Hij smeekte: „Doe mijn tranen toch in uw leren zak” (Psalm 56:8). Die man was David; hij zou later koning van Israël worden. Maar wat was de leren zak waar hij het over had, en hoe kan God onze tranen daarin doen?
De leren zak was een vertrouwd gebruiksvoorwerp voor David. Er werd water, olie, wijn of zelfs boter in bewaard. Nomaden in de Sahara, zoals de Toeareg, gebruiken nog steeds leren zakken, gemaakt van de complete huid van een geit of een schaap. Die zakken kunnen grote hoeveelheden water bevatten, afhankelijk van de grootte van het dier. Ze staan erom bekend dat ze zelfs in de intense hitte van de woestijn het water koel houden. Vroeger werden ze meestal door ezels of kamelen vervoerd. Tegenwoordig worden ze zelfs voor op een terreinwagen gebonden!
Davids ontroerende woorden over de leren zak kunnen ook voor ons iets betekenen. Hoe dan wel? De Bijbel zegt dat Satan deze wereld in zijn macht heeft en dat hij in onze tijd „grote toorn” heeft. Het gevolg is dat er op aarde vreselijke dingen gebeuren (Openbaring 12:12). Daardoor zijn er veel mensen die net als David emotioneel, mentaal of lichamelijk lijden ondergaan — vooral degenen die proberen Gods wil te doen. Bent u zo iemand? Deze moedige, getrouwe personen proberen altijd integer te blijven, „al is het wenend” (Psalm 126:6). Ze kunnen ervan verzekerd zijn dat hun hemelse Vader niet alleen ziet met welke beproevingen ze te maken hebben maar ook weet hoe ze zich daardoor voelen. Hij begrijpt de pijn die zijn aanbidders hebben, en hij denkt met medegevoel aan hun tranen en hun lijden. Figuurlijk gesproken bergt hij die op in zijn leren zak.